T
Zaturdag 12 Augustus 1805.
2 Is,e Jaarg.
No. 2252.
Heeren Geabonneerden,
Nieuwstijdingen.
Verscheidenheden.
ZlËRIkZEESCllE NIEUWSBODE
f503,578
- 25,000
- 23,700
Hen abonneert zich:
In Nederland, bij den Uitgever.
Bij alle Roekliandelaren en Postdirecteuren
In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, le Grand Rapids, Slaal Michigan.
Abonnemcnts-Prljs:
Voor beide uitgaven.
Voor 3 maandenf 1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, Franco New-York- 3,90.
Verschijnt:
Op Woensdag en Zaturdag.
idvertentlën:
10 cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Adverlenliën kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureaus
Zierikzee, Hock van de Schuilhaven, B, No. 94.
Brieven en lngezondene Stukken Franco.
409,265
*"lgl
legen
die hun Abonnementsgeld van 1 Julij en vroeger
no" niet hebben voldaan, worden verzocht hetzelve
ten spoedigste in een postwissel over le zenden,
ten einde geenc staking in de toezending dezer
Courant te ondervinden.
Londen, 5 Aug. De herhaalde storingen op den trans
atlantische.!! kabel hebben veel ongerustheid te weeg gebragt.
De secretaris der telegraaf-raaatschappij heeft zich tot den Heer
Glaisher, van het observatorium te Greenwich, gewend, om
te weten of de laatste storm welligt daarop van iuvloed had
kannen zijn Het antwoord hierop luidde dat dit allezins mo
gelijk was. In dit gevoelen werd men vervolgens versterkt door
den sterrekundige Airy, die aantoonde dat ook de laatste mag
netische storm van buitengewonen invloed is geweest op den
electrischcn toestand der aarde; doch deze opmerking werd nog
niet voldoende geacht tot de kennis der juiste oorzaak, waardoor
het geleidende vermogen van den draad sedert gisteren geheel
heeft opgehoudentenzij de buitengewoon hevige magnetische
stroomingeh die hier tot gisteren voormiddag geobserveerd zijn,
met dezelfde hevigheid in de Atlantische Zee plaats hadden.
In dit laatste geval zou, volgens het gevoelen van Airy, op dat
oogenblik niet langs den kabel getelegrafeerd kunnen worden.
Een deskundige geeft de volgende beschrijving vau de
veeziekte die thans in Engeland heerscht: De eerste verschijnselen
van de ziekte loopen uiteen, naarmate de hevigheid van den
aanval, en of de ziekte haar oorsprong neemt in de verterings-
dan wel in de ademhalingsvermogens. Zoodra het beest is
aangetast, weigert het alle voedsel, eu in de meeste govalleu
zelfs water. Het herkaauwen houdt op, de kop buigt lusteloos
neer en de ooren liggen in den nek. Indien men het tracht
in beweging te brengen, blijkt het, dat de kracht gewekeuis
en dat het beest moeite heeft om zelfs te blijven staan. De
huid is hier en daar heet en voornamelijk bij het achterdeel
van het ligchaamdie heete deelen beginnen spoedig te zweeten
en wel zoodanig, dat de huid sterk wordt aangetast. De haren
gaan opstaau, voornamelijk op den nek, de schouders en den
rug. De uiterste deelen zijn koud, zelfs bij den aanvang der
ziekte, en later wordt de hitte vervangen door koiide. De
oogen zijn sterk aangedaan, terwijl eene waterachtige zelfstan
digheid steeds uit de neusgaten loopt. De bek is heet en rood
en hierdoor gevlekt. Het beest looit onophoudelijk, waaruit
blijkt, dat het inwendig veel pijn lijdt. De pols is zwak, ja naau-
welijks voelbaar, behalve nabij het hart.
De ziekte gaat meestal vergezeld van diarrhée, die in dys-
senterie ontaart. Indien de ziekte eene doodelijke wending
neemt, wordt het ligchaam kilkoud, de ademhaling korter eu
korter, de bloedontlastingen nemen toe, en niet zelden zakt
het beest 12 uren na den aanval ineen, om niet weder op te
staan; in andere gevallen biedt het 6 a 8 dagen weerstand;
genezing behoort tot de allerzcddzaauiste gevallen.
Weenen, 4 Aug. Ten gevolge eener onvoorzigtigheid
begaan door een knaapje ontstond gisteren brand te Klein Pöchlarn,
waardoor 86 woningen iu den asch werden gelegd. Tijdens den
brand hoorde men het geschrei van een zuigeling, diende ver
schrikte bewoners van het brandende huis hadden achtergelaten.
