KZËESCHË
SBODË
N°.
Jaarg.
Men abonneert zlcli:
[n Nederland, bij den Uilgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord Amerika bij J QUINTUS. te Grand Rapids, Slaat Michigan.
Abonnemcnts- Prijs:
VOOR BEIDE UITGAVEN.
Voor 3 maandenf 1,30.
Franco per post, in Nederland- 1.60.
Voor Noord Amerika, Franco New-York- 3.90
Verse li ij nt:
Op Woensdag en Zalurdag.
Advertentie n:
10 cent voor eiken regel.
Zegelrcgt voor iedere plaatsing, 33 cent.
De inzending der Advertcnticn kan geschieden lot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
IS u r e a u
Zierikzce, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94.
Brieven en lngozondcne Stukken Franco.
Wioensdag 'i Au 1805.
Oï S sle
Herinneringen uit den ja re
1815.
Zoo als men weet was de maarschalk Ney gearresteerd, be
schuldigd van hoogverraad. Toen Napoleon van Elba ontsnapt
was en* in Frankrijk was geland, werd Ney met eene aanzien
lijke krijgsmagt afgezonden om Napoleon gevangen te nemen,
dat Ney beloofd had te zullen doen en hem in cene ijzeren
kooi te zullen brengen te Parijs. Een bewijs dus dat Ney geen
plan had om Napoleon in zijne bedoeling behulpzaam te zijn,
maar Ney werd medegeslecpt door de wil des volks.
Toen Napoleon het leger van Ney naderde, riep hij uit:
„Die zijn keizer vermoorden wilhier is hij!" En in een
ocenblik liepen soldaten en officiereu tot Napoleon over, om
helsden hem en omvatte zijne knieën, onder het geroep van:
[eve de keizer!" Dus, Ney was wel genoodzaakt den stroom
te volden, om door zijne eigene soldaten niet vennoord' te worden.
Dit echter werd in geene aanmerking genomenNey werd
schuldig verklaarden door de kamer der Pairs ter dood veroordeeld.
Het was op den 24sten November 1815 dat Ney voor de
kamer der Pairs verscheen, dat hij verlangd had, daar hij eerst
voor een krijgsraad zoude teregt moeten staan, en daarvan in
appél was gekomen dat hij zich later diep heeft beklaagd.
Toen de Pairs zitting genomen hadden, verwittigde de voor
zitter het publiek, dat het de grootste stilte behoorde in acht
te nemen; dat de teekeneu van goed- of afkeuring streng ver
boden waren. „De diepste eerbied is men verschuldigd," zeidc
de president, „zoo wel aan deze vergadering als aan het ongeluk."
Vervolgens deed hij de getuigen binnen leiden, en nadat deze
zich hadden geplaatst, gaf hij bevel den beschuldigden voor te
brengen.
De maarschalk, door grenadiers geëskorteerdtrad binnen
tusschen zijne verdedigers, die hem te gemoet waren gegaan,
welke waren de advokaten Dupin, Berrijervader en zoon.
Daarop vroeg de voorzitter den beschuldigde ziju naam
voornaam en kwaliteiten.
„Ik heet Michel Ney," antwoordde de maarschalk, „en ben
geboren den lOden Februarij 1769, oud 46 jaren, geboren te
Saar-Kouis, departement van den Moezel. Mijne kwaliteiten zijn:
maarschalk van FrankrijkPair van Frankrijkhertog van
Klchingcn, prins van de Moskowa. Mijne deeoratiën: ridder
van Saint-Louis, van de ijzeren kroon, van de Christus-orde,
en groot cordon van het Legioen van Eer.
Vervolgens werd de acte van beschuldiging voorgelezen, dat
wel een uur duurde, waarna de president tot den maarschalk
zeide: „Gij hebt de bezwaren hooren voorlezen, die zich tegen
u verheffen. Gij wordt beschuldigd het commando eener armee,
bestemd om den overweldiger af te weren, misbruikt te hebben
ten einde zijne ontwerpen te begunstigen, die zoo noodlottig zijn
geweest.
