Zatwrdag 26 January 1861. N.° 1758. 17dc Jaarg. necht I Nieuwstijdingen. Aan de Hij ken. ZIERIKZEESCHE NIEUWSROBE Wen abonneert zicht In Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrikabij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonnement*- Pr Ij s: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland - 1,60. Voor Noord-Amerika, Franco New-York. - 3,90. Verschynt: Op Woensdag en Zalurdag. «KtiSiSf A d v c r f e n t£ U n 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 33 cent. De Inzending der Advcrtenliën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. II u r c a u t ^icrikzee, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94. Brieven cn In gezondene Stukken Franco. Zierikzee. Londen, 17 Jan. Ook lieden is nog geenc ver andering in de weersgesteldheid gekomen. Oe koude duurt voorten de Thceuis is op vele plaatsen tot bijna in het midden der rivier toegevroren. Gehecle troe pen broodeloozc arbeiders doortrekken bedelend de stad cn de armeninrigtingen worden als het ware door beliocfligcn belegerd. Groningen, 16 Jan. Men schrijft uit Emden, dat het ook daar zeer koud is. Eene arme vrouw aldaar is doodgevroren. Een opzigter van hel do mein Hunnesriick is in de sneeuw in slaap gevallen cn mede doodgevroren. Eveneens een boer uil Meppen. Een knecht uit Appeldoorn werd nog ver mist. Een dienstmeisje in Hanover, dat verlaten was door haren minnaar, een kanonnier, wilde zich laten doodvriezen. Zij ging daartoe in de sneeuw leggen slapen, en men vond haar, wel nog levend, maar toch zoo erg bevroren, dat hare beide voeten moesten worden afgezet. Maastricht, 17 Jan. Ook in deze provincie schijnt men helaas niet vrij te zullen blijven van den alles vernielenden watersnood. Onder de ge meente Obbicht cn Papenhovcn wordt een dijk met den doorbraak bedreigd. De hoofd-ingenieur van den waterstaat is onmiddclijk derwaarts ver trokken ten einde de noodige maatregelen ter wering van hel onheil te nemen. Arnhem, 18 Jan. Sedert gisteren morgen is de Rijn voor deze stad 12 duim gevallen. De rivier wordt steeds door gespannen wagens over het ijs ge passeerd. De uitgestrektheid, welke door de dijkbreuk in den Bommelerwaard is gcïnnundcerd, bedraagt 15,800 bunders land of 21 dorpen, 19,000 inwoners zijn groo- tcndcels van alles beroofd. Zalt>Bommcl, 17 Jan. Wij mogen bij den onvermoeiden ijver, met welken de alhier daargeslelde Commissie, lot ondersteuning van noodlijdenden, ten gevolge van den Watersnood in den Bommeler waard, zich van hare laak kwijt, niet onvermeld laten dat zij, door aanzienlijke giften, die haar, zoowel in geld als anderszins, uit vele plaatsen uit ons liijk, worden toegezonden, in staat wordt gesteld in de behoeften dier aan hare zorgen toevertrouwde ongelukkigen, zooveel mogelijk te voorzien. Bereids is het getal der in stads gebouwen cn partiknliere woningen ter dezer slede opgenomen ongelukkigen, tot li00 a 1200 geklommen. Door gemelde giften, die steeds toenemen, voorziet men in voeding, klee ding en ligging. Ook aan de door den ramp in nood verhoerende dorpelingen, ten getale van 5125, als: Driel 1500, Nederhemcrt 160, Brakcl 685, Zuilichem 482, Pouderoijen 243 Aalst 525, Rossom 628, Well en Ammerzodcn 600 en Gameren 500, geschieden dagelijks toezendingen van spek, brood en verdere levensmiddelen, als ook van kleeding- stukken cn het bcnoodigde tot dekking cn ligging. Overigens verdient de sub commissie alhier niet minder den mecslcn lof voor do wijze op welke zij de orde, hij de behartiging van hel lot der mede aan hare zorgen toevertrouwden weet te handhaven. 