ZI1MKZEESCHE NIEUWSBODE. 8e. Jaarg. SCHT Donderdag51 Maart 5 855. Nieuwstijdingen. imeid, Verscheidenheden. Een Goudzoeker. af primo April sitie heeft en eer. I biedt zich ieken en al hij den DilgtjJ van Holloira) n een verbazend oI(};( Ie Newbro bij Has 1 aan weerszijde v« de behandeliD{ en weid later oj. waar mengt zijner genezing a„, Daar hij alsloenz( alf en de pillen Tls u gebruik te tnaku ed hem in omtrci hij geduretl erkte. Hij kun ortzelteu en thans dc PniJZENï KEN ABONNEERT ZICH: fu Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren, la Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Albany, ABONNEMENTS-PRIJS t VOOR BEIDE UITGA VESI Voor 3 maanden. f i,3ö. Franco per post in Nederland- 1,50. Voor Noord-Amerika. Franco Ncw-York» Dollars 1,10. VERSCHIJNT Op Maandag en Donderdag, ADVERT EN TIEN 10 Cent voor eiken regel, Zegelregt voor iedere plaatsing 35 cents. De inzending der Advïrlenliën. kan gescliieden tot Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure# BUREAU: Zieiikzec, Hoek van de ScuuithavenLelt. 3, No. 94 Brieven cn Ingezonden st'fikken Franco* dc Frankfort, 26 Maart. In het afgeloopen jaar lijn alleen in Warschau aan de cholera van 15- f lo.30/"23,$fc(j| 16000 ingezetenen overleden. De bevolking - 8,15 - 13,90- 23,5 .|VfUls of) 157000 zielen verminderd, (e verdoelen .ant te bekoroen ZOON tc TUt louder te *s Hertogs nd 244 Hollomfi r P. «le 1LOOZE gekomen en wuic J. YAN Middi zijne pogmg,o: n te redden, do: 9 Iragen in de Mas en, afdeeling h 'iking van bedoel is te Rotlerili aar II. T. HES thans op 103.000 Katholijken, 40,000 Israëlieten en 12,000 'rptestü nten Zondag om twee uren namiddag kwam ze- jiere Huchamont, zoon van een oud-griffier van ■t vredegeregt van Louveignez, op het grondge- eid der gemeente Embourg aan, gaande langs de vier de Ourthe. Eerie vrouw, die langs den ■genovergestelden oever dier rivier ging, zag eens- lldps, dat Huchamont wanhopig worstelde met een liuir onbekend persoon; door de rivier vaneen gescheiden kon zij geen hulp bieden en toch hoor- Je zij Hochamont erbarmelijk om genade en le- w lensbi'tioud smeeken. Maar' de moordenaar was der StoombooBomder genade, hij bragt zijn slagtoffer om het 5BB2ETSS Iven door twee dolksteken, eerst .in de lendenen I kn vervolgens in de borst, wierp hem daarna in van denzclven, fl Qurljle en nam de vlugt. De kreten der vrouw, van 't AlgrmctwL|Uige van dit ijsselijk tooneel, werden eindelijk wegens zijn edtlclioord door den post-voetbode Oval, van liet verbaan van (lïll,lüor van Uhet.ée, die, den moordenaar tegen- Bomende, iiem dadelijk aangreep en gevangen nam. op Zierikzeedtujjj ^üüd gL>oft weerstand, maar beweerde dat er zelfopoffering uien mensct» in het water gevallen was. De bode, >or dat ge-zegde misleid, en ziende tevens in de erte, dat iemand op de oppervlakte der rivier ag te spartelen, liet den moordenaar los om den ewaanden drenkeling, ware het mogelijk, nog te cdden, maar het was te Iaat. De ongelukkige onk reeds toen hij in de nabijheid van de plaats wam, van waar hij hein gedacht had hulp tc lieden. De moordenaar is echter aangehouden en is ge damd Leruitte, paardensmid, oud 50 jaren en 'onende te Na nine. De postbode Orval heeft hem uor den persoon herkend, dien hij aan den oever er Ourthe vlugtende had ontmoet en aangehou- jen. Men heeft in den zak van den vermoorde, i Klaver-, L 'lens lijk men had opgevischt, ecne scliuldbeken- ;1- en Paardei 'nis gevonden van 50 franken, ten voordeelt* van MULOCK HOI lochamont, door Leruitte onderteekend. Deze laatste, na eerst halstarrig ontkend en gc- 'ochend te hebben, is eindelijk door een zamen- iop van verwarde omstandigheden en tegen hem igelegde getuigenissen voor den rogter, tot over- iging van schuld gebragt en