w MARMEREN LEIJEN Holloway's pillen Er wordt gevraagd, on gezegeld papier, aangevraagd aan Onzen commissaris in tie provincie, waarin do verzoeker woonachtig is, eu door dien commissaris., volgens het model door Onzen-Minister van Binncnlandschc Zaken vastgesteld, uitgegeven. Voor minderjarigen worden de verzoekschriften ingediend door hunne ouders of voogden, De actcn geltien van den 1 Julij tot en met den 30 Junij van liet daaropvolgende jaar, en zij u voor geheel het Rijk van kracht. 6. Onverminderd het zegclregt volgens de wet, wordt betaalU voor eenc groote jaglacte tot alle geoorloofd jagtbedrijf; i ljflitn galden voor cene kleine jaglacte tot de jagt bedrijvenin art. 15 lilt. e J eu g geuoemd r vijf gulden voor eenc groote viscliacte tot liet gebruik vau alle ge oorloofd visebtuig: rijf gulden voor cene kleine viscliacte lol U-et gebruik van één ge oorloofd vischluig iu de acte te vermelden een gulden e/i rijf tig cents voor de uitoefening der kleiuc jagt bedrijven iu art. 15 sub i en Je vermeld, wordt geeue acte vercischl. Het blijft aan Onzen commissaris iu de provincie voor- bchoudeu aan kennelijk onverinogeaden ter zake der uitoefening van de visscbeiij met écu vischluig, kosteloos vergunning te verlceuenmits van h<t ome rui ogen vol doende hlijke eu door de belanghebbenden de schriftelijke toestemming der eigenaren worde overgelegd, waarvan iu do vergunning melding wordt- gemaakt. 7. bene acte dient alleen voor hem op wiens naam üij is afgegeven. De meester kan echler ook cene acte bekomen ten name vau zijn jager of visscher inwonende' zonen benedeu den ouderdOui van achttien jaren mogen zonder acte op eigen naam hunnen vader of dieus jager, j igende vergezellen. 8. Ecne groote jagl- of groote viscliacte geeft de be voegdheid lot uitoefening van alle jagt of visscherij, niet vei boden bij deze wel of bij de provinciale verordeuiugen, bedoeld iu de beide volgende aitikclcu. 9. Voor elke provincie wordt door de Stalen, onder Onze goedkeuring, een reglement op de uitoefening der jagt en visscherij vastgesteld, tot aanwijzing: a. van de dagcu in de week, waai op de lange of korte jagt mag worden uitgeoefend; b. van de plaatsen voorde uitoefening der afzonderlijke ijagteu op waterwild c. vaii den tijd, waarop liet jagen op grof wild 2al vijn toegelaten en d. van de soort van vischtuigeu eu van de grootte <ler mazen dier vischnctlcu. 10. De wijze van uitoefeuiug der zalmvisscherij wordt, eveneens, door de Provinciale Stalen bij een afzonderlijk reglement geregeld. 11. Gedeputeerde Staten bepalen jaarlijks den lijd der opening en sluiting der jagt en visscherij, eu Onze com missaris iu de piovincie doet daaivau aankondiging teu minste acht dagen vóór de opening eu sluiting. Op gelijke wijze bepalen zij, naar mate de wildstand of plaatselijke omstandigheden zulks vereischen, of de jagt op eenig wildsoort, alsmede of eeuige visscherij niet geopend dan wel beperkt uioet worden, hetzij in tie geheele pro vincie, hetzij iu bepaalde plaatsen, alsmede boe vele stuk ken grof wild van het mannelijk of viouwelijk geslacht, eu hoe vele hazen op céuen dag door één jager, en bij klop- of drijfjaglen, door alle jagers te zamen mogen worden gesehoteu of gevangen. 12. Geeue jaglacte of buiteugewoue magliging wordt vereisebt a. voor het schieten van schadelijke vogels iu tuinen of fruit-boomgaardeu door of op last van den eigenaar of reglhebbende b. voor het jagen door den eigenaar of reglhebbende in lust- of bouwhoveu of buitcnplaatscu, door muren, schut- liugen, rasters of grachten geheel afgesloten. 