T N i q uw s t ij 8 i nge n No. 877. Donderdag, 8 1852. 8e. Jaarg. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE MEN ABONNEERT ZICH: id Nederland, bij den Uitgever Bij alle Boekhandelaren ea Postdirecteuren. In Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Albany, ▲BONNEMENTS-PRIJS t voor beide umuveh. ooi 3 maanden. 1,30, Franco per post in Nederland- 1,50. Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 1,10. VERSCHIJNT Op Maandag en Donderdag. ADVERT ENTIEN 10 Cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaalsiug 35 cents. De intending der Adv;rten!ien Kan geschieden 1^» Maandag en Woensdag, voormiddag li ure* BUREAU: Zieiik-j.ee, Hoek van de Schuitbaven, Lelt. No. 94. Brieven en Ingezonden stekken anco. misbruik van magt en de minlsterlëele Verantwoordelijkheid Er is dikwijls en bondig genoeg betoogd, (Jat dc herziene Grondwet van 1848 on mogelijk die vruchten kan dragen welke dezelve moet voortbrengen, zal zij aan het doel beantwoorden, zoolang het gewiglig punt der Minisleriëcle verantwoordelijkheid niet is afgehandeld en in werking komt. Zonder dat toch staat het, als het ware, eiken Minister in den zijnen vrij, te han delen, zooals hem goed dunkt; sommige zijner pliglen of in het geheel niet; andere, daarentegen, geheel naar willekeur tc ver vullen. Keeds meermalen hebben wij over de noodzakelijkheid der wet uitgeweid, die daaraan paal en perk moet stellen; en thans worden wij bijzonder daartoe gedreven door de plaatsing van een artikel in de Provin ciale Zeeuwsche Courantvan den advocaat G. van Baerle hetwelk wij tot ons doel overnemen en achter dit artikel woordelijk laten volgen, en tot opschrift draagtMis bruik bij de Regterlijke Magt. Vooraf echter dienc de opmerking, dat wij dat artikel, zooals het is toegezonden, aan de Redactie van het Handelsblad in zijn geheel laten voor rekening van den inzender, en de daadzaken aannemen als waarheid, zonder ons over de merites der- zelve uil te laten. Doch, wij willen daarbij levens voegen, dal de orde der advokalcn in het algemeen op te hoogeu prijs geschat wordt, en uil te deftige, beschaafde, wel- ppgevoede mannen is te zuiuengesteld, dan dat wij zouden durven gelooven «lat één derzelve, en met name de lieer ran Baerle niet, in staat zoude zijn, een zoodanig ar tikel te plaatsen, zonder in alles der waar heid getrouw te zijn gebleven, eu alzoo op «Ie Regterlijke Magt een blaam te werpen, dien zij over hel algemeen niet verdient, en waartoe dezelve in den regel te veel regt- schapeuheid en onafhankelijkheid bezit. Het blijkt echter uit genoemd artikel dat er onder dat koorn kaf, zeer grof kaf is, en dat sommige Reglers onwaardig zijn de plaats der eerc te bekleedeu die zij innemen. De Heer van Baerle immers, geweigerd zijnde, 0111 als behoorlijk gevolmagligde van cenen gedaagde, den Heer Burgersonder nemer der diligences te Arnhem voor de Arroudissemenls-Regtbank te Assen te ver schijnen, werd door den Voorzitter d la Moffikaansch toegevoegddat hij moest zivijgenzoodat hij het Openbaar Ministerie niet kon beantwoorden. En waarom geschiedde dit? Omdat, zegt de advokaat van Baerle, liet Openbaar Mi nisterie, (de Oflicier vau Justitie.) hem als verdediger wilde werenen liever iemand tiie blijkbaar adri de beweerde overtreding onschuldig wasscheen te willen doen ver oordeelenen zich ongaarne eene exceptie van onbevoegdheid zag tegengeworpen. Niet alleen dus, dat men den Gedaagde buiten de mogelijkheid wilde stellen, zijne zaak te verdedigen, maar men wilde hem daarenboven liever doen veroordeelen of schoon hij blijkbaar onschuldig was aan de hem aangetijgde overtredingen. En toen dc Heer van Baerle daarop met alle beschei denheid en eerbied wilde rescontreren