„De misdaad waarvan men u beschuldigt, is gehaat bij alle
brave Franschendoch het is niet bij de kamer dat gij haat
of vooringenomenheid te duchten hebt. Veeleer zult gij er
gunstige gezindheden aantreffen aan de glorierijke herinneringen,
aan uwen naam verbonden. Gij moogt onbeschroomd spreken
de middelen van verdediging aanvoeren, welke gij moogt hebben
tegen de op u drukkende bezwaren.
De maarschalk rigtte zich overeind, vatte het woord en zeidc:
„Daar de kamer beslist heeft dat het mij vergund zoude zijn
prejudiciële middelen voor te dragen, verzoek ik dat men daarvan
de ontwikkeling wel gelieve aan te hooren, alvorens verder over
te gaan tot eenig -ander deel der instructie.
De procureur-generaal echter verzocht, dat de middelen nevens
en met elkander zoude voorgedragen wordenuithoofde der
dringende noodzakelijkgcid om een einde te maken aan eene
zaakdie de veiligheid van den staat zoo wezenlijk betreft.
De president gaf daarop het woord aan den heer Berrijer
Senior, een der verdedigers van den maarschalk.
Die beroemde regtsgeleerde bepaalde zich tot het betoogen
der nulliteit der reeds gedane procedure, uithoofde dat de be
schuldigde voor deze kamer gebragt was uit lcrachte der bevel
schriften des konings, onvoldoende, dewijl het 33ste artikel der
charter formeel bepaaltdat de organisatie van de kamer
tot een crimineel geregtshof geen plaats mag hebben dan bij
eene afzonderlijke wet. Ter ondersteuning van dit grondbeginsel,
voerde hij verscheidene middelen aan, welke door den heer
Dupiu nog nader werden ontwikkeld.
De procureur-generaal drong er op aan, dat men onverwijld
aan het vonnissen van den beschuldigden zoude overgaan. De
gereclameerde wet is nutteloos, cu zoude de loop der procedure
slechts vertragen, enz.
De beer Dupin beantwoordde den procureur-generaal, en de
kamer verwijderde zich om te raadplegen.
Teruggekeerd zijnde, sprak de president het volgende von
nis uit:
„De kamer, zonder zich op te houden bij, of acht te slaan
op de door den maarschalk Ney, voorgedragcue prejudiciële
middelen, beveelt dat hij gehouden zal zijn, alle die middelen
nevens elkander voor te dragen, en adjournëerd zich tot eerst-
komenden donderdag, des morgens 10 ure."
De advokaten deden opmerken dat dit uitstel te kort was, om
den maarschalk in staat te stellen tot het oproepen van ge
tuigen ter zijner verontschuldiging; doch de president ant
woordde: Gij hebt hel besluit gehoordVervolgens werd de
vergadering gesloten, en Ney werd naar zijne gevangenis terug
gebragt, zijne veroordecling voor zeker houdende.
Ney werd dus niet iu de gelegenheid gesteld om door ge
tuigen te bewijzen, dat hij niet schuldig was aan alles waar
mede hij beschuldigd werd, hoewel zijne advokaten er met alle
mogelijke kracht op aandrongen. Hij werd ter dood veroordeeld,
zonder bij het uitspreken van zijn vonnis tegenwoordig te zijn,
dat hem in zijne gevangenis door den griffier werd voorgelezen.
Op het oogenblik dat de kamer der Pairs over het lot van
Ney raadpleegde, kwam een zijner advokaten bij hem in zijne
gevangenis, die tot hem zeide: Gij hebt hel gewild, om uwe
zaak voor de kamer der Pairs te brengen."
„Het zij zoo," antwoordde Ney, „het is gedaan, in eene andere
wereld zullen wij elkander weder zien," en hij omhelsde zijnen
verdediger tcederlijk, die met tranen in zijne oogen afscheid
van hem nam.
In den nacht, omstreeks een ure, werd hem zijne vcroor-
deeling aangekondigd door den griffier, en bij het hooren lezen
der inleiding, zeide hij vol ongeduld: Tol de zaak! Tot de
zaak!" terwijl hij bij de woorden koning/ijkzeide: „Gij ver
gist u, het wetboek Napoleon is niet ingetrokken, daar staat in
keizerlijkEn bij het hooren zijner titels, zeide hij „Waartoe
dient dit alles, alléén Michel Neg is genoeg, en dan een hoop
stof en asch, zie daar het al."