heeft dan ook lie- end, dat hij eerst de schuldbekentenis van den ■rslagene vrijwillig had teruggeëischt, doch toen eze bepaald weigerde, woedeode geworden, den "gelukkige vermoeid en in de rivier geworpen had. Tilburg, 27 Maart. Gisteren morgen is van ilt naar 's Bosch getransporteerd, om aldaar te 'gt te staan, het ruim zestienjarig meisje, be- diuldigd van in den morgen van den 16den eii'r haar jonggeboren kind, aan of in een kuil 'pworpen te hebben. Rotterdam, 28 Maart. Eene vrouw, welke, do wij vernemen, van Gouda kwam en in hoogst rangeren staat verkeerde, is in den namiddag van •o du/er, op de hoogte van de oude planfaadje omende, verpügt geweest, hare reis naar deze stad e veitragen, daar zij kort daarop voorspoedig be llen is van een kind van het mannelijk geslacht. ö"r tusschenkomst der policie is zij onmiddelijk 1(?l haar kind naar het stedelijk ziekenhuis alhier Jfirgebragt. De kraamvrouw en het kind moeten lc» zeer wel bevinden. Uit het Journal de Luxembourg nemen wij et volgende over: In den schrikkelijke» dag van pn 20 Eehr. de eene vrouw van lisiMil, mei een zuigeling van vier maanden op kers-knecr ndc en van go' Tast Werk 'frankeerde briev I. de WIJS. iif f mei MEI jencoJigd bij Brieven fran heru as ;d, bij de W' rieven franco, li' adres bij VAN P. w LCHC den arm, uit Neufchateau terug, alwaar zij voor de correctionele regtbank als getuige was gehoord. Door de ongehoorde krachtsinspanning had zij tot op een afstand van 20 minuten, hare woning bereikt, als zij van den weg afweek, die niet meer zigtbaar noch begaanbaar was. Na gedurende meer dan vier uren in de sneeuw te hebben rondgedoold en door hagel en sneeuwbuien te zijn geteisterd, bevond zij zich ten acht ure des avonds op eenen kleinen afstand van het dorp Tramont, van waar de laatste noodkreet, welken zij slaken kon, ge hoord' werd. Op dat gekerm, kwamen eenige land lieden haar te hulp en vonden de arme moeder met haar kind in de sneeuw liggen, beiden adem den nog. Zij droegen haar in een naburige wo ning, waar zij, gedurende tien dagen, liefderijk werd verpleegd, doch eindelijk, ten gevolge van eene verplaatsing van het zog, bezweek. Zij laat een bedroefden man met drie jonge kinderen na. Door den gemeenteraad te Goes is den 24sten dezer behandeld het veel besproken plan tot re geling van het financiewezen. Na langdurige dis- cussiën is het geheele voorstel aangenomen en besloten belastingen te heffen op grondlasten en personeel, 150 opcenten op den accijns van tarwe, va ij n en gedistilleerd, hondenbelasting, kaai- en havengeld, leges, begrafenisregten, markt- en waag geld en hoofdomsleg. Aan die aanneming is tevens verbonden het afschaffen van de ambtenaren der plaatselijke belastingen en andere, en tevens be sloten tut dat einde de rijks-commiezen en polieie- agenten aan te stellen. Ook de betrekkingen van architect en onder-fabiijk zijn overbodig geacht doch is daarentegen besloten eenen opzigter over de gemeente-eigendommen en werken aan te stellen. GEMENGDE BE1UGTEN. De koningin-wed. is ten grave gedaald te Delft, doch is er niet in gebleven. In Drenthe hebben hongerige kraaijen een schaapje gedood en opgepeu zeld. Te Middelbands zijn twee diefjes ge holpen door een handlanger der policie te Bot terdam om den ontvanger aldaar te bestelen. Zou die gedienstige geest nu niet als medepligtige moeten beschouwd worden Volgens de wetja 1 O k te Zierikzee is eene medepligtigheid ontdekt die in den doofpot zal gestopt worden, omdat te hoog geplaatste personen in Nederland hoven de wet zijn. Doch, zoo men zegt, zal er kennis van gegeven worden aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, dc Gedeputeerde Stalen van Zeeland en aan den procureur-generaal bij het Pro'v. Geregtshof in dit Gewest. Een witte Rat in de val, gevangen met gerookt patervleeseh. Gevonden een tand van Petrus door den Heiligen Vader. 