No. 898.
Maandag, 28 September 1882,
9e. Jaarg.
Eet Ministerie.
Kieuwstijdingen.
EITER, DIN A
KLOEK.
Aden jangslen
r Rijks Veearts
origan leeftijd,
ers en Zusters,
ELLEU.
Z1ERIKZEESCH
R£EN AÖÜRJNEERT 2SCH
In Nederland, brj den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren,
in Noord-Amerika, bij J. QI3INTUS, te Albaoyf
KUS van Zie-
dag den 20
ags JL© ure,
el even bui-
het openbaar,
eenftge
OEMSREST,
18 te voren
t zijne geëerde
ontvangen eene
SCHAAL-
lossing tot
bben.
SMITS.
treilen.
herigt, dat
gearriveerd tot
Por
gekleurd
ionen, als men
worden. Is
ed. KOU TE.
K AYS Kit.
ABONNEMENTS-PRIJS t
voor beide uitgaven.
Voor 3 maandenf 1.30,
Franco per post in Nederland - 1,50.
Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 1,10.
VERSCKÏJKT
Op Maandag en Donderdag,
ADVERTENTIE!*:
10 Geut voor eiken regel.
Zegeiregt voor iedere p!<*at«iug 35 cents.
De inzending der Adv^rlenliëa kan geschieden tot
Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure»
BUREAU:
Sierikr.ee, Hoek van de Schuilhaven, Lett. B, No. 94.
Brieven ea Ingezonden stukkeu Franco®
een voorlrefli—
en gebrek aa.ti
tidings is leriiK-
e onderscheidene
was geweest,
professor Hol-s
ev reden hei-1 over
ke pillen. Se-
aan spijs-
ngesteldheid zoo
dan zeer ligte
eleu baate.n hem,
gebruik bij
PRIJZEN van
5 fi 5.30/"23,50
5 - 13,90- 23,90
le bekomen bij
otheker te Goes,
?r te 's Hertogen-
Holloway's
A K. E ffi S-
?ich gaarne,
Adres bij de
lares te Goes
Ie Imnoodigd,
i bekwame
ïi li e re s-
i jaren en van
;fst in persoon.
OCHTiMAN,
irger-Juhgelin;
S P. de LÜ07tó]
Oru bet een' ieder van pas le maken
behoort niet alleen onder de nioeijelijkste
maar onmogelijkste zaken, welke men zich
-denken kan. En het is daarom geen won
der, dat het zoogenaamd Ministerie Tlior-
becke niet zóó handelt, of niet zoo aan de
I verwachting beantwoordt, dat ieder er over
tevreden is. Doch, dat is niet genoeg; er
is, en dit is niet inet grond tegen te spreken,
er is eene partij, die wel niets liever zien
zou dan dat de zon van dal Ministerie schuil
ging iu de ondoordringbare nevelen van den
nacht des behouds, en die gaarne elke ge
legenheid aangrijpt, om aan dien weusch
openbaar lucht te geven.
Die partij echter weet, dal genoemd Mi
nisterie tal van aanhangers en wanne ver
dedigers heeft, en dat het vrij gewaagd zou
zijn, hare hoop luide te verkondigen. Daar
om smoort zij haar in zoover, dat zij den
moed niet heeft, één onzer Dagbladen le
verzoeken, dezelve in hare kolommen op te
nemen, maar bezigt niet zelden daartoe die
van onze naburen, de Belgen. Althans reeds
voor een half jaar schreef het Blad Indè-
pendance Beige, dat de aftreding van den
toenmaligen Minister van Justitie en dien
van Uorlog noodwendig de ontbinding van
liet Ministerie Thorbecke ten gevolge moest
hebben; dat met de aftreding dier Heeren
alle steun aan bedoeld Ministerie ontvallen
en de lieer Thorbecke gevolgelijk zich on
mogelijk alleen zoude kunnen staande houden.
Indien de loopende geruchten even waar
bevonden worden, als de toenmalige, dan
zal weldra het tijdstip naderen, dat de por
tefeuilles van het Ministerie van Builen--
landsche Zaken en dat van Justitie opnieuw
weder vaceren zullen, en, indien de stelling
van sommige bladen gegrond bevonden werd,
dat, namelijk het Ministerie Thorbecke
geen enkel lid kan missenof het valt in
Muigen, dan, waarlijk, was er weldra kans,
dat de hope des Behouds verwezenlijkt eu
een geheel nieuw Ministerie le voorschijn
geroepen werd.
