No. 1721. WVoensdug, 19 September I860. 17e Jaarg. troonrede Nieuwstijdingen. I! i zijn verkrijg. uil hel Ma. 4- VISSER u 5 2'/, ea n vermeld, c bekomes, Hoevenagel, Wed. J. J. Maas. Ch. Sutherland. J. J. Kooman. I de Die. Ochtinan, Johz, Depótj. ZIERIRZEESCHli NIEUWSBODE. In l grljsbonte ssing een jaat i betaling dei es bij den Uit- Wen Abonneert ileh: Ia Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Grand Rapids. (Staat Michigan.) Abonnements-Prljs: YOOE BEIDE UITGAVEN. 3 maanden Voor Franco per postin Nederland Voor Noord-Amerika Franco New-York 9 V erschynt: Op Woensdag cn Zaturdag. A dvcrteniiën: 10 cent voor eiken regel. Zcgclregt voor iedere plaatsing35 cènt. De Inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 are. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken Franco. in's Anti* n. achtereen ge« >efd zonder beter* haubbin's Anti- geheel van zijne na drie jaar en professoren lanwenden dezer in de bcenen en in het pijn in de an noch werken le pijnlijke plaats |l jaren aan de eter of apotheek I met deze WattenI van hoofdkrampjl iet een aantal an- leveren allen heil che Watten lijnen Jicht en I Brand cn Jeuking Ij e vrouwen en nis [I cte ongeschondenl een on betwisten! de onderstaande l ie Wallen in den I kcld in een licht-1 Dépóthoinlcri I A. BREET-f Colijnsplaat. I Oostburg. de Vos, Sluis, le, Breskens. loije, Vlissingen. zager, Neuzen, Vrolijk, Axel. Sas van Dalen, Tholen. Hoofdplaat >r allen Is stijve ge* zeer verschillend I wijze behandeld. I gste gevallen vatil genezen worden, te vergeefs be-1 goed met de xalf|| dien aard moeten 1 at bij iedere doos I Door nig gezwel oogen van de verschrik- wordt spoedig I cdcr te voorschijn ff teel dringt tot in f| ziekte door d«| de Prijzen 8 75 /~13,o0 20,20 >0 - 13,85 - 20.20 zalf is een papier anig te handelen, le nemfft doet te bekomen hij Hoofdplaat. Bergen-opZooni) r te 's liertogen- 1 244. Hollo waf' 80 Maiden Lainc. e MKI& be- ER - VAN Andei» DE LOOZE. ter opening der Vergadering van de Staten-Generaal op Maandag 17 September 1860. Nadat de leden der beide Kamers zich achtereenvolgens in de vergaderzaal van de Tweede Kamer hadden ver enigd, wordt tegen 12'/8 ure de vergadering door den heer mr. J. A. Pliilipse geopend, die door den heer grif- jfier der Eerste Kamer een besluit van Z. M. den Koning jdoet voorlezen, waarbij hij, mr. J. A. Pliilipse, benoemd ■word tot Voorzitter der Eerste Kamer gedurende deaan- staande zitting der Statcn-Generaal. De Voorzitter alzoo, ingevolge art. 103 der grondwet, met bet beleid der vereenigde zitting belast zijnde, be- I noemt eene commissie van 18 leden der beide Kamers, cm Z. M. den koning en HH. KK. HII. den prins van Oranje en prins Frederik bij HD. aankomst aan het ge- j bouw der Staten-Generaal, te ontvangen cn in- en uit- I geleide te doen j Ten één ure vervoegen zich Hunne Execllentien de ministers, alsmede de hecrcn leden van den raad van state, in de vergaderzaal. Na een kort tijdsverloop wordt de nadering van Z. M. I den Koning aangekondigd, die zich, op de in het pro- gramma der opening omschreven wijze, naar het gebouw der Statcn-Generaal begeven heeft. |ffc. De Koning, ter vergaderzaal binnengeleid, plaatst zich op den troon, en houdt de navolgende rede Mijne lieeren Wederom mag ik uwe vergadering openen meteen ge voel van dankbaarheid. Ons Vaderland, mild gezegend, handhaaft zich op zijne plaats onder de overige Staten. Onze betrekkingen met alle mogendheden dragen blijken ecner wederzijds gewenschte vriendschap. Onze zee- en landmagt gaan loffelijk voort zich meer en meer in staal te stellen, ten allen tijde haar pligt te doen, en de middelen welke door uwe medewerking verstrekt zijn om het