N°. 2504.
22sle Jaar".
Zaturdag 21 April 1866.
[Nieuwstijdingen.
Theeën
ns, bij L.' j
2 bekomen,
end Uos-
ZIER1KZEESCHE NIEUWSBODE
Dien abonneert zich:
In Nederland, bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren
In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
Abonnements-Prys:
Voor beide uitgaven.
Voor 3 maandenf 1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, Franco New-York- 3,90.
Ver9Ch(jnt:
Op Woensdag en Zalurdag.
Advertentlën:
10 cent voor eiken regel.
Zegelrcgt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertenliën kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken Franco.
New-lfork, 29 Maart. Gij weet welke beschouwin
gen gevolgd zijn op het eerste veto van president Johnson.
De kleermaker-president werd op eenmaal cene reusachtige
gestalte; men verwachtte zoo iets niet van den man. die
bij de inhuldiging of liever inwijding van Lincolns tweede
voorzittersschap, door de weinige woorden bij die gelegen
heid gesproken, in een zeer dubbelzinnig licht kwam. Pre
sident Johnson echter rees met de betrekking, die hij te
vervullen had. l)e omvang der verpligtingenwelke hem
op de schouderen werden gelegd, maakte hem sterk en hief
hem op. Trouwens dit is niet zoo vreemd als liet schijnt.
De staatslieden van dit land hebben niet meer noodig dan
wat men noemt „gezond verstand" Wanneer zij dat aan
eerlijkheid paren zijn zij Talleyrand en Napoleon III te
knap af. En waarom? .Met Europesche aangelegenheden,
kuiperijen en combinatiën hebben zij zich weinig te be-
moeijen, en zij hebben dus slechts te huis de waarheid te
zeggen. Johnson volgt dit plan, want hij is een eerlijk man
en daarom dan ook noemen hem de Europeanen een groot
staatsman en de Amerikaansche radikalen een schelm.
l)it is het verschil. De tegenwoordige tweestrijd tusschen
het congres, of liever de radicale meerdetheid daarin en
den president, is van een ernstigen aard. Hij wil zoo spoe
dig mogelijk de sporen van deu oorlog uitwisschen, zij
willen dien oorlog doen voortduren. Toen de vorige wet,
door de weigering van 's presidents bekrachtiging viel, was
er nog cene andere in behandeling, waarop men een tweede
veto verwachtte. En hiermede vangt de strijdpas aan. Was
het eerste veto het verwijderde gerommel des donders, het
tegenwoordige is de uitbarsting van den orkaan, het is de
slag; het eerste was de oorlogsverklaring, dit veto is de
aanval. Er zal geen compromis gemaakt worden tusschcn
deu President en de radicalen: Johnson weet te goed en
iedereen, die niet „door den neger bezeten is," vreest het,
dat de tegenwoordige handelingen van het congres ons naar
ecne nieuwe revolutie leideu konden, die, wanneer zij uit
barst, bloediger zou zijn dan de sesessie-oorlog.
Wat met Jefferson Davis gedaan zal worden is nog steeds
duister. Tot heden is hij opgesloten in het fort Monroe,
en daar hij noch teregtgesteld noch veroordeeld is, hebben
wij in hem eene soort van repetitie van den man met het
ijzeren masker. De Herald raadt aan dat men hem vrijlate
onder eene algemeene amnestie-proclamatie of ten minste
hem teregtstelle; en zoo spreken vele gelijksoortige bladen
Het is aan Jefferson Davis vergund, vergezeld van een
officier, dagelijks eene wandeling te maken op het parapet
van het lort. Ter gelegenheid van den afgeloopen St. Pa-
tricksdag zocht zijn geleider, even als vroeger, den aanzien
lijken gevangcue te polsen, aangaande de zooveel gerucht
makende Fenians. Het eenige antwoord dat hij van Davis
ontving was dat hij den officier vroeg of hij niet gehoord
had van de fabel van de vlieg en den os. De ex president
spreekt somtijds zeer ongedwongen met enkelen «Ier officie
ren; tegenover anderen daarentegen bewaart hij het zwijgen.
Hij doorgrondt karakters in een oogenblik, eene gave hem
van nature eigen en door zijne langdurige ondervinding en
studie van de wereld en de menschen in eene hooge mate
ontwikkeld.
