Donderdag, 8 April 185% fER-STOt 1250, 400, 200, 200, 100, 100, 100, LLKMAN, holen, Hen, BUREAU: No. 855. Het regt van gratie. Nieuwstijdingen. SÜklgU. 8e. Jaarg. fl de eer rij, delen den „I, Popelliic, de do nieuivs r voordeelt te bediening eis gunst '-KP, ijk A, n." |(s 1 de vestigen i| jij zijne Stal inder IcMli 'g- dzijde van J 3 April. .AF, Cz. •IJ zijn bij da Ie prijzen, at Hecle zijn. t. Zier ik zee, den 8 April ien 9 A,ril on menigeen lik en liuiri- diergelijke bloed, en li bestaat iu Dagelijks middel, het ligchaam zelve is ook ilige zweren, er daarmede, maken IJZKN van 30/" 23,80 45,90- 23,90 bekomen bij gen-op-Zoom, 3 's Herlogeti- Holloway's n Leeilwar- ■eling Een ihterecn aan ir zoo ver- zoo weinig geen raad on zij nul- i Ie onder en van het Barry gc- incer dan SO noodig cht heeft, re uitkomst i doendie even als srsterkt en i de eigen- ii alle door ten te ge ven in on- Krier. n Sctiaik. rc Sleden. de LOOZE ZIERIkZEESCHE NIEUWSBODE. MEN ABONNEERT ZICH; /n Nederland, bij den Uitgever Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Albany, ABONNEMENTS-PRIJS t voor beide cltgaveh. Voor 3 maanden. 1,30. Franco per post iu Nederland 1,50. Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 4,10. VERSCHIJNT Op Maandag en Donderdag, ADVERTENTIES 40 Cent voor eiken regel. Zegelrcgt voor iedere plaatsing 35 cents. De inzending der Advïilenliën kan geschieden tot Maandag en Woensdag, voormiddag 41 ure» Ziciikzee Hoek van de Schuitbaven, Lett. B, No. 94, Brieven en Ingezonden stukken franco. Vil hoofde van het invallend Paasch- feest zal de Nieuwsbode van Maandag, 19 April niet worden uitgegeven. Zoo iemand, dan toont de Koning door drongen te zijn van de waarheiddat vreemde wetten alleen geschikt zijn voor vreemde landen, en dat het kleed moet gemaakt worden naar liet ligchaam. Trou wens, wat ook is de dwerg in de wapen - rusting van een reus, en omgekeerd de reus in het pak van den dwerg? Zoo is het ten deele met ons nog in werking zijnde strafregt. Zie rondom u, gij. die droomt van alletlei philanlropische inriglingen toL zedelijke verbetering uwer nalnurgenuoteu. Vet-1 goeds inoogt gij be doelen; maar, zoo gij kunt, begin eerst met hel bezoeken van de holen des ongeluks en de verblijven der ellende van diegenen, die door misdaden uit de tnenschelijke maat schappij verbannen zijneerst dan zult gij uwer menscheriliefde een' eerzuil slichten dien lot noch tijd zal sloopen. Maar neen, men meent wel, men gelooft alles gedaan te hebben, wat de mensche- lijkheid, de geregligheid vordert, wanneer gevallen natuurgenootcn, na bedreven mis - drijven, volgens de beslaande wetten ge straft worden. Hoebeklugeiijk is nietzulkeene grondstelling! liet menschelijk hart toch zegt en leert ons, dat, schoon de misdadigers niet menschelijk gehandeld hebben, wij echter het regt niet hebben, op te houden, inen- scheti voor hen te wezen. Ons zedelijk ge voel moge opkomen tegen de misdaden die zij begingen, en het vonnis, daarom over hen uitgesproken, billijken, zij blijven echter schepsels van ons geslacht, bezitten nog den aanleg en het gevoel der inenschen. De Staat is de moeder; de Burgers zijn hare kinderen en elkanders broeders. Begaat die Burger eene misdaad, hij houdt daarom niet op, onze broeder te zijn. De Staat kan er alleen van zeggen één mijner kinderen heeft zich vergrepen; maar de broeder mag alleen zeggen; laat ons gaan en trachten hem Ie verbeteren. Dat beginsel heeft ook onze Grondwet gehuldigd. Hare ontwerpers