13. Gecne viscliacte wordt vereisebt a. voor hen, die den houder ceuer viscliacte, daarbij zelveu tegenwoordig, behulpzaam zijn in liet hanteren van een vischluig, dat door een persoon niet kan worden be heerd, het visschen met schakels of wargarens daaronder begrepeu; b. voor hel bcvisschcn door den eigenaar of regtlieb- beude van vischwater, gelegen iu buitenplaatsen eu lust- of bouwboven, door muren, schuttingen, rasters of grach ten geheel afgesloten Cm voor hel visschen met den beugel in de baud, onder tocstemiuiiig van den eigenaar vau bet vischwater of daai- op reglhebbende. De provinciale reglementen, in art. 9 genoemd, bepalen de breedte voor grachtcu veieischt. 14. Jagtacten worden geweigerd aan a. maréchaussees beneden den rang van officier; aan dienaars vau justitie en policie aau beambten Van's Rijks middelen, niet boven den rang van commies; aan veld wachters, bosehwachtcrs eu opzieners der jagt, allen voor zoover zij bezoldigd zijn eu bevoegd tot het doen vau bekeuringen, beiioudeus de bevoegdheid van de opzieners der jagt tot het schieten vau schadelijk gedierte, over. eenkomstig art. 30 b. personen onder curatele gesteld, ten ware zij tot liet vragen van acte door hunnen curator ziju geuiagtigd c. personen beneden de achttien jaren d. personen, aan welke bij «le wet, of bij regterlijk gewijsde, het regt om schietgeweer of wapenen te diagen, is ontzegd; e. die een onlecreud vonnis hebben ondergaan, zoolang zij niet zijn gerehabiliteerd. De personen, vermeld sub. lilt. d en et kunnen echter worden toegelaten tot de jagtbedrijven, vermeld bij art, 15 lilt. e, g en h. Bij de discussiën omtrent d« wet op de rente- belasting, (mogelijk wel ingediend met het doel van den minister om eene plausibele reden tot aftreden en alzoo een ruim pensioen, te vinden, daar het niet vallen dezer wet, alle goede trouw zoude verkrachten waarop de geldschieters aan het gouvernement, hunne kassen openden) kwam mij het gezegde van een oud Israëliet te binnen: ,,dat het geld voor ieders voeten ligt als men het maar wil oprapen," zoo dacht het mij ook met het Ministerie van Financiëa te gaan en deel ik verre weg de gevoelens dier leden der 2e ka- I mer, die het équivalent voor al le schaffen belas tingen, iu Slaaisbeztiiiiiigingen wenscheen le zoeken. Dit died mij herinneren aan hetgeen ik on dervond iu don afgcloopcn zomer, toen ik met do trekschuit van 's Hage naar Delft voor. Ken oud zeer grijs hoer stapte aan de tolbrug cr uil. De schipper, vragende wie die Heer was, antwoordde mij met zekere eigenliefde \an titels to kennen: »l)jt is de Raad-Advi-eur Ossewaardc die hier buiten op Miijvleil Wnont, hij vaart da gelijks mi»! mij mede en ik heb een goeden klant aan hem." Z"o, ducht ik bij mij zelve, dat is dan de gewe zen Secretaris-generaal van liet Ministerie van Financiën, die men in der tijd niet heeft willen Pensioneren, omdat hij tot het beheer en het klusje van dat Ministerie behoort en Waarvoor men toen een titel heeft gecreëerd, om hem in het bezit van vol tractement te laten verblijven, schoon een ander, ik meen zekere Ifoijtema, Secretaris-gene-* rial werd. Ziet bij Mini ter, als Gogcl en Appélius waren, kwam zulk em Baad-Adviseur niet te pas, vooral niet wanneer die een uur van de stad afwonen, dat aan den minsten dorpsontvanger zou geweigerd worden, (immers zoo hij geen Neef van een Mi nisterieel Ambtenaar is) Hel is alzoo zeker dat die betrekking noodig is of niet, was zij noodig dan hadden vroegere Ministers ook I\aad-Adviseurs moeten hebben, is zij niet noodig, dan moet die betrekking ten spoe digste vervullen. Dan, het laatste zal wel waarheid zijn, ten eer ste als op vroegere ondervinding gegrond, ten