ZlllllkZIlStlll NIEUWSBODE. N°. 2285. 22sle Jaarg. Woensdag li February I860. [Nieuwstijdingen. JSW -IfifiDl 91 c ii abonneert zich: In Nederland, hij den Uitgoer. Bij alle Bp.ekliandi laren en Postdirecteuren In Noord-Amerika hij J Q.UINTüS. te Grand Rapids, Slaat Michigan. •1 b o n |ic m c n t P r I) si Voor bf. ioe uitgaven. Voor 3 maandenf 1»3Q. Franco pe.r post, in Nederland- 1.60. Voor Nuord-Amerika. Franco New-Voik- 3,90. Verschijnt: tDp Woensdag en Zalurdag. AdvcrtcntlËn: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing. 35 cent. De inzending der Advortenticii kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau; Zierikzee, Hoek van de Schuilhaven. B. No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken Franco. Eenige dagen geleden nam een vreemdeling zijn intrek in liet Royal Hotel te Plymouth en liet zich aldaar inschrijven onder den naam van hertog van St. Albans. Hij maakte aldaar kennis met een officier der marine die hem uilnoodigde tot een bezoek aan boord van het oorlogschip Adelaide. Hij nam die invitatie welwillend aan tol groot genoegen van al de officieren, die hem aan boord met alle honneurs op eene waarlijk schitterende wijze ontvingen, waarna ter zijner eer een prachtig diner werd gegeven. Dit alles was geschied zonder voorkennis van den kommandanl van het schip, lord Symour, die op dat oogenhlik afwezig was. Een half uur na liet vertrek van den gast vernamen de officieren dat dc kommandanl *icb in zijne kajuit bevond en verhaalden hem, hoe zij in zijne afwezigheid de eer van liet schip hadden opgehouden. De koiiimandnnt stond zeer verbaasd dat de hertog niet naar hem had geïnformeerd, daar hij toch een zijner intieme vrienden was. Bij nailer inzien kwam hel hein zelfs ongeloofelijk voor, daar hij wel stellig meende te weten dat de hertog op dat oogenhlik tc Saiidringliam hij den prins van Wales was. Hij verlangde dus dat zij hem naauwkeurig alles zouden niodedecleii en hier uit bleek al spoedig, dat er bedrog in liet spel was De politie, ;liier\aii onderligt, deed oiiiiiiddelijk onderzoek en kwam ■weldra lol de overtuiging dat de zoogenaamde hertog van St. Albans slechts een bedrieger was die zich laatstelijk kapitein Dashwood had laten noemen doch reeds dikwijls van naam verwisseld had. 11ij bevindt zrch thans in arrest. Farljs, 8 February. Helen ochtend is liet doodvonnis voltrokken op d.n tic-kenden Pond-f, door liel hof «an assises wegens moord veroordeeldTot op llel laatste oogenhlik legde deie nian een onveranderlijk cynisme aan den dag. Vóórdat hij het seliaial lieklocn. vroeg hij om brandewijn, cn toen men hein dien gaf, wierp li ij den inhoud van liet glas weg, zeggende: .Geef mij beteren; deze is Ponccl niet waardig." Hij liet ziel: tevens een sigaar brengen en vroeg: nRuikt ze niet lekker?" terwijl hij den In-ul. die hein een oogen hlik later zou onthoofden, eene wolk rook in den neus blies. jPtHtsflUttrtlï. In het cirque Ren; tc Berlijn is een dierentemmer in de inenège in tegenwoordigheid «an het publiek ver scheurd geworden door de wilde dieren waarmede hij werkzaam was. Zijne menagerie bestond uit vier leeuwen en eene leeuwin. Terwijl hij bezig was deze laatste te noodzaken den muil te openen, werd hij in de hand gebeten. Het gezigt en de reuk van liet bloed, dal uit de wond vloeide, wekten bij de dieren het instinct weder op, dat langen lijd door den te,miner was .onderdrukt geworden zij wierpen zich allen te gelijk op den onge lukkige en verscheurden hem in een oogwenk tijds, zonder dat het mogelijk was hem te hulp te komen. Crk, o Febr. Heden morgen is hier aangespoeld het Ti ijk van een der Vollendamni'T visschers, die in de maand ^December jl. bij Stavoren zijn verongelukt. Ilarlingeit, 7 Febr. Dezer dagen vergaderden voor ■den kantonregter alhier de leden eencr familie, om te bespreken hetgeen noodig was voor liet voorgenomen huwelijk eener jonge weduwe en den broeder van haar overleden echtgenoot. Niemand had tegen deze verbind- tenis iels in tc