18 Jan. Niettegenstaande de vele bezigheden der commissien voor de noodlijdenden, is men toch bedacht geweest om zooveel mogelijk de ledigheid te weren en de vrouwen naai en breiwerk te geven, onder loczigt der Dorcas-vereeuiging en directrices der bewaarschool. Het ongerief door de kwellen veroorzaakt heeft zich ook tot de groote kerk uitgestrekt; vele graven zijn reeds ingevallen cn dit neemt op verontrustende wijze toe. Het getal bedeelden en gehuisvesten bedraagt thans ongeveer 1100, behalve een groot getal be hoeftige ingezetenen, aan wie, daar hunne huizen onder water staan, woningen en hulp moeten wor den verstrekt. Asjieren, 16 Jan. Maandag tnorgen ben ik weder eens naar de overstroomde streken geweest, en heb ditmaal Brakel en Zuilichem bezocht. Was de indruk, die mijne vorige wandeling op mij maakte, ontzettend, maandag zag ik nog vrees- selijker dingen, en werd ik overtuigd, dat hel niet mogelijk geweest is, met menschelijke krachten de doorbraak te keeren. Verbeeld u den dijk, even boven het dorp Brakel, ter wederzijden met huizen en huisjes bezet en met zware appel- en perenboomen beplant, en denkt dan eens dat die dijk lot boven op de kruin met ijsscholsen van 5 4 6 duim dikte, ter hoogte van 6, 7 en 8 voeten volgcstapeld ligt, zoodat men er niet overheen kan zien. Wij moesten dan ook den dijk af en binnen door over het ijs gaan cn die stapels ijs liggen op eene uitgestrektheid dijks van een paar honderd voetstappendaarop volgt terstond het gat van de doorbraak, ter lengte van 200 ellen, alwaar ik hoorde dat het niet minder opgestapeld lag vóór het doorbrak. Dus het was onmogelijk te kisten, terwijl het ijs uit de rivier zóó over den dijk krooi. Verder op lagen de ijsscholsen wel zóó hoog niet, maar daar was het water toch over eene lengte van omtrent uur gaans den dijk overgevloeid, ter hoogte van omtrent een voet, waardoor die dijk aan den binnenkant steil was afgespoeld. Het pad of de weg over den gebcelen dijk is als het ware een onafgebroken ijsvloer. Daar de dijk op die manier wel een half uur gaans overvloeide, moest hij wel bezwijken, en dat geschiedde 's nachts ten 4 ure bij felle vorst. Oude lieden zeggèn dat de rivier is gaan vastzitten met een waterstand van 5voel hooger dan hun bij hooien zeggen of bij eigen ervaring bekend was. Het tafereel van de verwoesting is niet te be schrijven. Het moet gezien worden, om er zich cenigzins een klaar denkbeeld van Ie vormen. De toestand te Zuilichem is niet zóó vreessclijk van aanzien. Daar toch was het ijs niet zoo hoog op en over den dijk geschoven, omdat de rigling van den stroom der rivier daar niet zoo vlak op den dijk aanstond. Verder op echter, boven Zuilichem, had het ijs ook al op cn over den dijk gewerkt. De doorbraak te Zuilichem noglans is ook geweldig geweest. Daar stond een slecnen korenmolen met hooge balie, het woonhuis beneden in den molen, dus een hooge molen, en toen de dijk door brak stortte die molen, met alles er in cn om in de doorbraak. Nu is er geen spoor van te zien. Aswieken of anderzins, niemand weet nog waar ze heen gedreven zijn, cn de plaats waar de molen stond, is met dijk cn grond cn alles weg, cn is nu slechts eene diepe kolk water met ijs bevloerd. Merkwaardig is de redding van een huisgezin onder Nieuwaal. Hun huis stond op den dijk, op eene nog al hooge plaats, cn terwijl aan weder zijde de dijk van ijs en water overliep, vermeenden de bewoners dat hunne woning weinig gevaar liep. Doch zich bezinnende, dat zij daar toch zoo alleen en