948, 9e. Jaarg. Maandag'14 1855, Bon vin Wage Genoe se. Nieu wsli j d n ïjen rt 1853 <]cs verzoeke van bij Sintjoost- •I'eri 9 extrj g zwnrt Mer. rlingen18 IS sinks jon» Eiallcocnen Bloerenwa. losnijdet- en 2 Karn-mn. Bhap Hooi, lestiioopen op deszelfs LAATS VAN dag den 89 n 10 ure i0 en i 3 at- 2 Halvers >p vaste Assen, Eggen in Fentelbloh, ren wclge. Hiiisnien- breeder om- 5RIKZEESCHE NIEUWSBODE 6 KEN A30NREEBT ZICH: In Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren eri Postdïrecleurea. ia Noord-Ameiika, bij J. QU1NTUS, te Albany, AEQNNEMENTS-FRIJS t voor beide uitgave». Voor 8 maanden. f (.30, Franco per post in Nederland1,50. Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 1,10. VERSCHIJNT Op Maandag en Donderdag, ADVERTENTIES 10 Cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing 35 cents. De inzending der Ad verten tien Kan geschieden tot Maandag en Woensdag, voormiddag li ure# BUREAU: Sieiiktee, Hoek van de Seiiuithaven, Lelt. B, No. 8* Brieven en Ingezonden stukkeu Franco© o. Ontwerp der Wet op de Ministeriële Verantwoordelijkheid. (Vervolg van ons vorig N.°) Art. 20. l)e Procurcur-Geueraal bij den llougcn Raad is verpligt, aan den ontvangen ast tot vervolging gevolg le'geveu. Art. 21. Do Piocureur-Geueraal, dit noodig cnrdeelende, verzoekt van den Hoogen Raad, mei overlegging van den last der vervolging, lilgeslelil ral ag den 1! aan de Balie; 3 ure plaats ■ven ure, ten it, algemeene ian de Leden e nemen. ecrctaris '.ENENS. stelling van li iJumierdag denl jle benoeniiug van een'llaadslieer-Comtnis- laris. Deze gaat, onmiddclijk na zijne benoe- niiig over lot het onderzoek der zaak ivereenkomstig de algemeene voorschriften van liet Wetboek van Strafvordering. 22. Rij gegronde vrees voor devlugtdes Beklaagdenkun legen hein op de vor dering van den Procureur-Generaal een bevel worden uitgevaardigd Vau gevangennemingdoor den Hoogen E mol primo f vergaande, velke iels lo 1 is, in zake E COM P., n onder deie aamden na te duen bij GUDDE. lortdurend in enooten aan, uitwerker; uitspuiten, 1TINGER. iijk C, n.° 17. iver-Lu- i Paarden- OCR HOU- ;n zeker mirt- Smith, in de s sedert jaren iieel ligchnam Raad, wanneer geen onderzoek, iugevolg art. 21, wordt gehouden; of Van voorloopige aanhoudingdoor den Raadsheer-Commissaris, met dat onderzoek belast. 23. Het art. 77 van het Welhoek van Strafvordering is. op een bevel van voor loopige aanhouding en, voor zooveel de bevestiging daarvan betreft, op den Hoogen Raad toepasselijk. Regelende de volgende artikelen lot art. 29, den verderen loop der Instructie. 29. De niedepligtigen van een beschul digden Minister staan mede voor den Iloogeu Raad leregl. 30. De schuldig-vei klaarde aan één der misdrijven, bij deze wel omschreven, wordt gestraft met eenzame opsluiting voor den lijd van len hoogste vijf jaren en ten minste drie maanden. 31. Bij veroortlceliog tot eenzame op- •luiting voor meer, dan drie jaren, verklaart 'e Ilooge Raacl den veroordeelde levens rervallen van ambten waardigheden en itels, en van zijne aanspraak op pensioen. 32. Bij veroordeeling tot eenzame op- uiling voor drie jaren of minder, kan de ooge Raad de ontzetting gedurende eenen ij liet arrest Ie bepalen lijd uitspreken ui alle of eeuige der Burgerlijke en Bur- ti'schapsreglen, bij hel Wetboek van Straf- gt daarvoor vatbaar gesteld. De aanspraak op pensioen kan in dit °t"i.8eiBehai°c ^vo' Qiecle aan den veroordeelde worden ziekenhuis, llce gewoonlijk alles le ver telbaar. Toen tdloway, welk zoodat verkeert. 