ZlllllkZIISCIII NIEUWSBODE r, No. 770. Donderdag9 19 Junij 1851. 7e. Jaarg. Kunst, ITS, STOND ;e vraag' Nieuwstijdingen. Jklg zinnig 'J 1851, Zanggeielsc|1! G. OVERMH Lcents, «in le helft ten tf(| 1 'oor dea, Ier Bedek, i verkrijgbaar» lede en aan t 3fij ARFEL, ijj 0| Katrollen d 'n abuis j{ 'n of aangespt erzouht helze ezorgen. hunne »e;.B( op heden a* er bewoond J *5 lansstraat, innen en J, riten en Tyi Bloemen he en Fransd i, Kraagtje MomvIJn 'gen-niutsta niet en estenstoffn 'en, Mousselii: al terhandesoot .eh oenen, i\ nen en Ca; Allerhande rat Halfhemilci e vooral op ra staat maten, KIEN ABONNEERT ZICH Ja Nederland, bij den Uitgever Rij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Albany, an bij C. DB REGT, te Cleveland Staat Ohio. ABONNEMENTS PRIJS t VOOR 8E1DK UITGAVE». Voor 3 maanden, 1.30. Franco per post in Nederland- 1,30. Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 1,10. VERSCHIJNT Öp Maandag en Donderdag. ADVERTENTIE*?1 10 Cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing 35 eeata. De inzending der Advertentien fean geschiede* tot Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure. BUREAU: Zieiiluee, Hoek van de Schuilhaven, Lett. B, No. 94. Brieven en Ingezonden stukkeu franco. Boe zonden de verarmde standen meer kannen verdienen en minder duur kunnen levenf ezing vni »y. Uijiitbd J bouwer, büiüi :i(l tien 2 Deeltal ulieerKeeilt persoonlijk te ku tin en slella] een groot geiiwji etieJvc te kunt Ier, waaraan rtj an den aanlzis ik hem aan t> ling werd mtlli li ij ectiige doo^ linnnkt licrMeklt oudheid, e Pit IJ ZEN ?u ,75 f 13.30 m 13 - 15,90-21,1 te bekoincu Apotheker tcGw der te 's Herli# 244. Holton msiiExw EliG te IMMER MAI persoon e' i. LABRUü een ongcho" werk gnrf" in C. de ROOI iCHT om1 rervoege rit' li' PULLEMp AN P. de 1 In onü Di' tan Donderdag den 5 deaer zeiden dat wij bij eene volgende gelegenheid zouden aantoonenhoe de verarmde standen meer zouden linnen verdienen en minder duur kunnen leven an thans het geval ii, Wij doen dit thans. Meer zouden de verarmde standen in Nederland uuuen verdienen Mien de rijken en gegoeden niet een groot cdeelte des jaars in dén vreemde doorbraglen en aar zooveel te meer vertering maaktenals zij in «n vaderland op eene, voor hunnen stand be- roaitiene wij releefden. Indien Hollandsche# tonnen gouds, b. v. zodQP ie van de eerzame prinses Marianne, werden erteerddaar waar'ze bijeen werden vergaard. Indien de voornaamste artikelen van weelde, roo ds inzonderheid rijtuigen en ameublementen, die mie schrijnwerkers tegenwoordig misschien even joed kunnen maken als vreemden, niet steeds van Jet buitenland werden ontboden. Ditzelfde geldt ook liet bewerkte goud en diamant, j Indien de Nederlandscbe kapilalistzneindelijk hunner voorvaderen weder waardig wordende, llun leid gebruikten tot werken van algertieen nut, b. v. hl ontginning van woeste gronden, zooals er nog 100 vele in Nederland zijn. Het geld, zoodanig be sleed, geeft aan honderden brood, en gedeidt, wij gelooven het althans tneer tot zegen dan de lapitalen in effecten belegd waarvan de ledigheid lare coupons knipt, en van welker duurzame he aling niemand ooit verzekerd kan zijn. Men denke ier slechts aan den liercering van Napoleon en an de schuld van Spanje. Indien de buitenlanders niet boven den inboor ling worden begunstigd en geen rond en openhartig Nederlander bij den kruipenden, vleijendun en in dringenden vreemdeling moest achterslaan.