Een der aanwezigen trad onverschrokken door de vlammen en
redde de kleine. Naauwelijks had hij die menschlievende daad
verrigt of hij onttrok zich aan de dankbetuiging der bloedver
wanten van het geredde kind, zoodat zijn "naam onbekend is
gebleven.
Tc Wittenberg is nu het standbeeld vau Philippus Me-
lanchton naast dat van Luther geplaatst. Het zal in het laatst
van September e. k. plegtig onthuld worden.
Een telegram uit Weenen aan de Köln. Zeit. zegt, dat
koning Leopold van Belgie van de regering afstand zal doen
ten behoeve van den hertog van Brabant.
Gouda, 4 Aug Heden morgen vroeg werd liicr
op eene der stadsgrachten een manspersoon in zicl-
loogenden toestand gevondende sporen bloed, die
zich een cinihvcgs uitstrekten deden al spoedig
vermoeden, dal hij hel slagtoffer was geworden van
cone of andere vechtpartij hij gelegenheid der kermis.
Nadat hij den geest had gegeven, is zijn lijk Ier
gereglclijkc schouwing naar hel {gasthuis vervoerd,
waar is gebleken dal de vcrslagcnc een messteek
in den rug had hekomen f)e dader is nog onbekend.
9 Aug. De vermoedelijke dader van den alhier
in den nacht van Zondag op Maandag jl. gepleegden
moord, wanivan wij hieikoveu melding maakten, en
omtrent wion zoo weinig aanwijzing was, is door de
onvermoeide pogingen van onzen commissaris van
politic den lieer A F. Reukman, in dcgemeente Zeven
huizen gearresteerd en alhier gevankelijk ovcrgcbragl
Hij is een boerenarbeider, genaamd Johannes Ver
woerd en 27 jaren oud.
Amersfoort, 6 Aug. Heden namiddagten 5 ure sloegen
in het kamp bij Zeisthetwelk door de mineurs en sapeurs
is betrokkeneensklaps de vlammen uit de tent van den lui
tenant adjudant, die geheel is afgebrand. Daar niet genoeg
water aanwezig was, heeft men door het werpen van zand belet
dat de brand zich aan de andere tenten mededeelde.
Rreda, 6 Aug. Bij den laatstcn hoogen waterstand ver
toonde zich nabij den molen oodcr het gehucht Zelden Effen
zulk eene onafzienbare meuigle sprinkhanen, dat men die met
het oogstvat kon opscheppen en met eenen handwagen ver
voerde.
Hulst, 8 Aug. Op Zondag den 27 «lezer zal
te «lezer slede een luisterrijk festival plaats hebben,
waaraan H «niizijkg«'zelscbappen zullen deelnemen,
onder anderen ook Jacoba van Beijeren uit Goes
De overige zijn meest allen uil bet naburige België.
Sas-van-Gent 9 Aug. Het gegronde voor
uilzigt beslaat, om nog dit jaar den spoorweg van
Gent lot Selzaete voltooid lo zien, althans wordt
daaraan met alle krnchl gewerkt. Dat deze en om
omliggende gemeenten daaibij groot belang hebben,
behoeft wel niet gezegd le worden, alzoo Selzaete
slechts een groot kwartier uurs van hier is gelegen.
Bij doortrekking later van de lijn tol Neuzen, waar
voor mede concessie is verleend, verwachten wij dat
«leze zoo stille en neringlooze plaats daardoor meer
welvaart en vertier zal erlangen, waarnaar door de
ingezetenen jaren lang zoo vurig verlangd werd.
ZierikzeeII Aug. Ouze hooggeschatte vroegere
leeraar, Br. J. Ticklerpredikant te Leiden, overleed jl. Dings
dag zeer plotseling. Bij gelegenheid der BOjarige gedachtenis
viering van Da. G. C. Broogleever Fortuijnop jl. Zondag,
onverwachts naar deze stad gekomen, ten einde deu jubelaris
(zijnen vroegeren ambtgenoot alhier) te verrassen, vertrok Z.
W.Eerw. jl. Dingsdag wederom naar zijne standplaats. Op
zijne reia derwaarts, aan boord der stoomboot naar Rotterdam,
werd Z.W.Eerw. door eene beroerte getroffen, welke ten gevolge
had, dat hij in stervenden toestand te Rotterdam aankwam
en aldaar weinige uren later overleed.