tweede op liet op een uur afstand wonen van de Residentie. Eii zoo ligt dan (volgens onze Jood) hier liet geld (ter bezuiniging) voor de voelen van den Minister, die het echter niet opraapt, eene groote feit in een Minister van Financiën! Zoo ook kon er énorm nog op de Pensioenen bezuinigd worden; niet alle gepensionneerden toch verkregen hun afscheid uit ouderdom, velen vroe gen het, uit misplaatsing en miskenning. Welnu, men doe ecnen staal van gepensionneerden opma ken en hun die aanbieden inet de daarin vervatte vraag voor welke betrekking zij zich zelve nog geschikt oordeelenden bij vacaturen zoude uit zoo danige staten keuzen gedaan kunnen worden. Ziet, hier ligt weder het geld voor de voeten, maar het wordt niet opgeraapt en zoo zijn er (ik boude er mij van overtuigd) nog duizende gevallen die in de Augias-stallcn van ons zinkend Vaderland waren- op te ruimen, voor en aleer men de toevlugt zoude moeten nemen tot eene belasting op de renten waardoor de geldschieter gedeeltelijk zelf voor zijne renten zal moeten be talen en deze wet eens aangenomen zijnde in vollen, vrede, zeker geen maat of term zal hebben, bij onverhooplen oorlog, verlies der Koloniën, YVa- tersnooden en andere hoofdrampen. KCt. IlTGESOlTDEWa STTJZZB1T. Mijnheer de Redacteur Mogt dit triyn onderstaand stuk een plaatsje in UK.' Nieuwsbode vinden het zou mij zeer vcr- pligten. Ik las in den Nieuwsbode van Maandag den 15 Maart 1852 een ingezonden stuk aan Landbouwers, dat bet treurig was te zien van jaar lot jaar den achteruitgang van den Boerenstand. De schrijver van liet ingezonden stuk schrijft inet een soort van gevoel in de eerste plaats dat het treurig is namelijk van boer te verarmen tot den arbeiders stand dit is ook ecne treuiige zaak; hij vraagt daarop wat hier wel de reden van zijn zou, want dat ieder op zijne wijze klaagtde eerste klaagt van te veel land- en polderlasten stem ik met den schrijver toe dit veroorzaakt niet den grooten achteruitganghet tweede van de zegen is weg, dit mag in geheel geen aanmerking komen, daar men nog in een der gezegendste dcelen der wereld woontwij hebben wel ons voor en tegen, maar dat hebben ze op andere plaatsen ook tol zoo ver ben ik het met den schrijver eens maar, dat hij het sleurboeren noemt en al het te kort komen aan den boer toeschrijft, en de wisselvalligheden daar de landman mede le kampen heeft over het hoofd zietnoem ik niet verstandig van don schrij ver hij moet wel in een land wonen van hijzon deren achteruitgang en minkundigheid. Dit is zeker, dat wij als boeren nimmer een edelen naam krij gen of zullen bekomen; de nijvere landman wordt altijd gedoemd met den naain van lompen boer of wat fatsoenlijker eenvoudigen boer. Dat de schrijver in een lomp land woonttoont hij aan, dat de boeren nog in hunnen almanak moeten zien wanneer zij zaaijen enz. moeten dit is toch waarlijk bij ons het geval niet. Wij weten het wel van buiten maar wij moeten toch ons zeiven onderwerpen aan het saizoen en de gelegenheid van ons bouwland hier moet toch elk land zich aan onderwerpen maar de gelegenheid waarnemen als zij zich presenteert en dit wordt bij ons al slip- telijk waargenomenalthans de landbouw wordt veel knapper gecultiveerd dan in vroegere jaren en dat moet ook wel want wij moeten veel meer pacht enz. opbrengen dan onze voorzatenen de achteruitgang is bij ons ook zoo groot niet als in liet land daar de schrijver woont; maar hoe kan dit ook anders want hij spreekt dat de meuschen loopen als redeloore dieren zoodat men daar ook weinig vau le wachten heeft. De schrijver denkt zeker dat de aardbodem door en door vruchtbaar fs omdat hij maar