Woensdag 1 Feb1866. 22sle Jaarg. 'LAND. ii I) o n s le Mains, tei ïASILLE, te Zierikzee. IE [V ST 'gen op Zoo gen op Zoom v Idaar aankomen n, Breda-l'ilbi ijsljcs, welke n. DDËLBERG Jag den 8 Febi erug ten 3 ui ZIER1KZEESCHE MEIWSBOHE M e n abonneert zlcli: [n Nederland, hij den Uilgever. Bij alle Boekhandelaren cn Postdirecteuren, tn Noord-Amerika hij J. QUINTÜS, te Grand Rapids, Slaat Michigan. Abonnemen*s-Pr(js: Voor rf.ide uitgaven. Voor 3 maandenf G30- Franco per post, in Nederland1,60. Voor Noord Amerika, Franco New-York- 3.90. Verschijnt: Op Woensdag en Znturdag. idvertentiën: 10 cent voor eiken regel. Zcgelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertcntiën kan geschieden lot Dingsdag cn Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuilhaven. B. No. 94. Brieven en lngezondcne Stukken Franco. St. -Philipsla waarneming v org-Maatschap| ven onder it gedrag, go cn geneg GER voor e Voet i francoond ii aan het Pos irden op gepi 'af voordronkr en; terwijl ni staat bcvinde torten. ikker STURJ IOED LOOA ïrzellei*. ÏS kan omgai t in aanmerkit nmolenaar: builsteen k: te Ouwerkei lepsmaker» benoodigd I le ■lineeh GROOTE ■ei a. s. ikncchl van Paarde "kerk. Ie lilt WEUWLANI ide echt te Zaamsla n. f: echt EIJBOER loch liefst noodigdvoi nmermans P. G. Adr i N. DE VOf 'den gevraat nechts iorclrccht. ersknecl 'DTte Cal slmcid bi Jz.ondt ilipslant pkjo St.-PhiMnsla i\ieuwstij(ling«n. Uit Teheran schrijft men van 31 december jl. dat Perzië in dezen winter door een zeldzaam verschijnsel verrast is ge worden. Er viel sneeuw en wel in zulk eene hoeveelheid en met zoo veel kracht, dat hooge cn sterke cypresboomcn dooi de zwaarte van den sneeuwlost bogen cn op den grond vielen. l)e schab had zich door het ruwe weder niet laten terughouden vau het jagtvermaak, en zijne ministers moesten nolens volens met hem het nomadenleven leiden, cn klappertandende en bibberende van de kou in de legerplaats bij Jorgercool dage lijks bij hunnen souverein hunue opwachting maken, om met hem te arbeiden. Eindelijk werd ook zijne hoogheid dooi de kou, die aan verscheidene personen van zijn gevolg het leven had gekost, gedrongen naar de hoofdstad terug te keeren. Ook de vossen, wolven en jakhalzen verlieten het gebergte en verschenen in de valleijen, om hunne schatting aau schapen en rundvee te bemagtigen: bij deze gelegenheid moeten zij ook eenige menschen genuttigd hebbeu. Kortom, in dat ge deelte van Perzië heeft men sedert een zeer groot aantal jaren zulk weder niet beleefd. Nicuwedieg», 31 Jan. De gezagvoerder van do Ida ElizabethW. Doorcn. van Batavia hier binnen, heeft den 22 Januarij, op 45° 50'NBr. en 16° 4' WL.het wrak ontmoet van het Eng. Barkschip Jatie Laudenvan Quebec met hout naar Falmouth bestemd. Op den groolen mast bevond zich de kapitein, die volgens zijne verkla ring 28 dagen zonder voedsel zijn leven in den groolen mast had gerekt, terwijl de geheelc bemanning was om gekomen. Hij is niet bovengemeld schip hier aangebragt. Kapt. Dooren had hem gered en liefderijk verpleegd. Helder, 31 Jan. Als ccn voorbeeld van kinderlijke naïviteit declen wij het volgende mede. Dc vader van een hoogst armoedig huisgezin had dezer dagen de zwak heid zich aan een anders goed tc vergrijpen. De eigenaar bekend met het huisgezin, beloofde de zaak geheim le zullen houden, mits hij al het ontvreemde terugbrngt. Dat geschiedde cn het huisgezin was aanvankelijk voor schande, niet voor honger bewaard. Maar dit was slechts uitstel van executie. Een jongentje uit dat zelfde huis gezin maakte zich eveneens in dc voorgaande week schuldig aan een kleinen diefstal cn kwam er zoo goed niet af: hij werd veroordeeld tol