Woensdag 1 Feb1866.
22sle Jaarg.
'LAND.
ii I) o n s
le Mains, tei
ïASILLE,
te Zierikzee.
IE [V ST
'gen op Zoo
gen op Zoom v
Idaar aankomen
n, Breda-l'ilbi
ijsljcs, welke
n.
DDËLBERG
Jag den 8 Febi
erug ten 3 ui
ZIER1KZEESCHE MEIWSBOHE
M e n abonneert zlcli:
[n Nederland, hij den Uilgever.
Bij alle Boekhandelaren cn Postdirecteuren,
tn Noord-Amerika hij J. QUINTÜS, te Grand Rapids, Slaat Michigan.
Abonnemen*s-Pr(js:
Voor rf.ide uitgaven.
Voor 3 maandenf G30-
Franco per post, in Nederland1,60.
Voor Noord Amerika, Franco New-York- 3.90.
Verschijnt:
Op Woensdag en Znturdag.
idvertentiën:
10 cent voor eiken regel.
Zcgelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertcntiën kan geschieden lot
Dingsdag cn Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuilhaven. B. No. 94.
Brieven en lngezondcne Stukken Franco.
St. -Philipsla
waarneming v
org-Maatschap|
ven onder
it gedrag, go
cn geneg
GER voor e
Voet
i francoond
ii aan het Pos
irden op gepi
'af voordronkr
en; terwijl ni
staat bcvinde
torten.
ikker STURJ
IOED LOOA
ïrzellei*.
ÏS kan omgai
t in aanmerkit
nmolenaar:
builsteen k:
te Ouwerkei
lepsmaker»
benoodigd I
le
■lineeh
GROOTE
■ei a. s.
ikncchl
van Paarde
"kerk.
Ie
lilt
WEUWLANI
ide
echt
te Zaamsla
n.
f:
echt
EIJBOER
loch liefst
noodigdvoi
nmermans
P. G. Adr
i N. DE VOf
'den gevraat
nechts
iorclrccht.
ersknecl
'DTte Cal
slmcid bi
Jz.ondt
ilipslant pkjo
St.-PhiMnsla
i\ieuwstij(ling«n.
Uit Teheran schrijft men van 31 december jl. dat Perzië
in dezen winter door een zeldzaam verschijnsel verrast is ge
worden. Er viel sneeuw en wel in zulk eene hoeveelheid en
met zoo veel kracht, dat hooge cn sterke cypresboomcn dooi
de zwaarte van den sneeuwlost bogen cn op den grond vielen.
l)e schab had zich door het ruwe weder niet laten terughouden
vau het jagtvermaak, en zijne ministers moesten nolens volens
met hem het nomadenleven leiden, cn klappertandende en
bibberende van de kou in de legerplaats bij Jorgercool dage
lijks bij hunnen souverein hunue opwachting maken, om met
hem te arbeiden. Eindelijk werd ook zijne hoogheid dooi
de kou, die aan verscheidene personen van zijn gevolg het
leven had gekost, gedrongen naar de hoofdstad terug te keeren.
Ook de vossen, wolven en jakhalzen verlieten het gebergte en
verschenen in de valleijen, om hunne schatting aau schapen
en rundvee te bemagtigen: bij deze gelegenheid moeten zij
ook eenige menschen genuttigd hebbeu. Kortom, in dat ge
deelte van Perzië heeft men sedert een zeer groot aantal
jaren zulk weder niet beleefd.
Nicuwedieg», 31 Jan. De gezagvoerder van do
Ida ElizabethW. Doorcn. van Batavia hier binnen, heeft
den 22 Januarij, op 45° 50'NBr. en 16° 4' WL.het
wrak ontmoet van het Eng. Barkschip Jatie Laudenvan
Quebec met hout naar Falmouth bestemd. Op den groolen
mast bevond zich de kapitein, die volgens zijne verkla
ring 28 dagen zonder voedsel zijn leven in den groolen
mast had gerekt, terwijl de geheelc bemanning was om
gekomen. Hij is niet bovengemeld schip hier aangebragt.
Kapt. Dooren had hem gered en liefderijk verpleegd.
Helder, 31 Jan. Als ccn voorbeeld van kinderlijke
naïviteit declen wij het volgende mede. Dc vader van
een hoogst armoedig huisgezin had dezer dagen de zwak
heid zich aan een anders goed tc vergrijpen. De eigenaar
bekend met het huisgezin, beloofde de zaak geheim le
zullen houden, mits hij al het ontvreemde terugbrngt.
