N°. 2504. 22sle Jaar". Zaturdag 21 April 1866. [Nieuwstijdingen. Theeën ns, bij L.' j 2 bekomen, end Uos- ZIER1KZEESCHE NIEUWSBODE Dien abonneert zich: In Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonnements-Prys: Voor beide uitgaven. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, Franco New-York- 3,90. Ver9Ch(jnt: Op Woensdag en Zalurdag. Advertentlën: 10 cent voor eiken regel. Zegelrcgt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertenliën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken Franco. New-lfork, 29 Maart. Gij weet welke beschouwin gen gevolgd zijn op het eerste veto van president Johnson. De kleermaker-president werd op eenmaal cene reusachtige gestalte; men verwachtte zoo iets niet van den man. die bij de inhuldiging of liever inwijding van Lincolns tweede voorzittersschap, door de weinige woorden bij die gelegen heid gesproken, in een zeer dubbelzinnig licht kwam. Pre sident Johnson echter rees met de betrekking, die hij te vervullen had. l)e omvang der verpligtingenwelke hem op de schouderen werden gelegd, maakte hem sterk en hief hem op. Trouwens dit is niet zoo vreemd als liet schijnt. De staatslieden van dit land hebben niet meer noodig dan wat men noemt „gezond verstand" Wanneer zij dat aan eerlijkheid paren zijn zij Talleyrand en Napoleon III te knap af. En waarom? .Met Europesche aangelegenheden, kuiperijen en combinatiën hebben zij zich weinig te be- moeijen, en zij hebben dus slechts te huis de waarheid te zeggen. Johnson volgt dit plan, want hij is een eerlijk man en daarom dan ook noemen hem de Europeanen een groot staatsman en de Amerikaansche radikalen een schelm. l)it is het verschil. De tegenwoordige tweestrijd tusschen het congres, of liever de radicale meerdetheid daarin en den president, is van een ernstigen aard. Hij wil zoo spoe dig mogelijk de sporen van deu oorlog uitwisschen, zij willen dien oorlog doen voortduren. Toen de vorige wet, door de weigering van 's presidents bekrachtiging viel, was er nog cene andere in behandeling, waarop men een tweede veto verwachtte. En hiermede vangt de strijdpas aan. Was het eerste veto het verwijderde gerommel des donders, het tegenwoordige is de uitbarsting van den orkaan, het is de slag; het eerste was de oorlogsverklaring, dit veto is de aanval. Er zal geen compromis gemaakt worden tusschcn deu President en de radicalen: Johnson weet te goed en iedereen, die niet „door den neger bezeten is," vreest het, dat de tegenwoordige handelingen van het congres ons naar ecne nieuwe revolutie leideu konden, die, wanneer zij uit barst, bloediger zou zijn dan de sesessie-oorlog. Wat met Jefferson Davis gedaan zal worden is nog steeds duister. Tot heden is hij opgesloten in het fort Monroe, en daar hij noch teregtgesteld noch veroordeeld is, hebben wij in hem eene soort van repetitie van den man met het ijzeren masker. De Herald raadt aan dat men hem vrijlate onder eene algemeene amnestie-proclamatie of ten minste hem teregtstelle; en zoo spreken vele gelijksoortige bladen Het is aan Jefferson Davis vergund, vergezeld van een officier, dagelijks eene wandeling te maken op het parapet van het lort. Ter gelegenheid van den afgeloopen St. Pa- tricksdag zocht zijn geleider, even als vroeger, den aanzien lijken gevangcue te polsen, aangaande de zooveel gerucht makende Fenians. Het eenige antwoord dat hij van Davis ontving was dat hij den officier vroeg of hij niet gehoord had van de fabel van de vlieg en den os. De ex president spreekt somtijds zeer ongedwongen met enkelen «Ier officie ren; tegenover anderen daarentegen bewaart hij het zwijgen. Hij doorgrondt karakters in een oogenblik, eene gave hem van nature eigen en door