ftTo„ 950,
9e. Jaarg.
Maandag 21 Maart 1853,
ikt aan He(,
ts lickond, J,
n"g by lion,
en bljiiUe Li.
liet Dind on I,,
lien direct
ie nog bijna
de A.irda[,|i(|j
-O twijfelt do
enging van j,
ziekte een i,
Gjfeld de v„„
ruimen oogst
rijn liiervnn
iiinne beslollin
n ten t'inde
;n aan alle t
TUUTEL,
ve Buogerdsln
k D, No. 223
ZIËBIK.ZEESCHE NIEUWSBODE
GSEN A&GNNEERT ZICH;
In Nederland, bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren,
la Noord-Ami'iika, bij J. QUINT US, te Albany,
ABONNEMENTS-PRIJS t
VOOR BCIDE UITCAVEH.
Voor 3 maanden.
Franco per post in Nederland
Voor JNoord-Arnerika. Franco New-York.
r i.3o.
- 1,80.
Dollars 1,10.
VERSCHIJNT
Op Maandag en Donderdag,
ADVERT ENTIEN
10 Cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing 35 cento.
De inzending der Advsrlenliën kan geschieden tot
Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure#
BUREAU:
Zieiikt.ec, Hoek van dc SehuithavcnLett. B, No. 9i
Brieven en Ingezonden stukken FraueOo
hebben tncnj,
en
andere «licr^t
bedorven blued,
genezen, bestaal
0,1 ui
uitmuntend mi
ivert liet
t. Hetzelve is
okerachtige ïw«
een iederdaai
te maken.
f7,73 /15.30/"21
•8,15-13,90-
te bekot
Ie
louder te'slierlo;
244, Hollm
borigt dcgei,
DE jV door r.
Hen doen dek'
beslaat op i
er mode ronii
te stellen voorI
t rijn paard
laall men sin
r'eu'.eii of Ka
NKE LEMSOJ
i Boschwe|,t
Bruinim.
Beoordeelimg «Ier wet op de Ministeriële
Verantwoordelijkheid.
Wij hebben in twee vorige nummers
den hool'Jzakelijken iulioud medegedeeld
rnii het wels-ontwerp over de Ministeriele
Verantwoordelijkheid, en men vraagt nu
welligt over dezelve ons gevoelen.
Wij houden dat ontwerp voor een zeer
doelmatig en van practischc en slaatsregler-
lijko kennis evenzeer gunstig getuigend be
wijs, dat de Minister van Justitie op de
bougie staal van zijnen lijd, en volkomen
den geest der natie begrepen beeft en ge-
\ulgd is.
Onder de fondamenten, waarop het ge
bouw onzer hervormde Grondwet is opge
trokken, beslaut de Ministeriële Verantwoor
delijkheid geoue geringe plaats. En, ofschoon
cr vroeger reeds twee ontwerpen dienaan
gaande werden voorgedragen, zoo scheen
hel loch, dal zich bij de beoordeeling van
KERS 'uVWBdezelve zwarigheden en vraagstukken op
deden, nopens welke men lot geen een
stemmig resultaat kou komen.
Men wilde, dat de Ministers verantwoor
delijk zouden zijn, dat is, dal de natie niet
erkoos, en de Grondwet niet duldde, dat
men blindelings aan dezelve een vertrouwen
schenken zou, hetwelk men naar willekeur
zich waardig of onwaardig betonnen kon.
Dc polilieko verantwoordelijkheid dier Staats
mannen te regelen die zonder dat van
zelf uit de Grondwet voortvloeit was
niet genoegom aan de bestaande be
hoefte en den weiisch der natie te voldoen.
Men nroge al beweren, dat die behoefte
zich bij andore natiën niet laat gevoelen en
at men zeer ligt eenoa zoodanigen waarborg
an missen. Men moge vaststellen, dal do
ettelijke verantwoordelijkheid een voldoende
wang der teugel is, om alle misbruiken te
leer Ie gaan; de ondervinding van onzen leef
ijd heeft bet tegendeel maar al te droevig en
nt onberekenbare schade der natie en der
ichalkist geleerd. Ja, als een Minister van
net PRIMO1 'e-e (lagen niet aarzelt, den volke openbaar
TïiWWEKJU tan te kondigen, dat zijne vroegere ambts-
an ZAl.n voorgangers zich aan verregaande slordigheid
ndo en van
vast Werk
tikeerde Brit
.1. DE WIJS,
Joogeii
nst niet hti
li terstond of
A DM1 NISI
geplaatst en k
(isclilen zijn
eurig Reken?
ipte ocrlijkhe'
naar geschil
erking vertanj
soon of roet
n Kantore vi
EBR. BD1JZF..
irstend of
EEN BE KW.