co het woord verzocht, oin die dwaling der Reglbauk Ie verklaren, werd hij bedreigd door den Fonrzitlerdie daartoe een' deur waarder last gaf de zaal uitgezet te ivorden. Hel is zoo: zoodanige schandelijke voor vallen zijn bij de Regterlijke Magt zeldzaam, maar toch ziet men, dat dezelve plaats vin den. Eu waar vinden zulke gruwelen der inquisitie de tijden van eeneu Alva waardig, plaats? Daar, zegt van Baerlewaar de naauwsle banden van nepotisme of familie regering en provincialisme eene inquisitie gevormd hebben Wij vragen alzoo met het volste regt heeft niet de Voorzitter en Officier van Ju stitie der Arrondisseinenls-Reglbaiik te Assen zich door de aangehaalde daadzaken zóó ge dragen, dal ieder hen moet verachten en dat zij voor altijd de achtbare betrekking onwaardig zijn, welke zij zoo diep geschand vlekt hebben? Maar nog meer: behoorden beide die Reg terlijke ambtenaren, behoudens de bepalin gen vau het slrafregt op hen uit te oefenen, niet wegens misbruik van Magt in en slaande de uilvoering hunner functien opzettelijk be gaan, en dat wel om daardoor een blijkbaar onschuldige te laten veroordeelen te worden ontzet van hunne bediening? Of zullen die ambtenaren straffeloos zich zóó schandelijk gedragen hebben? Wie dan erkent niet, «lat er een breede weg geopend is voor misbruikeu van allerlei aanl? Waar zal dun het einde zijn? Dan kan elke regl bauk, elk hof een inquisitie raad worden als den advokalcn maar willekeurig de ver- «ledigiug van beklaagden beleten zij door deurwaarders de zaal uitgezet worden. Ja, dan heelt die Voorzitter en Officier te Assen op eens het ijs gebroken, niet om regt te spreken, maar, om op zijn mofs: pruglen zu lassen. Wee, woe, dan ongelukkige Justiliableu. die zulk een President of Officier lot vijand of legen zich hebben En nu wie moet zulke schandelijke handelingen legen gaan of laten vervol gen? Is het niet de Minister van Justitie? Draagt hij van schanddaden, als de aange haalde gceno keunis? Dat laat zich niet vermoeden waar de couranten dezelve in het breede vermelden. En weel hij ze, zal en moet hij ze dan niet straffen of laten straffen, die andere geringe overtredingen zulks met do meeste gestrengheid «loet? En straft hij ze niet, of laat hij ze oog luikend onopgemerkt toe wat kan de natie dan van een Minister van Justitie verwachten, die de mug uitzuigt cn «leu kemel doorzwelgt Ware de wet op dc Ministeriele Verant woordelijkheid iu werking, gewis, hij zoude, om eigen behoudswille en voorkoming van eigen straf alleen, eene daadzaak, ,u Assen is voorgevallen, rigoureus laten straffen en der regt «aardigheid regt doen; en alzoo den volke de vrees benemendat men weid ra ook elders inquisitieraden zal zien opgcrigt, in pluals van zijne heiligste belangen te zien behartigen door onpartijdige reglers. Moge dit enkel voorbeeld reeds het ge- wigt en de noodzakelijkheid doen inzien der spoedige in het licht Ircding van «Ie wet op de Ministeriële Verantwoordelijkheid die door allerlei beletselen schijnt op den achtergrond geplaatst te worden, en echter nog spoediger behandeling vordert, dan die op het armwezen. Misbruiken bij de Kegtcrlijkc Magt. Men leest daaromtrent liet volgende stuk in liet Handelsblad wordende overname daarvan in alle waarheid en regt-huldigende dagbladen door den schrijver verzocht. Aan de Redactie van het Handelsblad. -4 Varistocratie qui contienl les ressources de grartdes enlreprises mais tien plus encore au nepotisme riennent se rattacher V esprit ex- clusif et I1inquisition C'esl Venise el sort terrible conseil, Thiers, Disc, d la Chamlre des Pairs, Sept. 1831. Ik vioilt mij verpligt eene handelwijze tc kenschetsen misschien ongehoord in de geschicdboeken van het regt