L. KAVELAARS NOORD—AMERIKA. 7. HOOI te KOOP VEEMARKT te Door vertrek naar ThoiM}^] gr AmerilIPmPc,e sa ll'-.lr it die «.lelijk i OI|\ CI tl!<- III i.l ell 7S3e?&!skzes£&^ cil TSfJrGSCT r?JSSTzZZiXS ,,'OSlg .Vge KH?13S3S»5aS32i iccrit besclior tiling 11.1111 Jc iniskeiiuing <ifi bciiailcciiiis dour eu zijne omsla n- ecu etude make 11 1 die legen- liesn lot d us ver lllllr si. is uit dien liuof.Ie Si'C (lat ik Ier slrnks genoemde beschouwing net onbeschroomdheidoverga. llians lot het niet eei bied "Was de dag der troonsbestijging van "Willem II een d.;g van roem voor de geschiedenis des Vader lands een dag van algemecne vreugde en huldiging omdat liet Volk door de dwalingen eencr vorige Regering wantrou wend en ontevreden geworden zijne éénigo hoop had ge- vtsligd op den zoo population Prins van Oranje niet minder (lag van vicugde en zeUVoldoeuiug was de 7 Oc tober 1040 voor inij die het vertrouwen des Prinsen scdcit 1S39 genoten hebbende, eene Regering zag eindi gen welke inij onedelmoedighard, ja, onregtvaardig bejegend had. Wat ik sedert 1834 van de saleliten dier "Regering heb moeten vei du ren en hoe vruchteloos ik mij lot dcu toomnnligcn Koning wendde, om regt ie ei langen en paal en perk te stellen aan een autocra tisch algewtid en aan eene admini.stialive omnipotence; hoe ik her- cu derwaarts werd geslingerdrucl ouveiant- wooidtlijkc rn on i egt matige verbreking mijlier carrière-, dit alles Siie is Uwe Majesteit niet alleen in alle bij- zonilci heden door bewijzen gestaafd, bekend maar wat nner zegt, liet gevoel van reglvnardigheid Uwe Majes teit zoo zeer eigen gepaard met Uwer Majesteils onwrikbaar voornemen om niet uitsluitend af te gaan op al hetgeen mijne tegenpartij zoo gaarne in het Koninklijk oor .fluisterdeten einde, zoo mogelijk, op 's Kouings beslissing ie influenceren hreft een onderzoek in mijne" zaak bevolen en Uwe Majesteit is geëindigd niet bij Koninklijk besluit mij regt Ie doen wedcrvaien. Maar er waren voor mij nog meer redenen van vreugde en bemoediging op dien dag der plcgtige troonsbeklim ming. «liet behaagde den Koning mij op dien eigen stond tol Iloogsldeiizelven toegelaten uitzigten te openen en betuigingen toe le voegen die het kenmerk droegen van Koninklijke grootmoedigheid en voor mij tevens het stieclcnd bewijs opleverden van de goedkeuring die mijne naD die daad voorafgegane verrigtingen bij Uwe Majesteit mogtcii verwerven en van het vertrouwen dat Uwe Majesteit in mijnen volgenden werkkring geliefde stol len. Het was toch op dien dag, Sire, dat Uwe Majes teit "mij uit eigen beweging de toezegging gafdat ik-.een suiker-contract op Java zou bekomen; dat mijne klaglen als officier, waarvan ik zoo even reeds gewaagde, over het mij ten onregte in 1834 gegeven ontslag uit \s landsdienst, zouden worden onderzuclit terwijl eindelijk, wat meer zegt Uwe Majesteit insgelijks van mij ver langde en mij diensvolgcns opdroeg aan Iloogstdenzelven oververschillende aangelegenheden, de groote belangen des Lands betrefleudezoo mede over die den Koning persoonlijk rakende, te blijven berigten met den be paalden last daarbij gevoegd om Uwe Majesteit-zelve onverholen de waarheid te openbaren zonder floogsldes- zclfs Koninklijken persoon le sparen. Ik herinner mij nog levendig die indrukwekkende woorden mij bij die gelegenheid toegevoegd »-o Kempenaer gij mobl bij mj s bijven gij moet mj Je waarheid zeggen; aan U t vil s ik de waarheid weten en mij zei oen moet gij met ut ontziend"! Dat was eene schooue bcteekenisvollc Ko ninklijke uitdrukking, voorzeker het uitvloeisel van groote belangstelling in de kennis der aangelegenheden van hei land zonder twijfel het gevolg eener opgevatte overtui ging dat zij die