De petroleum-streken in Pennsylvanie zijn weder het
tooneel geweest van een ontzettenden brand, die. eene vrees-
selijke verwoesting heeft aangerigf. De brand begon aan de
Oceanbron, waar twee mannen bezig waren eene kuip te
breeuwen, die 200 vaten olie bevatte. Een gat dat op eene
of andere wijze in den bodem geraakte, deed de olie uit-
vlocijendie, zich verspreidende, in aanraking kwam met
een machine-gebouw eu vlam vatte aan het fornuis. Van
hier verspreidde de brand zich verder met groote snelheid,
ua'ji vijf in werking zijnde bronnen in zijn loop op en rolde
vervolgens als een vurigen stroom in de Oil Creck-rivier.
In dien loop nam hij drie raffineerderijen, twintig of dertig
andere gebouwen en verscheidene bronnen, die gebouwd
werden, mede, en vertoonde een schrikkelijkcn berg van
zwarten rook eu vlammen. Dit was ongetwijfeld, die van
de Maple Shade uitgezonderd, de grootste brand iti Oildo-
rado. Twintig duizend vaten olie werden vernield en do
schade wordt begroot op 150.000 doll.
Zoo als bekend is, is de stad Port-au-Prince door een
verschrikkelijkcn brand verwoest: twee derden der stad, schrijft
men dd. 24- Maart, zijn in de asch gelegd. Een groot deel
der bevolking is zonder dak. Het juiste getal huizen, dat
verbrand is, kan men niet opgeven; het wordt op ongeveer
1500 geschat. Wat het verlies aan tvaarde van allerlei aard
aangaat, dit is zeer groot, en veel meer dan de stad kan dragen,
welke eerst na langen tijd het hoofd zal kunnen opbeuren.
Des Maandags morgens ten acht ure is dc brand ontstaan
in het huis van Johu Hepburn op het plein GefFrard. Voort
gedreven door eeu hevigen oostewind naar dat deel der stad,
hetwelk zich naar den zeekant uitstrekt, verslond het vuur
weldra al de groote haudelshuizen, welke zich op dc plaats
bevonden. Van daar woedde de brand naar het zuiden voort;
maar des middags werdeu door een westewindwelke nog
heviger dan de vorige was, de vlammen naar dc tegenover
gestelde zijde gewend, welke men gehoopt had dat behouden
zou gebleven zijn, eu in weinige uren had het vuur het
oostelijk einde der stad, dat zich naar het veld van Mars
uitstrekt, bereikt.
De tijdiug dezer ramp kon slechts door particuliere brieven
'n Europa bekend wordendaar de landsdrukkerij en bijna
alle inrigtingen van dien aard verbrand zijn.
Petersburg, 16 April. Heden namiddag ten 4 ure,
toen de keizer, na afloop eetier wandeling in den zomertuin,
in zijn wagen stapte, schoot een onbekende op Z. M. eene
pistool af. De keizer is ongedeerd gebleven. De schuldige
is gearresteerd en het onderzoek dezer zaak begonnen.
Petersburg, 17 April. De persoon, die het leven
des Keizers gered heeft door de hand van den moordenaar af
te weren, is een boer Ossip Ironow genaamd. De Keizer heeft
hem tot den adelstand verheven. De moordenaar is een Rus.
Gisteren heerschte op de straten eu in de schouwburgen groote
vreugde. De Keizer vertoonde zich op het balcon, en bezocht
het klooster Smolna. Op de straten werd hij met luid ge-
j ubel begroet.
Een vreesselijk voorval heeft voor eenige dagen plaats gehad
in de kerk Nótre-Dame-de-Kazan, te St.-Petersburg. De groote
lichtkroon, welke 52 pud (ongeveer 850 kilogr.) zwaar is, is
naar heneden gestort. Het gebeurde op palm-zondag gedurende
de vroegmis; de dienst was naauwelijks begonnen en gelukkig
bevonden zich weinig menschen in de kerk. Nogtans zijn
vier personen gekwetst; twee zijn overledeu en de anderen
ernstig gewond. Men huivert op het denkbeeld, welke gevol
gen dit ongeluk gehad zou kunnen hebben, indien de licht
kroon een half uur later naar beneden ware gestort. De
slagtoffers zouden dau zeer talrijk zijn geweest, aangezien de
grootste menigte in het midden der kerk plaats heeft.
