No. 1571.
55e Jaarg.
ÏW.
ten en
Wmnsdug, 15 April i§59.
yd:
oht
necht
KT
necht
Nieuwstijdingen.
Siatb.
ECHT
»nd
cht
ÜFtttufttftjjRt
It,
5 14 April.
IS
I zijnen ge
len dat hii
Ie 11
iden
oomnakcn
ssclien van
ZIERIKZEESEHE
EEWSRODE.
Hen Abonneert zich:
In Nederland, bij den Uitgever.
Bfj alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Nwd-Amerika bij J. QUINTUS, te Sheboygan. (Staat Wisconsin.)
Abonnements-Prfjs:
Voor beide uitgaven.
Voor 3 maanden 1,30.
Franeo per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika Franco New-York Doll. 1,10.
C, No. 105.
Verse h ij nt:
Op Woensdag en Zaturdag.
Advertentiüm
10 cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertcnticn kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken Franco.
ay
maagkwalen,
e Helmond
maagkwaal
len ter gene-
nam traps-
geleden
y toe te die-
en thans is
ƒ20,20
13,85 - 20,20
bekomen bij
Hoofdplaat
's Hertogen
5Hollmvay's
Laine,
silienstbij
holen
en bij D.
bakkers-
lig verstaat,
ren franco.
Turin, 7 April. Uit Milaan wordt berigt dat
tde volgende dagorder op de muren der kazernen
is aangeplaktSoldaten De Keizer roept u on
der de vanen om ten derden male den trots van
Piemont te fnuiken en de fanatieke verstoorders
der rust van Europa te verjagen. Piukt tegen
den vijand op, dio altijd door u op de vlugt is
gedreven! Denkt aan de overwinningen van 1848
en 1849 en eindelijk aan Novara, waar hij werd
verstrooid en vernietigd. Dat uw wachtwoord
zij leve de Keizer en ons goed regt
Turin, 9 April. De houding van Oostenrijk op
de grenzen is van een dreigenden aard. Nog altijd
kotnen versterkingen te Milaan en Pavia aan.
Brieven uit Milaan bevestigen de authenticiteit
van de dagorder aan het Ooslenrijksclie leger.
Tc Milaan zijn op nieuw twee bataillons Croaten
aangekomen.
Het aantal in Sardinië aangekomen vrijwilligers
bedraagt bijna 10,000 man.
laande ecne
we M. de
bij C. de
1 a a r s-
ELLÈte
io.
s-Kneclit
G. GOO-
t Zeeland
ne
Salaris.
Gareel -
khandelaar
'EI aanst.
kwamen
lijk gedrag,
co brieven
nd.
,OOZE.
Parijs, 8 April. Zoo even ontvang ik liet berigt,
dat de Oostenrijkers de Sardinisclie grenzen overge
trokken en Piemont binnen gerukt zijn. Dit berigt-is
hier per telegraaf bij een der voornaamste bankiers aan
gekomen en in den namiddag, tegen 5 ure, op de
beurs bekend geworden, alwaar het terstond eene
algeineene sensatie heeft te weeg gebragt. Ik behoef
er zeker niet bij te voegen, dat, wanneer dit feit
zich bevestigd, het plan ter bijeenroeping van een
congres voorloópig in duigen ligt.
De toevloed van vrijwilligers in Piemont blijft
nog sleeds aanhouden. Twee jonge lieden uit de
voornaamste en rijkste familie» op Sicilië, namelijk
de familicn Bulera en St. Joseph, zijn te Turin
aangekomen, om in Sardinisclie dienst te treden,
Men verzekert, dat er zich onder de manschappen
uit Loinbardije, die als vrijwilligers bij de Sardinische
armee zijn ingedeeld, twee honderd personen be
vinden, wier inkomsten te zamen een kapitaal van
meer dan twintig mihoen francs bedragen. Hieruit
blijkt dat die korpsen niet, gelijk sommigen wel eens
beweerd hebben, slechts bestaan uit een hoop geluk
zoekers, die niets te verliezen hebben.