zijne langdurige ondervinding en studie van de wereld en de menschen in eene hooge mate ontwikkeld. De petroleum-streken in Pennsylvanie zijn weder het tooneel geweest van een ontzettenden brand, die. eene vrees- selijke verwoesting heeft aangerigf. De brand begon aan de Oceanbron, waar twee mannen bezig waren eene kuip te breeuwen, die 200 vaten olie bevatte. Een gat dat op eene of andere wijze in den bodem geraakte, deed de olie uit- vlocijendie, zich verspreidende, in aanraking kwam met een machine-gebouw eu vlam vatte aan het fornuis. Van hier verspreidde de brand zich verder met groote snelheid, ua'ji vijf in werking zijnde bronnen in zijn loop op en rolde vervolgens als een vurigen stroom in de Oil Creck-rivier. In dien loop nam hij drie raffineerderijen, twintig of dertig andere gebouwen en verscheidene bronnen, die gebouwd werden, mede, en vertoonde een schrikkelijkcn berg van zwarten rook eu vlammen. Dit was ongetwijfeld, die van de Maple Shade uitgezonderd, de grootste brand iti Oildo- rado. Twintig duizend vaten olie werden vernield en do schade wordt begroot op 150.000 doll. Zoo als bekend is, is de stad Port-au-Prince door een verschrikkelijkcn brand verwoest: twee derden der stad, schrijft men dd. 24- Maart, zijn in de asch gelegd. Een groot deel der bevolking is zonder dak. Het juiste getal huizen, dat verbrand is, kan men niet opgeven; het wordt op ongeveer 1500 geschat. Wat het verlies aan tvaarde van allerlei aard aangaat, dit is zeer groot, en veel meer dan de stad kan dragen, welke eerst na langen tijd het hoofd zal kunnen opbeuren. Des Maandags morgens ten acht ure is dc brand ontstaan in het huis van Johu Hepburn op het plein GefFrard. Voort gedreven door eeu hevigen oostewind naar dat deel der stad, hetwelk zich naar den zeekant uitstrekt, verslond het vuur weldra al de groote haudelshuizen, welke zich op dc plaats bevonden. Van daar woedde de brand naar het zuiden voort; maar des middags werdeu door een westewindwelke nog heviger dan de vorige was, de vlammen naar dc tegenover gestelde zijde gewend, welke men gehoopt had dat behouden zou gebleven zijn, eu in weinige uren had het vuur het oostelijk einde der stad, dat zich naar het veld van Mars uitstrekt, bereikt. De tijdiug dezer ramp kon slechts door particuliere brieven 'n Europa bekend wordendaar de landsdrukkerij en bijna alle inrigtingen van dien aard verbrand zijn. Petersburg, 16 April. Heden namiddag ten 4 ure, toen de keizer, na afloop eetier wandeling in den zomertuin, in zijn wagen stapte, schoot een onbekende op Z. M. eene pistool af. De keizer is ongedeerd gebleven. De schuldige is gearresteerd en het onderzoek dezer zaak begonnen. Petersburg, 17 April. De persoon, die het leven des Keizers gered heeft door de hand van den moordenaar af te weren, is een boer Ossip Ironow genaamd. De Keizer heeft hem tot den adelstand verheven. De moordenaar is een Rus. Gisteren heerschte op de straten eu in de schouwburgen groote vreugde. De Keizer vertoonde zich op het balcon, en bezocht het klooster Smolna. Op de straten werd hij met luid ge- j ubel begroet. Een vreesselijk voorval heeft voor eenige dagen plaats gehad in de kerk Nótre-Dame-de-Kazan, te St.