een paar dagen opsluiting. Die uitspraak verwonderde hel kind ten hoogste. »Hoc", zeidc hij, »ik heb slechts ccn vloermat gestolen en moet twee dagen zitten, en mijn vader heeft zooveel gestolen en die krijgt gcencrlci straf!" Men begrijpt dal die woorden den vader en hen, die hen» voor straf dachten te bewaren, niet aan vervolging zullen onttrekken. Zutphen, 1 Febr. De vorige week heeft men hier het lijk van een man uit het water gehaald, die naar me»- zegt zich verdronken heeft, omdat hij met het begin van het jaar de rekeningen krijgende voor de bij zijn onlangs gesloten huwelijk aangeschafte meubelen enz,, zich niet in staat zag die te betalen. 'S Gravenhage, 2 Fëbr. Dc minister van koloniën, de heer Fransen van dc Putte, en de heer vau Bossc zijn gisteren door Z. M. den Koniug in een bijzonder gehoor ont vangen. Het onderhoud heeft eeu gcruimen tijd geduurd. Verder berigt men dat de heer Geertscma aldaar is gearriveerd. Naar men van daar schrijft, wordt de toestand van jhr. ridder Huysscu van Kattendijke, minister van marine, steeds ongun- stiger, zoodat er weinig hoop op zijn herstel bestaat. Men verzekert, dat de heer van Bossc zich definitief zou bereid verklaard hebben, om als minister van finautien, deel uit le maken van het nieuwe kabinet. Metdeheeren Geertscma en de Vries worden dc onderhandelingen steeds voortgezet. Dc minister van koloniën, de heer Fransen van de Putte, is heden wederom door den koning ten gehoore ontvangen. Men heeft reden te vermoeden, dat het kabinet spoedig zal zijn zamen- gesteld. SDordrcctit, i Febr. Naar wij vernemen, heeft zicli in eene naburige gemeente dezer dagen het zonderlinge voorval opgedaan, dat de burgemeester der gemeente, cn dus het hoofd der politie, wegens overtreding der politic- wet door i.len gemeen te-veld wachter in verzekerde bewaring Ï9 genomert.- Hergen-Ojp-Zoom, 2 Febr. Gisteren werd door den gemeente-raad benoemd lot hulponderwijzer aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs, L. Schiphorst, van Doesburg op eene jaarwedde van ƒ600 en eervol ontslag verleend aan J. K. T. Tiinmcrhaus, gemcente-archilecl. Deze betrekking waaraan eene jaar wedde van ƒ1000 is verbonden zal weder worden vervuld. Middelburg, 31 Jan. Onlangs is door den kerkeraad der Waalsche gemeente te dezer stede een besluit genomen dat wel openlijke vermelding verdient. Men heeft nl. bepaald, dat de gifteD, welke bij de wckclijksche godsdienstoefeningen ten behoeve der armen dier gezindte worde ingezamelddoch waaraan geene behoefte bestaat, voortaan zullen worden afge staan aan de armen der Nederd. Hervormde gemeente alhier, wier fondsen zich in eenen slechten toestand bevinden. Oudelande, 28 Jan. Heden avond verccnigden dc zanggezelschappen van Driewegen, Hoedckcnskerké cn Oudelande zich in de gemeente-school alhier, ten einde proeven te geven van hunne vorderingen. Nadat men gezeten was, sprak de hoofd-ouderwijzer van Oudelande den leden een hartelijk wel kom toe en noodigde hen uit hunne stemmen te paren om alzoo gehoor en gevoel aangenaam te strelen. Hierop werden dan ook na elkander een aantal liederen vierstemmig gezongen, nu door één gezelschap afzonderlijk, dan door dc verschillende verecnigingen te gelijk. Zoo was men 4 uren bijeen, toen eindelijk deze bijeenkomst met dank door den Edel Ach tb; Heer Burgemeester en met een woord van aanmoediging dooi den onderwijzer werd gesloten. Wij willen niet beoordcelcn, maar zeggen alleen, dat de talrijke vergadering genoegen smaakte en daarna voldaan uit eenging, dat het te zien cn te hooren was, dat de verschillende gezelschappen vol ijver waren en dat het een avond was, ook goed voor dc armen der