afgescheiden waren, vertrokken zij uil hunne woning cn vervoegden zich bij anderen. Geen tien minuten daarna brak daaromslreeks de dijk, cn huis en orf werd door het water verzwolgen. Do beriglen in de Couranten opgenomen zijn in niets overdreven. De ellende cn akeligheid was in dien zondag nacht, en ook nog maandag cn dingsdag daarop hartverscheurend. Thans is wel geene genoegzame huisvesting beschikbaar, want duizenden moeten naar elders, maar er is nu voedsel en deksel, dat in de eerste dagen bijna ontbrak. Aan goederen is nu ook geen ge brek, maar geld kan niet genoeg bijeen gebragt worden, want de ramp en de ellende zullen nog lang duren, vooral als, bij het vallen van het water en het opbreken van het ijs, dat in den vloed nu reeds een voet dik is, alles wat nog staat verwoest wordt. En wat zal hel voor den Tielerwaard, de Be tuwe, onze streek en plaats enz, zijn Het uitzigt is duister, want de Waal zit overal allergevaarlijkst. Doch God regeert. Hij kan doen boven bidden cn denken. Op hem zij ons vertrouwen. Tot opwekking der mededeelzaamheid, plaatsen wij het volgende ingezonden artikel aan de Arn- hcmschc courant hieronder: Er dwaalt een korfjen aan de hand Als bode van den lijd, Een meisje om door stad en land Der liefde en trouw gewijd. Zij (reedt u voor met zachtcn groet, En meldt met droef gebaar Wat ongehoorde ramp er woedt, Bij schrik en doodsgevaar. Zij spreekt van feilen watersnood, Van koude zonder end, Van honger en gebrek aan brood En naamloozc ellend I Zij spreekt van kindren zonder dek Van grijsaards zonder staf, Rampzaal'gcn, die in 't bang gebrek Slechts uitzien naar hun graf. Zij vraagt, om 'l even wie het zij, Bij elk een mild verhoor, Maar houdt voor allen vast cn vrij U, rijken I 't korfjen voor. Zij staart u aan met droef geween, Zij bidt u duizend-voud Och, ivijst niet a[en schudt niet neen, Maar geeft wat van uw goud. Ja, geeft wal rijken, geeft tv at goed In zulk ecu bang getij' I En late uw hoofd thans uw gemoed In heel zijn uitspraak vrij\ Uw goud, boe hoog 't in prijs inoog staan, Zij hier om 't hoogst gezel I 't Brengt uitkomst in den wanhoop aan Wijl 't menschenlevens redt. Gij geeft, maar bij de vreugde cn smart Die eigen pad omgeeft, Geeft u uw gift een vreedzaam hart Dat voor geen rampspoed beeft Die gift schudt n de peluw zacht, Zij luikt meer zoel uw oog, En geeft ook in den stervensnacht Een vrijer blik omhoog. Eist, Jan. 1861. M. L. Quack. TeRossum zijn tijdens dcn jongslen watersnood verdronken: 20 paarden, 10 melkkoeijen, 50 stuks rundvee, 120 schapen, 40 geiten cn 50 varkens. Idem te Hurwenen: 1 paard, 4 melkkoeijen, 15 geiten en 20 varkens. Breda, 18 Jan. In het naburig grensdorp Zundert is dezer dagen zekere C. Nelcmans, een bejaard man, door de laatste felle koude in zijne hut doodgevroren. Zierikzee, 24 Jan. Bij den minister van bin- nenlandsclie zaken is ten behoeve van de slaglofTers van den watersnood ontvangen eene som van 450 fr. van den lieer J. Holiender te Brussel, door hem, zijne vrieuden en bekenden tot dat einde te zamen gebragt. Men meldt ons uit Zuid-Bcijerland dat op den 19 Januarij II. door de heeren J. Smits J. Auprel A. van den Tol cn L. de Penning een plcizierreisje per arreslede op het Hollandsch Diep met goed gevolg is ondernomen; iets, wal bij menschcngeheugen nimmer heeft plaats gehad, Wij vernemen dat door de commissie voor de noodlijdenden door den watersnood te's Hertogen bosch wordt voorzien in de behoeften van ongeveer 7500 inwoners van den Bommelerwaard cn van de ingezetenen van tien gemeenten in