Londen, 16 April. Men vreest hier, dat op nieuw
een der stoomschepen in de groote vaart het lot van de London
en de Amelia heeft gedeeld eu met man cn muis iu de diepte
is verdwenen. De Nerbudda, metende 1357 ton, onder bevel
van kapitein Hardy en behoorende aan de Bombay and Bengal
Shipping Companyvertrok den 18 November jl. van Liverpool
naar Bombay. De equipage bestond uit ongeveer 50 personen.
Het lijdt geen twijfel, of het schip werd geteisterd door de
vrceselijke stormenwelke in de maand Januarij woedden.
Het New-Yorker pakketschip Albion praaide het stoomschip den
19den November op 50° Noorder breedte en 9° Westerlengte,
waarbij het den kapitein van de Albion duidelijk bleek dat
het schip reeds in nood verkeerde. De zee stond echter te hol
dan dat de Albion het kon naderen. Sedert is van de Nerbudda
niets meer vernomen, zoodat men bijna de zekerheid heeft
dat het gezonken is. Schip en lading waren slechts voor
80,000 pd. st. verzekerdzoodat de eigenaars aanzienlijke
verliezen lijden. De Nerbudda was splinternieuw; eerst in den
afgeloopen zomer was het schip van stapel geloopen, terwijl bij
den aanbouw alle mogelijke voorzorgen genomen warenom
het aan zijne bestemming te doen beantwoorden.
De staat betrekkelijk de veeziekte is niet zoo gunstig
als verleden weck. Het aantal aangetaste runderen is wel is
waar lager, doch twee en zestig inspecteurs bleven ia gebreke
hunne opgaven in te zenden, zoodat de vermindering welligt
meer in schijn dan in wezenlijkheid is. Het bekend geworden
cijfer der aangetaste runderen bedroeg in de week, eindigeude
op 7 April, slechts 3361, zoodat men hieruit zou mogen op
maken, dat de ziekte tot staan is gekomen en dat de beper-
keude maatregelen weldra gedeeltelijk zullen kunnen worden
ingetrokken. In de week, eindigende 31 Maart, bedroeg het
aantal 3956 en in de daaraan voorafgaande 4704.
Uit Cheltenham wordt gemeld, dat gisteren, terwijl de
daar gehouden wedren in vollen gang was, eene tribune, waarop
zich nagenoeg 300 toeschouwers bevonden, plotseling is ingestort.
Het tooneel van verwarring laat zich bezwaarlijk beschrijven.
Gelijk te denken is ziju verscheidene personen gekwetst, waar
onder negen ernstig.
De toebereidselen om den nieuwen atlantischen tele
graafkabel aan boord van den Great Eastern in te schepen,
zijn ten einde gebrngt. eu er zou terstond een begin worden
gemaakt om den kabel aan boord te brengen. Op het einde
der maand Jtinij of in het begin van Julij zal de Great Eastern
in zee gaan, om nogmaals te beproeven de telegrafische ge
meenschap tusschen Engeland en Amerika tot stand te
brengen.
Berlijn, 15 April. Er heerschte gisteren eene buiten
gewone spanning onder de bevolking dezer hoofdstad, want op
grond van velerlei geruchten meende men zich verzekerd te
mogen houden, dat de Staats-Anzeiger het berigt zou bevatten,
dat Oostenrijk en Pruisen de uitgevaardigde militaire maatre
gelen hadden ingetrokken ten gevolge van eeue tusschen de
beide mogendheden gesloten overeeukomst. Ter beurze maakten
die geruchten een zeer gnnstigen indruk en de koersen stegeu
daardoor aanmerkelijk. Des avonds bleek het echter dat de
hoog gestegen verwachting niet werd vervuld, maar dit schijnt
niettemin zeker te ziju, dat er gegronde hoop op het behoud
des vredes bestaat. Goed onderrigtc personen verzckcreo, dat
van vele zijden krachtige pogingen in het werk zijn en nn nog
worden gesteld om de beide Duitsche groote mogendheden in
vriendschappelijke betrekking tot elkander te brengen. De be
raadslagingen over eene wijziging der bondsconstitatie geven
hiertoe eene bij uitstek gunstige gelegenheid aan de hand. Op
het verlangen der ipiddenstaten om de krijgstoerustingen te
staken, kunnen de beide groote mogendheden zeer gevoegelijk
antwoorden, dat zij aan dien wensch gehoor geven, ten einde
den schijn niet op zich te laden, dat zij het hervormingswerk
willen bemoeijelijkcn Men beweert zelfs, dat het verlangen,
waarvan hierboven sprake is, door de middenstaten te Berlijn
en te Wecnen is medegedeeld „op aandringen der groote mo
gendheden zeiven." Indien geene onvoorziene gebeurtenissen
plaats hebben dan zullen zich spoedig de Staats-Anzeiger te
dezer stede en de Wiener Zeitung in Oostenrijk het berigt
mededeelen, dat de toebereidselen ten oorlog zijn gestaakt.