hebben getoond met ons in te stemmen, dat de uitoefening en toepassing der lijfstraffen, zooals die in ons ellendig strafregt daar slaan, niet voegen voor een volk, dut leeft in de 19de eeuw. Of welk reg(geaard inensch gruwt niet op liet deukbeeld alleen der toepassing van den geesselpaal, of van die der de menschheid zoo diep vernederende tepronkstelling? Wie verfoeit dezelve niet, die door opmerking, ervaring en geschiedenis weel, dut de zoo genaamde exemplaire straffen nimmer ecnig maatschappelijk nut hebben te weeg gebragt of iemand teruggehouden van misdaden niet «Heen, maar dat niet zelden op den dag eencr executie de gruwzaamste misdrijven gepleegd werden door hem, die dezelve had zien volvoeren. Wij noemen het daarom eene weldaad dal aan den Koning de Souvereinc magt van gratie is toegekend, en wij roemen het hoo- gelijk, dat Z. M. daarvan mildelijk gebruik inaakt niet slechts, maar door daden loout, een afschuw te hebben van de toepassing van alle die straffendie de kennelijke sporen dragen van den barbaarschen mid - deleeuwscheu geest. Of rneenen de hardvochtige criminalisten, die, lot schande der menschheid, tot hunne leus maken; men moet van de Justitie alles halenwat man kan, dat ooit eenige sclia- votslraf den misdadiger lot waarachtig be rouw, lot diepen inkeer gebragt heeft? Integendeel: hij zonk daarna dieper en dieper, lot dat alle gevoel van mensche- lijkheid in zijne borst gedoofd en eindelijk eene pest der maatschappij werd. Inlusschen wat behoort het doel te zijn van elke straf? Wat anders, dan verbete ring? Bereikt gij dat doel niet weg dan inel alle exempels van wat de eene mensch heeft uitgedacht, om den anderen te fol teren en te schande te maken. Doch onverminderd des Koniugs vrijzinnige en menschlievende denkwijze ten dien op- gezigte, er bestaal nog een ander kwaad, dat mede diep ingrijpt in het gevoel van den misdadiger niet alleeu, maar ook iu dat zijner familie en betrekkingen Waar toe dient liet, na bekomen gratie des Koniugs, dat men zorgvuldig ook in onze s'.ad de namen van allen, die Crimineel voor het Hof dezer provincie veroor deeld zijn. op breedc lijsten en plak katen aanplakt ter plaatse, waar de meeste openbaarheid heerscht? Is het; om den veroordeelden te straffen neenwant deze draagt er waarschijnlijk op den oogen- blik der publiciteit geene kennis van. Of is hetom iu hem zijne familie en betrek kingen te schandvlekken en als niet een brandijzer op hun vooihoofd te schrijven die of gene der Uwen is een misdadiger gij zijl van zijn geslacht Zoo men het daarbij niet denkt of bedoelt, het heeft toch dezelfde uitwerking, en daaroib moest het nagelaten worden. Of slaat zoodanige aan plakking niet gelijk niet eene executie in c/jigie? Voor des overtreders betrekkingen ongetwijfeld. Zoo prijken op die lijston namen wier naaste betrekkingen de eer zijn van hunnen stand. Vermindert niet aanmerkelijk de hooge waarde van des Koniugs genade betoon, als zijdelings, zonder heilzaam doel anderen door zulke publieke aankondigingen diep getroffen en gegriefd worden voor da den, voor welke zij niet aansprakelijk of strafbaar zijn Daarom is het eene vraag, welke rijp onderzoek vordert; ol' niet, namelijk, met hel verleeneu van gratie, die formaliteit tevens moet beschouwd worden, als vervallen te zijn? 01', zoo dit niet op gaat, of 4en Koning bij artikel 60 der Grondwet niet levens de magt is toegekend, om, gratie verleeneiule van de geïncurreerde slraf, tevens de bedoelde formaliteit