200 landver huizers in Noord-Braband zijn huiswaarts gekeerd, omdat hun kassier met de contanten het op een loopen heeft gezet. Te Brielle is een Agent van een begrafenis-fonds door de justitie in beslag ge nomen met gezelschap wegens het opgeven van menschen, die overleden waren en die nog spring levend zijn waardoor de begiafenis-kosten inge pakt werdep en bovendien de wekelijksche contri butie». Te Brielle zijn er dus ook gaauweitjes, zoo wel als te Zierikzee. Ook te JJsselmonde heeft de burgemeester een klus dieljes gevangen of hel hazen waren in den jagl-lijd. Aldaar kijkt de opzigter der jagt zoo door zijne neusgaten dal de hond van den bode soms loopt in de bazen- strikken. Een wahisch, die niet te vangen was, heeft zichzelf verward geloopen in gezwingeld vlas te IJsselmonde. Te Brielle bestaat groote be hoefte aan een ridder van de naald die het snij den in den grond verstaat. Toevallig is een ouderling te O. logementhouder geworden bene vens een diaken timmerman, leverancier, winkelier, tapper en bakker juist toen er een huis moest aanbesteed worden. Wonderlijk kan het fortuin toch rondspringen. Te Colijnsplaat zal men vcr- pligt worden klompen te dragen wanneer men in de keik komt, door de plassen tabakskwijl die in de banken liggen meestendeels afkomstig van een wagenmaker. Te Benesse worden er groote toebereidselen gemaakt om een luisterrijk feest te vieren van een Zanggezelschap. De zoon van Lode wijk XVII is bevorderd tot soldaat te 's Hertogenbosch. Diezelfde snaak heeft ie Bergen- op-Zoom op eene kostschool zich doen kennen dat hij niet kleinzeerig is. De commiezen heb ben weder een belangrijken aanslag gedaan be staande in een mandje schavelingen. Die mannen zoeken óók de kleintjes en laten de grooten loopen. De jongste ontdekkingen van goudmijnen in Australië, die zoo menigcu gelukzoeker naar die streken dreef, ten einde zich op eene snelle, en, zoo hij vermeende gemak kelijke wijze, rijkdommen te verwerven hebben echter ook hare schaduwzijden. De Eugelsche dagbladen hebben in den laatstee tijd droevige lafereelen opgehangen van de ellende, waaraan zij zijn blootgesteld, die te onbedacht de verre reis ondernamen. De onderstaande brief, door een Frauschen avonturier geschreven, die als zoo velen zijne fortuin in het goudland ging beproeven, bevestigen deze droevige berigten ten volle. Vooral blijkt daaruit, welke ongemakken den reizigers wachten, zoowel wegens hel hun vreemde klimaat, als door de bittere teleurstel ling, welke hen treft te midden van eene hun geheel vreemde landstreek, waar zij aau alles behoefte hebben, waar de moedigste pogingen schipbreuk lijdeu op de on dankbaarheid van eeu arbeid, welke de krachten uitput en doodt. De brief is gedagtcekend 16 October 1852 en geschreven van de oevers van deu Tarou. «Te midden van de verrooeijenissen en de ellende, welke mij van alle kanten omringen, wil ik u eenige regelen ter gedachtenis wijden. Al wat eene verhitte verbeelding u zou kunnen voorstellen is niets in vergelijking van het harde en moeitevolle leven, dat ik hier leid aan de oevers aau den Turon, op 150 mijlen van Sidney, terwijl mijne eenige beschutting tegen den stortregen, tegen de bran dende zonnestralen en tegcu de menigvuldige vliegen, wier steek dc grootste pijnen veroorzaakt, een op twee stokken uitgespannen ellendig stuk zeil is; raijue eenige dekking voor den nacht is eene oude, slechte deken, en mijne lig ging beslaat uit eene van boomtakken en bladeren ver vaardigde soort van veldbed. Er ziju nu zestien dagen verloopen, dat ik als een neger werk, en elke avond ver woest liet onweder den arbeid van den dag. Mijne be zigheid bestaat in het graven van een gat opeen vierde mijl afstands van den' Turon, in den vorm van een put, en al de aarde, welke ik er uithaal, breng ik in emmers aan den oever der rivier, om ze tc wasschen en te trach ten daaiuit een weiuig gouds te verzamelen. »Er zijn gelukkigen, die hunne moeite dikwijls goed beloond zien, doch ik heb sedert zestien dagen nagenoeg niets gevonden. Mijne lendenen zijn als het ware gebroken eu de overmatige inspanning bij eenen arbeid, waaraan men vam jongs af aan moet gewoon ziju, gaat mijne krachten te boven.