De toestand is nu derhalve gunstiger dan vroeger, en door
de pogingen der Middenstaten is die wijziging voor een goed
gedeelte on9taan.
De toestand in Duitschland schijnt iets gunstiger. Men
wil weten dat de keizer van Oostenrijk zich regtstreeks tot
den koning van Pruissen heeft gewend met den voorslag ge
lijktijdig tot de ontwapening over te gaan. Voorts moet Rusland
bij beide hoven aangedrongen hebben op het behoud van den
vrede, terwijl Beijeren in gelijken zin te Berlijn en te Weenen
vertoogen deed houdeu door zijn minister von der Pfordten,
die voorstelde dat, om wederzijds de eer te reddenzoowel
Pruissen als Oostenrijk gelijktijdig op de militaire maatregelen
zouden terugkomen.
Op den lsten Jannarij jl. telde de fransche oorlogsvloot
467 vlot liggende schepen, zoowel gewapende als ongewapende
of in de reserve geplaatste. Daarvan waren er 339 met stoorn-
vermogen, representerende een gezamenlijk totaal van 96,397
paardenkracht en 4995 kanonnen. Deze stoomschepen bestaan
uit 2 gepantserde linieschepeo, 14 gepantserde fregatten, 1 ge
pantserde korvet, 1 gepantserd kustvaartuig, 24 vlottende
batterijen, 36 linieschepen, 39 fregatten, 19 korvetten, 131
advies-jagten 20 kanonneerbooten32 kanonneersloepen48
transportschepen en 3 andere vaartuigen. De 228 zeilschepen
bestaan uit 1 linieschip, 18 fregatten, 8 korvetten, 12 brikken,
60 bodeni9 van kleine afmeting en 20 transportschepen.
u,
Brussel, 15 April. Aan den Echo du Luxembourg
wordt geschreven, dat de gezondheidstoestand te Diekirch
is verbeterd. Tot II April was het aantal sterfgevallen
honderd tachtig, hetgeen zeer aanzienlijk is. wanneer men
nagaat dat de bevolking slechts drie duizend zielen telt en
een derde de stad heeft verlaten Er blijft nog een zes
tigtal zieken, herstellenden of personen, door cholerine aan
getast. De kenteekenen van de echte cholera zijn verdwenen,
men kan dus hopen dat de ziekte aan het afnemen is.
Uit alle oorden van het hertogdom worden gelden en
andere ondersteuning on' vangen. Prins Hendrik der Neder
landen en eenige aanzienlijke familien hebben bevel gegeven
om niets te sparen. De overheden hebben zich uitmuntend
gedragen, huune houding verdient allen lof. De doodgravers
waren overleden, niemand wilde legen belooning hunne plaats
vervallen, toen hebben de jongelieden der eerste familien
zich met die treurige taak belast. De drie geneesheeren der
stad zijn mede bezweken, zoodat men andere heeft ontboden.
Het gedrag van Dr. Valerius, uit Arlon, word bijzonder
geroemd. De bisschop van Luxemburg is te Diekirch ge
komen en bezoekt dc kranken. De ziekte heeft zich ook te
Vianden cn Moesdorff vertoond, maar heeft er tot dusver
slechts weinig slagtoffers gemaakt.
Ueereveen, 13 April. Als eene bijzonderheid deelen
wij mede, dat in den nacht van 10 op 11 April bij zekeren
landbouwer te F. eene belangrijke multiplicatie heeft plaats
gehad, daar de vrouw van een kind beviel, terwijl het varken
dien nacht 13 biggen, het schaap 4 lammeren het paard 1
veulen en de hond 5 jongen ter wereld bragt, zoodat het huis
in dien nacht met 24 levende voorwerpen werd vermeerderd.