— Wan- eermen de geslachten van slechts ééne, dat is van e laatst vervlogene eeuw nagaat, dan zal men egrijpen dat de helft van Amsterdam en een derde edeeltevan Rotterdam vreemdeling is. De Duitschers ooral hebben die steden geüsurpeerd, dat is let regte woord. Laat al die vreemdelingen, die u zijn, blijven; blijven op denzelfden voet, maar «I voortaan de Duitscherdie onzen neringdoende ibrijkant ef trafijkant niet anders in zijn land ge- °ogt dan tegen het storten eener aanzienlijke catt- e, hier in Nederland even behandeld worde als 'ij bij hem. Minder duur zouden de verarmde standen kunnen li ven: Indien de belastingen op de noodzakelijkste le- msbehocften werden afgeschaftzooals, b. v., de icijns op het gemaalop het geslagt en den turf. Indien vooral een geheel nieuw stelsel van be- stingenieder Nederlander drukkende naar even- fediglieid van de kracht om dien druk te dragen Berd ingevoerd. Een stelsel dat den rijkdom trof 11 de armoede S|iaarde. Dat het geld haalde daar, aar het, zonder hinder of kommer te weeg te engen gehaald kan worden. Indien, over 't algemeen, onze staatsuitgaven inden verminderd en geene koningin-weduwe, wier 'nrlykscll inkomen op 40, zegge veertig railiocn kittens wordt geschal, nog daarenboven een en een pvc ton gouds van de Nederlandscbe belasting- ibuldigen aannam en geene gewezen ministers "a'so. a„ een v. Hall, wiens vermogen op 11 I« millioen wordt begroot een jaarlijksch pen- 1°°'' 'an ƒ5000 van eene zoo verarmde natie, als Nederlaudsclio llians grootendeels is, begeerde, euó zouden de standen hier door ons genoemd, ":fl' kunnen verdienen, en minder duur kunnen Mn. Alweer een bewijs dat pleit tegen het stelsel der eenzame opsluiting. De Tweede Kamer heeft het wets ontwerp, waarbij aan de regering, of, beter gezegd, aan de justitie magtiging wordt verleend om zekere veroordeelden, tot niet meer dan zes maanden gevangenisstrafalsmede om preventieve gevangenen eenzaam volgens het zoogenoemde cellulaire stelsel, op te sluiten. Reeds eenigen lijd geleden, onze lezers zullen het zich herinneren, lieten wij in dit Blad onze afkeurende stem omtrent dat stelsel, dat ook in Noord-Amerika van dag tol dag meer bestrijders vindt, hooren. Een voorval, den vorigen Zaturdag, 14 dezer, tc Rotterdam plaats hebbende ge vonden, heeft alweder bewezen, tot welke schrikkelijke uitkomsten dat systeem van eenzame of afzonderlijke opsluiting voeren kan. Moge dat nieuwe voorbeeld de Eerste Kamer der Slaten-Generaal, waarhij het in den aanvang van dit artikel bedoelde ont werp thans hangende isbewegen, om het zelve te verwerpenZulks zal gelooven wij ieder waarachtig philantroop met ons wenschen. Dat voorval dan komt hierop neêr: Een braaf, ijverig huisvader, met vrouw en drie kinderenbehoorde lot de schutterij te Rotterdam. Hij was handwerksmanen verdiende juist zoo veel, als noodig was om in de behoeften van zijn gezin te voorzien. Helaaswelk handwerksman verdient in den legenwoordigen lijd meer?.. Opgeroepen, in slrijd met de bedoelingen van de wet betreffende de schutterijen, zoo als dit alnog te Rotterdam geschiedt, konde hij aan de zoo nuttelooze als vervelende excercitiën geen deel nemen, of hij moest gade en kroost te kort doen. Alleen in eene geheele week konde hij zóó veel verdienen, als vereisclit werd om er met de zijnen bekrompen van te leven. Hij had, in één woord, geen lijd over voor de schutterij. En, daar hij zijn gezin en de belangen daarvan meer ter harte nam dan het zotte parademaken dier schutterij wat wonder dat hij wegbleef als hij door zijne quasi-militaire chefs werd opgeroepen De krijgsraad der Rotterdarnsche schutterij konde niet anders, dit spreekt wel van zelve, dan dien ongelukkigen handwerksman vcr- oordeelen. Ook op dien raad rust geenszins de zedelijke verantwoordelijkheid van hel lot, dat slagtoffer wedervaren. Maar of de uitleggers van het vonnis diens krijgsraadsvan dat vonnis, waarbij die schutter in eene geldboete werd ver oordeeld, welken hij niet betalen konde, en waarvoor hij dus gevangen werd gezet, of die mannen niet iets op hun geweien hebben geladen, zulks laten wij hier in het midden. Het was in den morgen van den straks genoemden Zaturdag, dat de bedoelde schut ter in hechtenis werd genomen, en niemand dan hij bevond zich meer in de gevangenis, waarin soortgelijke veroordeelde schutters bij niel-betaling van de hun opgelegde geld boeten, worden opgesloten. Reeds bij zijn