brengen dan een ander broeder des afge storvenen, die hij herhaling als reden van het weigeren afijncr.toestemming opgaf: .Leviticus 18 vs. 16. Dit protest hield werkelijk hel.huwelijk cenigen tijd op, doch verhin derde het niet. Voor eenige dagen zijn een paar broeders van Uithuizen naar Amqrika vet trokkenDe eene. koopman in varkens, schapen, enz., in wicn men nog al veel vertrouwen stelde, heeft eerst van verscheiden personen in aangrenzende dorpen geld geleend, zeggende, dal hij schapen wilde koopen of gekocht had, enom die dadelijk te ontvangen, geen geld genoeg hij zich had, ook wel ■voorgevende, dat hij een paard wilde koopen, beloovende hel geleende met een paar dagen terug te brengen, doch liet blijkt, dat hel alles onwaarheid is geweest-, dat <ijn doel alleen was, om geld Ic krijgen want in plaats •van liet geleende mol een paar dagen terug te brengen, is hij er dadelijk .mede naar Amerika vertrokken. Dit wordt tol waarschuwing niydegedceld Zierikzee, 9 Febr Dn ministeriele crisis is, Haiti uil 's-Gravoiilugc wordt gemeld, geëindigd Hel nieuw gevormde kabinet is aldus zamcngesteld: Builenlandscltc Zaken, Mr. F. J. .1 II. Crrmers Justitie, Mr. C J Pické; Binnenlandschc Zaken, Mr J II Geertsrma Czii Finantiën, Mr P P van Bösse; Oorlog. J W Blanken, Luitenant-Generaal, levens ad interim belast mei bel denarlemenl van marine; Koloniën, I) Fransen van i»e Putte Het door de Iipitcii Thorbecke en Oi.ivikr gegeven ontslag, is door Z. M. den [(oning aangenomen, onder dankbetuiging voor de gewigtige door ben aan den lande bewezen diensten De heer Thorbecke is benoemd lot minister van staal, de lieer Olivier lot kommandeur der orde van den Ncderlaudsclicii Leeuw. 10 Febr. Dc Hecren Thorbecke cn Olivier hebben lieden hunne portefeuilles overgegeven aan de Hecren Geert- sema en Pické; de Heer van Bossc heelt mede reeds zijne betrekking aanvaard, liet onderhoud lusschen de Hecren Thorbecke en Gccrlsema bij de overdragt, was zeer lang durig. Dc lieer Pieké vertrekt heden naar Tliolen, maar wordt spoedig terug verwacht. Het Haagschc Dagblad steekt den drank met den nieuw benoemden minister van justitie, omdat deze kantonregter is geweest en uit Tliolen komt. Wij zullen niet vragen of men geen kantonregter en tevens een be kwaam man kan zijn. en of men iemands verdiensten moet afmeten naar de meerdere of mindere voornaamheid van de plaats, waar hij gevestigd is; ook niet of slechts bepaalde plaatsen van oiis land liet privilegie hebben van ministers te leveren. Wij wenschen alleen tc herinneren, dal dc Heer Pické, dien liet Dagblad thans als een hoogst onbeduidend man tracht voor te stellen, nu hij in een liberaal ministerie zitting neemt, in 1864 hij de verkiezing in het hoofd- kiesdislrict Goes, door het Dagblad (toen nog Nieuw Dagblad) zelf werd aanbevolen tot lid van de Tweede Kamer en bij die gelegenheid als een hoogst bekwaam en verdienstelijk man voorgesteld. Hel Dagblad meende toen in den Heer Pické een conscrvaiief tc zien, doch toen hel lot eene herstemming kwam, verzocht dc Heer Pické zijne vrienden hunne stemmen uit tc brengen op den Heer dc Laat de Kanter, onder verklaring dat deze gelijke beginselen was toegedaan als hi), waaruit al-zoo bleek, dat het Dagblad zich omtrent zijne staatkundige rigting schromelijk had vergist. Het Haagschc orgaan schijnt deze feiten vergeten te zijn en niet meer te welen, dat liet zelf den Heer Pické twee jaren geleden een brevet van bekwaamheid uitreikte. Wij voor ons wenschen dc verdiensten van den Heer Pické niet op te vijselenwij willen alleen billijk zijn en zijne handelingen afwachten, alvorens een oordeel over zijne bekwaamheden Ie vellen. Lrne mei buitengewone stomheid gepleegde op ligtiug beefl Maandag avond le 's Hage plaats gevon den. Ketic tnel hoed en shawl gekleede jongcdoebler Irad zeer deftig den manufactuurwinkel op den boek van de Heerengracbl en den Fluweelcn Burgwal bin nen. Zij gaf le kennen, dal zij dienstbaar was ten huize van den beer Suermondt, op den