grondgebied des rijks te bescher men, worden met zorg aangewend. Nieuwe verordeningen omtrent de grondwettige verpligling tot het dragen der wapenen werden sedert lang vereischt; eene wet tot regeling van de sterkte en de inrigling der nationale mi litie zal u eerlang ter overweging worden toegezonden. De gezondheidstoestand der ingezetenen is verbeterd. Ik wcnsch dat de wettelijke regeling van de uitoefening der geneeskunst, waarvan de ontwerpen u zullen worden aangeboden lot bevordering van dit belangrijke gedeelte van liet volkswelzijn strekken zullen. De wetenschappen, vlijtig beoefend, vermeerderen steeds de kennis, waaraan het maatschappelijk leven behoefte heeft; ook de letteren en kunsten blijven de volksbe schaving bevorderen. De landbouw ondanks het nadeel door aanhoudende regens aan den te velde staanden oogst toegebragt, mag zich in liet algemeen in overvloedige opbrengst verheugen. In het bedrijf van den scheepsbouw is nog geen meer levendigheid, en in den toestand der reederijen gecne verbetering gekomen. Door de groote visscberij daaren tegen zijn aanvankelijk ruime voordeden verkregen. De handel, hoewel eenige terughouding bij zijne on dernemingen een gevolg is der onrust, die heerscht in ons werelddeel, levert vrij voldoende uitkomsten op en bij fabrieken en trafieken wordt een streven waargenomen naar verhoogde en verbeterde werkzaamheid. Waar deze belangen, gelijk ook het binncnlandschc en internationaal verkeer, 't welk in verband daarmede staat, regeling of uitvoering van mijne regering behoeven, is mijne zorg bij voortduring daar aan gewijd. Het onderzoek wacht u var» een zeer vereenvoudigd tarief van iti-en uitgaande regtcnen eene nu meer dan ooit gewenschte verminde ring der formaliteiten bij den doorvoer, zal, hoop ik, eerlang lot stand komen. Met de werkzaamheden tut den aanleg vap spoorwegen is, nadat de wet daartoe be trekkelijk was uitgevaardigd, onuiiddclijk een begin ge maakt. Het telcgraafnct is uitgebreid cn Noord-Holland met Friesland door een in zee gezonken kabel verbonden. Dc gunstige toestand der schatkist veroorlooft miju binnen kort een voorstel te doen tot het aanleggen van nieuwe waterwegen, ter betere verbinding van Amsterdam en Rotterdam met de Noordzee. De opbrengst van 's lands middelen mag, zoo op zich zelf als in vergelijking beschouwd met die van vorige jaren, voldoende genoemd worden. De toestand onzer ovcrzecsche bezittingen is in alle opzigten bevredigend. Door den moed en de volharding onzer zee- en landmagt is de onderwerping van Boni voltooid en het rijk van Bandjcrinassing onder ons regl- strecks bestuur gebragt. Heeft het bezit van Neerlandscb- Indie bij toeneming van bevolking en welvaart, op nieuw groote voordeden opgeleverd, een aanmerkelijk deel daar van wordt aangewend tot einden waarvan nog meer ontwikkeling in die gewesten te hopen is. Dien invloed mag men verwachten van een vermeerderd9 versneld en door kunstlichten beter verzekerd verkeer in den Indischen Archipel, van nieuwe inrigtingen voor het onderwijs, van eene krachtige verbetering der middelen van vervoer. Het wetsontwerp tot opheffing der slavernij in onze west-indische koloniën zal, gewijzigd, op nieuw aan uwe beraadslagingen onderworpen worden. Behalve deze onderwerpen, Mijne heeren, zijn er andere, niet minder gewigtig, voor welker regeling Ik uwe mede werking zal hebben in te roepen. Maat" niet van onze overleggingen alleen, heeft het vaderland zijne toekomst te wachten. Moge het de goedertierenheid ondervinden van den Almagtigcn God! Ik verklaar de gewone vergaderingen van dc staten- gcneraal te zijn geopend. Na het houden van deze aanspraak, verlaat de Koning de vergaderzaal. De vereenigde zitting