Dat geschiedde cn het huisgezin was aanvankelijk voor
schande, niet voor honger bewaard. Maar dit was slechts
uitstel van executie. Een jongentje uit dat zelfde huis
gezin maakte zich eveneens in dc voorgaande week schuldig
aan een kleinen diefstal cn kwam er zoo goed niet af:
hij werd veroordeeld tol een paar dagen opsluiting. Die
uitspraak verwonderde hel kind ten hoogste. »Hoc", zeidc
hij, »ik heb slechts ccn vloermat gestolen en moet twee
dagen zitten, en mijn vader heeft zooveel gestolen en die
krijgt gcencrlci straf!" Men begrijpt dal die woorden den
vader en hen, die hen» voor straf dachten te bewaren,
niet aan vervolging zullen onttrekken.
Zutphen, 1 Febr. De vorige week heeft men hier het
lijk van een man uit het water gehaald, die naar me»- zegt
zich verdronken heeft, omdat hij met het begin van het jaar
de rekeningen krijgende voor de bij zijn onlangs gesloten
huwelijk aangeschafte meubelen enz,, zich niet in staat zag
die te betalen.
'S Gravenhage, 2 Fëbr. Dc minister van koloniën,
de heer Fransen van dc Putte, en de heer vau Bossc zijn
gisteren door Z. M. den Koniug in een bijzonder gehoor ont
vangen. Het onderhoud heeft eeu gcruimen tijd geduurd.
Verder berigt men dat de heer Geertscma aldaar is gearriveerd.
Naar men van daar schrijft, wordt de toestand van jhr. ridder
Huysscu van Kattendijke, minister van marine, steeds ongun-
stiger, zoodat er weinig hoop op zijn herstel bestaat.
Men verzekert, dat de heer van Bossc zich definitief zou
bereid verklaard hebben, om als minister van finautien, deel
uit le maken van het nieuwe kabinet. Metdeheeren Geertscma
en de Vries worden dc onderhandelingen steeds voortgezet. Dc
minister van koloniën, de heer Fransen van de Putte, is heden
wederom door den koning ten gehoore ontvangen. Men heeft
reden te vermoeden, dat het kabinet spoedig zal zijn zamen-
gesteld.
SDordrcctit, i Febr. Naar wij vernemen, heeft zicli
in eene naburige gemeente dezer dagen het zonderlinge
voorval opgedaan, dat de burgemeester der gemeente, cn
dus het hoofd der politie, wegens overtreding der politic-
wet door i.len gemeen te-veld wachter in verzekerde bewaring
Ï9 genomert.-
Hergen-Ojp-Zoom, 2 Febr. Gisteren werd door
den gemeente-raad benoemd lot hulponderwijzer aan de
openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs,
L. Schiphorst, van Doesburg op eene jaarwedde van ƒ600
en eervol ontslag verleend aan J. K. T. Tiinmcrhaus,
gemcente-archilecl. Deze betrekking waaraan eene jaar
wedde van ƒ1000 is verbonden zal weder worden vervuld.
Middelburg, 31 Jan. Onlangs is door den kerkeraad
der Waalsche gemeente te dezer stede een besluit genomen
dat wel openlijke vermelding verdient. Men heeft nl. bepaald,
dat de gifteD, welke bij de wckclijksche godsdienstoefeningen
ten behoeve der armen dier gezindte worde ingezamelddoch
waaraan geene behoefte bestaat, voortaan zullen worden afge
staan aan de armen der Nederd. Hervormde gemeente alhier,
wier fondsen zich in eenen slechten toestand bevinden.
Oudelande, 28 Jan. Heden avond verccnigden dc
zanggezelschappen van Driewegen, Hoedckcnskerké cn Oudelande
zich in de gemeente-school alhier, ten einde proeven te geven
van hunne vorderingen. Nadat men gezeten was, sprak de
hoofd-ouderwijzer van Oudelande den leden een hartelijk wel
kom toe en noodigde hen uit hunne stemmen te paren om
alzoo gehoor en gevoel aangenaam te strelen. Hierop werden
dan ook na elkander een aantal liederen vierstemmig gezongen,
nu door één gezelschap afzonderlijk, dan door dc verschillende
verecnigingen te gelijk. Zoo was men 4 uren bijeen, toen
eindelijk deze bijeenkomst met dank door den Edel Ach tb;
Heer Burgemeester en met een woord van aanmoediging dooi
den onderwijzer werd gesloten.