Zwaiteueg aldaar, en op diens naam verlangde le hebben 12 zijden foulards cn 5 ncssehen eau de cologne Dc winkelierster wilde gaarne gevolg geven aan deze be stelling, maar aclitle bel toch raadzaam om bare dienstbode mee tc zenden naar liet buis van den heer Sucrmoiidl Hoezeer de binnengekomen julvrouvv zich wel cenigszins hiertegen verzette, door te kennen Ie geven dat zulks minder aangenaam voor baar was, daar bel den schijn had alsof men baar niet vertrouw de, erkende zij toch «Ie billijkheid van het verlangen, oindal zij, gelijk zij beweerde, eerst sedert bel begin der maand bij den heer Suermondl in dienst wasende winkelierster haar dus niet kende De beide diensbo den verlieten daarop gezamenlijk den winkelopstraal gekomen, vroeg de meid die voorgewend bad bij den heer Suermondl te dienen, baar geleidster of zij wel wisl waarom zij haar vergezelde, en toen d« ze daarop een ontkennend antwoord gaf, deelde de slimme be driegster aan de andere dienstbode mede, dal dit doel geen ander was dan baar den weg tc wijzen, cn wist zij zich nu spoedig van baar lastig gezelschap le out doen. Nabij <1 en Zwarlewcg gekomen, zeidc zij: »\Vccl ge wat, nu kunt ge wel terugkecren ik weel den weg thans wel goed te vinden De ounoozcle meid uil den winkel keerde dan ook lerug, maar toen zij le huis kwam was men tea hoogste verbaasd; men zond onmiddellijk ten huize van (Jeu heer Suermondl; men wist daar van niets; kortom, de bedriegelijkc op lichting kwam aan het licht. Tot dusver is men de bedriegster nog niet op liet spoor. GEMENGDE BERIGTEN. De N. G. Courant gaat voort met het mengen van Gods dienst en Staatkunde, en het debuteren van ongerijmdheden (op zijn zachtst genomen.) Zij verhaalt dat er in 1857 eene wet is uitgevaardigd, (tegen den wil des Vaders) waarbij be paald werddat dc verschillende denkbeelden der kinderen moeten geëerbiedigd wordendal voortaan God niets meer le zeggen heeftenz. Zou die schrijver alléén eene wet hebben, waarin die woorden gevonden worden; óf, en dat is zeer waar schijnlijk, leest zijn helderziend oog er zulks uit? In ons Ne derland, zachtkens aan tot een moordhol ingerigt, volgens hem, is noch in 1857 noch voor, noch na dien tijd, eene wet uitge vaardigd, waarin gezegd wordt: dat God niets meer te zeggen heeft, en de kinderen goedgevonden hebben, zich règten aan ie matigen, die den Vader toekomen. Opheldering naar eene dus danige Nederl. wet te verkrijgen, is hoogst wcnschelijk in haai en in het algemeen belang, opdat gcene verkeerde oordeelvellingen daarover wordeu uitgesproken. Verder leest men in dc bc- oordecling van eene te Goes gehoudene rede, o\er humaniteit en humanismevan onheilen gesticht door de maatschappij tot Nut van 't Algemeen, sedert haar bijna SOjarig bestaan. Welke onheilen dat zijn, wordt niet medegedeeld. Hare lezers moeten dus alles maar voor waar aannemen en kinderlijk geloovenóf is het ook haar gemakkelijker wilt te schrijvendan met on loochenbare bewijzen te staven? Te. Waarde wordt men bc- vreest dat Izak zal vergeten worden als Lid van den gemeente raad en dat zoude toch eene groote miskenning zijn. Een jong menscii te O. is van oordeel dat hij óók wel een bestek en teckeniug kau maken van eene arbeiders-woning, maar de ambachtslieden kunnen er niet wijs uit worden. Dus, hij zal eerst naar oom moeten om advies. De zoon van een koster in Z. 13. zoude fatsoenlijker doeu jnet zijne eig.ene vrouw te rijden in plaats van met dames van den ligtcn trant, zoo als op een zondag te Goes heeft plaats gehad. Twee lieeren te Goes moesten zoo dikwijls geen bezoek brengen bij eene weduwe, cn vooral niet op zondag, anders zullen zij gevangen worden. Een elstok-mau te W. zegt, dat hij nu wel rijker zal worden als de zee diep is, uu hij voor 7'/2 ceQt Pcr maal in den kost is, behalve nog de maaltjes die hij bij een ander oploopt; hij zingt dan ook: Al heb ik wel geen geld verdiend, Ik heb toch een maal gewonnen, En zoo vind ik menig vriend, Dus, dat heb ik goed verzonnen. Onder Ouwerkerk