te verbieden? Zóó toch en dan eerst, zal die souvereine daad al de kracht en waarde bekomen en behouden van het regt van gratie. JFxawfetijt, Parijs, 3 April. De Heer de Manpas, minis ter van algemeene policie, heeft aan de prefecten eene circulaire gerigl, betreffende de uitvoering van het hesluit op de drukpers. Al de aanvragen om verlof tot het uitgeven van staalkundige periodieke geschriften moeten aan den minister gerigt zijn, welke alleen het regt heeft, om die te verleenen of te weigeren. Ook aan den minister van policie moeten gerigt worden al de aanvragen, om vreemde dagbladen, hetzij in de Fransche of in vreemde talen vervat, in omloop te mogen brengen. Berlijn, 4 April. Hoe hoog de nood onder de arbeidende klassen alhier geklommen is, bewijst de omstandigheid, dat op 1 dezer, zijnde de gewone verhuisdag, zich niet minder dan 300 familiën aan meldden met verzoek, om in het werkhuis geplaatst te worden, daar zij van dak beroofd waren. Frankfort, 3 April. Van eene doorgaans goed onderiigte zijde wordt gemeld, dat door twee groote mogendheden eene nota aan Lodewijk Napoleon is gezonden, waarin de wensch wordt te kennen ge geven, dat de president Frankrijk voortaan zal regeren onder den titel van prins-regent en zal af zien van het denkbeeld, om eene dynastie te vestigen. Brussel 3 April. Te Bergen stierf onlangs zekene Heer Leclerq. die onder andere zonderlinge uiterste wilsbeschikkingen bepaaldp, dat de execu teurs in tegenwoordigheid van getuigen de orgincle acten van het proces de.r graven van Egmont en Hoorn, welke de eiffater bezat, moesten verbranden. Hoe hij in het bezit van deze stukken gekomen is, meldt men niet, maar men hoopt, dat de regering zal zorgen, om deze bescheiden voor hot staats archief te behouden. Kocvorden, 2 April. Gepasseerde!! nacht brand de te Sleenwijksmoer een gehucht onder deze gemeente behoorende eene woning, bewoond door den landbouwer J. ter H., geheel af. Bijna al de tilbare have, benevens 5 runderen, zjjn door de vlammen verteerd. Het opmerkelijkste van de zaak is, naar men verhaalt, dat de bewoner van dat huis reeds voor eenigen tijd was gewaarschuwd dat zijne woning gevaar liep. zoodat hij het geraden achtte, haar voor brandschade te verzekeren, en des nachts Ie waken. Heden nacht waakten tot vier ure de dochter des huizes en de knecht, waarna heiden, op aanraden van den vader en baas, zich ter rust begaven, beiden hadden zich echter naauwe- l'rjks ontkleed, toe« de woning reeds in lichte laaije vlam stond. Ook verhaalt men, dat twee koeten reeds vuur op het dak is gevonden; het ongeluk is dus vermoedelijk aan kwaadwilligheid loe te schrijven. Oustweddc21 Maart. Voor eenigen lijd arriveerde 's avonds laat te Bourtange, een persoon, in de uniform van vaandrig der Pruissische jagers, zich noemende Julius von Wansfeld, zoon van den graaf von Wansfeld, uit Berlijn. Hij was zeer vermoeid, had zijne voelen doorgeloopen en ver haalde, dat hij, ten gevolge eens duels met een officier der artillerie, dien hij ernstig gewond had, voortvlugtig was, en den afstand van Hamburg naar Bourtange geheel te voet had afgelegd. De oorzaak van dat duël was een burgermeisje, waarmede hij eenige verkeering had aangeknoopt en waarvan het ongepaste hem door den officier juist niet zeer heuscli was onder 't oog gebragt. Hoewel zijn voorkomen allergunstigst was, zijnde hij van eene buitengewone grootte, edele en fiere houding en daarbij in alles eene geciviliseerde op voeding vertoonende, was