N.# 1805. 17,le Jaarg. Nieuwstijdingen. ADRIAAN POLDERMAN ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. I 3,20 3 2,-'! Men abonneert zich: In Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonnemcnts-Prijs: Voor beide uitgaven. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, Franco New-York. - 3,90. Verscliijnt; Op Woensdag en Zalurdag. A cl verten tien: 10 cent voor eiken regel. Zogelrcgl voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advcrtenticn kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voor'middags 10 ure. SB u r c a u Zierikzcc. Hoek van de Schuitliaven B, No. 94. Brieven en Ingczondcnc Stukken Franco. TVoensdag 5 1861. Londen, 26 Junij. Het tooneel van den brand bij de Londenbrug wordt nog steeds zoo druk be zocht, dat de politie moeijclijk de nieuwsgierigen van de instortende mnren verwijderd kan houden. Het brandt nog even fel in het midden van het uitgestrekte terrein en in de met olie en talk op gevulde magazijnen als zondag, maar er is gelukkig geen windje aan de lucht, zoodat men niet bevreesd is voor eene nieuwe uitbarsting. De grootste voor- zigligheid dient echter nog steeds in acht genomen te worden, zoowel wegens de wilgloeijende afgebrande muren, die met het ligsle windje kunnen instorten, als om de uitgestrekte branden in de kelders, welke voortdurend ontploffingen veroorzaken, omdat het water, dat daarop gerigt wordt, zoo spoedig in stoom overgaat. Dergelijke ontploffingen hadden eergisteren nacht meermalen plaatsde vlammen sloegen daardoor van onder den grond uil en verhieven zich langs de kolossale mnren zonder dat evenwel de middelste muren tot heden instortten. Rondom het terrein van den brand loopt de ge smolten talk weg, welke eene verpestende lucht verspreidt en alle toegangen Ier hoogte van 2 voet verspert. Daar, zoowel als op dc rivier zijn er lieden druk bezig, om den stinkenden talk op te vangen, die voor 2 en 2'/2 peny per pond verkocht wordt. Reeds zalurdag nacht toen het vuur op zijn felst was en niemand bewust was hoe ver het zich zou verspreiden, zag men visschcrs, die op het terrein, ja zelfs midden in den vuurgloed van den in de rivier stroomenden talk bezig waren om dien met levensgevaar op te vissche». Ver scheidene van die waaghalzen moeten daarbij om hel leven gekomen zijn. Een inspecteur van politie heeft vijf zulke sterfgevallen aanschouwd eerst een man, die alleen in een bootje zal dat de brandende talk bereikte, en later een ander bootje met vier rocijers wien een dergelijk lot beschoren was. Toen de zoo moeitevol verkregen lading in brand raakte, bleef hun niets anders over dan over boord te springen maar het water schijnt hun ook geen hulp te hebben kunnen aanbieden, en men hoorde verder niets van hen, terwijl redding bepaald onmogelijk was. Het lijk van den algemeen betreurden Braidwood is gisteren ouder de puinhoopen weggehaald hel was vreeselijk verminkt en naauwelijks kenbaar. De overledene was 61 jaar oud en laat eene weduwe met 6 kinderen achter. Anders is van dc brand weer niemand verongelukt. De pakhuizen, die door ilczen vrccselijkcn brand zijn vernield, beboorcu tot dc bestgehonwde van Londen. Verscheidene er van waren zoogenaamd vuurvast, en zouden zonder twijfel aan een gewonen brand weerstand hebben kunnen bieden. Maar wat vermag ijzer en steen, als het aan zulk eene hitte wordt blootge steld De sleeuen sprongen en het ijzer smolt op het laatst. De brandspuiten, waaronder zich de stoom-hrandspuiten van dc dokken, alsmede die van de politie bevonden, konden niets uitrigten dan den brand te beperken, en ook hiertoe zouden zij buiten slaat geweest zijn, wanneer het minste windje