L Woensdag 11 April 1866. 22ste Jaarg* ikoopen is gazijn van ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Men abonneert zich: In Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Slaat Michigan. lbonnement9*Pr()8i Voor beide uitgaven. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Ainerika, Franco New-York- 3,90. Verschijnt: Op Woensdag en Zaturdag. AdvertentlCn: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voorniiddags 10 ure. B a r e a u t Zierikzee, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94. Brieven en lngezondene Stukken Franco. N°.2501. de een cht VESSEM, STER VAN Iets over de afschaffing van den accijns op het geslagt. Niet ten onregte heeft de heer van Kerkwijk in de Tweede Kamer er opgewezen, dat er in Neder land zoo weinig vleesch verbruikt wordt, dat hoogst nadeelig werkt op de gezondheid van den mensch, en wel het meest voor degenen die er de meeste behoefte aan hebben, voor den werkman. Zoo werden er bij voorbeeld in 1836 bij eene bevolking van 2,528,5G7 inwoners geslagt: 107,641 runderen en 115,471 kalveren, die gemiddeld eene waarde hadden, volgens gedane schattingde run deren ƒ40,06 per stuk en de kalveren f9,88. Dit verminderde van jaar lot jaar bij het toene men der bevolking. Zoo was de bevolking in 1859 geklommen lot 3,557,529 zielen, terwijl bet ver- accijnsde vee minder was geworden tot op 158,578 runderen en 87,268 kalverendie toen geschat waren op: de runderen f 64,48 en de kalveren ƒ16,56. Het verbruik van vleesch was dus in 25 jaren minder 29,063 runderen en 28,205 kalveren, bij het vermeerderen der bevolking met 828,962 zielen, terwijl de waarde van bet vee bijna de helft was verhoogd. Neemt men nu aan dat er thans wel runderen geslagt worden van 200 a 500 gulden en kalveren van ƒ100 en daar boven, dan kan het niet missen of het verbruik van vleesch zal in de laatste zes jaren nog merkelijk minder zijn geworden, en dat in een land waar jaarlijks meer dan 80,000 run deren alléén naar Engeland worden uitgevoerd, be halve de kalveren en schapen, een getal dat mogelijk grooter is als er in Nederland geslagt wordt. Dus, om in Nederland vleesch te kunnen etenmoest men op zijn Engelsch geld verdienen, dan zoude de duurte niet hinderen. Daarbij komt nog dat er in Engeland geene be lasting bestaat op het vleesch, zoodat de Engelsche slagters zeker op ieder beest 40 a 50 gulden min der betalen als de slagters in Nederland waar nog plaatselijke belasting bestaat, en daarom het vleesch te honden goedkooper is als te Rotterdam. Nu kan de Regering wel niet helpen dat het vee zoo duur is, of zij zoude den uitvoer moeten ver bieden, in welk geval het vee spoedig zoude dalen tot op de waarde van 1856 doch dan zouden er wat klaagliederen in den Lande opgaan, en wel van graven en baronnenwant de veeteelt is thans eene liefhebberij geworden onder den adelijken stand omdat het winstgevend isterwijl de land- en wei- pachten zeker 100 pet. hooger zijn dan in 1856; zoodat de voordeelen der duurte van het vee vloeijen in de beurzen der groote grondeigenaars, die zich dus wel moesten laten welgevallen om eene andere belasting in de plaats te brengen voor den accijns op het geslagt, dat te meer noodzakelijk zal worden, als de plaatselijke belasting op het vleesch overal zal zijn afgeschaft. Wel is waar zullen daardoor vele ambtenaren over tollig worden, en om die menschen zoo maar aan den dijk te jagen, is onbillijk doch nooit kan er beter tijdstip gekozen worden om voor de misbare amb tenaren te zorgen dan in den tegenwoordigen tijd. Immers aan de spoorwegen kunnen er velen geplaatst worden in verschillende betrekkingenen zijn die door nieuwe beambten vervulddan zal het bepaald moeijelijker zijn om die mensehen schadeloos te stellen voor het gemis van hun bestaan, dat er toch eenmaal van komen moet. Nieuwstijdingen. Te Sheffield heeft een ergerlijk voorval plaats gehad. Eene weduwe, Mary Smith genaamd, leefde aldaar mét een zekeren Fieldsen, die haar dikwijls mishandelde, maar dien zij toch niet wilde verlaten. Laatstleden vrijdag avond