do teugels van liet bewind onder de Koninklijke bcseheiming in handen hebben, niet altijd van eenzijdige voorstelling zijn vrij te pleiten en soms de gewigligslc belangen verzwijgen voor den Troon Maar zeker lag in die woordcu ook het oveituigend bewijs, hoedanig mijne verrigtingen mol de intentie-li van Uwe Majesteit strookten tol staving waarvan ik mij behalve op dikwerf welwillend betuigde tevredenheid bovendien nog veilig mag beroepen op 's Kouings eigenhandig schrift, waarbij mij in 1841 een gouden Iioiölogie en ketting werden vereerd onder geleide van de volgende bewoor dingen udls oen aandenken voor de aan mij bewezen a diensten ivordt dit geschenk aan Jonkheer H. T>sln- tdringa de Kempenaer overhandigd." flet zuu welligt hier de plaats zijn om eerst over le gaan lot liet ge beurde na de troonsbestijging met vlugtige trekken de omstandigheden en mijnen werkkring aan die gebeurtenis vooraf gegaan te ocusehrijven doch ik neem de vrijheid veeleer dienaangaande le verwijzen naar hetgeen ik in Januarij 1844, bij een breedvoerig adics aan Uwe Ma jesteit te dien aanzien heb ui leen gezet. Ik ga derhalve alsnu over tot het gebeurde volgende op den dag der troonsbestijging en uitvloeisel van 's Konings verlangen om Hoogstdenzelven over 's lands aangelegenheden en die van Hoogsldeszelfs persoon te berigten. Ik heb die eervolle taak niet geestdrift opgenomen ofschoon de moeijelijkbeden "iet voorbijziende welke met hare goede volvoering in verhand stonden zoowel uit hoofde van (len onaangenamen indruk die de verkondigiug der waarheid dikwerf verwekt als ook om den naijver en de wangunst welke een zoodanige hoog vercerende en vertrouwelijke positie bij baalzuehtigeu of geslepen intriganten te weeg brengt. Ik achtte dit echter te gering. Omtrent vele gewigtige belangen heb ik Uwe Majesteit met onpartijdigheid en naar ik geloof met kennis van zaken berigten en beschouwingen doen toekomenop vele bestaande gebreken heb ilc dikwerf gewezen een tal van vroeger gepleegde onregtvaardigheden zijn door Uwe Majesteit, na liet ontvangen mijner aanwijzigingen opgeheven; miskende medeburgers, zij mogtcn een !ioo°- of middelbaar standpunt in de maatschappij bereikt heb ben, heb ik Uwe Majesteit aangewezen, als Hoogstderzelver bijzondere onderscheiding of benultiging verdienende, en ook hier heeft Uwe Majesteit aanvankelijk grieven opge ruimd, langdurig leed en smartgevoel geheeldmiskende verdiensten beloond en ware bekwaamheden op prijs ge steld zoo dat ook hier mijn hoofddoel, hetwelk ik inij steeds in al dergelijke zaken voor oogen stelde, namelijk: de vergrooling van Uwer Majesteils populariteit cu de vestiging van het algemeen vertrouwen op de regtvaardig- heid zijns Konings, glansrijk werd bereikt Maar een ander gewiglig punt boeide meer bijzonder mijne geheele aandacht, en was de riglsnoer mijner werkzaamheden. De Koloniën van den Staat, die voedsters, zoo niet de bron- J aderen van ons bestaan, waren het, die al mijue bctrach- 3 li Hg cu aandacht iu ruime mate lot zich trokken, vcoial in dcu oogeublik, dat wanbestuur ginils en financiële ver wikkelingen hitr [waaruit wantrouwen eu een onbestemd gevoel van ontevredenheid geboren werd1, de natie in ge spannen verwachting hielden nopens de maatregelen die van den Kuning zonden uitgaan. Ik heb mij, ten einde die gewigtige koloniale belangen grondig te leerrii kennen, in aanraking gesteld met der zake kundige mannen en liooge ambtenaren, ten einde d<Mi waarborg le bezitten dat mijuc beschouwingen en berigten over liet koloniaal beheer en het stelsel daai- ouitrent gevolgd, den toets der wetenschap niet alleen maar ook diender speciale kennis en ondervinding konden doorstaan. Mannen als