gemeente en besluiten dus met den wensch, dat de zangers op den ingeslagen weg mogen voortgaan, ten einde door langere oefening tot meerdere volkomenheid tc geraken. SiCB'flizec, 5 Febr. Den 2den Februarij is aan de hoogcsehool tc Leiden, na verdediging van stellingen, tot doctor in de Verloskunde bevorderd de heer G. J. van Wie- ringhen Borski, geboren .alhier. De volksoverlevering zegt, dat eenige zeer oude olijf- boomen, die nog heden ten dage op den olijfberg, nabij Jeru zalem, gevonden worden, dezelfde zouden zijn, die er ten tijde vau Jezus stonden. De hoofdingenieur Conrad spreekt er over in zijn voortreffelijk geschreven reisverhaal door Palestina [door graving van Suez.] In eene kleine bijdrage in het Album- der Natuur wordt door prof. II. C. van Ilall aangetoond, dat dit geene onmogelijkheid is; eenige der thans nog op den olijfberg aanwezige olijfboomen zijn zoo dik, dat als men den jaarlijkschcn wasdom dezer boomeu, die zeer langzaam groeijen, op een halve streep stelt, zij wel 2000 jaar oud kunnen zijn. Aan die volksoverlevering wordt ook eeu merkwaardige ge schiedkundige grondslag gegeven door de omstandigheid, dat in Turkije voor eiken olijfboom, die aldaar bestond, tijdens het rijk door de Muzelmannen veroverd werd (1453 na C.), één medin aan de schatkist betaald wordt en op den olijf berg 8 zeer oude hoornen zijn, waarvan die belasting ge heven wordt. -Te Pernes had dezer dagen eene dubbele misdaad plaats. De vrouw van zekeren Allègrc stond in ongeoorloofde betrekking met zekeren Claiot, iemand van ongeveer 50 jaren. Haar man sloot dc oogen voor die verhouding en ontving van C. voor die inschikkelijkheid nu cn dan geld. Maar vrijdag kwam Allègre, van het veld terugkcerende, in het huis, door zijne vrouw bewoond, wat eten vragen. Dc vrouw, geen antwoord gevende, herhaalde de man eenige malen dezelfde vraag, doch steeds zonder antwoord te bekomen. Allègre werd daarop woedend en riep dat hem die toestand begon te vervelen en hij er eeu einde aan zou maken. Een mes van de tafel grijpende viel hij op zijne vrouw aan eu bragt haar verschei dene wonden toe. De ongelukkige zou stellig het slagtoffer zijner woede geworden zijn, ware niet Claiot, haar minnaar, uit ecu naburig huis op het hulpgeschrei toegeschoten. Toen A. dien man zag verdubbelde zijne woede;,hij viel hem aan en verbrijzelde hem met een enkelen slag de hersenpan. Dc gendarmes, door de buren gewaarschuwd, verschenen op dat oogenblik op de plaats der misdaad. Ilen ziende vloog Allègre den trap op, barrikadeerde alle deuren, cn verschanste zich op eene kleine vliering die door eene kleine opening haar licht ontving. De officier van justitie cn de regter van instructie van Carpentras kwamen weldra te Pernes aan. De kapitein der gendarmerie, vergezeld van een twaalftal soldaten eu eene brigade gendarmerie te paard, volgden hen spoedig. Het huis werd omsingeld en was onmiddellijk door eene groote volksmenigte omgeven. Allègrc werd toen met zachtheid uitgenoodigd zich over te geven. Hij antwoordde, terwijl hij drie geladen geweren vertoonde, dat hij twee gendarmen, die hij als zijne vijanden kende, wilde dooden en daarna zich zelf door den kop zou schieten. De burgemeester trachtte hem tot andere gedachten te brengenmaar ontving slechts schimp- en scheldwoorden ten antwoord. Toen men zag dat alle zachte middelen niets baatten, besloot mcu geweld te gebruiken. Men waarschuwde hem eerst nog dat men hem toch dood of levend zou vatten, maar hij riep dat hij dan eerst een gcudarme zou doodschieten. De kapitein der gendarmerie liet daarop de soldaten en gen darmes aanrukken. Eeuigen werden geposteerd op de daken van naburige