Het treffende en onverwachte van zijn overlijden moge in
het bijzonder zijne familie-betrekkingen treffen niet minder zijne
talrijke vrienden en vereerders in deze gemeente, die den werk-
zamen en godsdienstigen man hoogschatten, en die voorzeker
zijne nagedachtenis in eere zullen houden.
De Midd. Cl. deelt mede, dat de flotille van de Vereenigde
Staten onze en uaburige zeehavens bezoekt, ten einde bekend
te worden met die zeegaten, waarin de amerikaansche vloot bij
een eventuelen oorlog met Frankrijk en Engeland iu tijd van
nood zou kunnen binnenloopen.
Als een bewijs dat de pachtprijzen van landerijen ook
in Noord-Beveland veel gestegen zijn, deelt men aan de Midd. Ct.
mede dat de eigendommen van den polder Oud-Noord-Beveland,
onder de gemeente Colijnsplaat, en bestaande uit perceelen dijk,
bouw- en weiland, uitgeslagen putten, rietveld enz., Vrijdag in
het openbaar en in perceelen voor een tijdvak van 14 jaren zijn
verpacht, zonder de onkosten, voor ƒ3587, waaronder ƒ492
voor uitgeslagen putten, rietveld enz., per jaar.
Bij de vorige verpachting in 1850 of 1851 bragten deze
bezittingen maar op ƒ2094.20, waaronder ƒ44.20 voor gemelde
uitgeslagen putten enz., en toen reeds was de pachtprijs in
vergelijking van vroeger, aanmerkelijk gestegen.
Bij den gemeente-raad te Middelburg is een voorstel
ingekomen met het oog op de wijziging der gemeente-wet
om aan gedeputeerde staten voor te dragen le willen bevorderen,
dat het rijk aan die gemeente eene subsidie verleene van ƒ30,000
of dat anders Middelburg worde opgenomen in de uitzonderings
wetten, met vergunning tot heffing eener belasting op het ge
maal en vervolgeus zich te wenden tot de ministers van biti-
nenlandsche zaken en van finantien met verzoek om eene
commissie uit den raad te willen afwachten, ter nadere bespreking
van dit gewigtig onderwerp. De beslissing over dit voorstel is
aangehouden tot eene volgende vergadering.
De fransche dagbladeu deelen thans eenige bijzonderheden
mede omtrent den moord die op 17 Maart te Le Favril, een
dorp bij Landreeies gelegen, heeft plaats gehad, welke de
verhooren thans hebben aan het licht gebragt. Van een gezin
Largillière geheeten, bestaande uit zes personen, werden er vijf
met dezelfde bijl om het leven gebragt, terwijl de moeder
van het gezin, hoe vreesselijk ook verminkt, in het leven
behouden bleef. De moordenaar is de man van haar zuster,
zekere Manesse, welke door de justitie op zware vermoedens
werd in hechtenis genomen, en nu tot bekentenis van zijne
misdaad gekomen is. Hij heeft zich eerst op den man des huizes
geworpen, die in den stal nog eenigen arbeid verrigtte, en
verbrijzelde hem het hoofd. Dit deed hij ook den zoon en de
dochter, die ter hulp waren gesueld alsmede eene zuster die
met haar inwoonde. Vervolgens trof hij de moeder in de
huiskamer en bragt deze geweldige slagen toe, waaronder zij,
deerlijk verminkt, nederzeeg, doch in het leven behouden bleef.
Geen half uur nadat de booswicht zijn wanbedrijf had volvoerd,
bevond hij zich in eene herberg, en daarop grondde hij zich
langen tijd, om tegenover den regter zijn onschuld te beweren.
Het vreemde bij den moord was dat men hoegenaamd geen
diefstal ontdekte, doch nu is het gebleken dat deze werd verrigt
met het oog op de nalatenschap, als zijnde de moordenaar de
naaste erfgenaam. Het hof te Douai heeft in zijne zitting van
5 Augustus hem ter dood veroordeeld.
De Fays deelt den volgenden zonderlingen zelfmoord mede;
Mevrouw de P., 65 jaar oud, was vroeger in het bezit geweest
van een aanzienlijk fortuin. Hare salons werden druk bezocht
door de groote wereld. Na den dood van haar echtgenoot was
zij echter door verkeerde speculatien en processen zoover gebragt,
dat zij thans slechts een zeer klein vermogen bezat, en zeer
armelijk leefde. Voor eenigen tijd maakte zij haar kapitaal te
gelde. Zij huurde een appartement dat zij liet meubelen even
als hare voormalige salons; nam een knecht wien zij liverei
gaf en toen de avond was gekomen, liet zij al de lichten
aansteken en gelastte hem de deuren telkens te openen en personen
uit de aanzienlijkste kringen aan te kondigen. De knecht deed
wat hem bevolen was en noemde met luider stem de genoodigden,
wier namen aan een lang vervlogen tijdperk herinnerden.