Nahnys, Kruseman, de Wilde, Elias, van Gecu en mier anderen, gaven wij meermalen de vruchten van hunne langjarige ondervinding en overdenking iu koloniale aangelegenheden en Uwe Majesteit ontving van mij steed* de slotsom men van liet vereeuigd gevoelen van deskundigen o>ci punten van het grootste belang. Meer bijzonder stond mij daarin ten dienste de lieer Kruseman, wiens oneemgiieid destijds nut den Miuisler van den Bosch, gepaaid mei zij 11 helder inzigt iu al de Koloniale zaken, mij liet gercede middel verschaften om Uwe Ma jesteit veel aan te wijzen, dat van hel meeste gewigt kou worden geacht, cu voor de welvaart der koloniën zelve, én vooi het rijker vruchtgenot van hel Moederland. Ik zal hier niet in bijzondenheden der destijds ontwikkelde punten treden. Ik geloof, dat Uwe Majesteit zich over tuigd houdt (en dikwerf mogt ik die overtuiging uit 7s Konings mond vernemen), dat mijne berigten, beschou wingen en verslagen nopens de koloniale belangen de hoogste aandacht en belangstelling des Konings gaande maakten, aan vrieu bij de Grondwet het uilsluitend Op- pei bestuur over de koloniën is opgedragen. Maar. het is ook juist naar aanleiding van dat belang rijk gedeelte van mijne taak, dat ik het voorwerp ben geworden van gedurige tegcuwei king en miskenning van den Minister van koloniën, gelijk mijne berigten nopens andere onderwerpen mij dikwijls liet misnoegen van andere Hoofden van departementen op den hals haalden. De redenen daarvoor liggen zóó open voor elks bevatting, dat het geheel overbodig mag geacht worden, om de bron eu den voortgang van dien ministcriëlen afkeer omtrent een afzonderlijk, getrouw en waarheidlievend dienaar des Konings aan te wijzen of le omschrijven. Ik bepale mij veeleer L>ij de hoofdzaak: de door den Minister van koloniën. Baud, op/igtens mij gevolgde gedragslijn, als uitvloeisel van persoonlijken wrok over mijne, op last des konings, gevoerde correspondentiën en gegeven berigten in koloniale zaken. Toen de heer Kruseman op zijn vertrek naar Java stond geliefde Uwe Majesteit hem te ruagligen om zijne berigten over de koloniale belangen aan mij le rigten, als wanneer Uwe Majesteit die door mijne tusschenkomst zoude erlangen. Van dien oogcublik dagteekencn aldeon- heilen welke ik den heer Baud le wijlen heb. Opper- magtig gebieder als hij meende te zijn, kon zijue gekwetste eigenliefde niet gedoogen, dat de koning ook nog het oor aan de beschouwing van anderen leende, maar vooral ook was hij bezorgd voor het langzamerhand zien sloopen vaa het ongelukkige stelsel, dat hij iu het koloniaal beheer uiccndc le moeten volgen. Zijne beschouwing en zijne be schouwing alléénmoest ook voor Uwe Majesteit als wet gelden, en hoe kon dit zoo blijven voortgaan wanneer Uwe Majesteit nog van andere kanten inzigtcn en zaak kennis te baat nam, tot vestiging van Uwer Majesteils eigen oveituigiug en stelsel nopens sommige der meest gewigtige onderdeden der koloniale administratie? Het vigieuse stelsel des Ministeis liep daarbij le veel gevaar, en de portefeuille was te aangenaam, dan dat niet alles moest iu het wo k gesteld worden om dien geliaten, on geroepen of onbevoegden berigtgever te bemoeijelijkeu terwijl in den eigen oogeublik levens de val van den heer Kruseman voorbereid werd, om daaraan op een geschikt tijdstip uitvoeriug te geven. Reeds vroeger moest ik die verstoordheid, ras tot on wil opgevoerd, oudervinden in de erlanging van het mij door Uwe Majesteit toegezegd suiker-contract op Java. La Ier werden bezwaien op bezwaren gehoopt om het contract op mijn naam gesteld le krijgen. Alle mijne breedvoerige vertoogen dienaangaande, werden met lakoui- sche onwilligheid eerst nog verborgen onder het