van diep omwroeten spreekt denkelijk weet de inan nietdat cr land is dat diep' ploegen in liet geheel niet kan verdragen dat men geheel kan bederven met diep ploegen het diep ploegen zonder mest zou toch niet veel voedsefof kracht aanbrengen en van mest spreekt de schrijver niet mogelijk w«ont hij in een land, daar ze geen inest kennen want de dieren kennen die ook niet. Zuid-Beoeland Maart 1852. Een Landman. Vlisslngen, 18 Maart 1852. Mijnheer de Redacteur Hel strekt ons tot zeer veel genoegen de Heer Smith, als Commissaris, en de Heer de Wolff, als Directeur van ons Nieuw opgerigt Vlissingsch Onderling Begrafenisfondsgekozen te zien. Innig s,<ect het onsdat de Heer Harder te kennen gaf, voor Commissaris te bedanken, indien {hetgeen uiet te betwijfelen wasde algemeene keuze op dien Heer mogt vallen. De reden voor zijne bedan king waren echler zeer gegrond. Ook deed het ons leed, dat. wij in onze allereerste algemeene keuze, op den Heer Gerner, als Directeur van het Fonds, niet mogten slagen als hebbende die Heer getoond, steeds in alle gevallenalleen tot waarlijk belang tan de Leden van het Fonds, nimmer voor eigen persoonlijk voordeel werkzaam te zijn geweest. De reden echter zijner bedanking strekken die Heer steeds tot lof, en waren verder ook zeer gegrond. Nog moeten wij hierbij opcntlijk betuigendat hij door zijne bedankingbij onsLeden van hel Fonds, in zulk eene hooge achtingen vertrouwen staat, dat wij gerustelijk aan hem als Directeur alleenelk Fondsvan welken aard dan ook zouden durveR toevertrouwen; ook over de handel wijze van den Heer Mestdagh, op de laatste al gemeene vergadering, moeten wij onze bijzondere tevredenheid betuigen. Eenige Leden van het Fonds. Mijnheer de Redacteur! Mogt onderstaande een plaatsje in uw veelgelezen Glad verdienen, zoo zoudt gij velen uwer lezers verpligen: Te Neuzen is iu de afgeloopcne week een duidelijk be wijs geleverd dat sterken drank zelfs onschuldige dieren tot vechten aanzet. De kastelein B. had op genever afgetrokken aalbessen eenige schreden van zijne woning verwijderd nedergeworpen waaraan zijne eigene kippen fnegentien in getal) 2icli zoodanig vergast hadden, dat spoedig een hevig gevecht onder die aalhessenpikkers ont stond. Het grootste gedeelte had elkander met woede de sloot ingewerkt en ook daar ofschoon half onder deu modder werd de hataille nog voortgezet. Eene groote menigte meuschen was loegeslioomd om aanschoutvers van die vreemde harrewarreiij te zijn, die de lachspieren tot dc hoogste mate deed zwellen. De eigenaar was verpligt dc meeslen uit de sloot op te visschen om een einde aan die drouke partij te maken. De overige liepen wankelend in de weide elkander opzoekend ocd weer kip tegen kip te kloppen. De haan was ook sterk aangeschoten en mar cheerde Irolschevenwel struikelend en zwaar als met Loolje poolen gelijk hier in diezelfde week eeu gehuwde zaakwaaruemer liep nadat hij inde Vriendschap 's nachts ook zaken had willen waarnemen. Het grootste gedeelte van deze beesten was des audereu daags uog «iet uitge slapen en zij werden tot opwekking door den kastelein B., in de zon gelegd met dat gunstige gevolg dat men geeue kippculevcuS' le betreuren had. Een bestendige Lezer. <^f>c^f(tnb U £§§ït<rtli}«.. gf. roken: 17 Maart. Eene dochter van J, G. Pliaiï en \V. E. Slager. 18 dito Eene dochter van J. Lammers en G. WiUentiurg. 20 dito. Eenc dochter van P. J. Loewer en K. Ocbtman. 