N.° 2055. Woensdag 2 December 1865. ZIERIkZEESEHE NIEUWSBODE 9leii abonneert zich: In Nederlandbij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren, (n Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Slaat Michigan. Abonnements-Prijs: Voor beide uitgaven. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post. in Nederland - 1,60. Voor Noord-Amerika, Frauco New-York. - 3,90. Yerschijnti Op Woensdag en Zaturdag Advertentlëni 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken Franco. 20sle Jaarg. De PLAATSELIJKE COMMISSIE van Genees kundig Toevoorzigt >c Zierikzeeherinnert de lielanghebhenden, dat zij Ie zorgen hehben dal geen Gebak of Suikerwaren verkocht worden, welke lennengd of gekleurd zijn met voor de gezond heul schadelijke beslanddeelen. Terwijl zij zich bereid verklaart de 'aan haar langebodene voorwerpen scheikundig te onderzoeken, waarschuwt zij een ieder, bij wien dergelijke teil verkoop bestemde voorwerpen worden gevonden voor de gcrcglelijke vervolging en straffen, waaraan rij zich zullen blootstellen. Z ierikzee1 December 18G3. De Plaatselijke Commissie voornoemd, F. KELLER, Voorzitter. S. G. NAUTA van der GRIJP, Lid en Secretaris. K ien wstij diu gen ©wgtelawft Londen, 26 Nov. Een lersch blad, de Cork Examiner, dat niet liglvaardig pleegt te werk Ie gaan met bel mededeclcn van onrustbarende ge ruchten, verbaalt dal er tegenwoordig op verschillende punten in Ierland spraak Is van ecne ophanden zijnde omwenteling. Hel sein daartoe zou gegeven worden door het landen van ecne uil Amerika lomende viool, rijkelijk voorzien van wapenen en oorlogshenoodigdheden. De Icrsche zaamgezworenen zouden, voor zoover zij hel voornemen koesteren om het Anglo-Saxische juk met geweld af le schudden, van die gelegenheid gebruik maken om zich behoorlijk uit te rusten tot den slrijd Dezer dagen heeft de reglbank van gezworenen 1c Mczières uitspraak gedaan in de Kannibaalsche vermoording eerier jonge en schoone vrouw. Zie hier hoe de zaak zich heeft toegedragenToen op den 4 Augustus dezes jaars, de jonge Erluard Lorei, zoon van een pachter le Givry, uil de school terugkwam, vond hij legen alle verwachting de deur vau het huis gesloten. Hierover ongerust, ging hij door de met hel huis verbonden schuur, die ecu doorgang naar de keuken had, waar hem een ont zettend schouwspel wachtte. Zijne moeder, die hij voor een paar uren vol leven en gezondheid had vertalen, lag mei een verpletterd hoofd op den grond in haar bloed te baden. De schedel was mclj ze ven wonden bedekl, waarvan ieder op zich zelve rlootlelijk was. De toegesnelde buren waren hel da delijk daarover eens, dal deze afgrijsselijke daad, duur niemand andeis dan door den jongen Hurn- bert, arbeider op de hoeve, kon gepleegd zijn. Het was hun allen in hel oog gevallen, dat dit jonge ineiisch, wiens zeden hoogst ongebonden waren, se dert maanden door onbeschaamde blikken, en in dringendheid de vrouw des huizes op allerlei wijze belcedigd had. Jufvrouw Lorei, cene wegens de braafheid van haar karakter, en reinheid van zeden algemeen geachte vrouw, had hein niet alleen ge voelig afgewezen, maar ook bij haar man op de verwijdering van Humbert aangedrongen. Maar deze durfde dit niet wagen uil vrees voor de vele brand stichtingen, die in den jongslen lijd door ontslagen bedienden waren gepleegd. In het diep verdorven hart van den 2ajarigcn, zeer schranderen, en nrel «ene zekere beschaving begaafden Humbert, scheen na hel besluit genomen, om deze vrouw, die on genaakbaar voor hem was, op eenc even lafhartige als brutale wijze uil de wereld le helpen. Laf hartig, omdat hij deze jonge vrouw, die zoo wel door ligchaamskrachl, als door schoonheid uitmuntte, vreesde. Alle omstandigheden, waren wel berekend de man en de gezamentlijke knechten waren op oei land en jufvrouw Lorei alleen le huis. De eerste slag moet met een ijzeren werktuig, van achteren aan hel ongelukkige slagl offer zijn toe- gebragt. Toen moei zij zich omgekeerd hebben en ecne worsteling niet den onbarinharligen moordenaar beproefd hebben, wanl de lafel was omvergeworpen en allerlei huisraad lag verstrooidEr was niets gestolen. Aan dc schuld van Humbert viel niet le twijfelen, want do vingers der