de vlammen van den kant der rivier geslagen had naar de achterliggende huiren. Thans nog bepaald zij zich lot hel bespuiten der puinhoopen rondom het brandende terrein. Wat in het midden aan het smeulen is, moet van zelf vergaan. Wat de oorzaak van den brand betrefi, is hel zoo goed als uitgemaakt, dat deze is toe te schrijven aan zelfontbranding van ecnige halen hennip. Maar het is even zeker, dat de brand zich niet zoo ontzettend zou heb ben verspreid, ware men minder nalatig geweest in het sluiten der ijzeren deuren tussehen de verschil lende bergplaatsen, en ware er bij de aankomst der spuiten geen uur lang gebrek aan water geweest. Men^ schat de schade thans algemeen op ruim 2 millioen pd. st. welke som bijna alleen zal beuoodigd zijn voor den herbouw der pakhuizen. De meeste gebouwen waren tegen brandschade verzekerd. Parijs, 26 Junij. Een eenvoudig arbeider heeft aan de stad Parijs een middel aan de hand gedaan, om de water- en gaspijpen, welke onder den grond loopen, voor roest te bewaren. Hij merkle, dat deze pijpen, waar zij door kalkachtige gronden waren gelegd, spoedig roestten, terwijl die in leein- achligen grond liggen óf in het geheel niel, óf slechts zeer weinig oxideerden. Dc arbeider be schermt dientengevolge de pijpen voor roesl, door die met leemaarde te omgeven. De dienst aan de stad Parijs bewezen is zoo belangrijk, dat de ge meenteraad den uilvinder een levenslang jaarlijkse!» pensioen van 1500 frs. heeft toegekend. De vermaarde Blondin, de koorddanser, heeft aan de Fransche regering het voorstel gedaan de Seine over te trekken op een koord, dat van hel paleis der Tuileriën lot de kazerne op de quai d'Orsay gespannen zal worden. Dit schouwspel zou kosteloos zijn voor de bevolking van Parijs op 15 Augustus (Napoleonsdag), doch dc aanzienlijke som zou aan Blondin betaald worden, te vinden uil het krediet voor de openbare feesten van dien dag toegestaan. De pausselijke nuncialuur heeft dezen ochtend weder ongunstige tijdingen nopens den gezondheids toestand van Pius IX ontvangen. Deze beriglen worden zeer geheim gehouden, maar particuliere brieven bevestigen die beriglen. Uit dezen blijkt namelijk, dat indien de ongesteldheid van den H. Va der ook al niet oogenblikkclijk gevaarlijk is, de minste bijkomende omstandigheid den dood kan veroorzaken; de geneesheeren wanhopen in allen gevalle aan eene radicale herstelling; zij verlangen daarom, dat de H. Vader reeds vóór het feesl van Petrus en Paulus naar zijn landgoed te Castel-Condolfo zal gaan. Breda, 27 Junij. Een kanonnier van het depót bij het hier in garnizoen liggende 2de reg.-vsteing ar tillerie van verlof lerugkeerende, is des avonds op hel zoogenaamd Rucphensheike door drie mansper sonen aangetast, en na hem van zijn geld ad IS beroofd le hebben, geheel ontwapend en mishandeld. Onder de gemeente Galnipthout wil een jongen van 15 mei een meisje van 14 jaren zich in het huwelijk begeven. &3erikzce, 1 Julij. BEHANDELING voor het provinciaal geregtshof in Zeeland VAN DE ZAAK VAN BESCHULDIGD VAN moedwillige nederlaag zijner vrouw. Voor het provinciaal geregtshof in Zeeland is op 27 Junij voormiddag ten tien ure dc behandeling aangevan gen van het regtsgeding tegen Adriaan Polderman, oud 51 jaren, geboren en laatst woonachtig te Sint Laurens, zonder beroep, thans gedetineerd in het huis van burgerlijke en militaire verzekering te Middelburg, beschuldigd van moedwillige nederlaag met voorbedachten rade ondernomen en uitgevoerd op zijne wettige huisvrouw Maatje Kodde. Het voorzitterschap werd waargenomen door den raads heer mr, C. W. E. Vaillant, terwijl liet hof verder was zamengcsleld door de raadshecren