Op de beurs werd heden veel gesproken over
de reorganisatie der nationale garde, waarmede liet
ministerie van oorlog zicli thans bezig houdt. Die
garde wordt namelijk zoodanig georganiseerd, dat zij
ieder oogcnblik te Parijs kan vervangen, die men
van daar naar bet oorlogstooneel zou kunnen ont
bieden. Deze maatregel is evenwel niet nieuw, daar
men dit altoos kort voor het uitbreken van een oorlog
op dien voet beeft ingerigl: Er loopt thans een
gerucht, dat de keizer aanstaanden Zondag eene alge
meens revue zal houden over de nationale garde
van bet dep. der Seine. Men verwacht dat bij die
gelegenheid wel dc ecne of andere oorlogszuchtige
demonstralie zal plaats hebben.
Een Duitscher meldt het volgende uit Lyon,
5 April: »lk kom van eene reis, die mij door een
gedeelte van Italic heeft gebragt, en kan u geen
ander berigt geven, dan dat overal dc opgewondenheid
en de toerustingen groot zijn. Alle spoorwegen
zijn vol militairen en opgeroepenen; hier te Lyon is
ecne armee van minstens 80,000 man verzameld.
Alles spreekt van den aanstaanden oorlog, en als
men naar bet congres vraagt, wordt men uitgelagclien.
Blijkbaar rust zich Frankrijk toe zooveel het maar kan
en het zal zijnen tegenstanders den oorlog ten bekwa
men tijde wel verklaren."
Een lid der liberale meerderheid in de Sar-
dinisohe kamer van afgevaardigden Peter Karei
verdedigt in eene brochure, getiteld
Binnen ecne maandhypotessc, de meening, dat
de tegenwoordige toestand in Piemont niet lan
ger dan April kan duren dan zullen de geld
middelen van Piemont geheel uitgeput zijn en
zal het of tot oorlog of tot reactie moeten komen
en als onvermijdelijk gevolg van deze laatste de
revolutie uilharsten Boggio leidt daaruit af, dat
het onder deze omstandigheden het best zoude
zijn, wanneer Piemont den oorlog alleen tegen
Oostenrijk opnam. Daar de linantien van Oos
tenrijk in geen beteren staat verkeeren dan die
van Piemont, moeten beiden evenveel reden heb
ben om zoo spoedig mogelijk op den voet van
vrede te geraken.
Brnsscl, 7 April. Op den spoorweg van Brussel
naar Creil geraakte gisteren avond een waggon eerste
klasse in brand, toen de trein in volle vaart was.
Reeds sloegen de vlammen aan alle kanten uit
de in den waggon gezeten reizigers schreeuwden
jammerlijk om hulp; de machinist hoorde daarvan
cellier niels en de trein stoomde voort. Een Franscli
officier waagde het, langs de waggons klauterende,
den machinist van bet ongeval kennis te geven,
dat de scliromclijkste gevolgen bad kunnen hebben.
Dc trein hield stil en de reizigers waren uit hunnen
vreeselijken doodsangst gered wel half geslikt, doch
niet gewond. De brand moet door wrijving ont
staan zijn.
8 April. Naar men verzekert, beeft het gou
vernement van de Oostciirijksclic regering eene dépê
che ontvangen van den volgenden inhoud:Wanneer
bij de Belgische regering het voornemen bestaat om
in geval van oorlog, hare onzijdigheid te handhaven
dan is thans het oogcnblik gekomen, daartoe de noodig
geachte maatregelen te nemen."
Alinkctrk, 6 April. Men verneemt dat de kor-
keraad dezer gemeente voornemens is, om zijn ont
slag in te dienen. Zoo als bekend is, zijn reeds ver
scheidene vergeefsche pogingen aangewend om een
leeraar te bekomen. Of de vrees van nooit te
zullen slagen of iels anders hen tot die aanvrage
heeft genoopt, is onbekend.
's Gravenkage, 7 April. Heden heeft bij het
Provinciaal geregtshof in Zuid-Holland de behan
deling plaats gehad in zake van C. A. van Gunkei,
beschuldigd van vergiftiging.