15.30/23,50 15,90- 23,90 bekomen bij leker te Goes, 's Ilerlogen- Holloivay's de LOCKE gelegd. 38. Het rcgl tol vervolging en Slrafvor- ing uit kracht dezer wet verjaart door a tijdsverloop van vijf jaren. De lijd van verjaring vangt aan van liet jenblik, waarop liet misdrijf gepleegd is. De veijaring wordt gestuit door het he it, waarbij eene aanklagl door de Tweede iner in overweging genomen of eene •volging. hetzij van Onzenlwege, hetzij van m bge de Tweede Kamen, gelast is, en bc- ze l1' weder le loopen van de dagleekening zei' besluiten,of, in geval van vervolging, voor den strufregler, van de laatste gcreg- leiijke acte. 34 De straffen, bij arrest van den Hoogen Raad opgelegd, verjaren door een tijdsver loop van liet) jaren. De bijkomende straffen van vervallen verklaring van ambten waardigheden en titels, en van ontzegging van aanspraak op pensioen, zijn voor geene verjaring vatbaar. 35. De bepalingen van bet Wetboek van Strafregt aangaande Ambtsmisdrijven die bij deze wet niet zijn omschreven blijven ook ten aanzien der hoofden van de Mi nisteriele Departementen hare volle toepas sing behouden. 86. De reglsvordering lot vergoeding van schade, door een bij deze wel strafbaar ge steld feit geleden, kan alleen op eene vcr- oordeeling door den Hoogen Raad rusten, en wordt voor den gewonen Burgerlijken Rcgter ingesteld. II, Van de geldelijke verantwoordelijk heid van de Hoofden der Ministeriële De- parlementen. 37. Onverminderd de vervolging lot straf, in de gevallen, bij deze wet omschreven zijn de Hoofden der Ministeriële Departe menten tot vergoeding aan de schatkist gehouden en in reglen vervolgbaar ter zake van geldsommen, boven liet bedrag der begrooling van bun Departement uitgegeven, leu ware de wel die gelden later als Staats uitgaven toelaat. De Minister van Financiën is hoofdelijk meer tot vergoeding gehouden, zoo hij de geldsommen heeft betaalbaar gesteld anders, clan ter voldoening aan een regterlijk vonnis. Door ons wordt aangewezen de Minister, die, in den zin van dit artikel, aansprake lijk is voor overschrijvingen van de hoofd stukken betreffende: 1." Het Huis des Konings. 2." Het Kabinet des Konings en de boogc Collcgiën; en 3." De onvoorziene uitgaven. 3S. Ten aanzien der uitgaven, welke zijn gebleven binnen de grenzen der begroeting van liuu Departement, worden de Hoofden der Ministeriële Departementen wegens overtreding der comptabiliteitswet, tol gceue geldelijke vergoeding verpligt, ten ware er tegen hen bewijs beslaat van ontrouw of door hunne onwettige handelingen schade aan den Slaat is loegebragt. Art, 39 en 40 regelt de wijze dier regls vordering; terwijl Art. 41 bepaalt: De arresten, houdende de veroordeeling lot vergoeding aan de schatkist, krachtens de art. 37 en 38 ver schuldigd, kunnen door alle middelen reg- lens, zelfs door lijfsdwang, worden ten uitvoer gelegd. 42. De Hoofden der Ministeriele Depar tementen blijven, overeenkomstig de arll. 37 en 38, verantwoordelijk, tot de laatste dienst is aangezuiverd, waartoe hun beheer betrekking bad. «f O ILondlem, 8 Maart. Naar mate de sneeuw in de bergstreken wegdouit. ontdekt men al meer en meer hue vele slagtoffere de geweldige sneeuw stormen hebben gemaakt. Alleen in het graafschap Durham heeft men de lijken gevonden van een persoon, die, uit het werkhuis ontslagen, huis waarts keerde, van een marskramer, van de vrouw eens reizenden horlogiemakersvan eene