mrs. jhr. A. W. Snouck Llurgronje, M. F. Lantslicer en J. P. van der Bilt-, het openbaar ministerie werd waargenomen door den heer procureur-generaal mr. M. Verbrugge, terwijl als griffier zitting had jhr. mr. W. C. de Jonge, substituut griffier. De verdediging van den beschuldigde was ambtshalve opgedragen aan den heer mr. Ph. van den Broccke. rijks-advocaat alhier. Ten tien ure werd de beschuldigde, die korten tijd te voren per rijtuig van de gevangenis naar het hofgebouw was overgebragt, binnen geleid. Oogcnschijnlijk was hij gedurende de gehecle tcregtzilting van dezen dag in zeer kalme stemming. Alle gereserveerde plaatsen in de ruime zaal waren door getuigen en belangstellenden ingenomen, terwijl zich eene ontzettend groote menigte op de daarachter gelegene voor het publiek bestemde plaats en in den omtrek van het hofgebouw verdrong. Uit de lijst der getuigen bleek dat door het openbaar ministerie 23 getuigen waren gedagvaad terwijl 5 andere ter requisitic van den verdediger des beschuldigden a décharge waren opgeroepen. Na de opening der zitting en de gebruikelijke vragen aan den beschuldigde, geschiedde voorlezing van het arrest van verwijzing naar deze openbare tcregtzilting en van de acte van beschuldiging. Hierna volgt het getuigenverhoor, hetwelk van te grooten omvang is om hier te vermelden en bepalen ons bij de navolgende conclusie, genomen door den heer procureur-generaal mr. M. Verbrugge, op Vrijdag 2S Junij. ZEd. vangt aan met de verklaring dat hij niet dan met schroom er toe over gaat om de op hein rustende verpligtirig te vervullen bij het nemen van een zoo gewiglig requisitoir als het tegenwoordige, waarbij hij het leven zal moeten eischen vaneen mensch. Het lijdt geen twijfel of in dc laatste jaren deed zich bijna geen zaak bij de regtcrlijke magt voor, van zóó treurigen aard als de onderhavige. Wel behoort er zelfbchecrsching toe om bij de behandeling ecner dergelijke zaak, welke zoo diep ingrijpt in de belangen der maatschappij en in het menschelijk gemoed tevens, de noodige kalmte en helderheid te behouden voor een onbevangen oordeel over alle bijzonderheden. 't Is heden juist vijf maanden geleden dat in den vroegen morgen aan den beschuldigde gevraagd werd waar zijne huisvrouw zich bevond, en niettegenstaande hein in bloedige trekken voor den geest moet staan al wat er in den afgeloopcn nacht was voorgevallen, beweerde hij met schijnbare kalmte dat zij zich reeds vroegtijdig naar Middelburg had begeven. Korten lijdiaier zeide hij dat zijne vrouw wel zou terugkomen. Op treurige wijze is die voorspelling bewaarheid en zeker tegen zijne bedoeling: op den 16 Februarij vond men op de aanhoorigheid zijner woning en als het ware onder de plaats waar de man zijne leugenachtige verklaring had afgelegd, het lijk in een dour hem zelf gegraven kuil. Naderhand heeft de beschuldigde erkend dat hij liet was die zijne vrouw versloeg dc vraag is thans alleen hoe is li ij daartoe gekomen op welke wijze is het uitgevoerd Over het geheelc leven van dien man hangt als het ware een rouwfloers. Hoewel het nu geen punt van beschuldiging uitmaakt, is ook in deze procedure ter sprake gekomen het plotseling eu geheimzinnig afsterven zijner eerste vrouw. Genoeg is het dat het denkbeeld van vergiftiging levendigen indruk schijnt gemaakt te hebben op de bevolking en ook op de thans verslagcne. Slechts negen maanden na dal overlijden zijner eerste vrouw, trad de beschuldigde in den echt met Maatje Kodde. Dat huwelijk scheen aanvankelijk gelukkig, maar spoedig veranderde dit. Was geldzucht of wel minnenijd daarvan oorzaak? Voor het laatste is niet een degelijk bewijs meent