Rampzaliger, treffender, ja, in de daad verplet-
tereader schouwspel kon zich in Nederlands hooge
regtszalen wel nooit voordoen, dan een door 84
jaren ter nedergehogen, maar nog oneindig dieper
door den smaad van eene hem ten laste gelegde
vrceselijke misdaad als vernietigden grijsaard te
zien plaats nemen op de bank der beschuldigden
een man uit de eerste rangen der maatschappij
een legerhoofd, op wiens wenk eenmaal Neêrlands
dappere krijgsscharen naar het eereveld heensnel-
den, om daar mot hem lauweren te plukken, on
vergankelijk in de geschiedrollen des vaderlands.
De zitting van het hof wordt ten 10 ure ge
opend. Zoo men weet is het zamengcsleld uit de
Heeren Mr. J. A. Philipse, als voorzitter en Mrs.
A. J. T. de Bordes, S. Sinoick en J. II. van
der Sande, als raadsheeren. Het openbaar minis
terie wordt waargenomen door den advocaat-
generaal Mr. W. F. G. L. Franpois, als verde
diger des beschuldigden treedt op Mr. D. Léon.
De beschuldigde, omstreeks 9 ure uit het huis
van arrest naar het regtsgebouw vervoerd, wordt
ondersteund naar de kamer voor de beschuldigden
bestemd, geleid.
Met klokslag van 10 ure, nadat alle getuigen
reeds hadden plaats genomen en eene onafzien
bare menigte naar degercgtszaal was toegestroomd
treedt het hof de zaal binnen.
Algemeen heersebt eene plcgtige en hoogst ern
stige stilte. De beschuldigde wordt door een rijks
veldwachter en een deurwaarder ondersteund
binnengeleid. Vreesselijk is zijn uitzigt; eene lijk
kleur bedekt zijn ingevallen en gerimpeld gelaat.
Hij wordt meer gedragen dan hij loopt en sid
derend neemt hij zijne plaats op de bank der
beschuldigden in. De president stelt voor, in
aanmerking nemende den hoogen leeftijd des be
schuldigde hem te vergunnen zich het hoofd te
dekken en zittende antwoord te geven op de vragen,
die tot hem worden gerigt. Daartoe wordt be
sloten. De beschuldigde gaat zitten.
De president zegt dat hij, gebruik makende van
de bevoegdheid hem gegeven bij art. 26 van het
reglement van orde voor de inwendige dienst, voor
dit belangrijke regtsgeding een bijzitter heeft be
noemd, en laat den grlher de acte lezen, waarbij
Mr. C. D. Beens voor deze zaak als bijzitter
wordt toegelaten.
Op de daartoe door den president gedane vraag
antwoordt de beschuldigde dat bij heet Carel
August Gunkei; dat hij oud is 81 jaren, dat hij
geene betrekking vervult; dat hij is gepensioneerd
luitenant-generaal; dat zijne geboorteplaats is
sGravenhage en zijne laatste woonplaats mede
's Gravenhage.
Alsnu wordt door den griffier Mr. Serton voor
lezing gedaan van de acte, waarhij debesch. naar
de openbare teregtzitting van het hof is verwezen,
alsmede van de acte waarbij hij door den proc.-
gen. beschuldigd wordt van Vergiftiging. Naar
deze voorlezing luistert de besch. zeer aandachtig.
Hij is blijkbaar hardlioorig en houdt de hand aan
het oor.
Na deze voorlezing requireert de advocaat-
generaal tot de voorlezing van de lijst van getuigen
en deskundigen, welke lijst door den griffier wordt
gelezen. Uit deze voorlezing blijkt, dat op twee
na al de getuigen aangewezen zijn. Er zijn dus
verschenen: 1°. L. C. Esbra; 2'. J. C. Visser,
huisvrouw van H. van der Houven; 3*.5°. H.
II., A. en J. v. d. Houven, kinderen: 6°. A.
P. Dannefelser, huisvrouw van F. R. van Ileuven
van Staereling; 7°. F. R. van Heuven Staereling;
8". D. B. Rijke, med. dr; 9°. J. G. Vorstman,
heel- en vroedmeester; 10°. T. D. Vrijdag Zijnen,
scheikundige, 11°. E. A. van der Burg, schei
kundige; 12°. J. Kips, med. dr.; 13°, J. A.