-Petersburg. De groote lichtkroon, welke 52 pud (ongeveer 850 kilogr.) zwaar is, is naar heneden gestort. Het gebeurde op palm-zondag gedurende de vroegmis; de dienst was naauwelijks begonnen en gelukkig bevonden zich weinig menschen in de kerk. Nogtans zijn vier personen gekwetst; twee zijn overledeu en de anderen ernstig gewond. Men huivert op het denkbeeld, welke gevol gen dit ongeluk gehad zou kunnen hebben, indien de licht kroon een half uur later naar beneden ware gestort. De slagtoffers zouden dau zeer talrijk zijn geweest, aangezien de grootste menigte in het midden der kerk plaats heeft. Londen, 16 April. Men vreest hier, dat op nieuw een der stoomschepen in de groote vaart het lot van de London en de Amelia heeft gedeeld eu met man cn muis iu de diepte is verdwenen. De Nerbudda, metende 1357 ton, onder bevel van kapitein Hardy en behoorende aan de Bombay and Bengal Shipping Companyvertrok den 18 November jl. van Liverpool naar Bombay. De equipage bestond uit ongeveer 50 personen. Het lijdt geen twijfel, of het schip werd geteisterd door de vrceselijke stormenwelke in de maand Januarij woedden. Het New-Yorker pakketschip Albion praaide het stoomschip den 19den November op 50° Noorder breedte en 9° Westerlengte, waarbij het den kapitein van de Albion duidelijk bleek dat het schip reeds in nood verkeerde. De zee stond echter te hol dan dat de Albion het kon naderen. Sedert is van de Nerbudda niets meer vernomen, zoodat men bijna de zekerheid heeft dat het gezonken is. Schip en lading waren slechts voor 80,000 pd. st. verzekerdzoodat de eigenaars aanzienlijke verliezen lijden. De Nerbudda was splinternieuw; eerst in den afgeloopen zomer was het schip van stapel geloopen, terwijl bij den aanbouw alle mogelijke voorzorgen genomen warenom het aan zijne bestemming te doen beantwoorden. De staat betrekkelijk de veeziekte is niet zoo gunstig als verleden weck. Het aantal aangetaste runderen is wel is waar lager, doch twee en zestig inspecteurs bleven ia gebreke hunne opgaven in te zenden, zoodat de vermindering welligt meer in schijn dan in wezenlijkheid is. Het bekend geworden cijfer der aangetaste runderen bedroeg in de week, eindigeude op 7 April, slechts 3361, zoodat men hieruit zou mogen op maken, dat de ziekte tot staan is gekomen en dat de beper- keude maatregelen weldra gedeeltelijk zullen kunnen worden ingetrokken. In de week, eindigende 31 Maart, bedroeg het aantal 3956 en in de daaraan voorafgaande 4704. Uit Cheltenham wordt gemeld, dat gisteren, terwijl de daar gehouden wedren in vollen gang was, eene tribune, waarop zich nagenoeg 300 toeschouwers bevonden, plotseling is ingestort. Het tooneel van verwarring laat zich bezwaarlijk beschrijven. Gelijk te denken is ziju verscheidene personen gekwetst, waar onder negen ernstig. De toebereidselen om den nieuwen atlantischen tele graafkabel aan boord van den Great Eastern in te schepen, zijn ten einde gebrngt. eu er zou terstond een begin worden gemaakt om den kabel aan boord te brengen. Op het einde der maand Jtinij of in het begin van Julij zal de Great Eastern in zee gaan, om nogmaals te beproeven de telegrafische ge meenschap tusschen Engeland en Amerika tot stand te brengen. Berlijn, 15 April. Er heerschte gisteren eene buiten gewone spanning onder de bevolking dezer hoofdstad, want op grond van velerlei geruchten meende men zich verzekerd te mogen houden, dat de Staats-Anzeiger het berigt zou bevatten, dat Oostenrijk en Pruisen de uitgevaardigde militaire maatre gelen hadden ingetrokken ten gevolge van eeue tusschen de beide mogendheden gesloten overeeukomst. Ter beurze maakten die geruchten een zeer gnnstigen indruk en de koersen stegeu daardoor aanmerkelijk. Des avonds bleek het echter dat de hoog gestegen verwachting niet werd vervuld, maar dit schijnt niettemin zeker te ziju, dat er gegronde hoop op het behoud des vredes bestaat. Goed onderrigtc personen verzckcreo, dat van vele zijden krachtige pogingen in het werk zijn en nn nog worden gesteld om de beide Duitsche groote mogendheden in vriendschappelijke betrekking tot elkander te brengen. De be raadslagingen over eene wijziging der bondsconstitatie geven hiertoe eene bij uitstek