vermoorde hielden krampachtig een sluk veslslof omklemd, dal men als lol dc klceiling van Humbert hehoorende erkende. Men doorzocht onmiddelijk zijn koffer en vond ook dadelijk hel verscheurde kleedingsluk. In het aan- gezigt van hel verminkte lijk, was het hem on mogelijk zijne schuld te loochenen. Hij zcide, dal hij hel uit liefde had gedaan;... ecne heerlijke verklaringwant onmiddellijk nadat hij de daad had bedreven, had hij andere klecrcn aangetrokken, en was naar een bierhuis gegaan en van daar naar eerien bekende, waar hij harmonika speelde. De verdediging was ook niet geëigend om de verbitterde gemoederen le doen bedaren Wal zal men trouwens van dc laai van een verdediger zeggen, die de zielskwellingen van een client schildert die slechts door een dunnen muur van liet huwe lijksheil eener geliefde vrouw is gescheiden De gezworenen beantwoordden zulk een gebrek aan goeden smaak, door een .schuldig" mei voorbe dachten rade, zonder verzachtende omstandigheden uil dierr hoofde werd ook hel doodvonnis met alge- ineenc stemmen geveld. Het publiek loonde even weinig goeden smaak le beziltcn als de pleitbezorger, wanl het beantwoordde de sententie des doods met eenc donderende toejuiching. lOHitttsnHWaw^r. Hel Pruissisch-Poolsche dorp Borzymen is cene prooi der vlammen geworden. Bij de 500 huizen zijn geheel afgebrand en 1200 nieiischen van huis vesting beroofd. De brand ontstond in een huis, waar bruiloft werd gevierd, en verbreidde zich in tien tninulen over de een vierde mijl lange plaals. Niemand kon iels redden, daar men op geen honderd schreden afstand het vuur kon naderen. Helgcheelc schoone kerkdorp is thans slechts een puinhoop. Ook de gclreele oogsl is door hel vuur verleerd. De landbouwers moesten hun vee naar andere dorpen overbrengen Slechts de kerk, de pastorij, de school, de apollreek en drie herbergen zijn verschoond geble ven. (Borzyinerr telt 1600 inwoners.) M'tïeHxnü, Zierikzee, 1 Dcc. In de vorige week zijn de beraadslagingen over de begroolingen en eenige kleine wellen in de Tweede Kamer der Staten - Gcneraal aangevangen. Wij lalen hieronder de redevoeringen volgen, uilgesproken door den heer J. J. ean Kerkwijklid dier Kamer voor dit dislrict, en vestigen de aandacht der landbouwers op de laatste redevoering, alsmede op het antwoord van den Minister. Redevoering, uitgesproken bij het wetsontwerp lot onderhandsclie verkoop van Rjksgrond. Ik heb ook niets tegen dit wetsontwerp, maar ik wensch deze gelegenheid niet te laten voorbijgaan zonder de aandacht van den Minister te vestigen op hetgeen over deze zaak reeds is voorgevallen bij de Algemeene Reken kamer, en hetgeen men vermeld vindt in haar verslag over het jaar 1862 daar heeft mijne aandacht getrok ken de volgende zinsnede in cene missive in dato 26 Augustus 1862, No. 80, afdecling domeinen, van den Minister van Finanlicn aan de Rekenkamer. ,,Dc ver gunning is verleend en de omkading van de tot de uit gifte op erfpacht cn op crfpachtsregl hehoorende slikken is geschied zonder dat het Departement van Finanlicn dienaangaande is gehoord of eenige mcdcdccling deswege heeft ontvangen. Ware deze gedaan dan zou dadelijk de bij het erfpachts-contract gewilde taxatie van de om- kade slikken zijn bevolen en verhooging van den erf pachtscanon zijn gevorderd*" Ik vestig daarop de aan dacht, want hel komt mij voor, dat dat geen blijk is van groote activiteit cn accuratesse van liet bestuur der domeinen. Dat bestuur moest er voor waken, dat de gronden die Rijks-eigendom zijnniet door een ander wierden omkaad. Ik vind dat door den Minister van Finantien zelvcn erkend in zijne aangehaalde missive, en ik hoop dat dergelijke zaken in het vervolg niet meer zullen plaals hebben. Dc Rekenkamer laat zich over deze zaak ook niet gunstig uit, want zij zegt van deze zaak,,zij is echter met geen anderen naam te be stempelendan dien eigendunkelijk cn wedeiregtelijk." Redevoeringuitgesproken bij de begrooting voor Buitenlandsche Zaken. Ik wenseh ecne vraag te doen aan den Minister. In gevolge het traclaat van 4 Mei 1818, Lusschen Nederland cn Engeland gesloten moest op de kust van Guinea te Sierra Leona een geregtshof worden opgerigt tot veroor- dccling van dc schepen, die