wordt eene boeren-dienstmeid aaugeraden, zpo veel onwaarheden niet te verhalen als zij in eene audcre gemeente te visite is, of zij zal bij de romeinen in onge nade vallen cn door de jongens van het dorp gejaagd worden. Eene Hollandsche babbeldame te Nieuw, wordt gewaarschuwd haar tong wat in toom te houdendaar zij ten nadeele van anderen er te veel misbruik van maaktcn mogt zij soms niet in staat zijn haar spraakdeel dit aangaande aan banden te leggen, dan zal men een radicaal middel te baat nemen dat onfeilbaar is; maar zij schijnt ook geen opregte Zeeuw te zijn, want die voeren in hunne banier de leus: Goed rond, goed Zeeuvjsch. IlTffBSQlTDElTB STtTZZEU. Ingelanden van Schouwen! In den Zierikzeeschen Nieuwsbode van 31 Januarij 11. komt een artikel voor, ingezonden door eenige ingelanden uit II.,., wat mij vrijheid geeft te denkendat het afkomstig is uit Haamstede, omdat mij gecue andere gemeente in den polder Schouwen bekend is, welke met die letter van het alphabet begint. Intusschen doet het weinig ter zake te weten, van waar cn evcumiu door w.ien liet ingezonden is, alleen de inhoud van het artikel zelf heeft mij aangespoord, mijne zienswijze omtrent het daarin behandelde en voor onzen polder zoo belaugrijke onderwerp mede te deelcn. Dat onderwerp toch heeft betrekking op het in de poldervergadering van 11 Januarij II. uitgebragt j rapport der commissie uit ingelanden, waarin zij haar gevoelen mededeelt over de wcnschelijkheid der vrijverklaring van den polder Schouwen en waarvan de slotsom is geweest, dat zij die vraag met eenparigheid van stemmen ontkennend beantwoord. Het mag dus niemand bevreemden, dat de opmerkingen en bedenkingen die, blijkens bovengenoemd artikel, te dezer zake in het midden zijn gebragt, niet zonder tegenspraak blijven; ware dit toch het gevaldan zou het welligt aan ingelanden uit II... den schijn geven, alsof men zich algemeen met hunne beschouwingen vereenigde. Dit is echter geenzins het geval cn met cenig vertrouwen durf ook ik verwachten, dat de onderstaande opmerkingen de aaudaeht, al zij het slechts van enkele ingelanden, tot zich zulleu trekken. In de eerste plaats meen ik dat het niet juist is als meu beweert, dat het hoofddeel der werkzaamheden van de com missie had moeten bestaan in bet onderzoeken, welke werken, bij vrijverklaring des polders, al of niet in voortdurend on derhoud zouden blijven, namelijk, of daarvan sommige, zooals de duinbeplantingende strandverdediging aan de Oude Hoeve, de rijshoofden bij Repartde Due d'Alven le Brouvjershaven enz. zouden kunnen wegvallen. Uit de notulen der gehoudene poldervergadering van 10 Maart 1865 is van zoodanige uitdrukkelijke opdragt geenerlei blijk te vinden. Veeleer dus heeft de commissie eu mijns bedunkens teregt, hare aandacht moeten wijden aan deuitgaven, die in het uit sluitend belang des polders worden vereischt, ten einde uit eene vergelijking van deze met de inkomsten, te kunnen beoordeelen, of er al dan niet termen voor een advies tot vrijverklaring bestonden. Eerst dan wanneer het haar gebleken ware, dat de uitgaven, benoodigd voor gewone en buitengewone werken des polders, minder bcdroegcu dan het cijfer der inkomsten, zon eeu opzettelijk onderzoek omtrent het al of niet verpligte lot onderhoud der bedoelde werken raadzaam zijn geweest. Intusschen zou de commissie tot zoodanig onderzoek onbe voegd zijn, omdat, zoolang er een volgens de bestaande ver ordeningen aangesteld polderbestuur bestaat, de Hooge Regering nimmer omtrent genoemde punten met eenige commissie uit ingelanden in onderhandeling zou treden. Alleen de directie van den polder is het bevoegde ligchanm, dat deswege voor en namens den polder optreden kan. Als zoodanig meen ik dan ook, dat het voorstel van den lieer Bouman tot het benoemen eener nieuwe commissie uit ingelanden, ten einde te onderzoeken of bijv. de duinbeplantingen en andere bovengenoemde, werken al of niet voor poldcrsrekening zouden blijven, geenerlei doel kan treffen en wanneer ZEd. en