masker van gebonden te zijn aan„ ik weet niet al welke, regle mentaire voorschriften. beantwoord, zoodat ik mij ten laatste genoodzaakt zag, wilde ik de koninklijke toezeg ging niet ijdel voor mij maken, een vreemdeling als com pagnon in mijne zaak te nemen, eu dien de helft van mijn contract weg te schenken. Na zulk eene beduidende opoffering hoopte ik alle bezwaren te boven gekomen le zijn. Verre van daar; mijue regtmalige vordering otu mijn wettig verkregen eigendom, (nu maar één half aandeel geworden), ten mijnen name geschieveu te krijgen, op dat blijken kon dal ik werkelijk aandeelbebber was, (zonder welke erkenning ik nimmer eenige transactie nopens het contract kou sluiten), leden wederom schipbreuk op de kwaadwillige stemming van den Minister. De voorwaarde moest vervolgens gestipu leerd worden, dat ik geen beheer iu de zaak mogt heb ben, waardoor het mijn compagnon dan ook zoo Veel le gemakkelijker werd om een zoodanig eigendunkelijk wanbeheer iu te stellen eu te volgen, dat spoedig na op- rigting der fabrijk, de ondergang reeds begon te kiemen, zooals straks nader duidelijk blijken zal. Ik zwijg liefst van de ook persoonlijk van dien Minister ondervonden geringschatting en onheusche bejegening genoeg zij het, in het voorbijgaan op te merken dat ik mij te midden van al die tegenwerking, toch nog ijverig bezig kield, met op verschillende wijven het belang des Lands en dat der koloniën, naar mijn beste weten te behartigen, en dat ik als belooning daarvoor, niets dan koele onverschilligheid, niets dan voorbedachtclijke voor- bijzieniug en overschaduwing ondervond. Op eene aan Zijne Excellentie ingediende memorie, nopens Egypte en onze handelsbelangen inden Levant (No vember 1842) waarover de Nederlaiidsche Handelmaat schappij al hare belangstelling, iu onderscheidene brieven aan mij gerigt had uitgedrukt, bekwam ik eene bloote accusaticder receptie, en nopens later ingediende stukken, betrekkelijk gewigtige belangen cn op Java iu te voeren verbeteringen in de suiker-fabrikaadje, werd zelfs deze formaliteit niet eens meer in acht genomen. Over de hier te lande plaats hebbende koflijveilingen was ik in staal. Zijne Excellentie dc meest voordeelige venken in 's lands bclaug te geven. Zijne Excellentie I maakte er, blijkens ziiue eigen veiklaiingen, in openbare i vergaderingen gedaan, gebiuikvan, en vei heugde zich over den goeden uitslag; maar degeen, die ze Zijner Excellentie aan de baud gaf, cu de bij Zijne Excellentie hekenden j persoon, die er mij toe iu staat stelde, werden opzettelijk 1 door Zijne fxcellenlie vergelen, die liet veel gemakkelijker vond, de overdenkingen van anderen tol dc zijne le maken en er lof en ccie van in le oogsten. (Vervolg hierna.) IHÖ33S01TDE1TE STTJZZBIT. Den volgenden brief plaatsen wij, ronder daarin een leiier of komma zelfs te veranderen. Ook onthouden wij ons daarbij van alle com- menlariön. De lezer oordcele zelf. Mijn heer de Redacteur 1 Na liet lezen van het stuk aangaande mij en de heer A. Ellinkhuizen voorkomende in ÜEd. nommcr van II. Donderdag, kan ik niet nalaten UEd. eenige berigten mede te deelen daar het schijnt, dat men UEd. deels verkeerd heeft onderrigt want men leest een 17jarig meisje nogtans was ik toen het gebeurde plaats vond pas 16 jaren en 9 dagen oud. Ook is er sprake van eene afkooping tegen f .4,000, terwijl mijne eisch slegts f 2,000 is en dus de helft dan is er sprake van dat sommige bi) de begrafenis van Den Heer A van Hoboken eene haat tegen d' Heer Ellinkhuizen hebben opgevat omdat bij het uitspreken der lijkrede eenen spot tende glimlach op 't gelaat van den Heer E. zich vertoonde. Hoewel ik dit niet betwiste zoo moet ik tevens melden dat ik door