Mevrouw de P. stoud telkens op en ontving hare denkbeeldige
bezoekers, die lang na middernacht afscheid van haar namen.
Daarop zond zij den livereibediende naar het kamertje, dat hij
in het zelfde huis bewoonde, en toen hij den volgenden morgen
zijne meesteres bezocht, vond hij deze door kolendamp gestikt
in een leunstoel. Zij had een einde aan haar leven gemaakt.
Bij eigenhandig testament had zij beschikt over het weinige
dat zij nog bezat ten voordeele eener arme familie, die hetzelfde
huis bewoonde
GEMENGDE BERIGTEN.
Te K. moest iemand geenc appelen en peren
in den vroegen morgen komen plukken in de boom-
gaards van anderen, en die veikoopen, want dat
slaat leclijk van een man, die zonder dal wel leven
kan. Ken gewezen meelzak te X zal weldra weder
een molen koopen, maar, even als vroeger, zullen
de cenleti ontbrekenMet de Guessche kennis zal
men voor hem koopen ceu draai-molenlje van een
kwartje, en dat zal men hein ten geschenke geven
zonder hypotheek er op, en dan kan hij aan het
draaijen. Dus, het geluk is nog niet uil dc wereld.
I)e toestand van Jefferson Davis is van dien aard,
dat hij niet lang meer leven kan. Hij kwijnt geheel
weg en is nooit alleenli ij is altijd omringd van
soldaten die hein zoo veel plagen als mogelijk is.
Niet minder dan aoderhali inillioen guldens heeft
de New-York Herald aan correspondenlickosten be
taald gedurende deu Amcrikaaiisclieu oorlog De
instructien der correspondenten waren alles te zien,
alles te welen en op geen kosten te zien om hunne
hcrigten met den meeslen spoed te verzenden. Zij
hadden een vorstelijk leven, maar één is er op liet
slagveld gedood, twee zijn van vcruiocijenisscn ge
storven, zes zijn er gewond, cn acht zijn er krijgs
gevangen gemaakt, waarvan er een 14 maanden in
een donker hok is opgesloten geweest, inel 5 dieven
cn 2 moordenaars. Op de vloot heeft er een 27
zeegevechten bijgewoond, en zes wouden bekomen.
Tc Caberon heeft ecu niet herkozen lid van
den gemeente raad zich verdronken, daar hij die
miskenning niet verduren kon, en liever een einde
aan zijn leven maakte, dan te leven zonder lid vau
den raad te zijn. Ken smid te Za. heeft hel
nu voor de vijfde keer gewaagd, om de hand van
een meisje te vragen, dat weder mislukt iseu
nu zingt inen
Wel man 1 liet meisje dal gij mint
Is tot u toch niet gezind
Dusinel al uw plannen maken
Zuil gij tot uw duel niet raken.
Smiilje neen iict zal niet gaan
Dien spijker op den kop te slaan
Want line gij 't wendt cn hoe gij 'l stuurt,
Het is uw eigen vel geschuurd.
Hel praalzuchtige mannetje te Kruiningen wordt
aangeraden, zijne babbeltong wat stil le houden
anders zal hij nog gepakliuisd worden, tol gioot
genoegen van velen want
Gij weel altijd veel van een ander
Uw eigen fouten ziet gij niet
Gij zult, ai zijl gij nog zoo schrander,
Uw zelf nog brengen in 'l verdriet.
Wees toch zoo trotsch niet op ttw eigen
Gij wordt in eiken stand gehaat
Uw loon zult gij nog verder krijgen
Zoo als het inel veel praters gaat.
Afschafflngs-li ttcratuur.