apprehenderen liet hij er zich over uit, dat hij, in ornstaudigheden vooral als waarin hij zich toen bevond geene opsluiting verdragen konde. Ziende, dat hij alléén in den kerker vertoeven moest, herhaalde hij op krachtigcn en erustigen toon die verzekering. Hij heeft er zelfs naar ons van eene allezins geloofwaardige zijde is verzekerd, bijgevoegd, dat die schei ding van zijn vrouw en zijne kinderen, en dat vooral die eenzame, die afzonderlijke opsluiting, hem krankzinnig zoude maken. En de beklagenswaardige werd krank zinnig 1 Hij was het reeds op den avond van denzelfden dag zijner gevangenneming. Wie weet wat hij de overigens zoo zorg vuldige en brave huisvader, niet zal gevoeld hebben, toen hij in wanhoop, door krank zinnigheid geboren, boven uit een venster sprong, meer dart zestig voeten boven den beganen grond verheven Verminkt en half verpletterd op de kei- steenen neergevallen, droeg men den arme zieltogend naar het gasthuis. Thans heeft hij reeds den geest gegeven, en snikken zijne vrouw en kleine kinderen om het verlies van mau en vader, van kostwinner en zorgdrager Maar de jeugdige weduwe vloekt en ver afschuwt tevens, en elk weldenkende doet dit gewis met haar, de len-uitvoerleggiug van de wet op dc schutterijen te Rotterdam, en het stelsel van eenzame opsluiting. En, wij herhalen het: moge dat nienwe voorbeeld de Eerste Kamer der Stalen Ge neraal bewegen, om het wets-onlwerp, dat tot die eenzame opsluiting de magtiging geeftte verwerpen. Parijs 13 Junij. De rerpligting, om onder elk artikel fn een dagblad den naam des schrijvers te plaatsen wordt vooral drukkend, door de stren ge toepassing des regters. Om deren last te ver- ligtenheeft een van de leden der wetgevend# vergadering voorgesteld te bepalendat bij over genomen artikels alleen het blad waaruit de overname geschiedt, behoeft vermeld te worden dat berigten uit vreemde plaatsen mogen opgeno men worden met de ondertPekening van den ver antwoordelijken uitgever en zonder die van den berigtgever dat voor eene reeks van korte door een lijntje of sterretje vaneen gescheiden artikelen ééne onderteekening volstaan kan en eindelijk dat het gemis van onderleekeningzoo van goe de trouw blijkt als een .onopzettelijk verzuim kan worden aangemerkt. Bergen (in HbNKGOUWEW), 13 Juuy. Hellen was op de gereserveerde plaatsen de toevloed veel grooter dau in de vorige dagen. Men zag er ook onderscheiden daiues. Ook de baron Beutiuck Nederlaudsch gezant bij het Bel gische Hof, woont deze tilling bij. De Heer de l'acpe zet na de opeuing der tcregizitting zijne gisteren ge schorst* pleitrede voort. Uij betoogtdat de graaf dc Bocarmé met dc vervaardiging van nicotine slechts een industrieel doel voor oogen bad namelijk het ouderzoek der verkoopswaarde vau den tabak. De hoogleeraar SchlÖ- siug die aan Bocarmé lessen in de scheikunde heeft ge geven is een dergenen, die *ieh hiermede het meest heeft bezig gehouden. Men heeft beweerd dat het stelsel van verdediging van den graaf Bocarmé ongerijmd was en au de daad was verzonnen dat hij gelogen heeft. Neen hij heeft de waarheid gesproken de geheele waarheid het bewijs er van ligt in de stukken der procedure. Pleiter voert het aan den Heer Krauss geschreven briefje (door den regter ter instructie in een ander ingeschoven gevou- deu aan als een bewijs van 's graven onschuld. De gra vin heeft de vrecsselijke vergissing begaan en voor de gevolgen bevende werpt zij al de schuld op haren man. Het briefje aau zijne vrouw geschreven wil de pleiter doen strekken, om te bewijzen, dat de graaf onschuldig, godsdienstig en g'Jed huis -ader is. Daarna wederlegt Mr* de P.'iépc de argumenten der beschuldiging ten aanzien van «le verkregene hoeveelheid nicotine. Vervolgeus komt hij tot het feit zelf. Hij beweert dat het een ongeluk is, door vergissing te weeg gebragt. De ontsteltenis van den graaf is het gevolg van zijn angstdaar 'hij ook vergif tigd is: het zweet is het eerste