spreker, maar vele voor het eerste. Het valt gemakkelijk eene vrouw in verdenking te brengen, niaar het blijft in ieder geval zeer slecht zijne wettige huisvrouw den blaam op te leggen dat zij als het ware voor ieder veil was. De geruchten blijken echter alleen van de zijde van den man te komen en een der getuigen verklaarde nadrukkelijk dat hij dan wel zelf die beweerde ontrouw scheen te bevorderen. Die wet kent slechts een geldig geval te dien opzigte, cn dit bestaat hier niet. In het voorbijgaan merkt spreker op, dat bepaald misbrnik van sterken drank bij den beschuldigde onbe wezen is in ieder geval was bij het plegen van het misdrijf aan geen dronkenschap te denken. Volgens dc getuige Pctillon, dronken de echtgenooten des avonds een kop koffij, terwijl dc beschuldigde zijne vrouw plaagde met haar voor te houden hoe zij eerlang naar Vlissingcn zouden gaan wonen. De procureur-generaal treedt hierop in eene uiteen zetting van zijne nieening dat dc aanleidende oorzaak tot huisselijkcn twist was gelegen in bet huwelijkscontract en geldzucht van Polderman. De vrouw, uit den fat soenlijken boerenstand, naar ligchaam en geest bijzonder ontwikkeld, nioest zonder dienstbode haar huishouden besturen vermoedelijk was zij niet op die wijze opge voed. Spreker gaat vervolgens na hoe zich die huissclijke onecnigheilen herhaalde, en de vrouw het plan ont wierp om zich daaraan bij minnelijke schikking te onttrekken. Daar er nooit een getuide aan huis was viel het toch moeijclijk het in regten noodige bewijs te verkrijgen, waarop een eisch tot wettelijke scheiding zou kunnen ingesteld worden, ook al hadden zich reeds nach telijke worstelingen voorgedaan. Een ontwerp voor eene minnelijke scheiding was opgemaakt, waarbij aan de verslagcne de zeker vrij geringe wekelijkscbe toelage van f4 werd toegekend, doch de volvoering stuitte af op onwil van den man. Van half Junij lot 20 Augustus ging de vrouw toch te Middelburg wonen, maar uit eigen f beweging kwam zij terug omdat zij toch niet ten laste barer familie wilde komen. Als de beschuldigde haar van toen af nog in liefde had opgenomen, zonder eigen j winstbejag, dan ware het nooit zoo ver gekomen. Den 1 October 1860 had de reeds herhaaldelijk genoemde boedelscheiding der ouders van Maatje Kodde plaats. Dat de vrouw bij die gelegenheid haar wettig erfdeel niet wilde afstaan, tenzij tegen dadelijke belegging te haren name, acht spreker billijk. Dat gaf aanleiding tot hevige verbittering beschuldigde gaf zijne vrouw geen geld hoegenaamd meer cn schandvlekte haar door eene waarschuwing in dc courant om haar geen crediet te vcrleenen. Daarop volgde de bekende procedure tus sehen de echtgenooten. Nadat de vrouw herhaaldelijk beangstigd werd door bet gereed leggen van messen hamers en andere zaken, rigllc zij ecu verzoek tot den president der arroudissemenls regtbank, om verlof tot het instellen van een regtsgeding lot echtscheiding. Ilct mag geene verwondering baren dat dit zoo geheim mo gelijk werd gehouden, omdat dc vrouw natuurlijk vreesde voor den toorn van den man als hem dal doel bekend werd. In den nacht van 20 janiiarij, acht dagen vóór de nederlage, liad er weder eene nachtelijke onecnigheid plaats, en spreker wenscht aan het geweten van den beschuldigde dc beoordeeling over te laten, in hoe ver reeds toen het plan bij hem vast stond oui zijne vrouw te vermoorden. Den volgenden dag bragt de beschuldigde zijn bed uit het opkamertje, waarin hij gewoonlijk sliep, over naai de kamer niet twee slaapplaatsen cn waar ook zijne vrouw zich te bed begaf. Zijn bed werd met voordacht niet gespreid zoo als dit aldaar gewoon was, maar iu tegenovergestelde