Des morgeus vier ure werd zijne gemalin met hare kindereu
en hare zuster bij hem toegelaten. De kinderen waren somber
en stil, waarvan de oudste was eeu meisje vau 14 jaren, doch
de moeder viel stijf op den grond neder, en na eene lange be
zwijming volgden niets dau tranen en kermen. Na een korten
tijd met eene zachte stem met hen gesproken te hebben, stond
Ney eensklaps op, en verzocht dat zijuc familie zich verwijderen
zou. Mevrouw Ney verloor weder haar bewustzijn, en werd weg
gedragen, gevolgd door hare kinderen en hare zuster.
Ten negen ure vernam de maarschalk dat alles gereed was, 1
en hij kleedde zich in het zwart met een rouden hoed op.
Aan het rijtuig gekomen zijnde, dat hem naar de strafplaats
brengen zou, stapte hij er bedaard in, gevolgd door een gees- 1
telijke en twee officieren van de gendarmerie. "Gedurende den
overtogt stelde Ney aan den geestelijke zijn gouden snuifdoos
ter hand, en twee brieven, één aan zijne vrouw, en één aan
zijnen vader, met verzoek dit alles aan zijne vrouw te doen
gewordenterwijl hij eenige goudstukken aan den geestelijke
gaf voor den armen.
Aan de strafplaats gekomen zijnde, werd hem gevraagd, of
hij verlangde geblinddoekt, te worden, waarop hij antwoordde:
„Pen maarschalk van Frankrijk vreest den dood nietJ" Na
dit gezegd te hebben, nam hij zijn hoed in zijne linkerhand en
legde zijne regterhand op zijn borst, zeggende tegen de solda
ten: Kameradenschiet nu op mijen mikt juist!" Hij zelf
commandeerde „vuur" en viel door verscheidene kogels getroffen
dood ter neder.
Zoo viel dan een groot man zonder zich te hebben kunnen
verdedigen zoo als het behoorde, van alles waarmede hij be
schuldigd werd, dat zeker veel vergroot werd, zoo als het altijd
gaat waar de wraak regter moet zijn, dat men thans weder ziet
iu Amerika.
Ieder is dan ook niet altijd gelijk voor de wet, al staat het
geschreven in alle wetboeken der wereldwant ware dit destijds
zoo geweest, Napoleon eu Bertram! hadden vooral hetzelfde lot
van Ney moeten ondergaan.
Zwaar hebben Frankrijks grootc mannen dus moeten boeten
zoo wel als de gcheele Natie, voor de rampen welke zij meer
dan twintig jaren over Europa hebben verspreid, en toen wel het
meest over Frankrijk zelf. Behalve het onderhond vau ontzaggelijke
vreemde legers gedurende vele maanden gevolgd door onmen-
schclijke plagerijen, werd de Fransche Natie nog opgelegd te
betalen 700 millioen franc voor oorlogs-contrebutiën, enz.
En hiermede hebben wij ons voorgesteld doel voleind, en niets
vermeld, dau historische waarheden, uit echte bronnen bijeen
gebragt.
Zierikzee1 Augustus 1S65. K16 A Ïj,
Xienwslijdingoi).
£1 5» «li St.
ft ieuw-Yorh, 14 julijDeze stad was heden het tooncel
van twee groote branden. Dit nu is op zich zelf niet waar
dig u te schrijven, ware hel niet dat eene daarvan plaats had
in eene localiteit eu een gebouw vernielde, dat over de geheeje
wereld bij naam bekend is: Barnums Museum. Dit groote
gebouw, waarin de Yankee showman tweemaal een kolossaal
vermogen verzamelde, werd op eenmaal met zijne 800,000
wonderen eene prooi der vlammen, eeu puinhoop in minder
dan twee uren tijds. De brand, die plaats greep in het drukste
gedeelte van het drukke Broadway, was de vcrwoedstc dien
ik immer hier of elders heb bijgewoond, en hier komt dat nog
al dikwijls voor. Als door een wonder werden de menschcn
gered, die zich in het museum bevonden. In een kwartier uur
tijds sloeg de vlam uit dc honderd vensters van het vijf ver
diepingen hooge gebouw. Eeu sterke wind joeg de vlammen
vau huis tot huis, en het was slechts aan de omstandigheid,
dat de brand midden op den dag plaats greep, te danken, dat
hij zich niet verder uitbreidde. Muur op muur stortte met
eeu oorverdoovenden slag in Broadway en het Park neder onder
het oog van duizende toeschouwers, die geroost en geblakerd
werden door eene hccte Julijzon en eene ware hel in de ruine.
