N.° 2105.
20stc Jaarg.
Woensdag 18 1801.
Nieuwstijdingen.
Redevoering,
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Men abonneert zich:
In Nederlandbij den Uitgever,
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
Abonnements-Prijs:
Voor beide uitgaven.
Voor 3 maandenf 1,30.
Franco per post, in Nederland - 1,60.
Voor Noord-Amerika, Franco New-York. - 3,90.
Verschljnti
Op Woensdag en Zaturdag.
ALdvertentlëns
10 cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertentiën kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzec, Hoek van de Scliuitbaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken Franco.
r\y
Harllngen, 14 Mei. Gisteren werd hier zóó
verbazend veel vee aangevoerd, dat de gewoonlijk
varende Engelsche booten Lion en Minister Thorbecke
alles op verre na niet konden laflen. Per telegram
heeft men daarop uil Engeland nog ccne boot verzocht
te zenden, waarop hier heden de Nora binnenkwam,
die 's middags met eene volle lading weder vertrok,
terwijl er nog eene aanzienlijke partij vee moest
achtergelaten worden door de op Huil varende stoom
boot Minister Thorbecke.
Als een bijzonderhciil wordt uit Balgoij gemeld,
dat aldaar een gepensioneerd militair, van bijna 85
jaren, die, nog krachtig en zonder eenige gebreken,
dikwijls te voel de reis van Balgoij naar Nijmegen
en terug aflegt, in ondertrouw is opgenomen.
Zwolle, 11 Mei. Van een groot getal aan
hangers van lts. van Rijn is een verzoekschrift
uitgegaan, waarin wordt gevraagd dat de algemeenc
synode der Nederlandsche Herv. kerk geenc beslissing
neme op het verzet van dien predikant tegen zijne
ontzetting, dan nadat door den regler uitspraak zal
zijn gedaan in het geding, dat thans bij hel prov.
geregtshof aanhangig is. Oil adres is, naar men
zegt, reeds van 500 handleekeningen voorzien.
De door het Provinciaal Kerkbestuur uitge-
sprokene ontvelling van den lieer van Rijn uit zijne
betrekking van predikant bij de Nederduitse!) Her
vormde Gemeente, heeft op zijne volgelingen een
diepen indruk gemaakt. Verscheidene zijner aan
hangers zijn tot andere gedachten gekomen. Eenige
wijfelaars wachten hoe ongerijmd ook op de
beslissing van hel Provinciaal Geregtshof in de
criminele zaken waarin hun gewezen leeraar be
trokken is. Zij schamen zich bedrogen te zijn.
Sommigen echter, bij welke het eene partijzaak is
geworden, blijven steeds de meer en meer hekend
wordende handelingen van hunnen leider ignoreren,
ja zelfs legen hunne overtuiging verdedigen. Ge
lukkig is het aantal dezer laatsten gering, en ook
zij zullen (misschien op eenige uitzonderingen na),
vroeg of laat tot inkeer komen. Immers hel feit
van de ontzetting zelve, spreekt overluiden geheel
afgescheiden van de reglskundige vragen of de feilen
waarvoor de heer van R. strafregterlijk vervolgd
wordt, al dan niet onder het hereik der straf
wet vallen dan wel of de gepleegde feiten alle
elementen bevatten waarop de slrafschuldighcid kan
worden gebouwd en alzoo onverschillig of van R.
veroordeeld of vrij gesproken wordt; is de acht
baarheid van het Kerkbestuur voor ieder welden-
kenden genoegzame waarborgdat de beslissing
van dat collegie was onbevooroordeeld, beraden en
regtvaardig en men zou wars van alle maatschap
pelijke orde en van alle kerkelijke eerwaardigheid
moeten zijn, om na deze beslissing nog sympathie
te gevoelen voor een man, die wel is waar aan
spraak op ons medelijden, maar helaas! niet meer
op ons vertrouwen kan maken.