boeren vrouw, terwijl aan verscheiden anderen nog tijdig hulp konde worden verleend. Het reeds eenige dagen looiende gerucht, dat drie der kontinentale uiagten eene nota aan Engeland zouden riglenom de verwijdering of uit levering van Kossuth en Mazzini en hunne vol gelingen te vragen, maakt heden liet onderwerp van het hoofdartikel in den Times uit. Oostenrijk, Pru issen en Frankrijk zouden zich daartoe vereenigd en zelfs gedreigd hebben melde terugroeping hun ner gezanten. Voor dit berigt verklaart het ge noemde blad geen grond te kunnen vinden, maar zegt te gelijkertijd, dat «elke beschaafde natie op den aardbol weet: dat Engeland de schuilplaats der natiën is, en die schuilplaats zal verdedigen lot den laatsten penning in zijne schatkist en den laatsten droppel bloeds. Wij zijn op niets trot- scher, wij bekommeren ons niet, wie in deze wereldstad verborgen is; wij weten alleen, dal hij veilig is en dat de gcheele magt en de eer van dit rijk Voor zijne bescherming verpand zijn. Doch al ware het ook niet zoo uitgemaakt zeker, dat wij aan zulke aanvragen nooit gehoor zullen geven, en dat de staatsman, die er het oor aan leende, zich in de publieke opinie te schande maken zou, zoo zijn er andere beweegredenen, die eenigen in vloed kunnen uitoefenen bij onze te gevoelige na* buren." Daarop herinnert de Timesdat Lode- wijk Napoleon zijne plannen in Engeland beraamde, en dat ook de prins van Pruissen derwaarts de wijk nam, gevolgd door een pruissischen minister. «Is het dan zoo geheel onmogelijk" dus ver volgt de Times«dat de tegenwoordige regeerders van Frankrijk, Oostenrijk en Pruissen nog eens verheugd zullen zijn, een' onzijdigen grond te vin den, cd dat keizer Napoleon tot zijne woning in liingstreet, Metternich naar die in Belgravia-square en naar Brighton en de koning van Pruissen naar Carllon-Terrace terugkeeren, 200 als Karei X naar Hulyrood en Louis Philippe naar de oevers van den Theems terugkeerden. De ongerustheid der drie hoven verraadt wantrouwen omtrent de hecht heid hunner magt. De liand der Voorzienigheid vormde Engeland lot eene schuilplaats, door dit rijk met den Oceaan te omringen, en in één volk velerlei volksgeslachten en inrigtingen te vereeni gen. Wij zijn eene natie van uitgewekenen. Frau- schen, Vlamingcrs en Duilschers zijn op dezen bodem de godsdienst-vervolgingen in hun land ontvlugt. Zij, door wier aderen zulk. bloed vloeit, en die op zulk eene erfenis kunnen wijzen, zullen veeleer hun leven laten, dan het heiligdom verraden, waar aan zij hun bestaan tc danken hebben." Na deze uilboezeming vraagt de Times,* wat er in de gegeven omstandigheden gedaan moet worden? en zegt, dat Engeland alle bezwaren kan beantwoorden, door op zijn eigen voorbeeld te wij zen. «Geschriften van den oen of anderen onge lukkige, proclamatiën zonder manschappen, zonder geld, zonder wapenen en zelfs zonder bewijs, dat zij al cf niet geschreven zijn, door hen, wier na men aan den voet staan, zijn slechts schuurpapier, cn behoeven geene bezorgdheid te verwekken, tenzij de gouvernementen, tegen wie ze gerigl zijn, aanleiding geven tot het zeggen van biltere waar heden. Een werkelijk goed bewind kan ze ver achten. Dezen raad geven wij hun, die maatrege len van ons durven verlangen, strijdig met onze geschiedenis en onze natuur. Wij zullen menschen veroorloven te spreken en te handelen, zoo als zij verkiezen, zoo lang zij onze weiten niet opentlijk schenden en geen werkelijken inval beramen. De- wijs