Wij willen niet beoordcelcn, maar zeggen alleen, dat de
talrijke vergadering genoegen smaakte en daarna voldaan uit
eenging, dat het te zien cn te hooren was, dat de verschillende
gezelschappen vol ijver waren en dat het een avond was, ook
goed voor dc armen der gemeente en besluiten dus met den
wensch, dat de zangers op den ingeslagen weg mogen voortgaan,
ten einde door langere oefening tot meerdere volkomenheid tc
geraken.
SiCB'flizec, 5 Febr. Den 2den Februarij is aan de
hoogcsehool tc Leiden, na verdediging van stellingen, tot
doctor in de Verloskunde bevorderd de heer G. J. van Wie-
ringhen Borski, geboren .alhier.
De volksoverlevering zegt, dat eenige zeer oude olijf-
boomen, die nog heden ten dage op den olijfberg, nabij Jeru
zalem, gevonden worden, dezelfde zouden zijn, die er ten tijde
vau Jezus stonden. De hoofdingenieur Conrad spreekt er over
in zijn voortreffelijk geschreven reisverhaal door Palestina [door
graving van Suez.] In eene kleine bijdrage in het Album-
der Natuur wordt door prof. II. C. van Ilall aangetoond,
dat dit geene onmogelijkheid is; eenige der thans nog op den
olijfberg aanwezige olijfboomen zijn zoo dik, dat als men den
jaarlijkschcn wasdom dezer boomeu, die zeer langzaam groeijen,
op een halve streep stelt, zij wel 2000 jaar oud kunnen zijn.
Aan die volksoverlevering wordt ook eeu merkwaardige ge
schiedkundige grondslag gegeven door de omstandigheid, dat
in Turkije voor eiken olijfboom, die aldaar bestond, tijdens
het rijk door de Muzelmannen veroverd werd (1453 na C.),
één medin aan de schatkist betaald wordt en op den olijf
berg 8 zeer oude hoornen zijn, waarvan die belasting ge
heven wordt.
-Te Pernes had dezer dagen eene dubbele misdaad plaats.
De vrouw van zekeren Allègrc stond in ongeoorloofde betrekking
met zekeren Claiot, iemand van ongeveer 50 jaren. Haar man
sloot dc oogen voor die verhouding en ontving van C. voor
die inschikkelijkheid nu cn dan geld. Maar vrijdag kwam
Allègre, van het veld terugkcerende, in het huis, door zijne
vrouw bewoond, wat eten vragen. Dc vrouw, geen antwoord
gevende, herhaalde de man eenige malen dezelfde vraag, doch
steeds zonder antwoord te bekomen. Allègre werd daarop
woedend en riep dat hem die toestand begon te vervelen en
hij er eeu einde aan zou maken. Een mes van de tafel
grijpende viel hij op zijne vrouw aan eu bragt haar verschei
dene wonden toe. De ongelukkige zou stellig het slagtoffer
zijner woede geworden zijn, ware niet Claiot, haar minnaar,
uit ecu naburig huis op het hulpgeschrei toegeschoten. Toen
A. dien man zag verdubbelde zijne woede;,hij viel hem aan
en verbrijzelde hem met een enkelen slag de hersenpan.
Dc gendarmes, door de buren gewaarschuwd, verschenen op
dat oogenblik op de plaats der misdaad. Ilen ziende vloog
Allègre den trap op, barrikadeerde alle deuren, cn verschanste
zich op eene kleine vliering die door eene kleine opening haar
licht ontving. De officier van justitie cn de regter van instructie
van Carpentras kwamen weldra te Pernes aan. De kapitein
der gendarmerie, vergezeld van een twaalftal soldaten eu eene
brigade gendarmerie te paard, volgden hen spoedig. Het huis
werd omsingeld en was onmiddellijk door eene groote volksmenigte
omgeven. Allègrc werd toen met zachtheid uitgenoodigd zich
over te geven. Hij antwoordde, terwijl hij drie geladen geweren
vertoonde, dat hij twee gendarmen, die hij als zijne vijanden
kende, wilde dooden en daarna zich zelf door den kop zou
schieten. De burgemeester trachtte hem tot andere gedachten
te brengenmaar ontving slechts schimp- en scheldwoorden
ten antwoord. Toen men zag dat alle zachte middelen niets
baatten, besloot mcu geweld te gebruiken. Men waarschuwde
hem eerst nog dat men hem toch dood of levend zou vatten,
maar hij riep dat hij dan eerst een gcudarme zou doodschieten.