Tot dusverre echter blijkt die stelling
weinig meer te zijn, dan eene ongerijmde
voorstelling. Want toef) de Ministers van
Oorlog co Justitie zijn heiden reeds afgetreden.
En hoever ook teregt de lof des eerstge-
noemden, nopens zijne gehoudene admini
stratie, alom heeft weerklonken, en, hoezeer
bezadigden en gematigden de bekwaamheid
des laatstgenoemden boven allen twijfel
'stelden, hij, die algemeen in de publieke
opinie als de ziel des Bewinds wordt ge
noemd, staat, onverminderd de aftreding
dier beide Heeren, nog even onwrikbaar,
als toen zij met hem zarueu werkten aan
hetzelfde groole doel.
En, zonder een vergelijk te trekken lus-
schen de afgelredenen en derzelver opvolgers,
wier heider verdiensten wij vroeger openlijk
erkend hebben, willen wij de mogelijkheid
echter niet loochenen, dat wij in alles het
•verlorene niet weder gevonden hebbenen
dat het welligl te bejammeren blijftdat de
Heer Spongier is afgetreden,- zoo ontkennen
wij toch tevens, dat ons Ministerie daardoor
eenen onherstelbaren knak gekregen heeft,
en ten gevolge daarvan ten val zou neigen.
Vooreerst toch is iu onze Staatshuishouding
een Minister van Oorlog geen politiek
element van het kabinet, al moet hij over
het algemeen instemmen met dealgemeene
rigting, welke de regering neemt; doch het
behoort niet tot zijne attributende
politieke leiding te regelen. Hij is alzoo
geenszins het zwaarte punt, maar moet zich
veeleer laten leidenen tweedensis het
niet denkbaar dat de Koning een Minister
van Justitie zou gekozen hebben, die den
regeimatigen gang zijner regering zou storen
of pogen hare kracht te verbreken. En hij
de ongevleide vroegere beoordeeling over
's mans verdiensten eu talentenbestaat
daarvoor mede geene de •uiinsle vrees.
Maar, vraagt men welligtals nu ook van
Sonsbeeck zijne portefeuille nederlegt, en de
Heer Sirens de zijne niet behouden wil,
hoe dan? Deze veronderstelling moet 1."
nog bewezen worden, en wij blijveu heter
voor houden, dat die nog zoo spoedig niet
bewezen zal zijn,- althans, dat beiden eerst
gaarne vroeger beloofde tractaten zullen
wenschen verwezenlijkt te zien en in volle
effect te sorteren, alvorens zij van het Staat
kundig tooneei aftredenen 2." ook dan
nog vreezen wij geenszins, dat aan het Mi
nisterie eenen onherstelbaren slag zou zijn
toegebragt,- want het ontbreekt ons, ge
lukkig, niet aan mannen, die op eene waar
dige wijze de open le vallen plaatsen zulleu
eu kunnen aanvullen.
Het rad des Besluurs is, ten aanzien van
deszells hoofdbeslanddeelen, aanvankelijk zóó
geplaatst, dat wij niet ligt voor ontwrichting
vreezen-.
Uit ons financieel stelsel althans is alle despo
tisme geweerd. Nieuwe schulden worden er
niet gemaakt en voor roekelooze verspillingen
is de deur voor altijd gesloten,- van tekorten
hoort men niet meer,- voor leerlingen
behoeft men niet te vreezen, co een gedeelte
van ons onregtvaardig belastingstelsel is reeds
herzien; terwijl daarenboven aanzienlijke
tekorten gedekt en eenige lasten reeds van
de schouders der onderdanen afgenomen
zijn: een maatregel, die, van de liooge He-
gering uitgegaan, bij vele gemeen ten weer
klank gevonden en deze op hare beurt ver-
pligt hoeft, deszelfs voetspoor te drukken.
Londen 14 Sept. Te New-York is een reus
achtig logement geopend, hetwelk niet minder dan
300 kamers bevat. Er zijn maatregelen getroffen
om van gelijkvloers tot de zesde verdieping de be
diening zonder -de minste stoornis te doen plaats
hebben. Een geschreven stukje papier, in eene buis
geworpen, die in al de eetzalen zich bevindt, geeft
in eene seconde tot in de keuken te kennen, wat
de afzender wenscht te gebruiken, waarna in wei
nige minuten het verlangde in zijne kamer verschijnt*
Op deze wijze zijn de bewoners van dit prachti
ge gebouw ontheven van het onaangename schellen
en roepen der bedienden. De kamers zijn met
ongekende pracht versierd, wie maar wil, kan een
bad nemen in eene kostbare marmeren badkamer.