■Knecht, onf
ie Godsdienst,
f in persoon,
ar, te Colijm,
'iet. Franco
toodigd'.
ïs-Knec
-rk bij J.
we. Biie»en
ters-Knei
'AAUVV, te
liefst in per»
nmeid,
igd adres
D benoodigd,
die
lnto'f
imgaan.
itgever dfZfs<
iïTvan V.
n pliglvcrzuiin hebben schuldig gemaakt,
lun is alle betoog, dal de wel der zede-
ijke verpligting genoegzaam is lol beteogc-
ln8 en dat elk Minister genoeg zijne hooge
oeping gevoelt en daarom vertrouwen ver-
lient, ijdelledig geschreeuwdat geene
vederlegging verdient en waarschijnlijk al-
een het werk is van gereede handlangers
'erzalken die gaarne al die grondwettige
landen zouden willen losscheuren. Evenmin is
Herloc voldoende een ander heilrijk gevolg
'er Grondwet: openbaarheid, namelijk.
n wij juichen dus hooglijk toe, dat de
'huister van Justitie zich niet alleen bepaald
bicft tot de politiekemaar daarbij zeer
'oelmatig de strafreglerlijke en financiële
erantwoordelijkhcid heelt gevoegd.
beze beide gevolgen der wet wij ach-
en dezelve in hot aangeboden ontwerp op
'W practischc wijze aanwezig, en achten
ze te gelukkiger, naar male hut Gouver
nement vroeger uitging van het denkbeeld,
dat eene financiële verantwoordelijkheid ge
schikter plaats zou vinden in eene speciale
Instructie of wet voor den Minister van
Financiën.
Waarom toch zou men dien Staatsman
ten dezen uitzondereu van de algenieene
Slrafreglerlijke bepalingen
Neen, goede trouw alleen bij al bet
vele goede, dat wij in ons tegenwoordig
Ministerie niet blijdschap mogen opmerken
en erkennen zij is geen genoegzame
waarborg, dat ten allen tijde Ministers bun
nen pligt naar belmoren zullen vervullen.
Onwillekeurig verzuimonkunde of iets der
gelijk, waar achter men zooveel kan ver
bergen, aan deze behoort eene eng beperkte
omschrijving gegeven te worden, des, dat
men die onbepaalde argumenten niet
knnne uitrekken als elastiek. Ook deze heeft
de Minister niet éénen slag weggecijferd
door bet belangrijk beginsel vast te stellen,
dat de strafbaarheid niet kan afhangen van
dc vraag: of de Minister bekend was of
kon wezen met het misdadige van de daad,
of liet verzuim, dat hij pleegde? maaral
leen van de vraag: of het feit strafwaaidig
is naar de termen der wet? Ware of voor
gewende onbekendheid met de wet, dwaling,
of wat dies meer zij, bevel van hooger hand,
niets kan den Minister verscbooneu, zoo hij
de Grond- of Rijkswet overtreden of gro
velijk verzuimd heeft, dezelve na te leven.
l)e Tweede Kamer moge vroeger, toen
er een feit bestond, omtrent hetwelk liet
Gouvernement een onderzoek bad ingesteld,
eeue schier geheel tegenovergestelde leer
hebben omhelsd, en getoond de leer der
onkunde, dwaling of oiimagt, of hóé moet
men haar noemen? toegedaan te zijn ge
weest; wij houden liet voor een sprekend
bewijs, dat do Minister v;m Justitie clen tijd
en volksgeest kent, en even daarom al dat
momtuig op eens flinkweg beeft afgerukt.
Hij ontwierp wijsseli|k eeue wet en in deze
zijn al die oinliangsels van de dagen des
belionds en van blind vertrouwen wegge
worpen. Trouwens, hoever wij met dat ver
trouwen gekomen zijn en hoe diep de
schatkist cr door gezonken is, wij behoeven
liet niet te herhalen, wij lijden nog dage
lijks aan die wonden.