De kapitein der gendarmerie liet daarop de soldaten en gen
darmes aanrukken. Eeuigen werden geposteerd op de daken
van naburige huizen, anderen rondom het huis. Metselaars
sloegen gaten iu de daken terwijl twee smeden de deuren
openbraken. Allègre vloog, dit ziende, op, snelde naar het
venster en loste een geweerschot dat gelukkig niemand trof.
Terstond gaf de kapitein aan een gendarme last op Allègre
te schieten; het schot viel en een luide gil was het antwoord.
Onmiddellijk wierp men alle beletselen omver en de gendarmes,
op de vliering komende, vonden Allègre, met eeue diepe wonde
aau het hoofd, terwijl hij in zijn geweer een bebloede prop
trachtte te drijven. Men ontwapende hem terstond en bragt
hem naar het hospitaal. Men weet nog niet of zijne wonde
doodelijk is.
GEMENGDE BERIGTEN.
Te Nieuwenhoorn is de nieuwe Sociëteit plegtstatig ingewijd;
dc kamer der Rederijkers „de liefde is blind f stelde zich op
den voorgrond, terwijl verschillende Leesgezelschappen er zich
hadden aangesloten, en een aantal sprekers voerden het woord.
Een organist beweerde dat de orgels reeds bekend warcu vóór
de schepping der wereld; eeu apothekers-knecht sprak over de
scheikunde cn de hoogere wiskunde; een schoolvorst hield eene
kernachtige rede over den moord van Floris de Vijfde, Gerard
van Velzen en zijne beminde gade, en Machtveld van Poelgeest
met Herman van Woerden werden niet vergeten, terwijl hij
zijne rede eindigde met die van Gijsbrecht van Amstel:
Verdelg dc stad en ga, en komc nimmer weer,
Vaarwel mijn Amsterdam, verwacht een ander heer!
Op het Maarland te Brielle is eene nieuwe herberg geopend
waar men vrij drank kan belcomeu als men aan de verwachting
beantwoordt. Een heerschap aldaar zat naar het dolhuis ge-
zondeu worden, wegens verregaande onbeschaamdheid, gepleegd
bij een voornaam lieer. Een kastelein te Middelburg heeft
op Kunstliefdezich zoo aangesteld, dat hij bijna van de
I trappen werd gegooiden moest vertrekken zonder een cent
te verdienen. In een polder heeft een uitgezaaide boer zijn
putbaas een middel aan dc hand gedaan om zijn mede-arbeiders
10 a 15 cent per dag minder uit te betalen, waardoor hij
nog een jaartje langer voor boer zoude kunnen spelen; maar:
Uitgezaaide boeruw plan is niet gelukt
Gij laagt wel op uw loer, maar gaat nu krom gebukt.
Twee personen tc O. moesten zich wat fatsoenlijker ge
dragen als zij uit de kerk komen, en niemand achterna roepen.
Beter ware het wat eerlijker te handelen bij het verkoopen
van zaadcn er geen zaad bij te doen van den vuilen hoop.
„Wat denkt gij wat de menschen van mij zeggen?" vroeg
eens iemand te O. aan een vriend. „Zij zeggen dat ik zes
bijwijven heb; maar het is nog zoo erg niet als in vroegen
dagen toen had een koning er wel 70, en dit werd den man
niet eens kwalijk genomen, en nu maken zij zulk een misbaar
over zes." De vriend sprak niet, maar dacht niet te min,
terwijl de man zingt
Ik ben gehaat aan alle kanten,
Van vrienden cn mijn beste klanten,
Van oomes, tantes, ueef en nicht,
Om 't geen wat ik zoo al verrigt
Maar of men daar al kwaad in ziet,
Ik laat het toch voor niemand niet.
Een boer onder O. moest nalaten in een winkel te komen
j waar men brood verkoopt uit eene andere gemeente, en niet
op gebiedenden toon zeggen: „Dat is brood van meel dat
mijn broer niet gemalen heeft, maar ik zal u wel vinden."