Het vallende puin begroef de overblijfselen der ongelukkige
dierbewoners van het museum in hetzelfde graf; zelfs de groote
walvisch vond geene bescherming iu zijn waterig element. Wat
niet verstikte of verbrandde werd begraven in het puin. Ecu
beer werd gered langs een ladder, alsook een wassenbeeld. De
schade beloopt meer dan een half millioen dollars. Bij den
anderen brand op denzelfden dag, werden negen huizen vernield
cu vijf en zeventig huisgezinnen buiten huisvesting gesteld. Geen
wonder, dat metselaars eu timmerlieden hier altijd werk vinden."
De openbare schuld der Vereenigde Staten wordt door
een der engelsche bladen berekend als volgt: In het laatst
van Mei jl. bedroeg zij circa 600 millioen pd. st. het tekort
over het aanstaande dienstjaar wordt geraamd op minstens 80
millioen pd. st. en dan nog met behoud van de zware belas
tingenwelke gedurende den oorlog werden geheven. In Junij
1866 zal de schuld dus weinig minder bedragen dan 700 millioen
pd. st. Aan papieren munt is in omloop voor een bedrag vau
132 milioen pd. st. behalve 50 millioen pd. st. aan papier
van de nieuwe nationale bank en het papierengeld nog over
van hetgeen door de oude staatsbauken is uitgegeven. De
jaarlijks te betalen rente van de staatsschuld beliep op 31 Mei jl.
25 millioen pd. st. en men berekent dat in Junij 1866 het
cijfer der rente weinig minder zal bedragen dan 40 millioen pd. st.
Berlijn, 27 Julij. De Linzer dagbladen zijn thans vol
van bijzonderheden aangaande een gruwel ij ken moörd vooreen
paar dagen, door een vagebond op Marie Hucncr, de zesjarige
dochter en eenigst kind van eeu landeigenaar te Scharten, ge
pleegd. Het meisje werd op den terugweg uit de Schartener
school naar haar ouderlijk huis, door den moordenaar gelokt,
verkracht, en na den volbragten moord in eeu elzenboschje,
niet verre van den straatweg van Scharten naar Froham be
graven, waar men het vrceselijk verminkte lijk terug vond.
Het hart was uit het lijf gesneden, en het ligchaam op andere
plaatsen op eene waarlijk kanibaalsche wijze verminkt. De
beenen en dijen waren als een visch gekorven. Uit de eerste
,gereglelijke nasporingeu is gebleken, dat de vermoedelijke
moordenaar een bij do veertig jaren oud man is, die het
laatst bij een winkelier te Scharten gezien was, waar hij tabak
en zwam gekocht had. Aan het lijk ontbraken veel kleeding-
stukken en daaronder een zwarte katoenen doek met blaauwcn
rand, die de moordenaar denkelijk heeft medegenomen.
Bij het onlangs in een dorp in de nabijheid van Weeneu
gevierd huwelijk van den burgemeester der plaats, werden de
bloedverwanten van den bruid en bruidegom gedurende drie
dagen achtereen onafgebroken getrakteerd. Met de verdere gc-
noodigden, die ook niet weinig in getal waren, werden behalve
een enorme hoeveelheid brood, gebak, enz. opgepeuzeld acht-
en-veertig ossen, zes-en-veertig varkens en schapen, zeven-en-
zestig kalveren, en verscheidene honderd kannen wijn.