Noord Brabant. Te Herpen hebben 163 huisgezinnen, beslaande uit 750 personen, hunne woning inocten verlaten. Zij zijn deels in de school, deels in de particuliere hui zen opgenomen. -- Te Rotterdam wordt do kazerne in gereed heid gebragt, om zoo noodig bij den dooi nood lijdenden te kunnen herbergen. Tc Gorinchcm, Vianen en Sliedrcchl stelt de Coinm. des Konings in Zuid-Hollaud voor magazijnen op te riglcn, om bij den dooi gemakkelijker aan de behoeften der overstroomde streken te kunnen voldoen. De Patrie meldt dat eene inschrijving ten behoeve van de noodlijdenden door den watersnood in Nederland, te Parijs geopend is. Te Brussel worden in de voornaamste kolTijhuizcii iedcrcn avond voor hetzelfde doel collecten gehouden, welker opbrengst wordt gestort bij den Nederlandschcn gezant aldaar. Antwerpen vooral heeft een blijk van mcnschlic- vendheid gegeven. Ecnige Antwerpschc handelaars hebben zich tot den Nederlandschcn consul aldaar gewend met het aanbod, om eene inteekenhjst te openen, ten behoeve der noodlijdenden in Nederland. Dat aanbod aangenomen zijnde, werd die lijst onder bescherming van ecnige der invloedrijkslen der stad in circulatie gebragt, met hel gevolg dal daarop nu reeds voor meer dan 20,000 francs is geteekend. Men vindt op die lijst verschillende inschrijvingen van 500 500 200 100 francs en zoo voorts. De zaak vindt te Antwerpen niet slechts de grootste sympathie bij den rijken man, maar ook bij de burgerij in liet algemeen. Onder andere bijzonderheden, die bij den jong - sten watersnood in sommige geteisterde gemeenten hebben plaats gehad, schrijft men uit Ammerzodcn hel volgende: Door Pieter cn Anionic Pijnenburg, Martinus en Hendrikus van den Broek, Adrianus van Gent en Adrianus Cromvoirt, allen inwoners der gemeente Bokhoven, werden over den zwak bevroren vloed, met twee schielschouwen ruim tachtig mcnschen Ie Atnmerzoden, die hunne toevlugt op de zoldertjes hunner woningen gezocht hadden, gered. Onder dezen bevond zich Roelof van Wordragen, de oudste der gemeente, een man van zes en negentig jaren. Hij verklaarde in liet Gods-bestuur te berusten cu liever in het huis, waarin hij geboren was, Ie willen sterven, dan vervoerd te worden. Met miuzamen dwang bragt men den grijsaard echter in de schiet- schouw en de straks genoemde edele menschcnvricn- den smaakten het genoegen, hem voorloopig op de bovenwoning van den Heer van der Paal te bergen, van waar hij later naar's Hertogenbosch werd over - gebragt. fn het kasteel van cn bewoond door den baron Arthur do Woelmond hebben circa 500 menschcn hun leven gered; zelfs in eene der zalen en wel de zooge naamde blaauwe zaal, waren paardcn'en vee geborgen. Voor de noodlijdenden is aan hel Bureau der Arnhcmsche Courant bezorgd een jas en vest, het welk bestemd is voor de ongelukkigen te Zuilichem, waarbij het volgende versje gevoegd was. Watersnood doet velen lijden, Koude en honger ook misschien, Men roept thans in deze tijden, Wie slechts kan, komt hulpe bien. Op dien noodkreet ging ik zoeken, In mijn kleine kleèrenkas, En ik vond in een der hoeken Welk geluk 1 nog ecnen jas. Maar hiermede niet tevreden Zocht ik op het allerbest, En ik vond bij 'l naderlredcn, Raad eens wat I ook nog een vest. Ik ging opgeruimd van zinnen, Met mijn schat naar Tliiemc heen, En ik gooide 'tgaauw naar binnen Met dit vers en ik verdween. Maar nu heb ik een verzoekje, Aan de jongelui te doen, Snijder voegt bij 'tvesl een broekje, Schoenmakers jij elk een schoen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1861 | | pagina 1