zich aan den slavenhandel schuldig maken. Gelukkig voor ons vaderland is slechts zelden het geval voorgekomen dat een Nederlandse!» schip zich daarmede heeft bezig gehouden zoodal dat geregtshof eigenlijk nooit is tol stand gekomen. In het vorige jaar is evenwel een schip, genaamd Jane varende onder Nedcrlandschc vlag, beschuldigd van slavenhandelle Sierra Leona opgebragt. Ben ik wél ingelicht, dan is bij die gelegenheid in hel toen gevoerde proces de exceptie aangevoerd dat het geregts hof, waarvoor de eigenaar verscheen niet was zanien- gesteld zoo als het traclaat medebrengt, namelijk dal een gedeelte van dc regters door het Nederlandsche Gouvernement was aangewezen. Ik neem dc vrijheid lot den Minister de vraag te rigten of na dien tijd door dc benoeming van een consul of op eerie andere wijze in de genoemde leemte is voorzien. Redevoeringuitgesproken bij de begrooting van Hervormde en andere Eerediensten. Ik heb het woord gevraagd om dc aandacht van den Minister te vestigen op een paar punten die reeds larig aanhangig zijn en maar niet tot een einde schij nen te kunnen komen. Het eerste is de wet betreffende de regeling der pen sioenen van de predikanten. De Vergadering herinnert zich dat in de zitting van 1861 op 1862 een wets ontwerp is ingediend, waarover het Voorloopig Verslag is uitgebragt op 18 Junij 1862. Ofschoon dus reeds meer dan een jaar is voorbijgegaan hebben wij niels meer van dit wets-ontwerp gehoord. Ik geloof dat het hoog noodig is. dal eindelijk een einde aan dien toestand worde gemaakt want verschillende predikanten lijden door dc gebrekkige wijze, waarop tegenwoordig hun pen sioen geregeld is. Een tweede onderwerp waarop ik de aandacht van den Minister wilde vestigen, is de administratie der ker kelijke goederen. Door L. M. Willem I is den Tden Ja- nuarij 1816, hij besluit n°. 1, een algemeen reglement voor hel bestuur der Hervormde Kerk in Nederland vast gesteld, en als een uitvloeisel van dat reglement, en wel van de artt. 90 en 92, zijn bij verschillende besluiten van Zijne Majesteit provinciale reglementen vastgesteld op dc administratie der kerkelijke fondsen en de kosten van Eeredienst bij de Hervormde gemeenten in Nederland. Die reglementen zoo als zij nu bestaan kunnen niet in stand blijven. Om op een voorbeeld te wijzen, de toenmalige gouverneur of lid van Gedeputeerde Stalen is president van dit collcgie. De Minister schijnt ook overtuigd tc zijn dat die toestand niet houdbaar is want cenigcn tijd geleden heeft hij cene commissie be noemd om verslag over die zaak uit le brengen. Die commissie heeft dal verslag uitgebragt, en nu hoop ik dat de Minister daardoor spoedig geleid zal worden om die zaak te regelen. Het komt mij voor dat het ter be vordering van de scheiding van Kerk en Staat, die door de wel wordt geboden, en vooral opdat er geen misbrui ken hij liet beheer dier kerkelijke goederen kunnen plaals hehhen, noodig is dat die zaak tut een einde worde ge- bragt. De provinciale kerkbesturen, zoo als zij nu zijn ingerigt, hebben niet dc noodigc kracht om gebreken cn misbruiken weg te nemen. Ook naar aanleiding van hetgeen ik in de Memorie van Beantwoording op hoofd stuk III B heb gelezen, geloof ik dat het van het hoogste belang is dat de Minister eindelijk handen aan het werk sla. De Minister van Buitenlandsche Zaken zegt in zijn antwoord: »Maar hierbij moet niet uit het oog worden verloren dat het overblijvendevoor zooveel het een kerkgenootschap betreft verband houdt met hetgeen ook nog ten aanzien van het andere behoort tc geschie den, cn eerst zal kunnen bepaald worden wanneer de administratie der goederen van hel Hervormde kerkge nootschap definitief zal zijn geregeld." Redevoeringuitgesproken bij de begrooting van Justitie. ïk wensch aan het slot dezer discussie tot den Minister nog eenige woorden te rigten omtrent eene oude zaak, de afschaffing der tienden. l)at er vroeger in deze Kamer wets-ontwerpen omtrent deze zaak zijn behandeld is algemeen bekend, even als dat de andere tak der wet gevende magt zich niet inel die ontwerpen heeft ver een igd. Tegenwoordig hoort men weinig meer over deze zaak, en zou men willigt denken dat ze voor de landbouwers van minder belang was; dit