De keukens zijn eene merkwaardigheid, een waar
wonder, en om zich een llaauw denkbeeld te vor
men van de verbazende dimensien van dit loge
ment, zij het genoeg te zeggen, dat aldaar 150
mannelijke en vrouwelijke bedienden worden ge
bezigd, ruimte voor 1000 gasten wordt gevonden
en 12,000 buizen door liet geheele gebouw water
rondvoeren. Dit hotel heeft 1,000,000 doll, gekost.
Lomdlen, 14 Sept. De hertog van Wellington is
heden namiddag ten half vier ure op Walmer-
Castle, bij Dover, o/erleden.
ILoradee, 15 Sept. In zijn nummer van heden
laat de Times zich volgeriderwij/.e uit over het
afsterven van den hertog van Wellington: Zoo iets
heden Engelands smart over den dood van den
grootste zijner zonen kan verzachten, het is de
herinnering dat de nu gesloten levensloop geen
pligt onvervuld heeft gelaten, geen eerbewijs heeft
gemist. Den hertog van Wellington viel alles ten
deel, wat in het bereik van 's mcnschen natuur
ligt en wat de roem geyen kan. Zijn levensloop
was een lange, wolkenlooze dag, van den morgen
tot den avond gevuld met roemruchtige daden,
bezield met onvermoeide» ijver voor 's lands diensty
bestuurd door nimmer weifelende regelen van pligt
en staatsbeleid. Hij klom, door eene snelle aan
eenschakeling van nimmer overtroffen daden, tot
eena stelling, waartoe geen ander hier te lande
ooit gekomen was. De plaats, die de hertog van
Wellington in 's lands raadzalen en in ons volks
leven had ingenomen, kan niet weder worden be
zet. Er is niemand overig in het leger of in het
parlement, die met zoo groot gezag kan handelen
en spreken. Er is niemand, In wien de verdienste
en de waarde dezer natie in die mate als verper
soonlijkt zijn. Doch de lengte zijner levensdagen
en de veelvuldigheid der door hem onophoudelijk
bewezen diensten gedenkende, moeten wij ons de
woorden des Romeinschen redenaars toevoegen:
«Leert eenmaal zeggen dat het leven lang genoeg
geduurd heeft." want een sterveling zijnde, konde
hij niets meer aan zijnen roem of aan onzen eer
bied voor hem toevoegen. Het scheen alsof de na
tuur zelve hare onverzettelijke perken voor hem
verruimde en als of de gebreken des ouderdoms
op dat geëerde hoofd niet zoo zwaar wilden druk
ken. Geheele menschengcslachter» waren voorbijge
gaan in den tusschentijd tusschen zijne eerste wa
penfeiten en de laatste raadgevingen zijner grijze
ervaring, tot dat door eene in de historie voor-
beeldelooze lotsbeschikking, de man, die de hoofd
rol in de geschiedenis van meer dan eene halve
eeuw had gespeeldden laatste zijner tijdgenooten
overleefde en alle levende heugenis zijner daden met
zich in het graf neemt. Men kan hem geene eer
aandoen door eene vergelijking zijner veldheers-
of staatsmansloopbaan met die van Alexander, Caesar
of Napoleon. Waagstukken, waardoor andere krijas-
oversten soms eene kroon wonnen of het lot der
natiën deden keeren, vindt men in zijn leven niet,
maar ook niets dat verborgen of geduld behoeft
te worden. Zijn karakter was te krachtig om aan
verbeelding en gevoel, hetzij zwakheid of sterkte,
le ontleenen. Degelijkheid was de grondtrek van
zijn gemoed, zijn scherpe blik, zijn koelzinriig oor
deel zag de zaken in hare naakte waarheid. Van
hier de uiterste stiptheid in woord en daad; hij
haatte veinzerij even als overdrijving. En alleen
een zoo bedaard en koel speler kon winnen, waar
zooveel op het spel en de kans zoo hagcheiijk
stond als in Spanje of le Waterloo. Zijn moed was
geen blindheid voor het gevaar, geene zelfoedwel-
ming, het was de ware en hoogste moed, die met
helder zelfbesef, met juist inzigt en bepaald opzet
gepaard gaat. In vindingrijkheid, in diepzinnig
heid is hij door anderen overtroffen, maar in schran
derheid niet, en deze ademde in zijne redevoeringen
in zijne talrijke legerberigteo.