Als een bewijs voor het enorme vermogen
van sommige bewoners der provincie Overijssel, oor-
deelen wij het wel der vermelding waardig, dat op
de lijst der hoog aangeslagenen in de Rijks directe
belastingen, die door Gedeputeerde Staten van die
provincie opgemaakt is, o. a. voorkomt Mr. Jacob,
Dirk, Carel baron van Hecckcren van Wassenaar,
die in tic grond- en personele belasting eene som
betaalt van 10788,11.
Men zegt dat de advocaat generaal bij het
Provinciaal Geregtshof in raadkamer te Overijssel,
hel ontslag van alle regtsvervolging moet gerequireerd
hebben van den gewezen predikant van Rijn; en
wel op grond, dat het eerste feit waarvan hij be
schuldigd is onbewezen zon zijn en het tweede niet
tol de competentie van den Nederlandschen regter
zou behooren; terwijl alleen het derde punt.de
aanklagt wegens omkooping van den cipier der ge
vangenis, zou Ie behandelen zijn. De uitspraak van
hel Hof wordt nu met belangstelling te gemoel
gezien.
Hel gerucht loopt dal de uit zijn ambt
ontzette predikant van Rijn eerlang van zijne wettige
vrouw zal scheiden.
Werkendam, 15 Mei. Deze week zal hier
ecu begin gemaakt worden inet een vast voetpad
door de Oude Haven voorzien van een ijzeren
duikeren zulks ter vervanging van een smalle
boom welke door genoemde haven legthetgeen
voor deze gemeente eene werkelijke verbetering zal
zijn, door dien genoemd voetpad naar het sloom-
booten-hoofd geleid en alzoo druk wordt begaan.
Ook Ie Hardinxveld zal eene aanlegplaats voor
sloombooten gemaakt worden reeds is op hel terrein
het noodige materieel voor genoemd hoofd aan
wezig. Ingez
Noordgouwe, 14 Mei. Gisteren had in deze
gemeente een treurig voorval plaats. De ouders
vuor acht ure in het veld zijnde hadden hunne
kinderen te huis en de deur digi gelaten. Door
het vlam vallen der kleederen is een meisje van
6 jaar letterlijk verbrand en spoedig overleden.
Doordien de deur gesloten was kon eene andere
zuster die merle in het vertrek aanwezig was geenc
hulp bieden en ook niet naar buiten om hulp te
roepen. Een waarschuwend voorbeeld voor vele
ouders! Ook in eene naburige gemeente zijn in
den verloopen winter 5 kinderen ten gevolge van
bekomen brandwonden overleden.
Ten platten lande worden kinderen door de ouders
al vroeg gebruikt lol veldarbeid lol het hoeden
van vee of zoogenaamd om Ie huis te wachten
De zucht om wat te verdienen doet de ouders Ie
vroegtijdig hunne kinderen huiselijke of landelijke
arbeid verrigten. Alom en onder allerlei vorm
worden de kinderen gedurende den tijd voor het
bezoeken der school bestemd, in loondienst door
anderen gebruikt, orn niet te gewagen van de tal
rijke gevallen, waarin de ouders hem voor eigen
dienst aan hel schoolonderwijs onttrekken. Wanneer
en hoe zal hierin verandering en verbetering komen?
Zierikzec, 18 Mei Bij de op gisteren plaats
gehad hebbende verkiezing van een lid voor den
gemeenteraad, hij herstemming tusschen de hecren
Jhr. A. O. van den Santheuvel en J L. de Does
is eerstgenoemde inet 151 van de 176 uilgebragtc
geldige stemmen gekozen. De heer J L. de Does
verkreeg 25 stemmen.
Den lldcn dezer is te 's Hertogenbosch ge
vankelijk binnengebragl Cornelia van Luxenburg,
zijnde de kindermoordenares uit Tilburg, waarvan
wij in ons vorig nomrncr melding maakten. Tot
aanvulling van dat bcrigt wordt gemeld, dat zij het
kind eerst met haren kousenband de keel heeft
toegevrongen toen ziende dat hel bleef spartelen, hel
vervolgens eenigen tijd in het vuur gelegd en na het
met water overgoten te hebben, den bijna verkoolden
romp onder hare bedstede heeft begraven, waar het
tijdens de ontdekking reeds 14 dagen bad gelegen.