21 dito. Een zoon van P. van der Werk, 23 dito. Eene dociiter van D. Grootveid en M. van den Berge. Ecne dochter van II. de Blok en M. Klink. gehuwd: 24 Maart. VV. Gast en J. van dc Stolpe. overleden: 19 Maart. E. E. Logeman oud 16 maanden (dochter). ADVEHTEiNTIElV. Getrouwd: ZlKRIKZEE 24 Maart 1852. W. GAST, Jz., en J. van de STOLPE. Bevallen van een' Zoon, W. J. van WAGE, van DonT. Brouwershaven den 23 Maart 1852. Eenige kennisgeving. 1558=» De Commissie voor de Onderlig Waarborg-Vereentglng van Arbeiders Zierikzee, maakt bij dezen aan de belangltehlif den bekend dat de Heer NAUTA yan den GR| deszelfs ontslag als Thesaurier dier inrigting zocht hebbende, daartoe is aangesteld de H M. F. van den THOOKN en dat de inlagen bet Fonds dier Waarborg-Vereeniging, vanaf; 1 April aanstaande, ten diens Kantore, in Nieuwstraat alhier, moeten bezorgd worden, daartoe eiken Maandag morgen, van 9 tot 11 u vacereu zal. De Commissie neemt deze gelegenheid wat om de arbeiders en anderenyoor wien zu nuttig zijn kan, aan te manen, bij voortdur of op nieuw, aan deze nuttige inrigting deel nemen cn zoodra zij daartoe in de gelegenli zijn zullen, wekelijks iets af te zonderenom ij alzoo eenen spaarpenning voor den winter te i zamelen Zierikzee 22 Maart 1852. De Commissie voornoen A. MOENS va» BLOOli Ter ordonnantie, B. C. CAU. i tTS* Degenen welke iets te vordere Failleren of andere stukken van wijlen i Heer J. A. de GLOPPER in leven Landbout en Marktschi|iper van Burghstuis op Rotter ia i onder zich berustende mogten hebbenwon verzocht daarvan opgave te doen vóór i 10 April 1852, aan HaamstedeJ. HOOGENBOOM 24 Maart 1852. Wed. i. A. de Gloppi 48 STUKS WITTE EN BLAIDV van 46 Ned. duimen in 't vierkant. Te bevra; bij den Uitgever dezes. ES5 De REVALENTA ARABICA even als Arrowroot, een Planlenvoedsel dati sterkt en ligt verteerbaar is; het bezit bove dien de eigenschappen verzwakte verterings-oü nen en alle door gebrekkige spijsvertering i stane ziekten te genezen. Nadere berigten worden gratis afgegeven in derstaande De| óts. I Middelburg, J. C. Kriel, j Zierikzee C. van Schaik, Amsterdam, Verkoophuis Goes, C. Vreeke. De pillen van Holloway, zijo een voorti felijk middel voor de ongesteldheden der vrouwelijke It oe. Mevrouw Talbot uit Mitchaiu, heeft onlangs professor Holloway doen weteu dat zij met genoegen kent de buitengemeen goede uitwerking die zij van gebruik zijner pillen heeft ondervonden. Op haren 41 rigeu leeftijd begon zij zich doorgaands ongesteld le gei ten, en leed aan een kwijnenden toestand, gezwollen nen enz. eu niettegenstaande de zorgvuldige behandel der kuudigste genecsheercn, nam bare ongesteldheid telk toe, tot dat zy eindelijk besloot de pitten van Hollo* te gebruiken, welk onwaardeerbaar middel spoedig h vorige krachten deed herleven en haar gezonder deed dan zij sedert jaren geweest was. Door het vermeerderd Debiet zijn dc PRIJZEN van heden af de volgende DoosjesPilten van ƒ0,90 ƒ2,10 ƒ3,30/7,75 l5.3</23 Potjes Zalf van - 0,90 -2,10 -3,30 - 8,15 - 15,90- Zijn op franco aanvrage h Comptant te bekomen B. van ASPEREN VERVENNE Apotheker te Gc J. STRAATMAN, Hoofd-depóthouder te's Hertog bosch, alsmede te Londen, Strand 244Hollow Etablissement. met Meieen bekwame LANDBOUWER KNECHTgoed van gedrag en van de Gerj formeerde Godsdienstadres met franco briel bij den Uitgever dezes. Met Mei aanstaande een BROO BAKKERS-LEERLING bcnoodigd op der Dorpen in Schouwenvan 16 4 17 ja' oudadres in persoon of met franco brief bij den Uitgever dezes. TE ZIEItlKZEE TER DRUKKERIJ VAN P. DE LOO Amstci het Regt d seinen ts-rej waarbij ze' oordeeld. to jegens ion. proces-verl heden in van Auste waarvan d regtbank, cn acl|l da; hetgeen al deel had g ■opgegevene plaatse va .gezien, lie wachters ii .amlHsecd i idrad, wjj

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1852 | | pagina 2