De slotsom onzer beoordeeling aldus is
deze: dat bel bedoeld wetsontwerp zeer
doelmatig, praclisch en oordeelkundig is
ja, dal uien, zonder aan het openbaar ka
rakter van de hoofden der Departementen
te kort te doen, geen strenger bepalingen
luid kunnen voorschrijven,- ten gevolge
waarvan dan ook de Natie den licclitslen
waarborg in die wet vindt, dat hel Ministe
rie getrouwelijk deszelfs pliglen zal naleven
N ie u ws lij d i n gen
Kntnvia 26 January. In de laatste dagen van
het afgtdoopen jiar ontdekte men in de Java-zee,
0[> de hoogte va 11 Tagal een in zee verbrand
koopvaardijschip. Vier personen tot dat vaartuig
behoord hebbende werden opgenomen van Sa
mara ng on Pekaulongan waar zij aankwamen
naar Tagal opgezonden toen zij eindelijk na een
langdurig onderzoek verklaarden te behooren tot
de bemanning van het Ëngelsche barkschip, Be
renice genaamd toehehoorende on gevoerd door
kapitein Cundy hetwelk met 70 repatriërende
Chinezen in Junij jl. vah Singapore riaar Tin Hay,
nabij Amoy was vertrokken. Behalve den kapi
tein en zijne vrouw bevonden zich aan boord de
stuurman, de Amboinasche Christen Anthony, de
Boeginesche üojtsman Ali en 15 inlandsche ma
tronen.
Na te Tin Hay thee geladen te hebben ver
trok het schip naar Sidney doch werd door stor
men naar de kust van Java gedreven. Nadat een
paar dagen 'vroeger onaangenaamheden lusschcn den
kapitein en de ekwipage hadden plaats gehad
maakten op 2 Dec. jl., des avonds omstreeks 11
ure twee matrozen amok, en sloegen met be
hulp van eenige anderen den kapitein den stuur
man en den Ambonees Anthony dood sleepten
daarop de vrouw des kapiteins naar het dek en
bragten haar met messteken om het leven. Een
Franschman volgens de verklaring van anderen,
een Engelsch timmerman die te Tin Hay als
passagier naar Sidney aan boord was gekomen
en de Bengaalsche bediende van den kapitein spron
gen vrijwillig over boord. De lijken werden in een
zeil gewikkeld en, met een gewigt voor het zinken
daaraan gebonden in zee geworpen. Twee dagen
na den moord stak de ekwipage het schip in den
brand en begaf zich met de sloep naar den wal.
Tien der schuldigen bevinden zich thans in han
den der justitiewelke de instructie met ijver
voortzet.
Bij het gouvernement zijn in den avond van
2S Jan. de volgende berigten ontvangen omtrent
aard- en zeebevingen in de Molukken.
»Van den resident van Banda gedagteekend»
Banda, 30 Nov. 1852:
«Nadat in den vroegen morgen van 26 dezer,
eene kleine regenbui was gevallen, werd op Neira,
10 minuten voor 8 ure, eene lievige verticale be
weging der aarde gevoeld, die echter spoedig in
eene, in kracht toenemende golvende beweging
van het N. W. naar het Z. O. overging en zeker
meer dan vijf minuten heeft aangehouden. Alles
vlugtte uit de woningen: en men moest zich óf
voorovergebogen vasthouden, öf geheel op den grond
nederleggen, wijl het blijven staan onmogelijk was.
«Bij den eersten verticalen schokdie zoo spoedig
in eene golvende beweging overging, was dadelijk
het grootste gedeelte van Banda's woningen of bij
gebouwen in puin verkeerd, of de gebouwen zoo
danig gescheurd, dat zij onbewoonbaar zijn ge
worden. De Chineschc kamp en de Inlandsche
negerij, aan het Zonncgat gelegen, zijn voor een
groot gedeelte verwoest. Alle gouvernements-ge-
bpuwon, de pakhuizen de kerk benevens de
officiers-woningen in het kampement hebben mede
veel schade geleden en bijna alles zal geheel
moeten worden vernieuwd. Een gedeelte van den
Papenburg, waarop zich de seinpost bevindt, is
afgescheurd, en de twee zich daarop bevindende
bamboezen gebouwen zijn omvergevallen. Langs
het strand is de aarde op vele plaatsen gescheurd.
«Groot-Banda is even zwaar geteisterd geworden;
in bijna al de perken zijn de bijgebouwen, waar-
ook de ro-'kkombuizen der noten, ingestort of zwaar
beschadigd; evenzuo is het met de woningen der
perkeniers go-legen. De negerij Lonthoir is bijna
geheel verwoest, en Selamoe heeft veel geleden.
Oj> Groot-Banda hebben eene menigte afscheurin
gen en nederstortingen van rotsen plaats gehad
die de wegen gedeeltelijk belemmeren.
«Men heeft bij deze ramp geen verlies van
meuschen te betreuren; alleen hebben door de
instorting der muren eenige lieden kneuzingen be
komen, welke echter van weinig beleekenis zijn.