kreeg zij weder twist en werden zij handgemeen, met het gevolg, dat de lamp van de tafel viel en de kleederen der vrouw vlam vatten. Volgens hare verklaring had F. haar met opzet in brand gestoken, en hoewel er nu reden bestaat, om daaraan te twijfelen, is het toch zeker dat hij niets deed om haar te hulp te komen, maar haar aan haar lot overliet, terwijl hij onder den uitroep: „Verbrand nu maar!" met een zeker genoegen hare vruchtelooze wanhopige pogingen tot redding aanschouwde. Daags daarna is zij aan de gevolgen overleden, waarna hij in hechtenis is genomen. Tengevolge van het verbod tot invoer van vee uit Nederland, is de aanvoer uit Frankrijk belangrijk toege nomen. Verscheidene booten zijn tusschen de Engelsche en Fransche havens in de vaart gebragt, expresselijk be stemd voor het vervoer van vee. Intusschcn schijnt de Londensche handelaar niet met de kwaliteit tevreden te zijn. De proeven met de tegenwoordig in Engeland gebouwde sigaarschepen zijn met den besten uitslag bekroond. De vorm van deze vaartuigen die van een reusachtige sigaar schijnt ze te behoeden tegen slingeren, wat natuurlijk ook de snelheid verhoogt. Vallen de proeveu met grooter schepen even gelukkig uit, dan zal dit welligt eene geheele omwenteling in het vak der scheepsbouwkunde te weeg brengen. Sialic* De predikant Meijer te Barletta, die aan den moord op de protestanten gepleegd ontkomen is, heeft volgens de tijdzijne redding te danken aan een katholiek priester, den kanunnik Rici, die hem verborgen heeft tot hij onder bescherming der militairen kon worden gesteld. Zoo de moordtooneelen niet te verontschuldigen zijn, de onver standige ijver van de nieuwe protestanten, wier godsdienstig gevoel hem vooral scheen aan te zetten tot haat en schimp jegens de katholieke bevolking, schijnt het zijne te hebben bijgedragen om deze treurige gebeurtenis uit te lokken. «Dnitsthlamï. Weenen, 3 April. In onze finantieele kringen heerscht groote opgewondenheid ten gevolge van in omloop gebragte geruchten van vredelievendcn aard. De fondsen zijn aanmer kelijk gestegen. Een telegram uit Florence meldt aan de Presse de vorming van een kamp 70,000 man bij Bologne, onder het opperbevel van Cialdini. Uit Munchen wordt getelegrafeerd de op handen zijnde bijeentrekking van een legerkorps tusschen Würzburg en Aschaffenburg. Te Weenen heeft eene verschrikkelijke gebeurtenis plaats gehad. Frans Tuvora, 50 jaar oud, sedert 18 jaar houder van een correspondentie-bureau en als arrangeur der gezelschaps- reizen naar het oosten bekend, heeft op paaschmaandag zich en zijne echtgenoote, Amalie geb. Graf, 35 jaar oud, benevens zijne drie kinderen, oud 19, 17 en 12 jaren, met cyankali in punch gemengd, het leven benomen. Twee jongere kinderen waren den geheelen dag bij hun grootvader, den mechanicus Graf, geweest en 's avonds zonder de ouders nog te zien, naar bed gebragt, waardoor zij aan een vreesselijk lot ontkwamen. Ten 7 ure was Tuvora met zijne vrouw van eene wandeling teruggekeerd en had toen thee gezet; kort daarna vond de dienstmaagd de kamer gesloten. Toen de deur den volgenden morgen nog gesloten bleef, werd zij door de politie openge broken en vond men de vijf personen dood in bed liggen met verwrongen gelaatstrekken. Tuvora lag alleen met gesloten handen en open oogen in zijn ledekant, zijne vrouw insgelijks met open oogen, en met gevouwen handen in haar eigen bed, de 19jarige dochter lag op een bed op den grond met het gelaat afgewend en de handen krampachtig zamengetrokken, de beide zoons weder in een ander ledekant bij elkander. De lijken lagen allen in de gewone nachtkleêren en waren bij de komst der justitie nog laauw. Men gelooft dat Tuvora tot deze wanhopige daad is gebragt door den slechten toestand zijner finantien, waardoor hij een zekeren ondergang te gemoet ging. Dat zijne vrouw en kinderen vrijwillig zijn lot deelden, bewijst een door den jongsten zoon geschreven brief, die bij de lijken gevonden werd. Eeuige Amerikanen, woonachtig te Weenen, hebben aldaar bij een bekwaam fabriekant van meerschuimen