nieman# dier lleeren word voortgeholpen of geraden. Verders word ge zegd dat ik mij binnen het beursgebouw heb ver toond maar dit is mede bezijden de waarheid daar ik niet ben genaderd tot de helft der klijne draai brug of ik wor op eene onmeedoogende wijze soms door 2 soms wel door 8 a 10 dienders naar de Wissel gesleurd terwijl genoemde dienders mij de laatste arrestatie zelfs de handen wilden los maken waarschijnlijk om door dit middel mijn kind te laten vallen, vervolgens word gezegd dat ik goed als eene zuigende moeder wor behandeld wanneer ik mij onder de Wissel bevind maar dit is juist het tegendeel daar onze menschlievende commissaris Jansens mij gewoonlijk begroet met de woorden: «beest carnallie en wat dies meer zij terwijl hij mij Ihans tot des morgens 5 ure in een hok waar zich een niet geurig riekende geopende Beste kamer bevind en waar men ver- steifd door de koude teven's een onafgebroken be zoek van ongenoodigde ratten en muizen ontvangd doet opsluiten en wanneer ik dorst heb bekom ik eeri grooten kruik met water om mijnen dorst te lessen terwijl hij mij de laatsle keer gebood mijn kind af te geven en toen ik dit wijgerde riep hij drie onzer goede dienders benevens een dienders- vrouw waarop hij mij van achteren met de hand tie mond toe hield en t hooft achterover drukte en met zijn andere hand mijne armen vast hield en twee man gebood mijne knieën vast te houden en de derde mijne beene vast moest honden. Daar nu mijn kind los op mijne schoot lag riep hij gemelde vrouw en zijde neem jij dat kind eens weg toen werd ik in dat lieve hok geworpen en toen ik s morgens kon vertrekken had den diender knegte mijn kind in een schreeuwende toestand op zijne arm zonder dat ik nog weet waar mijn kind dien nacht geweest is. daar nu UEds. ver haal voor het overige geheel met de waarheid overeen stemd zoo moet ik ten slotte melden dat toen ik het slachtoffer der schandelijke huichelarij en wellust van E. was geworden heeft hij zich even als een misdadiger schuil gehouden en mij alles behalve edelmoedig onderhouden. Daar dit nu door mij zelve is ondervonden zoo is het na tuurlijk de beste onderrigting. En wanneer UEd. deze brief de eere wilt aandoen om hem onder uwe correspondentie op wilt nemen zult UEd. mij ten hoogsten verpligten daar mijne naam gerust er onder kan worden geplaatst hiermede blijf ik tevens UEds Dw Dienaresse E. LESAGE, pr J ik verzoek dat bovenstaande brief letterlijk in de zirkzeeschc nieuwsbode word opgenomen E LESAGE. Zonder eenig bijoogmerk heb ik in den Zierik- zeeschen Nieuwsbode van 31 Maart II. doen plaatsen: »£en lossen inval." Het was inder daad een lossen inval, welke zijn oorsprong vond in de klagten die ik Donderdag le voren bij de wed. Swarls had gehoord over den lagen prijs der Meekrap en de geldbehoefte onder den boeren stand. Duch naauwelijks was dien Inval geplaatst, of mijnheer Dixi uit Zierikzee komt met een Uitval en scheldt mijn geschrijf uit voor nonsens, en noemt mij iemand die geen kennis van zaken heeft. Dat wil ik nu ook wel geloovenmaar mijn waarde Dixiik heb dit geschreven met oogmerk om meer zaakkundige mannen, zoo als mijnheer Dixi schijnt te zijn, oplettend te maken op den kwijnenden staat der Meekrap-bebouwing, ten einde er iels tot sland zoude komen dat verbetering tai, bréngenhetwelk zoo als Dixi zelfs eiki hoog noodzakelijk is; doch mijnheer Dixi ,j. de verte onmogelijkheden om groote zakt) uitvoer te brengen, namelijkom reglstreeli de haven van Zierikzee Meevaten te verii- naar Engeland, Busland Duitschland en cp] daar is Botterdam de stapelplaats voor Dixi. Maar mijn waarde heer Dixi! eene a plaats is overal waar men maar eene slansLj maakt. De Heer Cauncnburg b. v., die geleende rijksdaalders een kleinhandel be«on die zeker zooveel tonnen gouds heeft nanet heeft schatten verdiend met het verzenden Meevaten naar verschillende koopsleden van Eu, Wat dus ioor een eenvoudig man mogelijk is onmogelijk geworden voor schatrijke genial het midden der 19110 eeuw. Neen, mijnheer zoo veel onnoozelheid onderstel ik niet ia Stadgenooten. Neen, waar geld is en wil ij onmogelijk. Het woord onmogelijkwordt# lollig in alle woordenboeken. l\ Yooi Franc Voor Bruinissc ADVERTENTIES. 