huizen, anderen rondom het huis. Metselaars sloegen gaten iu de daken terwijl twee smeden de deuren openbraken. Allègre vloog, dit ziende, op, snelde naar het venster en loste een geweerschot dat gelukkig niemand trof. Terstond gaf de kapitein aan een gendarme last op Allègre te schieten; het schot viel en een luide gil was het antwoord. Onmiddellijk wierp men alle beletselen omver en de gendarmes, op de vliering komende, vonden Allègre, met eeue diepe wonde aau het hoofd, terwijl hij in zijn geweer een bebloede prop trachtte te drijven. Men ontwapende hem terstond en bragt hem naar het hospitaal. Men weet nog niet of zijne wonde doodelijk is. GEMENGDE BERIGTEN. Te Nieuwenhoorn is de nieuwe Sociëteit plegtstatig ingewijd; dc kamer der Rederijkers „de liefde is blind f stelde zich op den voorgrond, terwijl verschillende Leesgezelschappen er zich hadden aangesloten, en een aantal sprekers voerden het woord. Een organist beweerde dat de orgels reeds bekend warcu vóór de schepping der wereld; eeu apothekers-knecht sprak over de scheikunde cn de hoogere wiskunde; een schoolvorst hield eene kernachtige rede over den moord van Floris de Vijfde, Gerard van Velzen en zijne beminde gade, en Machtveld van Poelgeest met Herman van Woerden werden niet vergeten, terwijl hij zijne rede eindigde met die van Gijsbrecht van Amstel: Verdelg dc stad en ga, en komc nimmer weer, Vaarwel mijn Amsterdam, verwacht een ander heer! Op het Maarland te Brielle is eene nieuwe herberg geopend waar men vrij drank kan belcomeu als men aan de verwachting beantwoordt. Een heerschap aldaar zat naar het dolhuis ge- zondeu worden, wegens verregaande onbeschaamdheid, gepleegd bij een voornaam lieer. Een kastelein te Middelburg heeft op Kunstliefdezich zoo aangesteld, dat hij bijna van de I trappen werd gegooiden moest vertrekken zonder een cent te verdienen. In een polder heeft een uitgezaaide boer zijn putbaas een middel aan dc hand gedaan om zijn mede-arbeiders 10 a 15 cent per dag minder uit te betalen, waardoor hij nog een jaartje langer voor boer zoude kunnen spelen; maar: Uitgezaaide boeruw plan is niet gelukt Gij laagt wel op uw loer, maar gaat nu krom gebukt. Twee personen tc O. moesten zich wat fatsoenlijker ge dragen als zij uit de kerk komen, en niemand achterna roepen. Beter ware het wat eerlijker te handelen bij het verkoopen van zaadcn er geen zaad bij te doen van den vuilen hoop. „Wat denkt gij wat de menschen van mij zeggen?" vroeg eens iemand te O. aan een vriend. „Zij zeggen dat ik zes bijwijven heb; maar het is nog zoo erg niet als in vroegen dagen toen had een koning er wel 70, en dit werd den man niet eens kwalijk genomen, en nu maken zij zulk een misbaar over zes." De vriend sprak niet, maar dacht niet te min, terwijl de man zingt Ik ben gehaat aan alle kanten, Van vrienden cn mijn beste klanten, Van oomes, tantes, ueef en nicht, Om 't geen wat ik zoo al verrigt Maar of men daar al kwaad in ziet, Ik laat het toch voor niemand niet. Een boer onder O. moest nalaten in een winkel te komen j waar men brood verkoopt uit eene andere gemeente, en niet op gebiedenden toon zeggen: „Dat is brood van meel dat mijn broer niet gemalen heeft, maar ik zal u wel vinden." Dit zegt nu die man alleenomdat zijn broeder de voordcelen er niet kan uithalen met zijn geweldigen schepper. Te Roc- kanje moest men beter zien naar groote honden, maar niet altijd naar een klein hondje van een arm man, dat niemand J kwaad doet of bijt. Eeue mama te Hontenissc past zoo op I hare dochters dat zij niet in dc avondlucht loopenen toch j zijn ze er haar tc gaauw, want het is of zij door het sleutelgat vliegeu. Te Oplaat zijn drie