Dit zegt nu die man alleenomdat zijn broeder de voordcelen
er niet kan uithalen met zijn geweldigen schepper. Te Roc-
kanje moest men beter zien naar groote honden, maar niet
altijd naar een klein hondje van een arm man, dat niemand
J kwaad doet of bijt. Eeue mama te Hontenissc past zoo op
I hare dochters dat zij niet in dc avondlucht loopenen toch
j zijn ze er haar tc gaauw, want het is of zij door het sleutelgat
vliegeu. Te Oplaat zijn drie kinder-kijkers met een blaaspijp
de deur uitgejaagd,- waar zij eene arme wees geluk kwamen
wenschen met haar spruitje.
Verscheidenheden.
Het vergaan van het stoomschip London.
Vervolg en slot van het vorig No.)
Reeds maakten wij melding van de vermaningen die de eer
waarde heer Draper, aan de in de groote kajuit vergaderde
passagiers gaf. De vrouwen zaten rondom hem dcu bijbel te
lezen met hunne kinderen, en nu en dan wendde zich een man
of vrouw tot den predikant en vroeg dat hij met hen zou bid
den aan welk verzoek altijd werd voldaan. Tegen den tijd
dat het schip zonk werd vernomen dat hij herhaaldelijk zeide:
»0 God, dat zij, die niet bekeerd zijn, zich thans nog bekeeren
Ongeveer een uur voor dat het schip zonk ontmoette de heer
Wilson kapitein Martin op het kuildek en vroeg bcra of het
nuttig kon wezen, indien hij hielp het water uit het tusschen-
dek te scheppen. De kapitein antwoordde ik zal eens gaan zien
hij begaf zich dan ook naar de machinekamer, keek naar be
neden en voegde daarop den heer Wilson toe: »Gij kunt het
doen, doch ik geloof niet dat het zal helpen." Hij begaf zich
daarna weder naar het dek der campaguc, en na verklaard te
hebben dat hij bij de passagiers zou blijven en met hen zou
vergaan, liep hij heen en weer en bleef stilzwijgend aanzien,
wat er voorviel. Toen de boot met de drie passagiers, veertien
zeelieden en twee jongens een hunner was een jong maatje,
dat zijn eerste reis deed wuifden talrijke passagiers die
ofschoon den dood verwachtende, weinig vermoeden, dat hun
laatste oogenblik zóó nabij zou wezen met hunue zakdoeken
en juichten toen de boot eenige ellen van bet schip verwijderd
was, waardoor de hoop weder aanwakkerde, dat er althans eenige
zouden blijven leven om hun noodlottig einde bekend te maken.
Toen de manschappen de sloep ongeveer tachtig ellen hadden
voortgeroeid, werden zij uit alle hoeken door zulke verschrik
kelijke windvlagen overvallen, dat zij elkander niet konden ver
staan al schreeuwden zij; op dat oogenblik keken zij nieuws
gierig om en zagen dat de achterspiegel van het schip zeer
snel zonk. De voorsteven rees zóó hoog, dat de kiel voor een
oogenblik tot aan den fokkemast kon worden gezien. De boots
man Stedding die eene vrouw met vijf kinderen nalaat, de
slagter die door eene vrouw cn familie wordt betreurd
Ham, de kok, een getrouwd man eu een oud bediende van de
scheepseigenarendc bakker benevens de knecht van den hof
meester, hadden het plan gemaakt om het schip te verlaten in
het kleine bootje, dat nog was over gebleven. Zij hadden het
geproviandeerd en in zee gebragt, doch toen zij op het punt
waren van te vertrekken, zonk het schip eu verdween onder
de golven, waardoor voor een oogenblik een vrccselijke draaikolk
ontstond waarin zij, met alles wat in hunne omgeving was,
werden verzwolgen. Twee passagiers werden gezien die van
rcddinggordels waren voorzien, maar waarschijnlijk waren zij
reeds dood, toen zij weder boven kwamen. Dit schouwspel kon
alleen worden gezien, want door het huileu van den storm kou
geen enkele angstkreet van de zinkende menigte worden gehoord
korten tijd daarna was niets meer zigtbaar. Toen het schip zonk
zag men dat allen op het dek werdeu voortgedreven, niet door
het water, maar door een vreeselijken en overweldigenden lucht
stroom, die van beneden kwam en die zoowel door het dek
als door de luiken heendrong; hun worstelen met deu dood
kan slechts van korten duur zijn geweest. De derde officier,
Angel genaamd, bleef tot op het laatste oogenblik op zijn post
bij de hulpmachine, die mede gebruikt werd om te pompeu; zijn
hand rustte nog op dit stoomwerktuig, toen het schip verdween.