gunstige gelegenheid aan de hand. Op het verlangen der ipiddenstaten om de krijgstoerustingen te staken, kunnen de beide groote mogendheden zeer gevoegelijk antwoorden, dat zij aan dien wensch gehoor geven, ten einde den schijn niet op zich te laden, dat zij het hervormingswerk willen bemoeijelijkcn Men beweert zelfs, dat het verlangen, waarvan hierboven sprake is, door de middenstaten te Berlijn en te Wecnen is medegedeeld „op aandringen der groote mo gendheden zeiven." Indien geene onvoorziene gebeurtenissen plaats hebben dan zullen zich spoedig de Staats-Anzeiger te dezer stede en de Wiener Zeitung in Oostenrijk het berigt mededeelen, dat de toebereidselen ten oorlog zijn gestaakt. De toestand is nu derhalve gunstiger dan vroeger, en door de pogingen der Middenstaten is die wijziging voor een goed gedeelte on9taan. De toestand in Duitschland schijnt iets gunstiger. Men wil weten dat de keizer van Oostenrijk zich regtstreeks tot den koning van Pruissen heeft gewend met den voorslag ge lijktijdig tot de ontwapening over te gaan. Voorts moet Rusland bij beide hoven aangedrongen hebben op het behoud van den vrede, terwijl Beijeren in gelijken zin te Berlijn en te Weenen vertoogen deed houdeu door zijn minister von der Pfordten, die voorstelde dat, om wederzijds de eer te reddenzoowel Pruissen als Oostenrijk gelijktijdig op de militaire maatregelen zouden terugkomen. Op den lsten Jannarij jl. telde de fransche oorlogsvloot 467 vlot liggende schepen, zoowel gewapende als ongewapende of in de reserve geplaatste. Daarvan waren er 339 met stoorn- vermogen, representerende een gezamenlijk totaal van 96,397 paardenkracht en 4995 kanonnen. Deze stoomschepen bestaan uit 2 gepantserde linieschepeo, 14 gepantserde fregatten, 1 ge pantserde korvet, 1 gepantserd kustvaartuig, 24 vlottende batterijen, 36 linieschepen, 39 fregatten, 19 korvetten, 131 advies-jagten 20 kanonneerbooten32 kanonneersloepen48 transportschepen en 3 andere vaartuigen. De 228 zeilschepen bestaan uit 1 linieschip, 18 fregatten, 8 korvetten, 12 brikken, 60 bodeni9 van kleine afmeting en 20 transportschepen. u, Brussel, 15 April. Aan den Echo du Luxembourg wordt geschreven, dat de gezondheidstoestand te Diekirch is verbeterd. Tot II April was het aantal sterfgevallen honderd tachtig, hetgeen zeer aanzienlijk is. wanneer men nagaat dat de bevolking slechts drie duizend zielen telt en een derde de stad heeft verlaten Er blijft nog een zes tigtal zieken, herstellenden of personen, door cholerine aan getast. De kenteekenen van de echte cholera zijn verdwenen, men kan dus hopen dat de ziekte aan het afnemen is. Uit alle oorden van het hertogdom worden gelden en andere ondersteuning on' vangen. Prins Hendrik der Neder landen en eenige aanzienlijke familien hebben bevel gegeven om niets te sparen. De overheden hebben zich uitmuntend gedragen, huune houding verdient allen lof. De doodgravers waren overleden, niemand wilde legen belooning hunne plaats vervallen, toen hebben de jongelieden der eerste familien zich met die treurige taak belast. De drie geneesheeren der stad zijn mede bezweken, zoodat men andere heeft ontboden. Het gedrag van Dr. Valerius, uit Arlon, word bijzonder geroemd. De bisschop van Luxemburg is te Diekirch ge komen en bezoekt dc kranken. De ziekte heeft zich ook te Vianden cn Moesdorff vertoond, maar heeft er tot dusver slechts weinig slagtoffers gemaakt. Ueereveen, 13 April. Als eene bijzonderheid deelen wij mede, dat in den nacht van 10 op 11 April bij zekeren landbouwer te F. eene belangrijke multiplicatie heeft plaats gehad, daar de vrouw van een kind beviel, terwijl het varken dien nacht 13 biggen, het schaap 4 lammeren het paard 1 