Waldeck, koofd-commissaris van policie; 14°. W.
M. A. van Campen; 15'. de huisvrouw van Kok;
16". A. Stappershoef, droogist; 17°. A. F. van
Kempen; 18". J. Goudoever; 19°. H. H. van
Gogch; 20". dc generaal-majoor Scheltus, te Breda;
21°. A. de Bruin, bediende in de Witte Sociëteit
alhier; 22°. T. Pas, idem; 23°. H. W. de Heer,
verwcr; 24°. C. M. van Eyk; 25°. M. Rodi de
Loo, gepens. officier van gezondh. 1ste klasse, en
26°. Offermans. (2026 zijn getuigen van de zijde
der verdedigers gedagvaard.)
Het klein bestek onzer Courant laat niet toe
het getuigen-verhoor aan onze lezers mede te
deelen.
Nadat de acte van beschuldiging eri elf getuigen
dien dag waren gehoord, is de zittig geschorst
tot Vrijdag morgen ten 10 ure, welke alstoen is
voortgezet met het verhoor der overige getuigen.
Nadat de 28ste getuige was gehoord, heeft de
Voorzitter de beschuldigde nog
kortelings onder-
het woord lot volhouding van de
vraagd, die zijne schuld in allen deele erkende.
De advoc.-gen. Mr. W. F. G. S. Francois
bekwam toen
beschuldiging.
Edel groot achtbare heeren president en raden zegt
hij, weinige dagen waren verloopen van den jaarkring,
in welken wij ons bevinden toen zich eensklaps door
dc residentie een gerucht verspreidde, een gerucht dat
ging van mond tot mond, een vreesselijk gerucht. En
schuldig noemde men een man van wicn dc maat
schappij nooit een aanslag welken ook zou hebben
durven verwachten. Er werd gesproken van eene ver
giftiging, door een weleer hooggeplaatst krijgsman cn
wat gezegd werd scheen schier ongeloofelijk. Inlussehcn,
pres. en raden, wat ongeloofelijk scheen, is helaas waar
bevonden. Het is gebleken: cr is gepleegd eene ver
gifliging onder de meest gruwzame omstandigheden
en door den 84jarigen man die thans voor u teregfc
slaat. Verraderlijker misdaad dan vergiftiging bestaat
er welligt geen een laffe sluipmoord is liet anders
niet. In deze werd, gelijk dit zoo vele malen geschiedt,
gif toegediend onder een huichelend masker, onder het
uitspreken van woorden van genegenheid cn bescher
ming, op een weg waar men geen goddelijke zegen
ontmoeten kan. De wetgever in Frankrijk qualificcerde
de misdaad zoo juist: »de tous les crimes le plus lachc
les plus atroces." En wanneer men nu vraagt wie
was de man die zich aan die misdaad hier schuldig
maakte? dan is het antwoord hartverscheurend. De
man, die jaren lang de epauletten had gedragen die
de trots cn de eer was van het Ncderlandsche leger
een man, aan wiens moed, beleid en trouw eens een
openbaar huldeblijk werd geschonken, aan wien meerdere
onderscheiding meerder maatschappelijk eerbetoon ten
deele viel. Treurig schouwspel Anderen die hier
voor u teregt staan, kunnen cr zich welligt op beroepen,
dc misdaad in drift te hebben gepleegd, belccdigd of
getergd. Door hein kan dit niet worden gedaan. Van
hem kan niet worden gezegd dat eene mindere ont
wikkeling, ecno mindere maatschappelijke stelling hem
niet kon doen onderscheiden, dat bij niet het besef
had van goed en kwaad cn van de snoodheid van zoo
danige handeling als die, waarvoor hij hier ter verant
woording is geroepen; van hem kan alleen dit gezegd
worden dat hij tot een buitengewoon hoogen ouderdom
door den Almagtige gespaard verlaten heeft den weg
der ecre, betrekkingen aanknoopte die ik openlijk niet
breedvoerig zal behoeven tc spreken betrekkingen die
hem brugten op een weg, waarop gelegen is het u be
kend verzegeld paket, waaruit blijkt van den aard zijner
betrekkingen, op een weg van een ander paket,
waarin bij gelegde vellen nietswaardig papier, in plaats
van geldswaardige stukken die de eerste getuige toe
behoorden, maar waarvan bij de geldswaarde lot zich
genomen heeft, op ccn weg, waar eindelijk een mensch
te veel was, die uit de rei «Ier levenden moest worden
weggenomen, een weg, waarop de namclooze ellende
cn smarten gelegen zijn van Johannes Hendricus Esbra,
en waarnaar menschelijke wijze gesproken ook zijn
gedolven graf gelegen is, op cenen weg, waarop dc
verlamde krachten van Louisa Esbra gelegen zijn die
gisteren en heden bij het hof, trots alles, ook om haar
berouw zoo een diep medelijden heeft verwekt, op
een weg, waarop het langdurig levensgevaar gelegen is;
waarin de moeder van een talrijk gezin en ook hare
kinderen verkeerden, en dat alles door zijne schuld;
op een weg, ook voor hem, waarop de wet dc vrces-
selijkste straf wil toegepast hebben.