kinder-kijkers met een blaaspijp de deur uitgejaagd,- waar zij eene arme wees geluk kwamen wenschen met haar spruitje. Verscheidenheden. Het vergaan van het stoomschip London. Vervolg en slot van het vorig No.) Reeds maakten wij melding van de vermaningen die de eer waarde heer Draper, aan de in de groote kajuit vergaderde passagiers gaf. De vrouwen zaten rondom hem dcu bijbel te lezen met hunne kinderen, en nu en dan wendde zich een man of vrouw tot den predikant en vroeg dat hij met hen zou bid den aan welk verzoek altijd werd voldaan. Tegen den tijd dat het schip zonk werd vernomen dat hij herhaaldelijk zeide: »0 God, dat zij, die niet bekeerd zijn, zich thans nog bekeeren Ongeveer een uur voor dat het schip zonk ontmoette de heer Wilson kapitein Martin op het kuildek en vroeg bcra of het nuttig kon wezen, indien hij hielp het water uit het tusschen- dek te scheppen. De kapitein antwoordde ik zal eens gaan zien hij begaf zich dan ook naar de machinekamer, keek naar be neden en voegde daarop den heer Wilson toe: »Gij kunt het doen, doch ik geloof niet dat het zal helpen." Hij begaf zich daarna weder naar het dek der campaguc, en na verklaard te hebben dat hij bij de passagiers zou blijven en met hen zou vergaan, liep hij heen en weer en bleef stilzwijgend aanzien, wat er voorviel. Toen de boot met de drie passagiers, veertien zeelieden en twee jongens een hunner was een jong maatje, dat zijn eerste reis deed wuifden talrijke passagiers die ofschoon den dood verwachtende, weinig vermoeden, dat hun laatste oogenblik zóó nabij zou wezen met hunue zakdoeken en juichten toen de boot eenige ellen van bet schip verwijderd was, waardoor de hoop weder aanwakkerde, dat er althans eenige zouden blijven leven om hun noodlottig einde bekend te maken. Toen de manschappen de sloep ongeveer tachtig ellen hadden voortgeroeid, werden zij uit alle hoeken door zulke verschrik kelijke windvlagen overvallen, dat zij elkander niet konden ver staan al schreeuwden zij; op dat oogenblik keken zij nieuws gierig om en zagen dat de achterspiegel van het schip zeer snel zonk. De voorsteven rees zóó hoog, dat de kiel voor een oogenblik tot aan den fokkemast kon worden gezien. De boots man Stedding die eene vrouw met vijf kinderen nalaat, de slagter die door eene vrouw cn familie wordt betreurd Ham, de kok, een getrouwd man eu een oud bediende van de scheepseigenarendc bakker benevens de knecht van den hof meester, hadden het plan gemaakt om het schip te verlaten in het kleine bootje, dat nog was over gebleven. Zij hadden het geproviandeerd en in zee gebragt, doch toen zij op het punt waren van te vertrekken, zonk het schip eu verdween onder de golven, waardoor voor een oogenblik een vrccselijke draaikolk ontstond waarin zij, met alles wat in hunne omgeving was, werden verzwolgen. Twee passagiers werden gezien die van rcddinggordels waren voorzien, maar waarschijnlijk waren zij reeds dood, toen zij weder boven kwamen. Dit schouwspel kon alleen worden gezien, want door het huileu van den storm kou geen enkele angstkreet van de zinkende menigte worden gehoord korten tijd daarna was niets meer zigtbaar. Toen het schip zonk zag men dat allen op het dek werdeu voortgedreven, niet door het water, maar door een vreeselijken en overweldigenden lucht stroom, die van beneden kwam en die zoowel door het dek als door de luiken heendrong; hun worstelen met deu dood kan slechts van korten duur zijn geweest. De derde officier, Angel genaamd, bleef tot op het laatste oogenblik op zijn post bij de hulpmachine, die mede gebruikt werd om te pompeu; zijn hand rustte nog op dit stoomwerktuig, toen het schip verdween. De onzekerheid en