rigtiog, terwijl hij verklaart zijne kus sens zóó gerigt te hebben, dat hij te bed liggende, zijne vrouw kon bespieden. Dat hij op die wijze het uitdragen van goederen wilde nagaan en beletten, is een louter verzinsel. Daarenboven liet bij in december 1860 een sleutel op de huisdeur maken om het nachtslot te kun nen gebruiken, terwijl geen spoor beslaat dat 1»ij er ooit vroeger een bezeten heeft. Onder die omstandigheden werd, op verzoek, der vrouw, de rijksveldwacht uilgenoodigd des avonds ecu wakend oog te houden in de nabijheid der woning. In den treurigen nacht van 27 Januarij lag de be schuldigde een uur te bed, zonder te slapen, dc komst zijner vrouw afwachtende. Deze begaf zich te bed met al hare bovenkleederen, omdat zij zelve op ccnigen aanval was voorbereid. Beschuldigde naderde korten tijd later haar bed, volgens eene vroegere in regten afgelegde ver klaring zoo stil mogelijk. Hij geeft voor dat zijne vrouw zich bij zijne komst oprigtte cn naar hem sloeg, doch ook in bet visum repertum blijkt geen spoor van cenigc worsteling. Is het niet veel waarschijnlijker dat Pol derman zich zal gewapend hebben met den vuurlepelr en dat hij zijne vrouw in haren slaap overviel Zeer verklaarbaar zou het toch zijn dat zij door den slaap overmand werd, na zoo vele nachten van angstig waken. In koelen bloede verborg de booswicht vervoFgens^hct hoofd der vrouw onder de kussens, naar zijne eigene verklaring daarop met het bovenlijf drukkende lot zij stil was. Uit dc feiten blijkt dat hij daarmede volvoerde wat hij reeds lang voorgenomen en bedreigd had. Met het. lijk begaf hij zich regtstreeks naar dc schuur. Opmerkelijk is het dat dc keuze voor eene begraafplaats ai zeer spoedig gevestigd was. Hij omwond het gelaat, omdat zegt hij het hem zeer deed haar aan te zien. Dat lijk droeg hij naar zijne eigene verklaring met het hoofd tegen zijne borst, als l;ct ware tegen liet hart, dat dan toch wel eenmaal met liefde voor haai* geklopt zal hebben. Tot in dc kleinste bijzonderheden volbragt hij daarop al wat noodig was om zijn misdrijf te bedekken; hij stampte den grond aan, bedekte dien weder met cenig vuil slroo en keerde toen terug naar de kamer waarin hij kort te voren het afschuwelijk feit had gepleegd. Spreker stipt hierop nog ecnige bijzonderheden aan, als het verbergen van het bebloede laken voorzien van sleeuen in eene sloot, het overbrengen der bebloede peluw naar zijn eigen bed, enz. De feilen kortelijk resumerende, terwijl hij dc overtuiging heeft niets vergroot of verzwaard te hebben, stelt de procureur-generaal dc vraag of ten deze kan gedacht worden aan een geïsoleerd feit, in drift gepleegd, dan wel aan eene reeks van feiten, met el kander in verhand slaande en uit geldzucht voortgesproten. Ook wanneer het hof geen acht mogt slaan op de reeks van feiten die het misdrijf vooraf gingen, dan nog zou uit de wijze waarop dit misdrijf /.elf is gepleegd, dc voor bedachte rade sterk spreken. Arl. 297, wetboek van straf- regt, toch bepaalt dat voorbedachte rade ook dan wordt aangenomen, wanneer slechts vóór dc daad, ecu opzet genomen is. Ten slotte wil de procureur-generaal nog op een op merkelijk feit wijzen. De beschuldigde heeft zich ook uilgelaten »dat zijne vrouw wel zou weder komen, als zij losgelaten wordt." Daarbij was hem vermoedelijk voor den geest eene in vroeger jaren in deze provincie voorgevallene omstandigheid van eene vrouw die spoor loos is verdwenen. Polderman heeft inlusschen zeker niet bedacht dat hij, door de wijze waarop hij zich aan stonds van het lijk ontdeed cn dut alzoo aan den invloed

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1861 | | pagina 1