dit jonge mensch, meest uit oorzaak van zijne behoeftige omstandigheden, bij niemand zeer welkom. Nu woont er te Bour tange een man, die vroeger met Napoleon in Rus land en met Blucher bij Waterloo streed, en ins gelijks een Pruis van geboorte, alhier het vak van geweermaker uitoefent. Bij dezen, hoewel zelf in de armoedigste omstandigheden verkeerende, vond de ongelukkige v. W. eenen schuilplaats. Een weinig gekookte melk met brood, benevens eenige aardappelen en des nachts een rustbed van stroo, was alles wat de arme smid zijn' landgenoot kon aanbieden. Inlusschen bood v. W. zich als vrijwilliger aan bij onze artnée doch daar het hem aan alle pas sen en papieren ten eenemale ontbrak, werd hem dit afgeslagen. Daarop schreef hij naar huis, be leed zijn misstapverzocht vergiffenis en om de papieren, dien hij mogt benoodigd hebben, om als vrijwilliger naar de O. J. Ie kunnen vertrekken. Dan wie schetst zijne verbazing en tevens die van alle Bourtanger ingezetenen toen eenige avonden daarna eene zware calèche, met 4 paarden bespan nen, de vesting binnenreed, en de oude graal zelf uit den wagen stapte, en naar een voortvlugtig Pruissisch officier gevraagd hebbende, terstond naar zijn zoon werd gebragt en door dezen met tranen van blijdschap en dankbaarheid werd omhelsd. leder die het verhaal des zoons voor een ver dichtsel en hemzelven voor een landlouper had gehouden, ontdekte met vreugde maar tevens met irinigen spyt, dal hij door lien was afgewezen; de waarheid, en deze spijt zal welligt verdubbeld zijn, toen ze zagen, hoe de oude heer den gast vrijen smid eenige goudstukken in de hand liet glijden en hem met zich ten eten verzocht. I)e oude graaf had zich, aanstonds na 't ontvangen van zijns zoons verzoek, naar den koning begeven, dezen de geheele gebeurtenis geopenbaard en door zijn invloed voor zijn' zoon een verlofpas van vier weken verkregen; zoodat daardoor de vlugt het voorkomen van eene verzochte reis naar de familie verkreeg. De gekwetste officier was ook lei reilen gesteld. Met dezen guostigen keer van zaken had de oude graaf zich geen rust of duur gegund voor Ilij zich van de rigtigc bezorging dezer papieren zelf had overtuigd; hij had zijn koetsier hev den in te spannen, en zoo kwa n ilij dan in den avond van den tweeden dag na hunne afreize, zonder dat de paardin ontspannen waren, te Bjurtange aan. Was de ou Ie heer evenwel twee dagen later gekomen, dan was de zoon, reeds ongeduldig on tevens in angst verkeerende, op weg geweest naar F'rankrijk, om aldair zijn geluk te beproeven. Den volgenden dag werd de terugreizo aange nomen. De oude smid moest, naast den ouden graaf gezeten, hen een eind wegs vergezellen en deze hei it onlangs va.i Berlijn de tijduig ontvan gen, dat Julius was gepnspoi teerd, liet burger meisje, «in hetwelk de twi.t was ontstaan, ha l i gehuwd, en eerstdaags een landgoed nabij de Mecklenburgsche grenzen ging betrekken. Corineliein 3 April. Naar wij vernemen is zekere Kuipers, die niet een hondenkar, langs den dijk, mar Hardinxveld reed, door vier kerels aangerand. Kuipers sneed de honden los die daarop de booswichten aanvielen met dat gevolg dat ie.i van hen ernstig gebeten is, zoodat deze dieren aldus hun meester bevrijden. 's Cravealiage 3 April. Heden heeft het Prov. Geregtsliof in Zuid -Holland, kamer van cor rectionele appellenuitspraak gedaan in de zaak van L. de Kuiter, kapitein van de staomboot Ad-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1852 | | pagina 1