Waar wij den blik ook wenden, pres. en raden, hetzij wij
letten op de aanleiding van dc misdaad, het zij wij nagaan
de gevoelloozc, de vastberadeneen vasthoudende wijze van
uitvoering, hetzij op de gevolgen, die de misdaad heeft
gehad, en nog zou kunnen hebben, had de Voorzienigheid
dit niet afgewend, dc gepleegde misdaad toont zich in
een vreeslijk licht. De maatschappij wordt in haregrond-
vesten geschokt, wanneer de aanval komt van zulke zijde,
en dc vanen van eerlijkheid, goede trouw, opregtheid cn
zedelijkheid door zulk een man verlaten worden, op eente
wijze, als hier gebleken is.
Na deze inleiding; die blijkbaar ccn diepen indruk maakte
gaat de adv.-gen. over tot zijne eigenlijke taak, hierin
bestaande, aan tetooncn: 1. dat er vergiftiging beeft plaats
gehad; 2. dat deze beschuldigde zich daaraan beeft schuldig
gemaakt. Van deze uitvoerige uiteenzetting geven wij
hier dc hoofdgedachte.
I. Er heeft vergiftiging plaats gehad: 1. in een
glas jenever en suiker in Junij 1858; 2. in ccn pot
soep, kort daarna; 3. in een leverworst den 4 Jan;
1839.
Hij geeft hierop een kort verhaal van 't gebeurde,
ten betooge, dat er vergiftiging heeft plaats gehad. Uit
den aard der zaak is dit een aaneengeschakeld en een
onder verband gebragt verhaal en uiteenzetting der feiten,
bereids in de acte van beschuldiging opgenomen en
gisteren en heden in de debatten nader aan de getuigen
geslaafd. De zaak met de jenever is erkend. In dc
zitting van gisteren trachtte de beschuldigde wat betreft
het poeder in de soep, in twijfel tc trekken, maar het
staat in het verhoor en de omstandigheden gisteren
en heden gebleken hebben geenc reden hoegenaamd
tot de intrekking van vroegere erkentenissen opgeleverd.
Het is gisteren aan besch. op treffende wijze herinnerd
man van 84 jaren spreek de waarheid, ten minste voor
uw wereldsclien regter; maar hij wilde dat niet, en uit
het verband der verklaringen is bet gebleken dat de
sleutel tot dat bruine poeder daarin gelegen was dat
het nux vomica was, en men weet, dat dit, in ruims
mate toegediendhevige brakingen ten gevolge beeft.
Er was in de soep artscnicum cn daarenboven nux
voinicci. Hij wijst nog kortelijk op dc verschijnselen, die
zich bij moeder en kind Staereling hebben voorgedaan,
ofschoon daarvan geen punt van accusatic is opgemaakt.
Bij dc uiteenzetting der feilen, ten aanzien der worst-
vergiftiging vestigt de adYOGaat-gcneraal veoral dc aan-