Dien dag heeft de regtbank aldaar, tegen haar
te dier zake regtsingarrg met bevel van gevangen
houding verleend.
Men verneemt dat de 26jarige moeder hare
misdaad reeds volledig heeft bekend.
Op alle criminele rollen zal men te vergeefs eene
moeder zoeken, die haar kind op dergelijke wreed
aardige wijze van het leven heeft beroofd.
Men verhaalt, dat in de vorige week twee
oostenrijksche officieren aan den Helder wandelende,
op de hoogte van den spoorweg twee arbeiders ont-
moettedeu. Een van dezen scheen met die ontmoe
ting niet ingenomen en zei«wacht maar, wanneer
de weg eens klaar is dan...." De officier over dat
gezegde niet geslicht, gaf op eene verachtelijke wijze
in het rluitsch te kennen; «Wat zegt gij? de Oos
tenrijkers kunnen de Hollanders wel opvreten!" «Ja,
zei de werkman, de Hollanders hebben veel water,
dat kunnen jullie er ook bij te drinken krijgen."
Zierikzec, 15 Mei. In de zitting van de
Tweede Kamer der Slaten-gencraal van 9 Mei zijn
de <1 iscussien begonnen over het wetsontwerp tot
Regeling van liet onderwijs van Rijkswege in In
dische taal-, land en volkenkunde bij die gelegen
heid heeft de heer vari Kerkwijk de hier onder
staande redevoering uilgesproken. Den volgenden
ilag zijn de beraadslagingen over de verschillende
artikelen aangevangen en is een amendement door
de Kamer aangenomen van den heer van Kerkwijk,
waarbij bepaald werd, dat de op te riglen instelling
te Leiden zou worden gevestigd. Het geheele wets
ontwerp is vervolgens aangenomen met 41 tegen
20 stemmen.
uilgesproken door den heer van Kerkwijkbij de
algemeene beraadslaging over hel wetsontwerp
tol reaeling van het onderwijs van Rijkswege
in Indische laai-land- en volkenkunde.
Ik heb dit wets-ontwerp gelezen en herlezen met een
gemengd gevoel van genoegen en leedwezen: van genoegen,
omdat het mij aangenaam was te zien, dat er van rijks
wege eene instelling zal worden opgerigt tot het verkrijgen
op een brecden grondslag van kennis van Indie, welks
bezit zoo belangrijk is voor het moederland van leedwezen
omdat eenige bepalingen, die mij voorkomen dal in deze
wet moeten opgenomen worden, er niet in worden aan
getroffen, en omdat in de'gewisselde stukken over eenige
zaken geen genoegzaam licht is verspreid. Ik zal de
vrijheid nemen met een enkel woord op deze twee zaken
le wijzen, in de hoop dat deze punten in den loop der
discussie tot meerder licht mogen komen.
In de eerste plaats heeft het mij verwonderd, dat de
Regering, niettegenstaande den wenseh in het Voorloopig
Verslag der Kamer uitgedrukt, de plaats niet heeft aan
gewezen waar deze inrigting zal worden gevestigd. De
Regering antwoord op dit bezwaar als volgt: «Het is
de stellige mecning des Gouverncmcnts, dat de ontworpen
instelling te Leiden worde gevestigd; waar, zoo vele
andere voordeden daargelaten, ook menige verzamelingen
haar tot steun kunnen strekken. De plaats is dus niet
twijfelachtig: doch past hare aanwijzing in de wel?
Waarom hier minder, dan ten opzigle der Polytechnische
school, aan het Koninklijk besluit overig gelaten?" Ik
antwoord daarop: de Polytechnische school is eene in
rigting geheel op zich zelf, en binnen zekere grenzen
is het onverschillig waar die gevestigd wordt. Dit is
het geval niet met de genoemde instelling; volgens het
gevoelen der Regering zelve behoort de instelling voor
Indisch onderwijs gevestigd te worden in eene stad waar
eene hoogeschool is. Had men Leiden niet als plaats van
vestiging willen noemen, dan had de Regering in het
wets-ontwerp toch behooren te bepalen, dat deze instelling
zou worden opgerigt in eene stad waar eene rijkshooge-
school is gevestigd. Door de plaats van vestiging niet
in de wet op te nemen, loopt men gevaar dat een volgend
Ministerie, als het eene andere rigling is toegedaan, de
inrigting op eene andere plaats zal vestigen, waardoor
zij welligt zoa ontaarden in eene school geschikt om
jongelingen voor een examen af te rigten, maar de brecde
grondslag zou ontbreken, dien de Regering wil lot ver
krijging van kennis van Nederlandse!) Indie. Dit bezwaar
mag men niet over het hoofd zien.