dc werving der manschappen, den aankoop van wapenen, of de uitrusting van schepen voor expeditiën tot omwenteling of overheersching en alsdan zal onze wet tusschen beide treden. Doch verder gaan wij niet, dewijl ons dit verboden wordt doofde vrijheid van een onderdaan, die zoowel een deel uitmaakt van de constitutie als de troon zelf. De magten, die ons thans bedreigen, moe ten hiervan ten volle bewust zijn. De eischen, door hen, volgens gerucht, gedaan, kunnen geen ander doel hebben, dan ons te verongelijken in dc oogen van hare eigene natiën, die onbekend zijn met onze inrigtingen; doch zelfs dat zal niet gelukken, want geheel Europa kent en eerbiedigt de wijkplaats, die deze eilanden aanbieden." Het Engelsche kabinet heeft, naar men zegt, zich ten stelligste verklaard tegen de voldoening van het door de mogendheden kenbaar gemaakte verlangeo. Eene nieuwe uitvinding, zoogenaamde elec-* trische stokken, maakt tegenwoordig veel opzien. Zij hebben den vorm van een life preserver en bevatten in bet ondereinde een electrischen toe stel, zoodra met het eene einde op een hard lig* chaam of op den grond wordt geslagen, komt een electrisch licht te voorschijn, hetwelk op een af stand van een vierde uurs den omtrek in het rond helder verlicht, en omtrent tien minuten in gelij ke sterkte voortduurt. Deze slokken dienen te gelijkertijd tot wapen en licht, en zijn dus zeer dienstig voor hen, die duistere wegen moeien be* wandelen. Weeneu, 7 Maart. Men vermeldt de volgende edele daad des Keizers na zijn Borstel: Vernomen hebbende, dat de moeder van zijn moordenaar, ten gevolge van de daad baars zoons, weggezonden was uit een gesticht, waar zij eene kleine betrek king vervulde, beeft de Keizer verklaard, dat hij deze oude vrouw in haren hoogen leeftijd door een pensioen tegen 'gebrek wilde beveiligen. ©aadle Pekel», 8 Maart. In den nacht van Zondag op Maandag, den 67 dezer, heeft hel hier na te melden voorval plaats gehad. In het naburig Bonda, op liauoiersch grondgebied, wordt telken avond, op last van de poiicie, bepaal delijk onderzoek gedaan of de bij de poiicie ver dacht staande personen ook t'liuis zijn. Hunne afwe zigheid n.l. mag niet langer dan drie achtereen volgende uren van huis zijn, zonder vooraf gevraagde toestemming. Maar niet alleen deze maar ook zoodanige meisjes of vrouwen, die het andere geslacht le genegen zijn, worden aldaar streng onder controle gehouden. Op dien bevvusten avond dan, klopte een gendarme aan bij een zoodanig meisje, cn vioeg of er ook iemand ten harent was. Zij ontkende zulks. De gendarme echter, verre van daaiic genoegen te nemen, drong in huis en herhaalde zijne vraag. Zij volhardde; utaar nu werd de zaak ernstiger, hij wilde nu met den blanken sabel onderzoeken. Het bed werd van siroo gehaald, maar er Was niemand; nu stak de onverlaat door de onderlagen en prikte zoo lang tot dat hij de punt van zijn zwaard op het hart van den daaronder verscbuiene had gewet. Een raauwe gil verkondigde, dat de gendarme een moord had begaan* dadelijk werd de verslagcne die zich onder de bedlagou had laten zakken, te voorschijn gehaald, maar j. K..„ was dood. Er wordt streng onderzoek naar liet voorge vallene gedaan. Zierükfcce12 Maart. Er heeft weder een voorval plaats gehad, waaruit blijkt, hoe nood zakelijk het is, dat de accijnsen vervangen werden door eer.e anuere belasting, onverschillig van welke

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1853 | | pagina 1