Helder, 16 April. Men heeft gisteren een ingezeten
dezer plaats gevangen genomen, als verdacht schuldig te zijn
aan de herhaalde branden in deze gemeente.
Arnhem, 14 April. Door de politic is heden alhier ecu in
omloop gebragt valsch muntbiljet groot ƒ10 aangehouden. Naar
men verneemt ziju de zigtbaarste onderscheidingsteekenen van
valscheid glanzig en zeer glad papier, zijnde dat van de echte
dof; bijna algeheele gemis der watermerken; gemis der woorden
der wet van 26 April 1852 die duidelijk leesbaar op de echte,
op de valsche bijna geheel zijn achterwege gebleven, verregaande
onduidelijkheid der woorden Je maintiendrai en het rijkswapen
terwijl het valsche over het geheel een veel donkerder voorkomen
heeft dan het echte.
Rotterdam, 17 April. Alweder hebben hier ter stede
een paar diefstallen plaats gehad, waaruit op nieuw is gebleken,
dat de daders vooraf met de localiteit goed bekend waren
en met eene merkbare vermetelheid ziju te werk gegaau.
De eene diefstal is gepleegd in een commissionairs-kantoor,
op de tweede verdieping van het vroeger Hotel des Pays Bas,
aan de Boompjes. Dat kantoor is Zaturdag avond ten 8 ure
gesloten, waarna men gisteren morgen bij de terugkomst bevond,
dat er was ingebroken. Men weet dus niet of de daad nog
dienzelfden nacht, of wel in den nacht van eergisteren op gis
teren heeft plaat9 gehad; doch men vermoedt eenigzins, dat
het eerst gisteren nacht is gebeurd, daar eene dienstmeid ver
klaart eergisteren avond ten 9 ure aldaar in den benedengang
een onbekend persoon te hebben opgemerkt. Blijkbaar zijn de
daders dien gang, die naar wij vernemen altoos open staat
binnengeslopen en verder de verschillende aldaar aanwezige
kantoren voorbijgaande, door middel van een valschen sleutel
het bedoelde lokaal binnen gekomen. Vervolgens hebben zij de
lessenaars opengebroken en daartoe onder anderen gebruik ge
maakt van eene groote papierschaar; althans deze was Zaturdag
aan den wand gehangen en lag nu op eene andere plaats,
terwijl er een punt was afgebroken, die men in een der lesse
naars van binnen tegen het slot terugvond. Vervolgens hebben
zij al de aanwezige geldspecie, benevens al de sleutels en een
paar kantoorjassen medegenomen. Ook hebben zij verschillende
bundels papieren losgemaakt en uit elkander gehaald, doch
daaruit niets van eenige beteekenis ontvreemd. Wel hebben
zij een pakje papieren geopend, die voor hen eenige waarde
konden hebben, maar die zij hebben laten liggen, vermoedelijk
omdat zij de waarde daarvan niet begrepen, of er geen weg
mede wisten. Het plaatje van het slot der brandkast heeft
men ook wel verschoven gevonden, doch het schijq t, dat zij
zich verder daaraan niet gewaagd hebben.
Het andere geval heeft plaats gehad bij een onzer ingezetenen
op het Haringvliet. Gisteren morgen ten 7 ure waren aldaar
eenige verwersknechts aan het werk, ten gevolge waarvan de
voordeur aanstond. Hiervan heeft een behendige dief gebruik
gemaakt om het huis binnen te sluipen en naar boven te gaan,
alwaar hij op eene achterkamer het tafelzilver uit de lade van
een bnffet weggenomen en zich vervolgens verwijderd heeft.