voorwerpen een prachtigen sigarenkoker besteld, om te dienen tot een geschenk voor den bekenden generaal Grant, die gelijk wij onlangs hebben medegedeeld een eerste liefhebber van een fijne sigaar is. De bedoelde koker zal, in een bijzonderen vorm bewerkt, eene groep krijgslieden van verschillende wapenen voorstellen. Met den vervaardiger is geen contract voor de kosten gesloten, daar deze voor dit werk moeijelijk te berekenen zijn. In allen gevalle zullende die evenwel geen kleinigheid bedragen. Dezer dagen gingen twee ingezetenen van Weenen eene allerzonderlingste weddingschap aan. Het betrof niet meer en niet minder dan de vraag, of aan de mannen dan wel aan de vrouwen de voorrang toekomt, wat het punt van ijdelheid betreft. De wijze waarop deze vraag moest worden beslist, was de volgende. Beiden begaven zich onmiddellijk naar een spiegel- magazijn, waar voor het straatvenster een kolossale spiegel ten toon gesteld was, en besteedden thans al hunne aandacht om op te nemen, zoowel het getal der mannen als der vrouwen, welke voor dien spiegel zouden blijven staan, om hun persoon en toilet gade te slaan. Hiervoor hadden zij een uur tijds bepaaldna verloop van dat tijdstip kwam men tot het resultaat, dat van de honderd vrouwen tachtig daarvoor waren blyven staan, maar niet minder dan vijf en negentig van de honderd mannen waren ijdel genoeg geweest, in den spiegel te zien. Het pleit werd dus ten voordeele van het schoone geslacht beslist, en hij die in den waan verkeerde, en daarop zijne weddingschap had gegrond, dat de vrouwen ijdeler waren dan de mannen, betaalde met voldoening de som van 2000, zijnde het bedrag der vastgestelde weddingschap. Uit Breslau wordt bet volgende dd. 3 dezer berigt. Niettegenstaande van alle zijden wordt beweerd, dat de regering heeft bevolen om de militaire maatregelen testaken ontwaart men hier dienaangaande niets. De stad is vol troepen de reserven komen in grooten getale op, worden gekleed, gewapend en ingedeeld, zoodat wij hier schijnbaar in vollen oorlog zijn. Men verzekert dat zekere Eduard Mylius, een Oosten- rijksch onderdaan, uit Coburg een brief heeft gezonden aan den Oostenrijkschen gezant, bij het hof alhier, waarin de volgende mcdedeeling wordt gedaan De verceniging welker leden in 1859 het voornemen had opgevat om Keizer Napoleon te vermoorden, ingeval hij te Villia- franca den vrede niet had gesloten, heeft thans voorge nomen den Koning van Pruisen om te brengen, zoodra hij aan Oostenrijk den oorlog verklaart. Zoodra de Heer Karolyi den bewusten brief had ontvangen haatste hij zich dien te doen toekomen aan het hoofd der politie. Dezer dagen had een treffend voorval plaats ten huize van den heer Brandeis Weikeraheim. Terwijl het gezin aan tafel zat, riep eene der dochters eensklaps op smar- telijken loon uitIk zie niets Het bleek, dat zij eensklaps blind was geworden. JFtanftrijft. Voor de regtbauk van Besantjon werd dezer dagen een zeld zaam proces gevoerd. Een millionair had zijn fortuin ver maakt aan eennige hulpbehoevende gemeenten. De erfgenamen kwamen daartegen op en hun werd door de regtbank twee derden van de nalatenschap toegekend. Na de uitspraak werd door een onbekende een codicil van het testament aan de regt bank gezonden, waarbij aan de erfgenamen een vierde van de nalatenschap werd vermaakt. Het condicil werd aan deskun digen te Parijs toegezonden, die het voor echt verklaarden. De erfgenamen kwamen tegen die uitspraak op en het stuk werd nu tot onderzoek gegeven aan deskundigen te Besan9on. Dezen verklaarden het onecht. De pleidooijen voor de regtbank liepen nu over niets anders dan over ophalen en neerhalen, dikke en dunne letters, komma's, punten en verkortingen, maar ten slotte werden toch de parysche deskundigen in het gelijk gesteld en moesten de erfgenamen zich met een vierde der nalatenschap tevreden stellen. iUcftcrlsmfc. lïleuwe Diep, 5 April. Nog altijd bevindt zich de ongelukkige Engelsche scheepskapitein J. Casey in het marine hospitaal, alwaar hij de meest zorgvolle verpleging ondervindt; intusschen moet hij toch van tijd tot tijd de amputatie onder gaan van de toppen zijner tooneu en vingers, die hij alle zal moeten verliezen, de beide groote toonen zijn hem geheel af genomen. Het zal waarschijnlijk nog wel eene maand duren eer hij het hospitaal kan verlaten. Scheveilingen» 6 April, Heden is de walvisch bijna geheel ontleed. Het geraamte is, naar men verneemt, door iemand uit Leuven voor het kabinet van natuurlijke historie aldaar aangekocht. 