!Pai'ij$, 29 Julij. De engelsche vloot, uit zes gepantserde
schepen, drie fregatten en eene korvet bestaande, zal den 14dcn
Augustus te Cherbourg komen, waarzij door den franschen
minister van marine zal worden ontvangen. Deze zal aan
lords der admiraliteit een bezoek brengen hetwelk door hen
zal worden beantwoord. Den 15den Augustus, den naamdag
des keizers, zullen de beide vloten manoeuvres maken. Den
I7den zullen de arsenalen van Cherbourg in oogcnschouw worden
genomen en de engelsche vloot den 18deu, door de Horiense
begeleid, naar Brest stevenen, waar de feesten drie dagen
zullen duren.
Amsterdam 28 Julij. In de eergisteren alhier ge
houden algemeene vergadering van het fonds tot aanmoediging
en ondersteuning van de gewapende dienstis o. a. besloten tot
bet bedéelen van alle oud-strijders die aan den slag van Waterloo
of wel aan den veldtogt van 1815 in Brabant en Frankrijk
hebben deelgenomen onverschillig of zij al dan niet in en door
de dienst infirm zijn geworden of militair gagement genieten.
Al deze personen behoeven zich eenvoudig aan te melden
bij de districts- of plaatselijke commissieu vau gezegd fonds
waaronder zij ressorteren met overlegging van een extract uit
het stamboek, een bewijs van hulpbehoevendheid en een cer
tificaat dat zij van goed onbesproken gedrag zijn.
Wij verheugen ons over dit inderdaad belangrijk besluit,
waardoor naar alle waarschijnlijkheid het getal deelgercgtigdcn
met meer dan 600 ouden van dageu zal vermeerderd worden
die alzoo aan deu avond van hun leven nog een stoffelijk blijk
van de dankbaarheid hunner laudgenooteu zullen ontvangen
als loon voor hunne aan het vaderland bewezen diensten.
Waarlijkna den 50sten gedenkdag van den schitterenden
triomf vau Waterloo, kon geen schooner besluit genomen worden.
Maar het zou toch te bejammeren zijn wanneer door deze
uitbreidingdie de krachten van het fonds kennelijk te boven
gaathet kapitaal van het fonds verminderd moest worden
hetgeen echter onvermijdelijk het gevolg zal wezen wanneer
de nederlandsche milddadigheid meent reeds genoeg te hebben
gedaan en niet bij voortduring met buitengewoon ruime bij
dragen in de nu waarlijk buitengewone behoeften van het fonds
voorziet.
'S llertogcnboscll, 29 Julij. Op Dingsdag 8 Au
gustus e.k. zal voor het provinciaal geregtshof van Noord-
braband te regt staan M. K.oud 56 jaren, geboren te
Huisscling, van beroep hoofdonderwijzer, wonende te Óvertangel,
gemeente Herpen, thans gedetineerd in het huis van bewaring
alhier, beschuldigd van feitelijke en gewelddadige vergrijpen
jegens de goede zeden, gepleegd in zijne betrekking als leer
meester. 13 getuigen zijn in deze zaak opgeroepen.
Omtrent de ontvlugting uit het huis van arrest te Breda
van Krijn vau Baaien, timmerman als beschuldigd van den
gruwelïjken moord t.e Dinteloord iu den avond van 15 November
des vorigen jaars, verneemt men nog de volgende bijzonderheden
De vermoedelijke moordenaar heeft een spijker weten meesler
te worden en daarmede een zware houten spijl zijner cel los
gemaakt en opgeligt. Na zijne legerstede zoodanig te hebben
gerangschikt dat het allen schijn had als lag hij ter ruste,
kroop hij door de gemaakte opening, zette de spijl weder
op hare plaats en wist ongemerkt op den nabijzijnden zolder
te komen, alwaar hij de touwen uit de daar in voorraad
liggende hangmatten nam en aan elkander knoopte; vervolgens
brak hij een paar pannen uit het dak en klom in de goot,
waarop hij zich langs het door hem aan een ijzer stevig vast
gemaakt touw van het vrij hooge gebouw liet afglijdenzich
alsnu op de plaats van het gereformeerd armkinderhuis be
vindende klauterde hij over de gesloten poort van dat gesticht
en was op straat. Des avondsten 8'/2 ure deed de gevangen
bewaarder zijne gewone ronde en meenendc dat bedoelde K.
v. B. rustig in zijn hangmat lag te slapen sloot hij als naar
gewoonte zorgvuldiglijk de deur van den gang die naar de
cellen leidt. Des morgens ten 6 ure ontdekte men het uit
het dak hangend touw en de ontvlugting van een man, tegen
vvien zeer zware vermoedens van moord ontstaan.
