ZAM ENSPRA AK
orrespoiKteiifie
Verscheidenheden
Over Titels
reep worden gezet. Do burgemeester mag dus
blijde zijn, dat bij geen zitting beeft in de Eerste
Kamer.Bevallen: de koningin van Spanje, en
overleden de moeder van Kossulh. Lodewijk
Napoleon zit reeds half met zijn hoofd in èene
Keizerskroon, en wie weet of li ij met zijne mede
dingers, Ledru Kullin, de Joinville en den Graaf .de
Chambord, niet eenmaal aan één tafeltje kaart zal
spelen, nadat er eerst cenigc duizetvde menschen
omhals zullen zijn gebragt. Amsterdam heeft dus
veel kans, om andermaal voor de derde stad van
het Fransehe Kijk te worden verklaard. Nu
slechter als 't nu is, heeft het nooit geweest en
kan het nooit worden. Het bezuinigen wordt
in sommige plaatsen, hoewel op cene kleine schaal,
langzaam in praktijk gebragt; zou zal onder an
deren de kaarsensnuiter en vuuraanmaker van
't Stadhuis te Botterdam, alléén voor het leveren
van handdoeken, een paar honderd gulden gekort
worden. Maar de man is binnen,* putten dempen,
wanneer het kalf verdronken is is in Nederland
een algemeen gebruik. "Ook te Zieiikzee zullen
de Zwanen en Ooijcvaars eervol worden ontslagen.
Het sehippershuisje zal gerepareerd worden,
onmiddclijk na de verfraaijing van het huis van
den. architect. Alles kan niet gelijk gedaan worden.
Er wordt op alles ook zoo geknibbeld dat men
hang is een belangrijk werk onder handen te nemen.
Ook met het verleggen der straten wordt er
zonderling omgesprongen: de Sl.-Jansstraatb. v.,
die bijna onbegaanbaar is, wordt geen steen in
verlegd, terwijl de achterafstraten, waar niemand
in woont die Stedelijke belasting, betaalt, zooals
de Gestrchts-straat, (zeker om de uitgezogene
burgers er op sokken te doen in marcheren, J wordt
vernieuwd, en noodiger werken worden vergeten.
Ook zit haas van den Ende aan den deken te
pluizen, hij al de veranderingen; als vroeger twee
handen elkander waschten, werden ze beiden schoon;
maar nu zal de zilveikleurige zeep schaarscher
worden, benevens de duren olie. Te P
wordt er mede met een goed en een kwaad
oog gekekeneen Sbaar mensch t». 1., verrade
onlangs een schipper die een anker jenever binnen
smokkelde, en smokkelt er zelfs wel 100 in een
jaar; terwijl hij daardoor de commiezen van het
spoor bragt, om een varken aan te halen, waar
zijn broeder mede in aantogt was. Het is dus
wenschelijk dat Sbare .wezens zich met smokkelen
niet inlieten, want die zien doorgaans een splinter
in een anders oog, en zien den balk niet in hun
eigen oog, al wordt die gezien door commiezen,
controleurs, ontvangers en menschen. Niemand
durft een Sbaar mensch verraden. Op Kersdag
heeft de policie Ie Besmjen óók door haar mond
gekeken; de lieer van H. junior, nred. doctor,
moest gedogen dat hij en zijn paard blind ge
gooid werd met zand door een hoop straatjongens,
zonder dat een enkel agent die baldadigheid tocht
te beletten. Ook te's Hecrenhóek smokkelt Jan
zoowel hij dag als-nacht, in nierischcnvlecscli
ofschoon er een beambte hij hem inwoont.
Aldaar wordt een Jan zwik alle morgen zijne
das aangedaan door zijne meid, en krijgt dan nog
een zoenlje op den hoop toe. Het ontvangers-
klerkje te Honteiiisse kan maar geen baantje krijgen;
zoo min in de Graauw als Ie Hengsdijk is
hij ingeschikt kunnen worden, en nu hoopt hij
nog elders verpast te raken. Aldaar heeft
een brouwer belangrijke wonden bekomen, bij bet
belegeren van Schiedam, terwijl een horlogiemakcr
er maar niet kan achter komen, wie beminden
Nieuwsbode heeft geplakt. De landmeter te
Wemofdingen struikelt zon gedurig hij het op
zoeken van een duim grond(lat hij eene groene
en. eene blaauwe scheen heeft geloopen, en wel
de?j&f)tste ju eene wagenmakerij tegen een blok.