- Sedert al dien tijd bestaat mijn eenig voedsel uit in water gekookte aardappelen eu thee. Men kan hier niets anders bekomen, tenzij tegen schreeuwend liooge prijzen. Dc wegen van en naar Sidney zijn bui tendien zoo onbegaanbaar, dat ecu Franschman, met wien ik kennis had gemaakt, tnij oogenblikkelijk verlaten heeft, tocu hij gewaar werd, wat liet leven in de mijnen hier eigenlek beleckent. sSedert mijn vertrek van Frankrijk, houdt ik dagelijks mijn dagboek bij. Ik zal dus mijn verhaal beginnen met mijn vertrek van Sidücy. De door mij aaugeteekeiide bij zonderheden zijn belangt ijk genoeg eu ik geloof, dal deze brief wel de eerste zal ziju, welke uit het hart van Au stralië uaar Europa gezonden wordt. aWij veitiokkeu van Sidney den 22 September. Den eersten dag weiden slechts 21 mijlen afgelegd en wij sloegen onze legerplaats gedurende den nacht aan deu kout van deu weg op. Den volgenden morgen braken wij tegen half acht ure wederom op en bereikten spoedig dat ge deelte van de landstreek, hetwelk men hier met deu naam van monden bestempelt, zijnde, namelijk, onmetelijk uil- gestrekte bergen bedekt met bosschen cn reusachtige hoornen, welke nog geheel in de.T natuurstaat ver koeren. Ten vijf ure des avouds haddeu wij den top van deu eersten berg bereikt, van waar men al de vlaktenwelke wij zoo eveu waren overgetrokkeu, kon overzien. Een uur later weiden wij door den nacht cn een on weder overvallen. Hoe meer men zich van Sidney ver wijdert, des te slechter worden de wegen. Ten zeven me hadden wij eene rustplaats bereikt, wolkewneu Blue-Moun tain uocmt eu die 56 mijlen van Sidney verwijderd is. Hel is een eigenaardig schouwspel te midden van de b'eigen de teuten tc zien van al de gclukzoekeis die zich naar de mijnen begeven met hunne fa mil iën hunne paar den en wagens, rondom omzagchclijk gioolc vuren gele gerd het heeft veel van een kamp van slruikroovers. l)en 24steu gebruikten wij liet middagmaal op 77 mij len van Sidney Ie Mount-Victoria na onze paarden ver- verscht te hebben begaven wij ons wederom op weg, met liet doel, om nog een zeven- of achttal mijlen voor het invallen van den avond af le leggen. Doch het bleef bij hei voornemen want wij werden te midden van af schuwelijk slechte wegen door den nacht overvallen. Tea acht ure des avonds kwamen wij eindelijk aan eene rivier. Niets aan den tegenoveigestelden oever gewaar wordende, meende ik mij in den weg vergist te hebben en in de bergen verdwaald le ziju geraakt ik steeg derhalve af en begaf mij le water terwijl ik mijn paard aau het leidsel voorttrok en de rivier inet ecu slok peilde er stond slechts diie of vier voelen water. Aau deu anderen kaut geko men, vond ik een weg welken ik op goed geluk insloeg. s Eindelijk werden wij ten negen ure een licht gewaar en kwamen aan eene nederzetting vau mijnwerkers, die op dal oogenblik dronken en met elkander handgemeen waren. Met groote inocitc ontvingen wij een weiuig stroo voor onze paarden en een stuk spek en brood voor ons. Wij hadden dien dag veertig mijlen afgelegd. Mijn paard was op den rug deerlijk gewond. Een heerlijk onderwerp voor een schilder leveren de mijnwerkers, welke met twee of drie te gelijk eu den zak op den