Te Assen bij C. van Gorcuiü Braaksma heeft dezer dagen
het licht gezien een goed geschreven Verhaal van den moord
in de nabijheid van het huis ter Heide in de gemeente Norg,
gepleegd op den persoon van Johannes Arnoldus Stieber, door
de kolonisten Johanues Wilhelmus Alexander de Mooi cn Johan
Koenraad van Schenk op 24 Februarij 11. De schuldigen zijn
achterhaald, vervolgd en ter dood veroordeeld. Of het door
hen aan Z. M. den Koning gerigte verzoek om gratie is of
zal worden ingewilligd is ons onbekend. Wij vestigen liever
het oog op het leven van den vcrslagene. Na een verblijf
van 2 x/2 jaar te Veenhuizen, dacht hij als een vrij man in
de maatschappij terug te keeren. In den avond van den
23 Februarij had de magazijnmeester hem de ƒ37.39 toegeteld,
die voor hem in de spaarbank stonden, en op den morgen van
den 24n werd hem, op last van den onder-directeur, door den
zaal-opziener het bedrag zijner uitgaanskas ter hand gesteld,
zijnde f 30.71 Het was de begeerte naar het geld, welke
de beide genoemde veroordeelden tot den moord aanzette, die
kort daarna, helaas op de koel bloedigste wijze op een weerloos
slagtoffer werd volbragt. Maar wie was die Johannes Arnoldus
Stieber, die ongeveer zeven ure des morgens het gebouw verliet,
dragende op zij a rug een pak met goed en in zijn hand een
afgeschilden stok?
Ziehier wat wij daarvan in het bovengemelde verhaal lezen
„'tis Johannes Arnoldus Stieber, op 18 April 1814 te
Doesburg geboren, ongehuwd, van beroep vormer in ijzergieterijen,
en dat werk, 't welk hij, zoo men verzekert, zeer goed verstond,
vroeger uitgeoefend hebbende te Groningen en te Hoogezand.
Voor deu tweeden keer kwam hij te Veenhuizen, en wel op
den 23n Junij 1862 en thans keert hij, als vrij man, in
het gewone leven terug.
En wat bragt die koappe arbeider binnen die muren?
Daar gaat een jongeling, met den blos der gezondheid op
de wangen, met levenslust in het vonkelend oog gij ziet
hem over een paar jaar weder en herkent hem niet. Zijn
gelaat is verbleekt, verdierlijkt, en gij wendt u met afschuw
van hem af.
Elders leert gij iemand kennen, wiens goedig wezen u inneemt,
wiens verstand uwe bewondering wekt, wiens geestigheid u
boeit gij ontmoet hem een paar jaar later weder en zijn
oogen zijn wild, zijn geest is verstompt, zijne taal walgt.
Gij hoort hem, met een gevoel van medelijden en verachting.
Ginds rust uw oog met welgevallen op het gezin van een
arbeider. Hij is vrolijk en werkt met lust en zijne hand wordt
gezocht. In zijne kleine woning is het rein. Hij eet met vrouw
en kinderen het dagelijksch brood in tevredenheid, want het is
eerlijk verdiend eenige jaren later gaat gij weder langs
die woning, ééns des geluks, nu der ellende. In gescheurde
kleederen gaat hijin lompen zijne kinderen. Zijne vrouw
kwijnt als een bloem, van den stengel gerukt. De werkman
is een luiaard, een ballast in de maatschappij geworden. Ruw
is zijne taal hij vloekt. Hij mishandeld zijne vronw. Zijne
kinderen, die hij eens zoo lief had, vertrapt hij.
Hier rust uw blik met diepen eerbied op een man, die
wonderen deed van dapperheid, daarom geëerd en vereerd
werd en overal welkom was eenigen tijd later wijst men
op hem als een uitvaagsel des menschdoms en een enkele slechts
beklaagt hem.
Wie heeft dat alles verwoest, vernield wie draagt van
alles de omzettende bloedschuld?
De sterke drank.
Bat is het helsche vocht, 't welk de gezondheid rooft, het
verstand benevelt, de kracht verwoest.
Bat veroudert, iu korte jaren, de jonkheid, dat maakt het
goede hart tooruig, dat verlamt de sterke hand des werkmans,
dat verlaagt den dappere tot een lafaard.
Bie verschrikkelijke vijand van den mensch, was ook de
verderver geweest van den man, die daar uit het gesticht komt,
van den, voor den tweeden keer, ontslagen kolonist van
Johannes Arnoldus Stieber.
Bie vijand onderwiep den bekwamen werkman aan zijue
dwingelandij en bragt hem uit de vrije werkplaats in de Koloniën
tot twee maal toe." Het verhaal is zeer lezenswaard, beslaat
24 bladz. compres gedrukt, kost 10 cents; bij getallen wel
ligt minder.