veulen en de hond 5 jongen ter wereld bragt, zoodat het huis in dien nacht met 24 levende voorwerpen werd vermeerderd. Helder, 16 April. Men heeft gisteren een ingezeten dezer plaats gevangen genomen, als verdacht schuldig te zijn aan de herhaalde branden in deze gemeente. Arnhem, 14 April. Door de politic is heden alhier ecu in omloop gebragt valsch muntbiljet groot ƒ10 aangehouden. Naar men verneemt ziju de zigtbaarste onderscheidingsteekenen van valscheid glanzig en zeer glad papier, zijnde dat van de echte dof; bijna algeheele gemis der watermerken; gemis der woorden der wet van 26 April 1852 die duidelijk leesbaar op de echte, op de valsche bijna geheel zijn achterwege gebleven, verregaande onduidelijkheid der woorden Je maintiendrai en het rijkswapen terwijl het valsche over het geheel een veel donkerder voorkomen heeft dan het echte. Rotterdam, 17 April. Alweder hebben hier ter stede een paar diefstallen plaats gehad, waaruit op nieuw is gebleken, dat de daders vooraf met de localiteit goed bekend waren en met eene merkbare vermetelheid ziju te werk gegaau. De eene diefstal is gepleegd in een commissionairs-kantoor, op de tweede verdieping van het vroeger Hotel des Pays Bas, aan de Boompjes. Dat kantoor is Zaturdag avond ten 8 ure gesloten, waarna men gisteren morgen bij de terugkomst bevond, dat er was ingebroken. Men weet dus niet of de daad nog dienzelfden nacht, of wel in den nacht van eergisteren op gis teren heeft plaat9 gehad; doch men vermoedt eenigzins, dat het eerst gisteren nacht is gebeurd, daar eene dienstmeid ver klaart eergisteren avond ten 9 ure aldaar in den benedengang een onbekend persoon te hebben opgemerkt. Blijkbaar zijn de daders dien gang, die naar wij vernemen altoos open staat binnengeslopen en verder de verschillende aldaar aanwezige kantoren voorbijgaande, door middel van een valschen sleutel het bedoelde lokaal binnen gekomen. Vervolgens hebben zij de lessenaars opengebroken en daartoe onder anderen gebruik ge maakt van eene groote papierschaar; althans deze was Zaturdag aan den wand gehangen en lag nu op eene andere plaats, terwijl er een punt was afgebroken, die men in een der lesse naars van binnen tegen het slot terugvond. Vervolgens hebben zij al de aanwezige geldspecie, benevens al de sleutels en een paar kantoorjassen medegenomen. Ook hebben zij verschillende bundels papieren losgemaakt en uit elkander gehaald, doch daaruit niets van eenige beteekenis ontvreemd. Wel hebben zij een pakje papieren geopend, die voor hen eenige waarde konden hebben, maar die zij hebben laten liggen, vermoedelijk omdat zij de waarde daarvan niet begrepen, of er geen weg mede wisten. Het plaatje van het slot der brandkast heeft men ook wel verschoven gevonden, doch het schijq t, dat zij zich verder daaraan niet gewaagd hebben. Het andere geval heeft plaats gehad bij een onzer ingezetenen op het Haringvliet. Gisteren morgen ten 7 ure waren aldaar eenige verwersknechts aan het werk, ten gevolge waarvan de voordeur aanstond. Hiervan heeft een behendige dief gebruik gemaakt om het huis binnen te sluipen en naar boven te gaan, alwaar hij op eene achterkamer het tafelzilver uit de lade van een bnffet weggenomen en zich vervolgens verwijderd heeft. Dit alles ging zoo snel, dat het geheele feit binnen hoogstens een paar minuten volbragt en de dief reeds met zijn buit ver dwenen was. De verwers, hem op zijn terugweg op den trap ontmoetende, meenden, dat hij een der huisgenooten was en groetten hem beleefd. De dienstmeid, juist op dat oogenblik in den gang komende, stond wel eenigzins verwonderd hen te hooren zeggen„goeden morgen, mijnheer!" maar meende toch ook dat er iemand van de familie was