der Kamers wordt daarna gesloten. Z. M. en HH. KK. HH. dc prins van Oranje en prins Frederik keeren, even als bij hel komen, onder het gejuich der zeer talrijke, zoowel van deze re sidentie als van elders zamerigevloeide menigte, naar HD. palcis terug. Napels, 6 Sept. De door den koning van Napels uitgevaardigde proclamatie, locn hij de hoofdstad verliet, luidt als volgt: «Onder dc pligten aan de koningen voorgeschreven, zijn die gedurende dc dagen van tegenspoed de verhevenste en plegtigste, en ik wil die vervullen met eene onderwerping, zonder eenige zwakheid, inet een kalm en vertrouwvol harte, zoo als het be taamd aan den afstammeling van zooveel monarchen. «Met dat doel rigt ik nog eenmaal het woord lot het volk dezer hoofdstad, waarvan ik mij thans met smart moet verwijderen. «Door een onregtvaardigen cn tegen het volken- regt indrnischendeu oorlog, is men in mijne stalen gevallen, ofschoon ik in vrede leefde met alle Eu- ropeschc mogendheden. «De verandering in mijn regcringsbesluur, mijne adhaesie aan de groote nationale en Italiannsche grondbeginselen, waren niet voldoende om dien oorlog tc vermijden; want zelfs de noodzakelijkheid om de integriteit van den staat le verdedigen, zou gebeurtenissen ten gevolge gehad hebben, die ik altijd heb betreurd. Tegen deze vijandelijkheden, waarvoor geen naam te vinden is en waarover de tegenwoordige eeuw en de eeuwen die komen zuilen, vonnis zullen vellen, protesteer ik plcglig. «Het corps diplomatique, dat bij mij geaccrediteerd was, wist sedert het begin van dezen vreemdsoortigen inval, met welke gevoelens ik bezield was voor geheel mijn volk en voor deze beroemde stad, ten einde haar te vrijwaren voor ondergang cn den oorlog, zoowel als hare inwoners en hunne eigen dommen, de heilige tempels, de monumenten, dc openbare etablissementen, de kunstverzamelingen, alles wat het erfgoed uitmaakt barer beschaving en grootheid, alles wat het toekomstige en hoven de hartstogten verhevene nageslacht zal loebehooren. «Het uur om dat woord gestand le doen, beeft thans geslagen. De oorlog nadert de muren dezer stad en liet is met eene onuilwischhare smart, dal ik mij verwijder van een deel mijns legers 001 mij Ie begeven daar, waar de verdediging mijner reglen mij roept. Het andere gedeelte des legers blijft om in overeenstemming met dc geachte nationale garde, bij te dragen lot de onschendbaarheid cn veiligheid der hoofdstad, welke ik aan den ijver van het ministerie als een heilig palladium aanbe veel. En ik vraag aan de eer en burgerdeugd van het gemeentebestuur der hoofdstad en van den kommandant dicrzelfder burgergarde, om dal zoo dierbare deel des lands de afgrijselijkheden van in wendige beroerten en de rampspoeden van den nabijzijnden oorlog te sparen. Met dat doel sta ik aan dc laalslen de noodige en de meest uit gestrekte volmagt af. «Afstammeling van eene dynastie, welke gedurende 126 jaren over dit vasteland regeerde, nadat zij het gered had van de afgrijselijkheden van een laag bestuur van onder-koningen, behoort mijne genegen heid dezen bodem toe. Ik hen een Napolilaan en ill kan niet, zonder een hitter gevoel, woorden van afscheid aan mijn welbemind volk, aan mijne landgenoolen toeroepen. Wat ook mijne toekomst moge zijn, gelukkig of rampspoedig, ik zal hen altijd met liefde gedenken. Ik beveel hun eendragt, vrede, de vervulling hunner nationale pligten aan. Laat oen buitensporige ijver voor mijne kroon geene oorzaak van onlusten worden. Heizij ik begunstigd door het lot van den tegen woordigen oorlog, weldra weder onder uw midden verschijn, hetzij het in'een meer verwijderd tijdperk aan Gods rcgtvaardigheiil moge behagen, mij den troon mijner voorvaderen terug te