De onzekerheid en de doodsangst hadden zóó lang geduurd,
dat de passagiers op den dag dat de London zonk, volmaakt
kalm eu bedaard waren, allcrwege was men verbazingwekkend
onderworpen en gelaten. Mw. Marks, van Londen, was in den
beginne als waanzinnig; doch toen de boot het schip verliet
stond zij kalm en blootshoofds op dek, cn wuifde den heer
Wilson een vaarwel toe. De heer Grant, een der officieren,
bleef vol leven en moedigde menigeen aan om aan de pompen
te werken iets wat tengevolge van den wind zeer moeijelijk
en gevaarlijk was. Mw. Brooke van Pimlico, riep handenwrin
gende uit: *Ik heb al gedaan wat ik kon doen; ik kan niet
meer?" Te oordeelcn naar het uitwendige werd zij toen kalm.
Des Dingsdags nachts, nadat de passagiers verontrust waren
doordien het schip water inkreeglazen eenige passagiers om
den beurt den bijbel in de kleine kajuit.
In den nacht, toen de zee dc luiken van de machinekamer
had weggeslagen zeide de kapitein ^Jongens, gij moogt thans
uw gebed wel opzeggenDen volgenden nacht ten twaalf ure
hield de eerwaarde heer Draper een bidstond iu de groote kajuit.
Een buitengewoon feit verdient hier nog vermelding. Een
arm, oud paar echtelieden, die drie kinderen bij zich hadden,
hadden drie malen te vergeefs getracht de reis te maken. De
eerste maal met een schip, waarvan de naam onbekend is, doch
dat verging; daarna met de Duncan Dunbarwelk schip mede
schipbreuk leed, terwijl zij thans allen aan boord van de London
omkwamen. Onder de passagiers bevonden zich twee krasse oude
lieden, die de »favoritcs" waren geworden aan boord en die de
reis deden, op aanzoek van hunnen eenigen zoon. Nadat de
arme schepsels vernomen hadden, dat zij moesten verdrinken,
dronken zij een weiuigje brandewijn en gingen naar beneden
om te zamen in hunne hut te sterven.
Het wordt bepaald verzekerd, dat de stoomboot niet minder
dan 1200 ton ijzer aan boord had en dat 60 ton kolen op dek
waren geladen, die natuurlijk wegspoelden en alle spijgaten ver
stopten. De masten van het schip waren van ijzer en konden
alzoo niet worden gebruikt voor het makeu van vlotten. In
handen van verschillende passagiers werden revolvers gezien
waarmede zij zich, volgens hun zeggen, wilden doodschieten,
wanneer het laatste oogenblik zou gekomeu zijn; zij wilden
liever, als de dood onvermijdelijk was, zich een kogel door de
hersenen jagen dan verdrinken. De hofmeester hoorde zelfs
dat iemand, die in het bezit van een pistool was, zijn vriend
het aanbod deed hem dood te schieten, wanneer hij zulks
wenschtc. Het welgemeende aaubod werd toen van de hand
gewezen, en of de eerstgenoemde plannen ten uitvoer werden
gebragt is onzeker; er werden evenwel geene schoten gehoord
toen het schip zonk.
Wij laten de vreeselijke omstandigheden, van hen die den
dood vonden, rusten, om nog een oogenblik stil te staan bij dat
kleine gedeelte vau de equipage en passagiers, dat gered werd.
Dc kapitein had hen van een kompas voorzien eu terwijl King
het bevel op zich had genomen over de boot, hadden allen er
in toegestemd dat, wat er ook mogt gebeuren, zij onbewegelijk
zouden blijven zitten, met uitzondering van de bewegingen, die
noodzakelijk moesten gemaakt worden, om te kunnen roeijen.
Twee man zat aan eiken riem terwijl de boot voor den wind
werd gehouden. Elke zenuw werd ingespannen om de boot
regt te houden bij het vreeselijk slingeren op de woedende zee.
Voor het aanbreken van het daglicht, bij het opgaan van de
maan, waren de ongelukkige» buiten zich zei ven van vreugde,
toen zij een schip ontdekten. Zij riepen uit al hun magt en
werden gehoord, maar daar zij geen licht konden toonen, konden