rug de bergen overtrekken, of wel geheele fami- lien, welke liuuuc legerplaats gedureude deu nacht te midden van de bergen onder teuten of in karren door- breugen, dezen slapende, genen rondom een groot vuur wakende. Overigens treft men over geheele mijlen verbrande eu verwoeste bosschen aan. Wanneer men vuur wil ma ken, wordt eenhoorn ontstoken, welke als stroo brandt, daar al de boomeu welke men hier aanlreft, hartsachtig zijn; wanneer men vertrekt, blijft de boom branden, die eindelijk op zijde valt eu de omringende boomeu insgelijks iu vlam zet. «Den 25sten September, na een afschuwelijke» nacht, welken ik geheel gekleed op eene bank doorbragtbegaven wij ons weder op weg. De wegen werden meer eu meer onbegaanbaar, mijn paard kwetste zich ieder oogenblik, eu ik was genoodzaakt bijna den ganschen weg tc voet af te leggen. Aau de zijden van den weg zag men bijna niet anders, dan de lijkeu van ossen of paaiden, die da&r van vermoeijenis uitgeput waren nedergevallen. Wij hiel den ten half vijf uie halt en den volgenden dag zijnde Zondag, kwamen wij te Balhurst, hoofdplaats der provin cie en welke eigenlijk slechts beslaat uit eenige houten woningen sedert de ontdekking der mijnen in Australië gebouwd waut in de omstreken vau Balhurst werden de eerste utijiieu ontdekt. Den 27sten btak een zoo geweldig onweder los, dat in den lijd van eeu half uur al de rivieren zoodanig zwel len dat het onmogelijk werd ons wederom oj» weg te begeven. Den volgenden dag duurde deregen onafgebroken voort, het oversteken van de Macquarie, eene rivier, welke Balhurst omringt was zelfs zwemmende onuitvoerbaar. Eindelijk gelukte het mij deu volgenden dag tic rivier in eene kleine boot, over te .steken. Ik hechtte eene lange lijn aan mijn paard vast en aan den tegenovergestelde!] oever gekomen zijnde liet ik liet beest den vloed overzwemmen. Dien dag moesten wij nog twee of diie rivieren op dezelfde wijze overtrekken. Wij braglen deu nacht iu liet midden van de bergen en ouder den bloolen hemel door en kwa men deu 30stcu te Lasola aan, zijnde dit het middenpunt van de mijnen aau cie oeveis van den Turon a Lasola is eeue verzameling vau tenten en hullen, uit boomschors gebouwd. Men zoude incenen zich verplaatst te zien op eeue markt of kermis. e De Turon is een zeer brc-ede stroom welke zich met vele kronkelingen door de landstreek uitstrekt. Aau elke Logt der rivier bevinden zich de goudzoekers die daar een gat hebben gcg avcn en arbeiden. Met zijn vooral de bog teil, welke rijk aan goud zijn. Zij liggen gewoonlijk eeue Eugelsche mijl vau elkauder. Mcu is vrij algemeen van gedachte, dat dc bedding van deu Turon zeer rijk is cr zijn lieden die gedurende zes maanden den zomer afwachten om op die plaaUen tc kunnen werken. Er bevinden zich mijneu langs de geheele lengte van den Turou zoowel iti hel op- ais uivaren op 25 eu 30 mijlen van Lasola. De bevolking der mijnen vormt een zonderling contrast men vindt er personen van alle standen zoowel deu galeiboef als den gentleman welken men herkent zelfs onder ziju rood baaijen vest en ziju strooijen hoed. Over hel algemeen trachten allen het vcr- ledeue iu de-d ronkeiischap te vergelen, en walgelijke too- ner-leu ziju daarvan hel gevolg. Andere ongelukkige» door eenige oneen goud verblind, verkwisten ze, zonder de moeite en de gevaren te bedenken welke hun de verkrijging van dat goud gekost heeft deze steeds ineen verdierlijkten toestand ver koerende bevolking levert een walgelijk schouwspel op. Na een verblijf van vier dagen onder eene morsige tent welke men eene herbctg geliefde te noemen en waar aan ongedierte» geen gebiek was, slaagde ik er eindelijk iu om eeue plaats te vinden aan

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1853 | | pagina 1