Éen hulp-onderwijzer in Zuid Beveland geeft
reeds les in de gymnastirpiéhij is zelfs al zoo
sterk dat hij eene brandende kaars tegen den grond
stuk kan slaan doch hoe steik hij ook is hij
is toch voor laatsll. .Zondag te ligt bevonden.
Te Brrelle heeft de zoon van een Notaris weèr
een jas present gekregen, die zoo mooi is dat hij
wel naar een berenvel gelijkt, zeer geschikt om
op St.-Nicolaas kinderen mede bang te maken.
Aldaar is de dochter van een schilder zoo
jaloersch op haar zemelbroek, dat men voor dol
heid gaat yreezen. Het duel dat aldaar tusschen
\?een 2dc Luitenant der Schutterij en een Kapitein
der artillerie moest plaats gehad hebben is gestaakt;
de Luitenant is er met een vullen broek en hon-
derde verontschuldigingen afgekomen. Jan de
boekhouder is zoo jarig geweest, dat bij als een
vorken op een kruiwagen naar huis is gebragt
moeten worden, en onder liet nhocrader Briel-
sche jeugd met statie in den koepel is gezet.
Het kind van Nabot te St. Maartensdijk heefteen
paar laarzen van dubbele Jan uit' den rand geloo
pen. uit vrees voor blaauwe scheenen. Aldaar
zal eene smids-dochter gesoldeerd worden met een
Fhiliplandsche noalJ. Tc Goes heeft eene oude
zeug weder slaags geweest met hare biggen, waar
door verandering van wièr wordt verwacht.
»De komkommers zijn uit den tijd," zeide onlangs
eene moeder tegen hare dochter te Hoedenkens-
kei ke. »en zoo gaat het met u en met de kui-
persdoehter uit de stad ook; in Vlaanderen en Brahand
hebben je ook ol gezocht en i iets kunnen vinden."
hebhendi? Zijn de meeste menScheir dwaas, eni
het genoeg hen te winnen;' of zou strenge regt
vaardigheid te opgeblazen maken, en den nijd
gevaarlijk opwekken?
Terwijl wij ons zulke muizennesten in 't hoof
zeilen, kan voor praeadveis worden gelezen In
besluit van 5 dezer (Staatsblad No. 14-9), \vaa
art. 4- aldus aanvangt: «Het eeretecken wor^
d«»or Ons toegekend.»
Alzoo, te oordeelenofficieel te oordeelen,
vonnissenowr pliglbéh achting, over zedelijk
waarde, over de eer van Nederlanders, nemen y,
aan «Ons.»
En zal nu bij vrouwen, kinderen en andew
die de strikken aangapen, zonder na te vrage'
naar de bestrikkers, een kale oude sehuttersroj
-ofiioiëol tot eene soort van schandtoeken zij
gepromoveerd? [Kal.)
GERRITJE fis
toch aan den Stads b'o;
gebonden.
fiussclicn twee Vlissingselie Burgers,
Jan. Wel buurman zijn ze ook met dat
rekwest bij ]e geweest, om te teckenen dat
de Koning de tegenwoordige Burgemeester dis
pensatie moge verleenen, omdat Z. E. A. Doctor
is, en volgens de wet geen Burgemeester kan
blijven
Koo. Ja, eerst een stads-bode en toon een
anderen ronrilooper.
Jan. En wat zeg je daarvan?
Koo. Dat bet schande is; bijna vijf jaren ge
leden is or voor dien "/.elfden man, ook zoo'n rekwest
san de huizen der burgers, aangeboden en dat
is gelukt hoewel er velen warén, die hel alles
behnlven mooi (ouden nu probeeit men voor
de tweede maal voor denzelfden man, ze moeien
in den Haag wel denken dat die brave man
ons rijk en gelukkig maakt, dat wij op hem
ge.-dobl zijn als een kind op een suikerpopje,
en liet is waarachtig ver van daar.
Jan. Ja man de menschen zijn hier ziende
blind; die er belang bij hebben, dat hij aan rt roer
blijft, bedelen handleekenjngen en als er een
menigte opslaat wordt er meer op de kwan
titeit als op de kwaliteit dor onderteekenaars
gelet, maar bij brave, falsuenlijke; solide burgers
die door de ondervinding, belaas 1 wijs zijn ge
worden, en bij w'ieh"men weet dat men een bok
zal schieten, wordt dat goochel-rekwest niet ge
presenteerd.