zij, die nu met hem schijnen in te stemmen, eerst naauwkeurig hadden kennis genomen van het uitgebragt rapport, vóór dat zij te dier zake bun gevoelen uitspraken, zou het huu gebleken zijn, dat zoodanig onderzoek geheel overbodig is, voor zooveel name lijk van den uitslag van dat onderzoek, dc uit te brengen stem omtrent de al of niet vrijverklaring des polders moet afhangen. Immers indien men het rapport onbevooroordeeld nagaat eu dus de echtheid der daarin voorkomende cijfers uiet betwijfelt, waartoe voorzeker geen enkele grond bestaat, dan blijkt daaruit ten duidelijkste, dat zelfs in het voor ingelanden van Schouweu meest, gunstige geval, namelijkdal hel onderhoud van meer- vermelde werken niet ten laste des polders zou zijn, het voor hen uit een finantiëel oogpunt beschouwd, in geen opzigl raad zaam wezen zou om althans vooralsnog eenige poging tot vrij verklaring des polders aan te wenden. Verder komen in genoemd artikel eenige vragen voor, waarbij ik nog kortelijk zal stilstaan. 1.° Omtrcut hel onderhoud van het havenhoofd te Zierikzee is mij niets anders bekend, dan dat het daarin door den polder te dragen aandeel is gegrond op een Koninklijk Besluit van 26 September 1806, tijdens het Koningrijk Holland genomen en waarbij men is uitgegaan van de stelling, dat het behoud dier uitstekende puut van overwegend belang is voor den polder en speciaal voor de aangrenzeude zeeweringen van de districten Borrendamme en Zuidhoek. Eene stelling die zeker nog ia dezen tijd niet zal worden tegengesproken. 2.° Of de polder hij vrijverklaring ook zal moeten voorzieu in het onderhoud der oiulerzeesche oevers enzOfschoou de commissie geen oordeel heeft willen vellen over de vraag, of dc polder daarmede zou worden belast, dan of het Rijk daartoe vcrpligt is, toch heefi zij dit belangrijke, ja! voor de zaak in kwestie wel meest kardiuale punt geenzins voorbij ge zien (zie pag. 8 van het gedrukt rapport. Daarenboven is het in Nederland Algemeen polderregt, dat de polder moet voorzien in al de werken benoodigd tot behoud van zijn dijken, zoodat dus ook de ingelanden van den polder Scbouwcn, bij vrijver klaringalle zoodauigc werken voor hunne rekening zouden mpcteu nemen welke voor het behoud dier dijken onmisbaar zijn cn waartoe voorzeker de vooroevers als zoovele fondamenten eu steunpilaren behooren. Of nu die oevers vallen in de termen van de artt. 577 cn 578 B. W., durf ik, als geen regtsgeleerde zijnde, niet bepalen, zooveel meen ik echter te weten, dat indien de Staat daarvan eigenaar is, daaruit nimmer voor dezen eene vcrpligting is afgeleid om aan de vooroevers al datgene tot stand te brengen en tc onderhouden, waardoor de aanliggende dijken voor instorting, door zoogenaamde dijkvallcn zouden worden bewaard. Ware dit het geval, dan zouden zeer zeker zoovele vrije polders, zoowel in dit als in andere gewesten des Rijks, de belangrijke kosten die zij aan de vooroevers tol be houd hunner dijken moesten ten offer breugen, niet voor eigen rekening hebben genomenmaar deze door het Rijk hebben doen dragen. Doch laten ingelanden wel bedenken, dat indien er al eens sprake moge geweest zijn, van een met het Hooger Bestuur te treffen overeenkomst, tot onderhoud van de vooroevers der Calamiteuse polders voor rekening van het Rijk (voor welker verwezenlijking evenwel hoegeuaamd nog geen vooruitzigt bestaat) zulks voor den polder Schouweu geheel onverschillig zou zijn, zoodra die door vrijverklaring ophield calamiteus te zijn, dewijl die polder alsdan, even als alle vrije polders, het onderhoud der vooroevers lol behoud zijner dijken voor zijne reken ing zou moeten nemen. 3.° Zal Schouwen bij vrijverklaring de f 15000 subsidie jaar lijks aan den achterliggenden polder Burgh behoeven ie betalen Deze vraag is het gevolg eener min juiste lezing van het rap port, waarin niet gezegd wordt, dat de polder Schouwen, bij vrijverklaring, subsidie zou moeten betalen aan den polder Burgh

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1