'S Gravenfiage» 6 April. Naar men verneemt, heeft Z. K. II. prins Frederik, op het laatstgehouden banket van de loge V Union Royaleuit aanmerking van HD. gevordenden leeftijd, zijne betrekking als grootmeester van de loge neder- gelegd, zoodat op een nader te bepalen dag eene keuze voor die hoogwaardige betrekking zal moeten gedaan worden, terwijl tevens het voornemen bestaat om aan Z. K. H., wegens de 50jarige verbinding aan de vrijmetselarij in Nederland, hetzij in de residentie, hetzij in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, een groot feestmaal aan te bieden. Reeds geruimen tijd geleden werd medegedeeld, dat de heer Groen van Prinsteren voornemens was, zich in Junij a. s. op nieuw kandidaat voor de tweede kamer te stellen. Men heeft thans vernomen, dat de heer Hoffman, afgevaardigde uit Gouda, en die dit jaar aan de beurt van aftreden is, voor eene herkiezing zal bedanken, en dat de heer Groen in zijne plaats kandidaat zal worden gesteld. Hoogkeppel, 31 Maart. Op eene bevolking van 3168 zielen, bebben op dit oogenblik in de gemeenten Hura- melo en Keppel, dit jaar reeds vijf en dertig sterfgevallen plaats gehad, waaronder twintig kinderen beneden zesjarigen ouderdom. Dit aantal mag buitengewoon groot worden genoemd als men nagaat, dat in gelijk tijdsverloop in de laatste twintig jaren, gemiddeld slechts 21 sterfgevallen hebben plaats gehad. Rotterdam» 2 April. Gisteren raiddag omstreeks 12 ure heeft eene vrouw in de Prinsenstraat, nabij de Halsteeg alhier, een persoon op haren zolder verrast, die bezig was met hare wasch in te halen. De vrouw greep hem aan, ontnam hem een paar reeds gesloten stukken en wist hem met behulp van een paar buurvrouwen zoolang de vlugt te beletten, tot dat hij door de politie werd gearresteerd. Maasland, 6 April. Bij het omploegen der weiden tot teelland merkt men het verontrustend verschijnsel op, dat zich daarin de zoogenoemde emelt in groot aantal bevindt, welk dier aan de te zaaijen gewassen groote schade kan te weeg brengen. Mof van Delft» 6 April. Nadat de ziekte onder het vee deze gemeente sedert eenigen tijd had verlaten, is zij thans op nieuw in een stal uitgebroken, waarin zich veel vee bevindt. Ook in het naburige Maasland heeft zij zich vertoond in een der weinige stallen, die er tot dus verre van bevrijd waren gebleven. Middelburg, 7 April. De kerkeraad der Nederduitsche hervormde gemeente alhier heeft het volgende alphabetisch ge stelde zestal van predikanten zamengesteld: de heeren dr. J. G. R. Acquoyte Zalt-Bomraeldr. J. Hooykaaste Nieuw- Hcllevoet; E. C. Junyius, te Zierikzee; dr. J. C. Malthes, te Berg-Ambacht; dr. A. J. Oort, te Schoonhoven; en J. II. L. Roozemejerte Nieuw-Loosdrecht. Zaturdag 14 dezer zal een drietal worden opgemaakt. Te Vlissingcn is tot predikant bij de Nederduitsche her vormde gemeente beroepen, de heer J. H. L. Roozemeijerthans te Nieuw-Loosdrecht. Zierikzee, 9 April. Men leest in de Landbouw Courant: Wij zijn uit eene goede bron welwillend geïnformeerd, dat de minister van justitie den 24sten Maart 11. aan den raad van state het ontwerp van wet tot af koopbaarstelling der tienden heeft ingezonden. Het is te hopen, dat gemelde raad het spoedig zal afdoen. Wij hebben alle hoop in de gelegenheid gesteld te worden, onze lezers weldra met den inhoud van 't ontwerp bekend te kunnen maken. Wij wenschen den minister Pické gaarne toe, dat het hem gelukken moge, zijne denkbeelden bij de beide kamers ingang te doen vinden en den landbouw van de tienden te bevrijden." Uit 's Ilage wordt aan het Handelsblad geschreven 's Gravenhage schijnt tegenwoordig