de doodsangst hadden zóó lang geduurd, dat de passagiers op den dag dat de London zonk, volmaakt kalm eu bedaard waren, allcrwege was men verbazingwekkend onderworpen en gelaten. Mw. Marks, van Londen, was in den beginne als waanzinnig; doch toen de boot het schip verliet stond zij kalm en blootshoofds op dek, cn wuifde den heer Wilson een vaarwel toe. De heer Grant, een der officieren, bleef vol leven en moedigde menigeen aan om aan de pompen te werken iets wat tengevolge van den wind zeer moeijelijk en gevaarlijk was. Mw. Brooke van Pimlico, riep handenwrin gende uit: *Ik heb al gedaan wat ik kon doen; ik kan niet meer?" Te oordeelcn naar het uitwendige werd zij toen kalm. Des Dingsdags nachts, nadat de passagiers verontrust waren doordien het schip water inkreeglazen eenige passagiers om den beurt den bijbel in de kleine kajuit. In den nacht, toen de zee dc luiken van de machinekamer had weggeslagen zeide de kapitein ^Jongens, gij moogt thans uw gebed wel opzeggenDen volgenden nacht ten twaalf ure hield de eerwaarde heer Draper een bidstond iu de groote kajuit. Een buitengewoon feit verdient hier nog vermelding. Een arm, oud paar echtelieden, die drie kinderen bij zich hadden, hadden drie malen te vergeefs getracht de reis te maken. De eerste maal met een schip, waarvan de naam onbekend is, doch dat verging; daarna met de Duncan Dunbarwelk schip mede schipbreuk leed, terwijl zij thans allen aan boord van de London omkwamen. Onder de passagiers bevonden zich twee krasse oude lieden, die de »favoritcs" waren geworden aan boord en die de reis deden, op aanzoek van hunnen eenigen zoon. Nadat de arme schepsels vernomen hadden, dat zij moesten verdrinken, dronken zij een weiuigje brandewijn en gingen naar beneden om te zamen in hunne hut te sterven. Het wordt bepaald verzekerd, dat de stoomboot niet minder dan 1200 ton ijzer aan boord had en dat 60 ton kolen op dek waren geladen, die natuurlijk wegspoelden en alle spijgaten ver stopten. De masten van het schip waren van ijzer en konden alzoo niet worden gebruikt voor het makeu van vlotten. In handen van verschillende passagiers werden revolvers gezien waarmede zij zich, volgens hun zeggen, wilden doodschieten, wanneer het laatste oogenblik zou gekomeu zijn; zij wilden liever, als de dood onvermijdelijk was, zich een kogel door de hersenen jagen dan verdrinken. De hofmeester hoorde zelfs dat iemand, die in het bezit van een pistool was, zijn vriend het aanbod deed hem dood te schieten, wanneer hij zulks wenschtc. Het welgemeende aaubod werd toen van de hand gewezen, en of de eerstgenoemde plannen ten uitvoer werden gebragt is onzeker; er werden evenwel geene schoten gehoord toen het schip zonk. Wij laten de vreeselijke omstandigheden, van hen die den dood vonden, rusten, om nog een oogenblik stil te staan bij dat kleine gedeelte vau de equipage en passagiers, dat gered werd. Dc kapitein had hen van een kompas voorzien eu terwijl King het bevel op zich had genomen over de boot, hadden allen er in toegestemd dat, wat er ook mogt gebeuren, zij onbewegelijk zouden blijven zitten, met uitzondering van de bewegingen, die noodzakelijk moesten gemaakt worden, om te kunnen roeijen. Twee man zat aan eiken riem terwijl de boot voor den wind werd gehouden. Elke zenuw werd ingespannen om de boot regt te houden bij het vreeselijk slingeren op de woedende zee. Voor het aanbreken van het daglicht, bij het opgaan van de maan, waren de ongelukkige» buiten zich zei ven van vreugde, toen zij een schip ontdekten. Zij riepen uit al hun magt en werden gehoord, maar daar zij geen licht konden toonen, konden

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1