kan ik niet toestemmen Het is waar, sommige eigenaars en administrateurs van tienden, notarissen en andere voorname lieden werken den afkoop der tienden tegen; zij hebben veel invloed in hel land, terwijl zij die het meest door dezen midden- ccuwschen locstand gedrukt worden meestal lieden zijn, die weinig in het openhaar schrijven. Door hen, die hun bestaan in den landbouw vinden, wordt steeds beweerd dat die zaak van zeer groot belang voor den landbouw is. De landbouwer moet van het geen zijn land opbrengt een gedeelte afstaan aan dc eigenaars der tienden, die tot de opbrengst niets hebben bijgedragen. In sommige oorden van ons vaderland worden groote sommen te koste gelegd om de landen tc draineren en van de meerdere opbrengst die de landen daardoor zullen opleveren, zal de bewerker van den grond een gedeelte aan den eigenaar der tienden moeten betalen. Deze toestand is onbillijk, onregtvaardig. Wat op dit oogenblik aan dit onderwerp kan gedaan worden, is, geloof ik, moeijelijk te zeggen, maar wanneer de Minister rnogt nieenen in staat tc zijn aan de be zwaren van den anderen tak der wetgevende magt le gemoet te kunnen komen dan hoop ik dal hij ons spoedig weder een wets-ontwerp tot afkoop der tienden zal indienen en daardoor voorzien in het belang van den landbouwer cn dus van een groot cn het krachtigste deel der ingezetenen, die zoo veel voor de instandhouding en den bloei van ons vaderland bijdragen. De heer OLIVIER, Minister van Justitie: Ik kan den geachten spreker die verzekering geven. Ik ben overtuigd van het groote bezwaar van den tiendenlast voor den landbouw, en zal gaarne in overweging nemen in hoe verre aan zijnen wensch kan te gemoet gekomen worden, altijd echter natuurlijk voor zoo verre zoodanige regeling niet tegen mijne overtuiging zou strijden. Zlerlhzce, 1 Dec. Gisteren wcrJ alhier iloor hel uitsteken van vlaggen en wimpels uit schier alle woningen cn openbare gehouwen, de aankomst van den prins van Oranje vóór 50 jaren te Scheveningen pleglig herdacht. Op dien dag was Zierikzee nog in hel bezit der Franschen, en had nog 14 bange dagen te verduren eer de sta<1 en hel eiland geheel door de Franschen was ontruimd, die gelukkige zonder bloedige looneelen werden doorkomen dal door velen nog levendig voor den geest werd gebragt en dankbaar herdacht. GEMENGDE BEP.IGTEX. Wegens de uitnoodiging op een congres, wordt Nederland aangeraden, vooreerst niets le doen, en behoort af te wachten welke gedragslijn Engeland zal volgen. Engeland zoekt den oorlog niet, maar heeft belangeven als Nederland de handelsbe langen le bewaken. Lndeman zeide echter dat het voor ieder, die maar twee voet grond heeft, het verstandigste is, lang naar de schoenen te zoe ken en de gekken orn de wereld le lalen vechten. Te Zaandam is bij de plaats gehad hebbende feesten, een eenvoridigen grafsteen gebragt op hel graf van J. Rok, W. Kruishaar, I. Eydenberg, G. WijnstraB. Scgglis en T. de Vrieswelke in 1815 pogingen deden om hel Fransche juk af le werpen doch daar het mislukte werden zij dood geschoten en als misdadigers hegraven. Ook te Utrecht is eene edele daad verrigt; daar is f 2200 bijeen gebragt voor 36 brave krijgsknechten, die bij Waterloo hehhen gestreden, en in kommervolle omstandigheden verkeeren zoodat die menschen 23 stuivers voor elk jaar gekregen hebben dot zij in armoede hehhen doorgcbragl. Van het feest te Spijkenisse kunnen wij zeggen dat er van 9 woningen vlaggen hebben gewapperd terwijl de logementhouder van der Scliée voor één cent de persoon iri de caroussel liet rijden, dat, met dc borreltjes, nog al een aardig duitje heeft opgediept. Tc S. werd ten 2 ure in den namiddag reeds ten tooneele gevoerd: Geen geld in kas, treurspel in één bedrijf. Ten 5 ure had er een oplogt plaals van vlaswerkers en eenige jonge meisjes voorafgegaan door twee vaandel-dragers cn éénen muziekaiil dien men niet liooren kon door het zingen van Oranje boven I" terwijl dc schoolkin deren lustig gezongen hebben voor een prentje van een paar cent, zonder hunne inagen te heb ben verzeerd met nat of droog. Drie dagen later werd er toch wat geld opgeschommeld door wat

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1863 | | pagina 1