het tooneel te moeten zijn van diplomatieke dieven, namelijk dieven, die het vooral op de diplomaten gemunt hebben. Nadat men eerst tweemaal een diefstal had beproefd ten huize van den secretaris der Fransche legatie, waaromtrent door den Franschen gezant zelfs officieel eene nota aan onze regering is ingediend, heeft men in den afgeloopen nacht getracht ten huize van den minister van binnenl. zaken inbraak te plegen. Wij vernemen, dat blijkens een berigt van Z M. gezant te Londen, de Lords van de Privy Council van oordeel zijn, dat voor het oogenblik niet kan worden getreden in het dezer zijds gedaan verzoek, om opheffing van het gedaan verbod van invoer van vee, voor zoover betreft Friesland en Groningen. Echter worden door de regering voortdurend pogingen aange wend, om die opheffing te verkrijgen. Met genoegen verneemt men dat de heer ten Kate in beterschap toeneemt. Van wege den Minister van Binnenl. Zaken wordt ter kennis gebragt, dat in het Veersche Gat en wel op de zooge naamde Goudplaat, bij het inkomen van den Zuidvliet, dwars van den Oranjepolder, tusschen de 5de en 6de zwarte ton van Veere af gerekend, te rekenen van 12 dezer, proeven met watermijnen of torpedo's zullen worden genomen en dat uit dien hoofde, tot nadere aankondiging, door de scheepvaart in de nabijheid dier plaats de noodige voorzorgen moeten wor den genomen. GEMENGDE BERIGTEN. Van Hall moet beter bevallen hebben bij de buitenlaudsche vorsten dan bij de binnenlandsche burgers, waut hij had 10 buitenlaudsche kruisjes en drie Nederlandsche. Die man zal dus wel uit het lood gehangen hebben als hij al die kruisjes op zijn rok hangende heeft gehad. Nog altijd ontbreekt er een minister van marine, daar niemand dit baantje hebben wil omdat de vloot niet groot genoeg is; want als het tot een oorlog mogt komen, dan is de vloot te klein om zich meester te maken van Londen. Ook weet de minister van oorlog met het geld geen raad; die man heeft weder bevolen, dat de kavallerie in huzaren-buisjes moet gekleed worden met een driekanten hoed. De Belgen hebben het maar niet in hun zin over het af dammen van de Schelde, hoe gerust dat zij gesteld worden met de verzekering, dat het aan den waterstand geen kwaad kan, en er geen oponthoud kan plaats hebben in de vaart van Ant werpen naar Holland. Het zoude dus maar een gekke boodschap zijn wanneer die afdamming mogt worden belet, daar dit op plukharen zoude uitloopen, en de Nederlanders loopen nog mank van de wonden van 1830. De vooruitzigten op een oorlog tusschen Pruissen en Oostenrijk maken het de Duitsche mi niatuur vorstjes maar moeijelijkdaar zij ongemerkt in den strijd zullen gemengd worden. Ook Nederland zal dan onge twijfeld in de zaak betrokken wordentengevolge van het bezit van Limburg en Luxemburg, en zoude dus verpligt zijn Pruissen bij te springendat buurman Napoleon niet gaarne zien zou zoo min als Belgie. Komt het dus tot een oorlog dan zal er weder wat gespot worden met de Voorzienigheid, daar de Pruissen zullen bidden om de overwinning en de Oostenrijkers zingen. Onder de voorwaarden van vrede stelt Oostenrijk voor dat von Bismarck moet aftredenen dat zal de Sire van Pruissen nooit inwilligen, en von Bismarck zal er liever 100,000 Pruissen aan wagen, dan zelf zijn ontslag te vragen, zoodat er veel kans bestaat dat die oude bondgenooten weder tegen malkander zullen opstaan als ten tijde van den zevenjarigen oorlog. De keizer van Rusland heeft zich gemengd in de geschillen tusschen Oos tenrijk en Pruissen, en verklaart dat die het eerste schot doet, den oorlog zal worden verklaard. Zijn die Majesteiten daar nu bang van, dan kan het lang bij kakelen blijven. De lief hebbers van het draaijen hebben een groot genot te wachten. Er zal namentlijk op de kermissen dit jaar een carraussel komen die 500 personen kan bevatten, in twee boven malkander draaijende rijen paarden en rijtuigenwaar met trappen wordt ingeklom men. Hij heeft een middellijn van 30 voet en dus een omtrek van meer dan 100 voet of 30 el.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1