welke ter teregtzitting der arrondissements-regtbank te As sen van 16 dezer is voorgevallen eu waardoor inbreuk gemaakt is op het heiligste regt der burgers namelijk het regt van verdedigiug dat door deu beroemden kanse lier d^Aguesseau wiens naam niet dan met eerbietl door elkeu onparlijdigen handhaver des rigls kan genoemd wor den een regt zoo oud als het reg ter ambt zoo edel als de deugdzoo noodzakelijk als de regteaardigheid genoemd werd eu dat door persouen aan wie de handhaving van de heiligste rcglen der burgers wordt toevertrouwd. De daadzaken dan zijn deze: Ten verzoeke van den Heer Burgersondernemer der diligences te Arnhem, rnij met zijne verdediging vcor gemelde reglbank belast hebbende, ter zake vau twee beweerde overtredingen vau het regle ment op de dienst der openbare middelen van vervoer te lande van 21 Nov. 1829, verscheen ik aldaar, nadat ik te voren, hoezeer onverpligt, kieschh'idshalve den president daarvan kennis gegeven had eu zeer ouheusch was be antwoord. Reeds vroeger had de eerste dier zaken moeten dienen, doch was tot gemelden dag uitgesteld geworden, zoowel wegens de afwezigheid van den gedaagde als van twee ge tuigen, terwijl, blijkens een door het O. M. uitgevaardigd bevelschrift geen verstek tegen den beklaagde, maar een uitstel lot behandeling der zaak was verleend, en volgens art. 50 vau gezegd reglement alleen eene geldboete zonder gevangenisstraf legen de beweerde overtredingen was bedreigd, eu de beklaagde zich iu dat geval volgens ai l. 226 YVctb. v. Strafv. door een advocaat behoorlijk gevolruagtigd kon laten vertegenwoordigen. Behoorlijk gevolmngtigd ver.schijuende eu te z'jner tijd het woord verzoekende, werd ik door den president iu derede gevallen melde woorden; doe solst zwiegenj" zoo dat ik liet O. Hl. niet kon beantwoorden, hetwelk mij als verdediger wilde weren cn liever iemand, die blijkbaar aau dc beweerde ovei tridiugeu onschuldig was, scheen te willeu doen veroordeelen en zich ongaarne eene exceptie van onbevoegdheid zag tegengeworpen, omdat het te laat inzag, dal de beklaagde ten onregte voor de regl bank geroepen was eu het aldus kou doen wal het 'goedvond; Eerbiedig" verzocht ik nog het woord otn die dwaling der reglbauk tc verklaren, doch dc president, wrelke scheen zijuc opvoeding en beschaving bij de Hunuehcdderi te heb ben ontvangen, antwoordde: vdoe kanst hel ivoord neit k riegen en als doe spreksl sel ik dich de de ure oei loalen z'etlenZelfs ging die President zoo ver, toen ik a tn ecu achter mij stamalen procureur een papier overgaf, van to beweeren, dat ik door die enkele beweging de orde stoorde en dreigde, wanneer ik mij op mijne plaats verroerde mij de deur te doen uitzeilen. Ik zoude mij toen onverwijld verwijderd hebben, indien ik niet gevreesd had mij daardoor aan pligtverzuim schul dig te maken, dewijl ik ook mct .de verdediging van mij- H-mi client tegen de tweede beschuldiging behust was ca h nipte daarin het wooid te zullen voeren, omdat men tc dier zake geen vcisltk kou hcweicn, (hel wik ook iu de et rste zaak, blijkens een van wege den officier van justi tie beteekend vonnis dier reglbauk, niet was verleend.) Bij de behandeling dier tweede zaak verzette de oflicier zien al dadelijk, om de boven opgegevene redenen, tegen de verdedigiug van den heer Burgersen verzocht nu ver stek: terwijl hij beweerde, dal deze iti persoon had moe ten veischijnen, op grond dat eene andere wet, dan liet reglement van hetwelk hij de toepassing vroeg, gevan- nisstraf bed«-eigde. Met groote moeite werd mij toegestaan deze bewering to bestrijden, waarna tie reglbauk besliste, dat ik niet lot de vei (lediging zou worden toegelaten, naar aanleiding der bewering van het O. M, toen ik daarna