geven, den troon, schitterender geworden door de vrije instellingen, waarvan ik dien onherroepelijk omringd heb hetgeen ik van stonden aan wensch, is: mijn volk cendraglig, sterk cn gelukkig te zien. NapelsG September. Fbans." Men schrijft uit Napels dd. 8 September: «Het zij mij geoorloofd de gebeurtenissen die gedurende den 5en, Gen cn 7en hebben plaats gehad, in weinige woorden le verhalen. Het eenige waarop ik mij zal toeleggen, is dat er geen woord in mijn verbaal zal ziju dat den toets der waar heid niet zal kunnen doorstaan. «In den nacht van den 4 op 5 dezer werd de heer Martino, daar de tijdingen hoe langer boe onrustbarender voor liet gouvernement werden, 's avonds ten tien ure op het paleis ontboden. Hij vond er den prins Ischilella cn den lieer Dusauget, den nieuwen bevelhebber der nationale garde. Men sprak over hetgeen er te doen stond. De minister resumeerde de kwestie aldus De Koning moest zich óf aan het hoofd van het leger stellen cn eene offensieve houding aannemen, óf vertrekken cn de stad voor het onheil van een onmogelijk gcachlen wortclslrijd bewaren. Prins Ischitella stelde 'voor een gedeelte van het leger tegen Garibaldi te doen oprukken en met den rest Napels te ver dedigen. Dit plan werd ter zijde gesteld omdat men voor ongeregeldheden der troepen vreesde. Prins Ischilella en Cutrofiano weigerde hardnekkig liet bevel over het leger te aanvaardeu. De dis cussie duurde bijna den ganschen nacht zonder evenwel vrucht te dragen. «Den ben, 's morgens ten tien ure, vergaderde de raad van ministers voor den Koning dezelfde kwestie werd besproken. De ministers deden op merken dat het de zaak der generaals was om te beslissen of de oorlog mogelijk was, en dat naar hunne beslissing, het ministerie de noodige maatregelen zou bevelen. Er werd een raad van generaals gehouden; allen verklaarden de onmo gelijkheid van den oorlog, zij konden niet voor hunne troepen inslaan, en het land was vijandig gezind. Ischilella deed deze verklaring in naam van allen. Ten drie ure werd er weder een raad van ministers gehouden het vertrek van den Ko ning werd door de verklaring der generaals beslist, die alle hoop op verdediging wegnam maar er was nog een groot gevaar, Door de verwijdering van den Koning, liet men dc 40,000 gewapende manschappen, van welken bij de eenige band was, zonder kommandement. De Koning bood zelf aan om ze naar Capua le geleiden. Er werd besloten dat hij zich derwaarts zou begeven en beproeven zou er een eenigzins degelijk gewapend korps van te maken, alsmede dat hij, naar de uitslag van deze poging, het besluit zou nemen deze laatste linie le verdedigen, of wel 0111 het leger ver van de hoofdstad le ontbinden, dat leger hetwelk men thans incer geducht voor de burgers dan voor de vijanden van het gouvernement moest achten. «Ten een ure ontving dc Koning dc hoofdoffi cieren van dc nationale garde. Hij beriglle hun zijn besluit om te vertrekken, de veiligheid der hoofdstad aan hunne vaderlandsliefde overlatende, 's Avonds nam men maatregelen voor liet vertrek van den Koning, cn uien hield zich bezig om in de stad dc orde le handhaven, die ernstig werd bedreigd. «Den G September werd er ten acht ure raad van ministers gehouden, die zich vervolgens ten 11 ure naar den Koning begaven. Hij leekendc liet protest aan dc vreemde hoven, dat 's morgens door den heer dc Martino was opgesteld, en zijne aanspraak aan het volk vervaardigd door den heer Liborio Romano, dezulfde die gisteren een beroep op den generaal Garibaldi heeft gedaan en die sinds gisleren avond door den generaal in hot ministerie van binnculandsche zaken is bevcsligd. «Alle generaals, alle officieren van den generalen staf hebben hun ontslag, met