uitgegaan. Spoedig evenwel bemerkte zij, dat hier eene vergissing of een bedrog plaats had, en nu kwam het spoedig uit, dat de onbekende zich van het zilvergoed had meester gemaakt. Naar het schijnt, zag hij er voor 't uiterlijke fatsoenlijk uit en droeg hij het ge- stolene in een reistasch bij zich. Bij de daarop gedane na sporingen vernam men dat een persoon, wiens voorkomen men meende dat met het signalement van den voortvlugtige over eenkwam, kort te voren in een nabijgelegen hotel in het Fransch had gevraagd naar het uur van vertrek der Belgische spoor boot. Aldaar was de politie nog tijdig genoeg aan boord, doch zonder hem te vinden. Overigens is het opmerkelijk, dat de laatste diefstallen heb ben plaat9 gehad in onbewoonde panden, of althans in lokalen, alwaar de dieven de handen volkomen vrij hadden, terwijl zij daarentegen in de hier genoemde gevallen niet beveiligd waren tegen het gevaar van te worden opgemerkt. Integendeelin het huis op het Haringvliet bestond er zelfs voor den dief zooveel kans van ontdekt te worden, dat er eene buitengewone brutaliteit en koelbloedigheid werd vereischt, om zich daaraan te wagen Te Rijssen had den 13den dezer het volgende ongeluk Een jongeling, eenige kippen in een tuin, tegenover zijne werkplaats gelegen, ziende, greep een geladen geweer, ten einde ze te dooden. Toen hij het schot loste, trof het, in plaats van de kippen, een meisje van twaalfjarigen leeftijd, dat daardoor zoo erg gewond werddat men voor behoud van haar leven vreest. Volgens verklaring van den genees kundige zijn niet minder dan vijf hagelkorrels in de borst doorgedrongen. Zierikzee 19 April. In de Groninger courant leest meo: „De Amsterdam9che beurs is in de laatste dagen gedurig het tooneel van groote bedrijvigheid, nu bij de onzekerheid van den staatkundigen toestand van Europa de effecten aan zulke groote variatiën onderhevig zijn. „Nooit, zegt een opmerker van al dat gewoel, is de wind handel zoo sterk gedreven als than9, en 'tis bedroeveud te zien, dat de schatten, door onze voorvaders bijeen vergaard in den koophandeldie ons eens tot het eerste volk der wereld maakte, in papiereu van vreemde staatsschuld zijn belegd, wier waarde of onwaarde soms van de geringste futiliteit af- haugt, en dat nog wel terwijl men voor de schoonste onder nemingen van industrieelen aard, die den bloei en den natio- nalen trots van Nederland moeten uitmaken het noodige kapitaal te vergeefs zoekt. Van daar dat wij in oos eigen land, om zoo te zeggen, geen baas zijn, maar door buitenlanders, en vooral door Engelschen geëxploiteerd worden. Toen Am sterdam ten laatste eigen drinkwater verlangde en omzag naar de geschikste bron, raoe9t het Engelsch geld de duin waterleiding maken toen Amsterdam zijn handel zag kwijnen en een middel zocht om door eene betere verbinding naar de zee die weder op te wakkeren, was de Engelschman daar om de be hulpzame hand te bieden; toen maar waartoe meer? Zijn niet onze spoorwegmaatschappijen bijna geheel in de handen dier zonen Albion's, die dan dikwijls met ons leven, gelijk zij goed vinden P" De Tweede Kamer der Staten-Generaal is tot hervatting der werkzaamheden bijeengeroepen op 24 April e. k. Bij de aankomst op Zondag van den eersten trein uit Utrecht te Amsterdam waren de reizigers in een der waggons van eene onverwachte verraeerderiug van passagiers getuige. 1 Eene israëlitische vrouw ligtte, toen alle kaartjes waren opgehaald en de trein stil hieldhare crinoline op en twee kinderen van tien jaar ongeveer kwamen te voorschijn en verheugden zich met hunne mama over de kostelooze wijze van vervoer. In navolging van berigtgeversdie nooit de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1