Hoewel meer dan iemand anders afkeerig van
gemaakte vroomheid, was hij niet ongevoelig voor
den verheven invloed der godsdienstige waarheid,
en stipt in de waarneming der voorschriften en open
bare plegtigheden der Anglicaanscbe kerk. Hij be
wees milddadigheid aan eeri ongeloofelijk groot
aantal hulpbehoevenden, maar zonder ophef. Elke
maatschappelijke pligt, elke plegtigheid, elke feest
vreugde vond hem gereed tot hartelijke deelneming.
Ir» zijn ouden dag ging zijne ingenomenheid met de
vermaken der fatsoenlijke zamenleving soms verder
dan met de waardigheid des ouderdoms en het
aandenken aan zijn manhaftig leven bestaanbaar was.
Maar dit was eigenlijk dezelfde karaktertrek, dezelfde
zucht om niets ten halve te doen, die hem tot een
zegerijken veldoverste tot een der uitstekendste staats
bestuurders der wereld en tot een der beschikkers van
Europa's lot maakte.
Arthur Wellesley, de groote hertog van Welling
ton, was het ware model, het volmaakte beeld van
een Kngclschman, en hoe genegen men ook pleegt
te zijn om aan menschen van vroeger eeuwen lof
toe te kennen, dien men aan tijdgenooten misgunt,
wij welen in de lange reeks onzer krijgsoversten en
edelen niemand te vinden, die in al zijn wezen en
daden beschouwd, gelijk gesteld kan worden met
den man, die nu is heengegaan maar eene eeuwi
ge gedachtenis zijns naams achterlaat.
Parijs, 14 Sept. Te Corunha is een man ge
arresteerd, die in de bosschen ronddwaalde en al
de lieden die hij ontmoette aanviel, doodde en opat.
Hij schrijft zijne misdaden toe aan den vloek zij
ner moeder. Hij had twee Valenciërs tot mede-
pligtigen. Onder de slagtoffers bevonden zich de
moeder en eene zuster van den moordenaar, liet
ware doel var» al die wreedheid is de gruwelijke
handel in menschenvet, welke met Portugal gedre
ven wordt.
ÜSeveméer, 15 Sept. Mel bevreemding verneemt
hier menigeen, dat j!. Zondag middag 2 ure, bij
de naaste buren hier een stuk van het dak, daèr
een schoorsteen, door storm is afgeslagen, terwijl,
men hier zelfs geen erg in harden wind had gehad.
Het schijnt, dat de uiterste punt eener windhoos
langs over de stad is gegaan, zoodat ter weder
zijde wel wind, maar geen orkaan werd vernomen.
De eekmolen, noord van de stad, ging door den
vang en liep dat de borden door de lucht vlogen;
door het opstuiven van het eekstof meende men
dat de molen iu den brand stond. Van een schip
op den Use! scheurde een nieuw grootzeil van bo
ven tot beneden, terwijl andere schepen is de na
bijheid volstrekt geen last leden. Gelukkig is de
veroorzaakte schade niet van bijzonder groot belang.
Een gedeelte van Hongarije is sedert eenigen
tijd door rooverbende» onveilig gemaakttegen
welke de regering krachtige maatregelen heeft
moeten nemen. Nadat het hekend was geworden,
dat zich een groot getal rouvers in de moerassige
streek van köiös ophield zoo werd besloten, er
eenen togt tegeu te ondernemen. Een jagerbataillon
en eene afdeeling Uhlanen werden opgeroepen en
hel terein omsingeld. De toegangen tct de moerassen,
waarm zich de vei Volgde roovers geworpen hadden,
werden door de kavallarie bezet om de vlugtelingen
op te vangen, terwijl de veldjagers steeds verder
voortdrongen en den kring, waarin de roovers zich
bevonden, enger maakten. Eindelijk was het terrein,
dat zij bezettedeD, naauweiyks meer dan een mijl
in omvang en enkel moeras, met hoog riet en
struiken bedekt, waarin men niet verder voortdrong
en zich alleen met het omringen vergenoegden, dat
des le meer tot het doel moest leiden, daar de
meesten der vervolgden tot aan de heupen in het
moeras stonden en hun toestand reddingloos was
Tsvee dagen lang deden de roovers tegenstand
doch den derden gaf zich het overschot op genade
eu ongenade over, nadat het grootste gedeelte door
1 ki gols en verstikking het leven verloren had. Slechts