5K5?" De Notaris D. Q. de JONGE tui HALEN, residerende te Zierikzee, zal, tea, zoeke van zijn principaalop Vrijdag den April 1851, des namiddags ten 3 ure, i( Herberg te Noordgouwe publiek présentera verkoopen (Slijk tie m Een Woonhuis met Schuurtje ■vulen 'iec 13 roeden 49 ellen Tuin- of Moesgros «curing af (BUK»staande en gelegen in de Gemeentefcllnid, met gouwe, aan de Groene Weg, zijnde de tap» DE HALVE MAANgelegen aan de j passage der voetgangers van Zierikzee naar wershaven. (ontwerp vr van drukper Tweede bij C. HOFNAES te Zierikzee en Kerim zal gehouden worden op Donderdag deal April 1851 en te Sint-Maarlensdijk den April 1851. heeft zijn ./ra. amru van Fransch- Wit- Venster-Jlal. llonsscliene-, Geschilderd-, Gehonrbcerl cn nieuw Droclglas, VERPLAATS!' m Botersloot naar de Boerenvischmarkt. Rotterdam UIT DE HAND TE KOOP Eene BROODBAKKERIJ met KRÜIDI ATERS-W1XKEL, slaande op een der dor[« in Zuid-Bcvelandadres bij A. de KLERS hulp-ontvanger te Baarlandbrieven franco, en. Zulks gcschir April 1851, dc hoogst j ize voorouder. i|lcn eorsler: Ja, op dien: et Nederlands I ïatrcr Kloekhe pilo nakomel jr Spanjaard* ilienke, die n Ërr zulks z '&fn- fidcr schrij v< aadslicvcnd h evoel van rond slaat der Twe .e.' Har, aanran tpwekker v; heid, of w: AVnrit ook tl B veroordeeld inrls te. blijven mig keeren lakende voor i In lading naar WEW-ÏORÜ e, <»H'cuo(l 1 /^^^^.onderscheidene goede Amerikaanse!» E: Bsdaact lil ed, «^ÏKkoperde DBIËMASTSCHEPEN ins»: BOrziglig woor voor Passagiers, op billijke conditiënnaiiHen behelsde inlichting te bekomen te Goes, bij |cr Nederlands W. P. de JONGE, t vce, .aren Weder eene genezing van watcriurtfl kunnen r door de pillen en zalf van Holloway. De lieer Duuot een rijke pachter aan de Elms bij Boston woonaelilij was sedert jaren in een ziekelijken toestand. Zijue» gesteldheid veroorzaakte bij hem sterke opzwcIÜngeu i' voeten en enkels hetwelk dau trapsgewijze zich uitslrtl' tot dat de over w w terzucht leed nam hij den raad in vau de meest kende geneeskundigen en volgde derzclver voorschrift hetwelk henr echter niets baatte en waardoor zelfs toestand erger werd. Eindelijk besloot hij de pillen W Holloway le gebruiken en lot verbazing van een idc' werd hij in eenen ongelooflijk korten tijd door dit KosU lijk middel hersteld. Door het vermeerderd Debiet zijn de PRIJZEN W heden af de volgende DoosjesPillen van ƒ0,90 ƒ2,10 ƒ3,30ƒ7,75 ƒ15.30 ƒ23,; rjarir.g van Potjes Zalf van - 0,90 - 2,10 -3,3o" 8,'lö - lo,90 - 23,? Zijn op franco aanvrage h Coroptant te bekomen I de Wed. N. van RIJSSEL en ZOON, tc Thoh J. STRAATMAN, Hoofd depothouder te 'sHcrtogf- bosch, alsmede Le Londen, Strand 244 Hollow^1 Etablissement. ^en ongehuwde KORESUWObt] WAARS-KNECHT die zijn goctl verslaat, zag zich gaarne roet Mei aanstaande geplaatst adres bij P. NU1JEN' te Bommencde. Information van goed gedrag koJu 10 Mei nen ingewonnen worden bij J. C. van BEE, Rommenede. Blieven franco. tUen vnslge ukpers- del ie n vagebond: zulks door ilasling-betal» dal een c tukt, zoo 't n, dat die Mcle monslc gcvloekler-j TE ZIERIKZEE, TER DRUKKERIJ VAN P de LOOS Zuidelijk'

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1851 | | pagina 2