keuteekea der vergiftiging door nicotine wat de krabben de kneuzing aau den neus, de wonden van tien graaf aangaat, vraagt pleiter of hel onmogelijk zij dat wanneer twee personen te ge lijk vallen en de een wil den antieren helpen zij zich wederkeerig wonden toebrengen? Hij tracht de bewerin gen van den heer Stas te wederleggen door de bijgewoonde proefnemingen in de school voor het mijnwezen Hij deelt den brief van den heer Oifila mede. Hij wederlegt de bewering van het met geweld ingieten des vergifts en besluit met eene hevige aanspraak tot de gravin wier gedrag hij schandmerkt daar zij om zich te redden haar man be schuldigt die onschuldig is en ware hij schuldig dan zou zij zijue medepligtige zijn. De maatschappij, die ons beschuldigt moet bewijzen dat wij schuldig zijn en voor ons is het toereikend de mogelijkheid onzer onschuld te bewijzen. Vestig uwe oogen op dat Christus-beeld en ver geet niet dat ook Hij eenmaal het slagtoffer werd van ▼ooringenomen regters, dat een Judas Hem verried, en dat hij onschuldig was. De graaf staat op en zegt: Mijne Hecren de Gezworenen Ik 2weer U voor God dat ik onschuldig ben aan het feit dat men mij toeschrijft. Mijn verdediger heeft u de waarheid doen kennen, ik dank hem daarvoor. Hij drukt de hand van den Heer Paepe. Daarna werd het woord den verdediger der graviu gegeven. 13 Juotj. Deeds ten 5 ure werden gisteren namid dag de deuren van het hof van justitie te Bergen door eene anuzienlijke menigte belegerd die zich verdrong om deze zitting in het merkwaardige proces van den graaf en de gravin de Bocarmé bij te wonen. Ten 1/2 ure werd dezelve geopend en bet woord, gegeven aan rar. de Harmignies deu tweeden verdediger der gravin de Bo carmé. Mr. de Harmignies heeft den procureur des ko- uings in zijue geheele pleitrede gevolgd en getracht alle tegen de gravin ingebragte beschuldigingen te ontzenuwen. Toen hü zijne rede geëindigd had werd de graal door den presideut gevraagd of hij nog iets ter zijner verde diging had in het midden te brengen Op een krach- tigen en nadrukkelijken toon autweordde de beschuldigde: Mijne heeren dc gezworeueu Ik b- 'onschuldig aau den dood mijns zwagers ik beo kalm God heeft mij geoor deeld ik wacht u verdict af.'* Op dezelfde vraag des presidents aan de beschuldigde gerigtbleef zij met het hoofd op de hand geleund zitteu en gaf geen antwoord. Daarop verklaarde de president de debatten gesloten en vetaochtde jury op de volgeude viagen te antwoorden >- 1. Is Alfred Julicu Gabriel Gerard Hippolyte Visarl graaf de Bocarmé, die thans voor het hol teiegt staat, schuldig aau een op 20 November 1850 te Bury vrijwil lig bcgauen aanslag op het leven vau zijn schoonbroeder, Gustave Fouguies door middel van zelfstandigheden, die- min of meer spoedig deu dood ten gevolge hebbeu 2. Is hij ten minste schuldig aan medepligtigheid van het in de vorige vraag geuoemde misdadige feit door in» lichtingen gegeven te hebben ooi het te begaan 3. Is bij ten minste schuldig aan tnedepligligheid van hei in de eerste vraag genoemde feit door zelfstandig heden of iets anders verschaft te hebbea dat tot dc mis daad gediend heeft en wetende dat het daartoe zou ge bezigd worden 4. Of is hij ten minste schuldig aan medepligtigheid aan genoemde misdaad, door met voordacht deu dader of de daders geholpen of bijgestaan te hebben in de middelen, die dezelve moesten voorbereiden en vergemakkelijken of die haar moesten doen plaats hebbeu De 5de Ode 7de en 8ste vraag geheel gelijkluidende met de boven«taaade werden gedaan met betrekking tot de gravin. Daarop begaf zich do jury naar eene audere zaal om daarover te beraadslageu. Na verloop van ander half uur trad de heer Brichaitlchef der jury de zaal binueu en zeide met eoue zeer hewogeoe stem ®Voor God verklaar ik op mijn woord van eer en op mijn gewe tendat het antwoord der jury luidt op de eerste vraag 5

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1851 | | pagina 1