«Nog geen kwartier uurs was de aarde weder
in rust, of er ontstond eene zeebeving die alle
denkbeeld te boven gaat. De baai liep in snelle
opvolging vol en weder ledigzoodat zij son.s
eene smalle rivier geleek waarin Zr. Ms. brik
de Haaigekommandeerd door den kapitein-luite-
nant-ter-zee van Bomer, die des avonds te voren
was aangekomen, en de met 200 koijans rijst be'-
ladene Nederlandsche bark Atiat al Rachmanka
pitein Lunel, voor- er» achterwaarts weiden gedre
ven. Het laatstgenoemde vaartuig geraakte twee
malen even aan den grond.
«Tot 10 ure in den morgen nam deze verschrik
kelijke ebbe en vloed in hevigheid toe, en tot drie
malen werd Neira en Groot-Banda door stortzeeën,
die zich in het Zonnegal en in dat van Lonthoir
vormden, overstroomd, die telkens hooger en hooger
stegen, en de laatste maal ca. 10 ure, het fort
Nassau zelf passeerden en bijna tot aan den heuvel,
waarop Belgica gebouwd is, naderden, Op Groot-
Banda is het water mede tot aan den voet van
het gebergte gestegen, waardoor de in de vlakte
staande notenboomen alle zijn overstroomd.
«Alles wat op het lagere gedeelte van Neira
woonde, vlugtte nu naar de bovenstraten, en men
zag spoedig voor vrouwen en kinderen op hooge
veilige plaatsen, beschuttingen tegen de felle zon
nestralen opslaan.
«Op de voorstraat drong het water verscheide
ne voeten hoog in de huizen, terwijl het de deu
ren der woningen opensmeet. Bij het afloopen van
het water, werd een groot aantal visschen van den
grond opgenomen.
«Een zes-en-derligtal inlandsche praauwen, be
mand met 613 koppen, van de Ceram-, de Ëey-
en Saroa-eilanden, bevond zich almede ter reetie,
deze werden door hooge stortzeeën door en tegen
elkander geslagen, en dan naar den wal en dan
van daar weder afgevoerd. Eene der grootste
praauwen werd op den wal tusschen twee hoornen
ingedrongen, terwijl eene andere benevens sde groote
sloep van Zr. Ms, brik de Haai, over de borst
wering van het fort Nassau werd nedergeworpen.
Eenige praauwen vergingen in het gezigt; een
gedeelte werd in het Zonnegal gedreven, geraakte
daar op strand en sloeg aan stukken, terwijl
het aan een ander groot gedeelte der praauwen
gelukte, door het ophalen der zeilen te ontvlugtcn.
«Een gedeelte der opvarenden bevond zich aan
den wal, en eenigen van hen hadden zich in de
dwarsbalken van eene op het oude hoofd op palen
staande en inet pannen gedekte loods, eene veili
ge schuilplaats gezocht; de rolzeeën echter sloegen
hen daaruit, en allen verdronken. Vele men—
schen zijn door deze ramp omgekomen, en zeker
hebben meer dan zestig opvarenden der praauwen
het leven verloren. Des avonds werden eenige
lijken aangebragt.
«Beide de zeehoofden zijn bijna geheel wegge
slagen.
«Wat aan den wal door de aardbeving was ge
spaard, werd thans door den Imogen vloed vernield
en aan stukken geslagen, terwijl de goederen en
boeken in de omvergeworpen kasten bedorven wer
den. Op Lonthoir is het meeste verlies door
du stortvloeden veroorzaakt; niets heeft in de ne
gerij bijna kunnen worden gered, een ieder moest
voor lyfbehoud voor zich of voor vrouwen en
kinderen zorgen.
«Aan boord van Zr. Ms. brik de Haai is waar
genomen. dat de hoogste en laagste stand van het
water 26 voet verschil heeft opgeleverd.
«Gedurende deze aard- en zeebeving zijn zware
ruilingen en geluiden als van kanonschoten gehoord.
«De. doodsangst was op ieders gelaat te lezen,
en geene pen kan dit verschrikkelijke natuurver
schijnsel naar waarheid beschrijven, en nog zijn
de gemoederen geenszins in rust. Gedurende de
eerste 2k uren zijn nog vijftien kleine schokken
van aardbeving gevoeld; na dien tijd zijn zij allengs
afgenomen. Ook in den loop van den 26slcn is de
zee weder tot rust gekomen.
«Aan den zuidkant van Groot Banda en aan