Dit alles ging zoo snel, dat het geheele feit binnen hoogstens
een paar minuten volbragt en de dief reeds met zijn buit ver
dwenen was. De verwers, hem op zijn terugweg op den trap
ontmoetende, meenden, dat hij een der huisgenooten was en
groetten hem beleefd. De dienstmeid, juist op dat oogenblik
in den gang komende, stond wel eenigzins verwonderd hen te
hooren zeggen„goeden morgen, mijnheer!" maar meende toch
ook dat er iemand van de familie was uitgegaan. Spoedig
evenwel bemerkte zij, dat hier eene vergissing of een bedrog
plaats had, en nu kwam het spoedig uit, dat de onbekende
zich van het zilvergoed had meester gemaakt. Naar het schijnt,
zag hij er voor 't uiterlijke fatsoenlijk uit en droeg hij het ge-
stolene in een reistasch bij zich. Bij de daarop gedane na
sporingen vernam men dat een persoon, wiens voorkomen men
meende dat met het signalement van den voortvlugtige over
eenkwam, kort te voren in een nabijgelegen hotel in het Fransch
had gevraagd naar het uur van vertrek der Belgische spoor
boot. Aldaar was de politie nog tijdig genoeg aan boord, doch
zonder hem te vinden.
Overigens is het opmerkelijk, dat de laatste diefstallen heb
ben plaat9 gehad in onbewoonde panden, of althans in lokalen,
alwaar de dieven de handen volkomen vrij hadden, terwijl zij
daarentegen in de hier genoemde gevallen niet beveiligd waren
tegen het gevaar van te worden opgemerkt. Integendeelin
het huis op het Haringvliet bestond er zelfs voor den dief
zooveel kans van ontdekt te worden, dat er eene buitengewone
brutaliteit en koelbloedigheid werd vereischt, om zich daaraan
te wagen
Te Rijssen had den 13den dezer het volgende ongeluk
Een jongeling, eenige kippen in een tuin, tegenover
zijne werkplaats gelegen, ziende, greep een geladen geweer,
ten einde ze te dooden. Toen hij het schot loste, trof het,
in plaats van de kippen, een meisje van twaalfjarigen leeftijd,
dat daardoor zoo erg gewond werddat men voor behoud
van haar leven vreest. Volgens verklaring van den genees
kundige zijn niet minder dan vijf hagelkorrels in de borst
doorgedrongen.
Zierikzee 19 April. In de Groninger courant leest meo:
„De Amsterdam9che beurs is in de laatste dagen gedurig
het tooneel van groote bedrijvigheid, nu bij de onzekerheid
van den staatkundigen toestand van Europa de effecten aan
zulke groote variatiën onderhevig zijn.
„Nooit, zegt een opmerker van al dat gewoel, is de wind
handel zoo sterk gedreven als than9, en 'tis bedroeveud te
zien, dat de schatten, door onze voorvaders bijeen vergaard in
den koophandeldie ons eens tot het eerste volk der wereld
maakte, in papiereu van vreemde staatsschuld zijn belegd,
wier waarde of onwaarde soms van de geringste futiliteit af-
haugt, en dat nog wel terwijl men voor de schoonste onder
nemingen van industrieelen aard, die den bloei en den natio-
nalen trots van Nederland moeten uitmaken het noodige
kapitaal te vergeefs zoekt. Van daar dat wij in oos eigen land,
om zoo te zeggen, geen baas zijn, maar door buitenlanders,
en vooral door Engelschen geëxploiteerd worden. Toen Am
sterdam ten laatste eigen drinkwater verlangde en omzag
naar de geschikste bron, raoe9t het Engelsch geld de duin
waterleiding maken toen Amsterdam zijn handel zag kwijnen
en een middel zocht om door eene betere verbinding naar de zee
die weder op te wakkeren, was de Engelschman daar om de be
hulpzame hand te bieden; toen maar waartoe meer? Zijn
niet onze spoorwegmaatschappijen bijna geheel in de handen dier
zonen Albion's, die dan dikwijls met ons leven, gelijk zij goed
vinden P"
De Tweede Kamer der Staten-Generaal is tot hervatting
der werkzaamheden bijeengeroepen op 24 April e. k.
Bij de aankomst op Zondag van den eersten trein uit
Utrecht te Amsterdam waren de reizigers in een der waggons
van eene onverwachte verraeerderiug van passagiers getuige.
1 Eene israëlitische vrouw ligtte, toen alle kaartjes waren
opgehaald en de trein stil hieldhare crinoline op en twee
kinderen van tien jaar ongeveer kwamen te voorschijn en
verheugden zich met hunne mama over de kostelooze wijze
van vervoer. In navolging van berigtgeversdie nooit de