den psesideut akte van die weigering vroeg, gelastte hij den deurwaarder mij de zaal uit te zetten, hetgeen ik trachtte te voorkomen door dc zaal te vei laten. lie vraag het dan ten annhoore van geheel Nederland, of dit eet bied voor het regt van verdediging is, cn mot welken naam die ongehoorde handelwijze moet bestempeld worden, en of dezelve niet gelijk is aan de ergste inqui sitie, die slagtoffer» van vijandschap eu wraakzucht zoekt eu het zich tot eer eikent, onschuldigen daaraan op te offeren. Doch men verwondere zich daarover niet, wanneer men weet, dat het regt van verdediging hij rcgteis van lie t land tier Hunnebedden niet hoog is aangeschreven, daar ik reeds vroeger ondervond, dat dit zich zelfs lot veikoiting vau de materiele middelen van verdediging uitstrekt. Het strekte mij evenwel lot voldoening, bij die reglbank de overtuiging te kunnen uidrukken, dat ik mij verheug de van bij de hoogste regterlijke collegien, en bepaalde lijk bij den hoogen raad en hij de hoven van /uid-Ilol- land en Gelder lam!, dien eerbiet! voor liet. regt van verde diging te hebben ondervonden, welke onafhankelijke, on partijdige eu beschaafde reglers betaamt, welken eerbied ik daar te vergeefs had gezocht, terwijl men elders den pleitbezorger, die, tuk op de handhaving van regt en wet, «Ie verdediging zijner cliënten met zelfstandigheid, onaf hankelijkheid en bezadigheid vootdraagt, op zijne waarde weet ie schatten, en dat ik er fier op was daarvan de be wijzen van mannen, die het regterambt tot sieraad ver strekken, ontvangen te hebben, doch dat de ondervinding van het tegendeel mij niet verwonderde, daar, waar, de naauwsle banden vau nepotisme of familie-regering en pro vincialisme eene inquisitie gevormd hebben. Op de voormelde wijze werd mij het middel afgesneden, om door authentieke akten de onwaaificid der vcrkla- liugen van getuigen te bewijzen, welke dc werktuigen \an boosheid en list van audeieu waren, eu welke schenen alleen lot veroordeeling eens onschuldigen tc moeten strekken. Inéén woord: alle middelen weiden gebezigd om de verdediging of te mallen eu der beschuldiging vrij spel te geven. Iu het belang van regt en waarheid heb ik gemeend het bovenstaande te moeten openbaren (waarvan geachte leden der balie kunnen getuigen) Ier wederlegging van hel on beschaamd, omwaar eu ougeteekond ailikel van hel nietig Drentseh Courantje, waaruil het al te liglvaardig door an dere dagbladen is overgenomen. Terwijl ik eiutlig niet liet Accipe nunc Tianaum insidias et crimine ab uno disce ornncs, is hrt dringend verzoek aau alle dagbladen, welke waarheiil cn regt huldigen, om liet bovenstaande iu hunne kolommen te willen opuemeu. Mr. C. van BAERLE, Adrocc.at. ILtmelcii, 3 Julij. Sedert oeuige dogen is, namens, de admiraliteit een onderzoek aangevangen naar de ourzaak van het overlijden van 274 personen aan boord van het Umgelselic oorlogschip L'xdg Montague, welk vaartuig, na eene reis van tier ja ren alhier is terug gekeerd. Door hel onderzoek van liet logboek is deze ontzettende daadzaak ge bleken; doelt omlrerit de oorzaak dier sletfle heelt men tot dus verre nog geene andere inlichtingen kunnen bekomen, dan dat die sterfgevallen hebben plants gehad, doordien de aan boord zijnde levens middelen ongeschikt voor het gebruik waren. Ter Apcl, 1 Julij. Voor eenige dagen is in liet Hutidlernieer (Hanover) een kind gevonden, dat blijkbaar bij zijne geboorte daarin was geworpen o.n het te verdrinken. Het hadorn den hals een touw, waaraan een stem was gehecht cn het zinken te bevorderen. De justitie «altlaar heeft een onderzoek tiaar den inootd ingesteld en liet is haar eindelijk

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1852 | | pagina 1