Omtrent den tijd, den duur van het onderwijs wordt
weinig licht verspreid. Intusschen is het voor velen in
den lande van het hoogste belang, daarmede bekend le
worden, omdat deze instelling onder andere ook zal worden
eene kweekschool voor Indische ambtenaren. De Minister
zegt: de noodige voorschriften zullen gegeven worden hij
Koninklijk besluit. Ik hoop dat dat besluit spoediger
zal koinen dan dat op de Polytechnische school, hetwelk
wij nog steeds met verlangen te gemoet zien. Kan dat
besluit niet spoedig worden vastgesteld, dan is liet te
wenschen dat de Minister daarover bij de discussien nog
eenige inlichtingen moge geven.
Het bestuur cener instelling van onderwijs heeft een
zeer grooten invloed op dat onderwijs. Daarom verwondert
het inij dat de Regering hier niet heeft gevolgd hel voet
spoor der wet op het middelbaar onderwijs, die in art.
43 bepaalt dat bet bestuur der Polytechnische school zal
zijn opgedragen aan den directeur en den raad van hoog
leeraren. Zulk een voorschrift is een afdoende waarborg
dal die instelling niet zai ontaarden in een afriglings-
onderwijs; maar dien waarborg missen wij thans. In
liet wets-ontwerp is niets anders bepaald dan in art. 5:
»Wij behouden Ons voor, de verdere voorschriften om
trent de inrigting bij maatregel van bestuur le geven.''
Wat ik omtrent de wcliigt noodlottige gevolgen zeide,
die eene verandering in de plaats van vestiging zou hebben,
als een volgend Ministerie daartoe besloot, gcldtookbij
art. 5. Het wets-ontwerp laat eene magl aan de Regering,
die welligt ondermijnend voor de instelling kan worden.
Het is te voorzien dat aan de burgerscholen en aan
bijzondere instellingen van onderwijs een cursus zal
worden geopend voor Indische taal-, land-en volkenkunde.
Hoe zal men het regt bekomen om in die wetenschappen
onderwijs te geven?
De Regering antwoordt daarop, dat de leeraren, aan
andere instellingen van Indisch onderwijs te benoemen,
onderworpen zijn aan de bepalingen van de wet van 2
Mei 1863 Staatsblad no. 50). Zien wij het wets-ontwerp
in en gaan wij na welk onderwijs art. 2 bedoelt dan
vinden wij in de eerste plaats, dal het zal omvallen
de Indische taal- en letterkunde. De wet op het middel
baar onderwijs voorziet bij art. 77 het geval, dat men
eene acte kan verkrijgen om les le geven in de Indische
taal- en letterkunde; hier bestaat dus geen bezwaar.