Dinteloord28 Julij. Heden morgen omstreeks 7
ure is K. van Baalwiens ontvlugting uit de gevangenis te
Breda dezer dagen in dit blad werd gemeld, in de omstreek
dezer gemceute gevat. Hij had zich even te voren aan de
hofstede vertoond van J. de Visser, (digt bij de brug, welke
naar deze plaats over den Dintel ligt en welke brug des nachts
steeds wordt gesloten) en aan de dienstmeid gevraagd, of hij
aldaar in de schuur mogt slapen. Dit hem door den eigenaar
geweigerd zijnde, is hij vertrokken; doch de meid, tot welke
hij zich met die vraag had gewend, was zoodanig ontsteld,
dat hare huisgeuooten geneeskundige hulp noodig achtten, om
welke te halen men zich uaar het dorp spoedde Toen het
aldaar bekend werd, dat van Baal zich in den omtrek bevond,
begaf zich de veldwachter, vergezeld van den gemeentebode eu
nog een ander inwoner, aanstonds op weg om hem te vangen,
hetgeen hun na eenigen tijd gelukte, terwijl hij zich op de
gorzen bevond en bijna niet meer voort koude. Men heeft
hem alstoen per voertuig naar Steenbergen gebragt en aldaar
in verzekerde bewaring gesteld.
Werkendam» 30 Julij. Vrijdag j.l. had op den
buitenpolder Doodematiswaard het volgende noodlottige voorval
plaats. Eenige arbeiders aldaar bezig zijnde met zaad dorschen
kwam eeu jongeling T. K. genaamd welke terzelfder tijd op
eenen anderen zaadsprei was werkzaam geweest naar eerst ge
noemden plaats en wilde aldaar mede dorschen hetgeen een
der dorschers v. li. genaamd hem belette doordien hij met
eenen dorschvlegelgenoemde T. K. zoodanig op het hoofd
sloeg dat hij na verloop van eenige uren aan de gevolgen
van den slag bezweek. Vroegere twist schijnt tot die daad
aanleiding gegeven te hebben. De dader is bereids in hechte
nis genomen. Ingez
Zierikzee, 31 Julij. Z. M. heeft benoemd tot griffier
bij het kantongeregt alhier mr. B. Ermerinsthans proc. bij
de arr.-regtb. en plaatsvv. kantonr. aldaar; zijnde aan hem
^eveus eervol ontslag verleeud uit zijne betrekking van procureur.
Het Nederlandsch tiendverboud heeft een request inge-
j diend bij den minister van justitie, betrekkelijk eene algemeene
taxatie der tiendeu hier te lande.
Volgens een telegram van Batavia, dd. 10 Julij, was
den 20sten Junij aldaar aangekomen het clipperschip Kosmopoliet
II, kapt. J. Boutenna eene reis van 78 dagen uit Brouwcrs-
haven, waaronder 9 dagen die men noodig had om door het
i Engelsche kanaal te komen.
Ten bewijze dat ook ouze voorouders verschrikkelijke
onweders gekend hebben heviger nog wel dau die van de
laatste dagen, deelt men de volgende bijzonderheden mede, die
daaromtrent opgeteekend staan: Op 1 Augustus 1674 ontstond
er 's avonds te 8 uren een ontzaglijke storm, vergezeld van
douderbliksemzware plasregen en hagel. Het was zoo
staat het beschreven „alsof de Heerc een verschrikkelijk
einde met ons wilde maken." Boomen en huizen werden neder-
geworpen; men zag naauwlijks een huis. kerk of toren onge
schonden. Buiteu Amsterdam werden wel dertig molens als ten
onderste boven gekeerd. De vermaarde domkerk te Utrecht
werd tot aan het koor tot een puinhoop gemaakt; de torens
van vijf a zes kerken aldaar vielen onder den voet, het dak