Koo. Het is een brave goeije man, dat is waar
die fortuin heeft, dat is ook waar maar bij
zijn aanzienlijke praktijk als doctor komen die
/'I200 als Burgemeester toch zoet binnen,
Jan. Ik zeg maar dat zulke streken, ons ander
maal een man tot Burgemeester kunnen doen op
dringen die ons niet gelijkt, die niet onafhan
kelijk is. en te veel tijd aan zijn practijk moet
besteden om voor onze belangen met kracht
werkzaam te zijn,
Koo. Het is te hopen, dat Z. M. de Koning
geen gehoor aan zulke slimme practijken zal geven
en ^ons een Burgemeester zal zenden, die zelf
standig en onafhankelijk is, kennis van zulk een
belangrijke betrekking heeft, en een ieder opzijn
plaats weet le zetten -- want men ziet liet dikwijls,
dat goeije menschen als ze in hqoge ambten ge
plaatst zijp, wel eens slaapmutsacblig worden en
zich door anderen bij de ooren. laten trekken, we
hebben er, och arm, staaltjes van geziert.
Jan. De wet verbiedt het duidelijk, een prac-
liserend genees-, heel- en verloskundige mag geen
Burgemeester zijn.
Koo. Ze weten in den Haag ook wel dat
doctors en piuikmakers, meesters zijn over de
hoofden van hun patiënten,
Jan. Als doctor ho.u ik veel van den man, hij
heeft ook schromelijk veel praclijk - maar als
Burgemeester zou ik den man nooit verlangen.
Koo. Maar, zou de man wel weten dat er
op zulk een rare wijs voor hem gewerkt wordt.
Jan. Ik kan 't moeijelijk gelooven want
hij is te fatsoenlijk man om zulke huismiddeltjes
voor het behoud van f 1200, te gebruiken.
Koo. Dat het rekwest rond ?aat, is heilig waar
maar ik zal er niet op teel enen, ik zou je
veel meer kunnen zeggen, maar teekenen doe ik
o -j vsrAwvóML ofl .D&d £2 -
Jan. Ik ook niet. ïk wensch je den vrede,
hoor 1
AOVEüïTEfV'TIEiV
Schutters-strikken
Onze tegen woonlige regeririgsinannpn hebben goed
gevonden de titnlature van verschillende Staats-
magten en autoriteiten af te schaffen, zoodat onze
Volksvertegenwoordigers niet meer: Edelmogende
onze Provinciale Staten niet meer: Edel Groot
Achtbareonze Plaatselijke Besturen; niet meer:
Edel Achtbare Ileeren werderi génoe'mden wie
zaJ dit wraken? Maar, dat de Hccren in al
hunnen ijver, om anderen hunne titels te ontnemen,
hunne eigene behouden; terwijl zij juist met zicli-
zelven hadden behóoren te beginnen, dit is zeer
ergerlijk en stuitend Kan er wel bespottelijker
titel bestaan, dan die van Majesteit voor een
mensch? In een Christenland moest' zoodanige
titel' niet worden geduld. Verder die van Excel
lentie, aan Staatsdienaren, de Ministers! Wij
willen gelooven, dat de regeringsmannen, te midden
van al de drukten, daaraan niet eens gedacht zullen
hebben en nemen dus de vrijheid, Hunne Excel-
lentiën te herinneren, dat het meer dan tijd. is
dat zij zelve van hunne dwaze titels afstand doen.
't Schijnt, dat in den Haag de knoopsgaten te
kaal in 'den wind I dó pen, sedert de groole wolk
breuk van ridderkruizen eene dorstwekkende droogte
ten gevolge had, gedurende welke zeer 'zeldzaam
een kruisje kwam nederdroppelen. Ken minister
moet al zoowat doen. Aanleiding is wel op te
schommelen, als een klerk een uurtje in 't Staats
blad snuffelt Nu was men klaar mei artikeltje
33 uit de schntterswet van anno 1827.
't Is pene moeijelijke vraag, of een mensch beter
dan slechter, gedweeër dan ij del er moet worden,
als hem een pluimpje óp. deu rok wordt gestrikt,
't ïs eene vraag, het nadenken van wijsgeren waar
dig. Maar eene tweede, misschien nog móe ij él ijk ér
vraag i>, op hoedanige navorsching en uitspraak
die strikken) zou moeten geschieden? Zullen door
het geëerd publiek de hcstriktèn beoordeeld wor
den naar den beslrikker, of de bestrikker naar de
bestrikten? Is liet beter, dat de bestrikkerij ge-
s'ch'iwie naar Vaste'én wettelijke regels door èene
vierschaar, óf dat zij geschiede door céncn magt-
Tooli woel