Het genoemde artikel omvat nog andere onderwerpen;
het spreekt van onderwijs in de land- en volkenkunde,
de geschiedenis, hel publiek regt, het stelsel van bestuur,
de godsdienstige wetten, de volksirislellingen en de ge
bruiken van Nederlandse!) Indie. Voor hen, die het regt
willen verkrijgen onderwijs in die verschillende vakken
te geven, schiet niets anders over dan gebruik te maken
van de bepaling van art. 74 der wet op het middelbaar
onderwijs. In dat artikel wordt de gelegenheid geopend
om eene acte van bekwaamheid le verkrijgen voor het
onderwijs in de Nederlandsche taal- en letterkunde en de
geschiedkundige wetenschappen. In hel programma van
het examen ter verkrijging van die acte, te vinden in
het Staatsblad no. 8 van 2 Februarij 1864, vind ik op
genomen «Kennis der aardrijksbeschrijving der landen
en volken, en van de polilische verdeeling der Rijken,
ook in vroegere tijden." Men kan de vakken van het
onderwijs, in art. 2 van het wets-ontwerp onder de letters
bc, d en e opgenoemd, daaronder brengen; maar men
kan zeer goed een examen afleggen overeenkomstig die
algemeenc bepaling en nog geene voldoende bewijzen van
bekwaamheid gegeven hebben in de Indische land- en
volkenkunde. Er zijn waarborgen noodig voor hen die
hunne kinderen willen zenden naar eene burgerschool,
waar een leercursus voor Indische taal-, land- en volken
kunde geopend is; waarborgen waardoor zij overtuigd
ziju dat de leeraren de noodige bekwaamheid bezitten.
Die waarborgen kan men verkrijgen, wanneer in den
maatregel, die voor het inwendig bestuur der instelling
moet vastgesteld worden, terstond bepaald worde dat na
voldoend examen diploma's zullen worden uitgereikt van
bekwaamheid in de verschillende vakken, die in dit wets
ontwerp genoemd worden. De Regering verklaart, dat
wanneer de behoefte ontstaat, zij daarin zal voorzien;
maar met het oog op de oprigting van hoogere burger
scholen, en welligt van instellingen van hijzonder onder
wijs, geloof ik dat de behoefte reeds thans bestaat en hoop
ik dal de Regering terstond daaraan zal te gemoet komen.
Wordt dit ontwerp tot wet verheven, dan zullen wij
eene instelling verkrijgen, waar kennis van Indie op
eenen meer wetcnschappelijken voet wordt gedoceerd dan
tot nu toe aan de Delftsche akademie is geschied. Ik
hoop daarom dat de Regering het bestuur van die instel
ling niet langer zal laten onder het beheer van den Mi
nister van Koloniën, maar het zal plaatsen onder het
beheer van den Minister, die heiast is met het toezigt
van onderwijs, kunsten en wetenschappen, dus van den
Minister van Binncnlandschc Zaken, zoodat de uilgaven
voor deze instelling voor I860 zullen uilgetrokken wor
den op de begrooling van het Departement van Binnen-
landsche Zaken de geheele geest van de instelling brengt
dit mede.
Indien dit ontwerp wordt aangenomen, dan zal er geld
noodig zijn tot aankoop van localen, welligt tot aanstel
ling van meerdere leeraren, enz. Ik wcnscb van de Re
gering te vernemen, op welke wijze zij zich die gelden
denkt le verschaffen.
[Vervolg en slot in een volgend No
GEMENGDE BEP.IGTEN.
Tc Willemstad wordt eene lading jonge lui ge
vraagd voor de daoics die gepasseerde kermis niet
verpast zijn kunnen worden. Veel geld is er niet
voor noodigdaar jufvrouw Mie met nog eenige
voor de kosten zullen zorgen. Die dus voor wei
nig geld veel pret wilt hebben, moet maken dat
hij voor 9 Junij present is. Tante le Oud. doet
thans boete voor het kwaad dat zij gedaan heeft
om hare nicht le dwingen lot een verkeerde slap.
Zij telt icderen dag haren paternoster rond, biecht
en geeft aalmoezen, maar niet genoeg. Dus het
zal niet helpen als zij de aalmoezen niet verdubbeld.
Te Z. heeft een kalk- en zandman hel op 1
Mei zoo volhandig gehad met hel maken van siroo
poppen voor de dorps-dames, dat hij, in plaats van
le waken dat het goed van zijn vader niet weg-
goede
le ont
nemen
op 24
«ittcr,
ik ge- I
kering I
m is,
goede
e aan I
i liet I
Jaille I
arigc I
cnsl, I
50 is
j de
irp
op
re- I
sus I
'ol- 1
«le
m, I
sus I
ree
eid
als
le
'd.
rd
et
de
er
le
g
*aau ui tiji nieuwe I
jen
amh-
z.ijn der
ons overwigi „ij d,
aren,
opeschèN
»g, en