uitzondering van twee officieren van den generalen staf, ingediend. Ilct is jammer dat ik de namen van die twee moedige mannen heb vergelen. Al de anderen weigerden den Koning tc volgen; ook de gehcele marine wei gerde linrc diensten. Ten twee ure kwamen dc ministers bij den Koning terug, die op eene minzame wijze van hen afscheid nam. Zij ontvingen cn namen toen van Z. M. dc treurige lastgeving aan, om, hoewel ontslagen, hunne magt tot liet laatste in han den te houden; en zonder eenige geregelde magt, in eene stad van 300,000 inwoners, door zamen- zweringen bewerkt, allezins door hevige hartstogten beroerd en waarvan de bevolking altijd lot geweld dadigheden gereed is, dc orde te handhaven. Het gezag moet slechts voor eene stoffelijke magt vallen Men kwam overeen dat bij den inlogt van Garibaldi het ministerie feitelijk zou ontbonden zijn, en de Koning le Gaëla een ander zou vormen. «Vermijd, herhaalde hij, dat er ook slechts één droppel hlocds worde vergoten." Hij zcide lot den minister van marine, den heer Garofolo: «De zeelieden en de soldaten zijn lieden te ltaliaansch gezind om den generaal Garibaldi te bestrijden; morgen zullen zij zich allen aan hem overgeven; maar als Garibaldi hen naar Vcnctic zal willen geleiden, dan zullen zij zich te zeer koningsgezind gevoelen." Dat is het eenige hittere gezegde dat den Koning ontvallen is. Ten vier ure, toen hij met Spinelli, president van den raad, en met Martino, minister van buitenlandsche zaken, die, benevens prins Torclla, tot het laatste oogenblik de pligten jegens den Koning, den staal en hun eigen geweten hadden vervuld, was alleen gebleven, tcekendc Frans II eenige besluiten lot be looning voor zijne gelrouwste dienaars, en lot ver - mindering van straffen. Hij kon niets anders meer geven. 'sAvonds ten 6 ure is hij met de Koningin vergezeld van den ambassadeur van Spanje, aan boord van het Napolitaansclie poslvaartuig gegaan, hetwelk ten 7 ure naar Gaëta vertrokken is, begeleid door twee Spaansche fregatten. De lieer Spinelli, de heer Martino en eenige anderen omringden den Koning bij zijne inscheping. De Koning zeidc tol den heer Spinelli: «Gij hebt u altijd ter zijde en in de oppositie gehouden, en thans zijl gij alleen hier." Zoo naderhand de fortuin Frans II weder op het slaalstooncel brengt, moge hij dan zijne schran dere aanmerking cn dat andere voorbeeld niet ver geten hebben. In dat laatste uur werden er ongeveer twee honderd demissies van generaals, ambtenaren en grootwaardigheidbeklecders ingediend, zij werden hij den Koning opgehoopt. Heden, den 7dcn, hebben die heeren aan Garibaldi kunnen zeggen, dat zij niet meer tol de vorige regering behoorden. 'sAvonds is er vergadering geweest bij den presi dent van den raad met den maire van Napels en den kommandanl-generaal der nationale garde. Fu werden eenige veiligheidsmaatregelen vastgesteld cn besloten dat dc lieer Dusauget cn de maire, krachlens de hun door den Koning opgedragen magt, met den generaal Garibaldi over zijn inlogt in dc slad zouden gaan onderhandelen. «Den 7den, ten negen' ure kwam de bevolking te weten, dat Garibaldi binnen een uur met den spoortrein van Castellamarc zou aankomen. Aldra was de slad met een groot aantal vlaggen inet hel Sovoycsche wapen versierd en de nationale garde kwam bijeen. Dc zaal van den spoorweg was gemakkelijk te genaken, daar waren weinig inenschon'. Reeds vertoonden zich in die slad mannen als Garibaidianen gekleed, gewapend met korte sabels j cn pistolen dc generaal zelf was verwonderd, die lieden zoo le zien. Garibaldi kwam hier, gevolgd door slechts acht zijner voornaamste officieren, aan.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1860 | | pagina 1