L. KAVELAARS
NOORD—AMERIKA.
7.
HOOI
te KOOP
VEEMARKT te
Door vertrek naar
ThoiM}^] gr
AmerilIPmPc,e sa
ll'-.lr
it die
«.lelijk i
OI|\ CI tl!<-
III i.l ell
7S3e?&!skzes£&^
cil
TSfJrGSCT r?JSSTzZZiXS ,,'OSlg .Vge KH?13S3S»5aS32i
iccrit
besclior tiling 11.1111
Jc iniskeiiuing <ifi
bciiailcciiiis dour
eu zijne omsla n-
ecu etude make
11 1 die legen-
liesn lot d us ver
lllllr si.
is uit dien liuof.Ie Si'C (lat ik
Ier slrnks genoemde beschouwing
net onbeschroomdheidoverga.
llians lot het
niet eei bied
"Was de dag der troonsbestijging van "Willem II een
d.;g van roem voor de geschiedenis des Vader lands een
dag van algemecne vreugde en huldiging omdat liet
Volk door de dwalingen eencr vorige Regering wantrou
wend en ontevreden geworden zijne éénigo hoop had ge-
vtsligd op den zoo population Prins van Oranje niet
minder (lag van vicugde en zeUVoldoeuiug was de 7 Oc
tober 1040 voor inij die het vertrouwen des Prinsen
scdcit 1S39 genoten hebbende, eene Regering zag eindi
gen welke inij onedelmoedighard, ja, onregtvaardig
bejegend had. Wat ik sedert 1834 van de saleliten
dier "Regering heb moeten vei du ren en hoe vruchteloos
ik mij lot dcu toomnnligcn Koning wendde, om regt
ie ei langen en paal en perk te stellen aan een autocra
tisch algewtid en aan eene admini.stialive omnipotence;
hoe ik her- cu derwaarts werd geslingerdrucl ouveiant-
wooidtlijkc rn on i egt matige verbreking mijlier carrière-,
dit alles Siie is Uwe Majesteit niet alleen in alle bij-
zonilci heden door bewijzen gestaafd, bekend maar wat
nner zegt, liet gevoel van reglvnardigheid Uwe Majes
teit zoo zeer eigen gepaard met Uwer Majesteils
onwrikbaar voornemen om niet uitsluitend af te gaan op
al hetgeen mijne tegenpartij zoo gaarne in het Koninklijk
oor .fluisterdeten einde, zoo mogelijk, op 's Kouings
beslissing ie influenceren hreft een onderzoek in
mijne" zaak bevolen en Uwe Majesteit is geëindigd niet
bij Koninklijk besluit mij regt Ie doen wedcrvaien.
Maar er waren voor mij nog meer redenen van vreugde
en bemoediging op dien dag der plcgtige troonsbeklim
ming.
«liet behaagde den Koning mij op dien eigen stond
tol Iloogsldeiizelven toegelaten uitzigten te openen en
betuigingen toe le voegen die het kenmerk droegen van
Koninklijke grootmoedigheid en voor mij tevens het
stieclcnd bewijs opleverden van de goedkeuring die mijne
naD die daad voorafgegane verrigtingen bij Uwe Majesteit
mogtcii verwerven en van het vertrouwen dat Uwe
Majesteit in mijnen volgenden werkkring geliefde stol
len. Het was toch op dien dag, Sire, dat Uwe Majes
teit "mij uit eigen beweging de toezegging gafdat
ik-.een suiker-contract op Java zou bekomen; dat mijne
klaglen als officier, waarvan ik zoo even reeds gewaagde,
over het mij ten onregte in 1834 gegeven ontslag uit \s
landsdienst, zouden worden onderzuclit terwijl eindelijk,
wat meer zegt Uwe Majesteit insgelijks van mij ver
langde en mij diensvolgcns opdroeg aan Iloogstdenzelven
oververschillende aangelegenheden, de groote belangen
des Lands betrefleudezoo mede over die den Koning
persoonlijk rakende, te blijven berigten met den be
paalden last daarbij gevoegd om Uwe Majesteit-zelve
onverholen de waarheid te openbaren zonder floogsldes-
zclfs Koninklijken persoon le sparen. Ik herinner mij
nog levendig die indrukwekkende woorden mij bij die
gelegenheid toegevoegd »-o Kempenaer gij mobl bij mj
s bijven gij moet mj Je waarheid zeggen; aan U t vil
s ik de waarheid weten en mij zei oen moet gij met
ut ontziend"! Dat was eene schooue bcteekenisvollc Ko
ninklijke uitdrukking, voorzeker het uitvloeisel van groote
belangstelling in de kennis der aangelegenheden van hei
land zonder twijfel het gevolg eener opgevatte overtui
ging dat zij die do teugels van liet bewind onder de
Koninklijke bcseheiming in handen hebben, niet altijd
van eenzijdige voorstelling zijn vrij te pleiten en soms
de gewigligslc belangen verzwijgen voor den Troon Maar
zeker lag in die woordcu ook het oveituigend bewijs,
hoedanig mijne verrigtingen mol de intentie-li van Uwe
Majesteit strookten tol staving waarvan ik mij behalve
op dikwerf welwillend betuigde tevredenheid bovendien
nog veilig mag beroepen op 's Kouings eigenhandig schrift,
waarbij mij in 1841 een gouden Iioiölogie en ketting
werden vereerd onder geleide van de volgende bewoor
dingen udls oen aandenken voor de aan mij bewezen
a diensten ivordt dit geschenk aan Jonkheer H. T>sln-
tdringa de Kempenaer overhandigd." flet zuu welligt
hier de plaats zijn om eerst over le gaan lot liet ge
beurde na de troonsbestijging met vlugtige trekken de
omstandigheden en mijnen werkkring aan die gebeurtenis
vooraf gegaan te ocusehrijven doch ik neem de vrijheid
veeleer dienaangaande le verwijzen naar hetgeen ik in
Januarij 1844, bij een breedvoerig adics aan Uwe Ma
jesteit te dien aanzien heb ui leen gezet. Ik ga derhalve
alsnu over tot het gebeurde volgende op den dag der
troonsbestijging en uitvloeisel van 's Konings verlangen
om Hoogstdenzelven over 's lands aangelegenheden en die
van Hoogsldeszelfs persoon te berigten.
Ik heb die eervolle taak niet geestdrift opgenomen
ofschoon de moeijelijkbeden "iet voorbijziende welke met
hare goede volvoering in verhand stonden zoowel uit
hoofde van (len onaangenamen indruk die de verkondigiug
der waarheid dikwerf verwekt als ook om den naijver
en de wangunst welke een zoodanige hoog vercerende
en vertrouwelijke positie bij baalzuehtigeu of geslepen
intriganten te weeg brengt. Ik achtte dit echter te gering.
Omtrent vele gewigtige belangen heb ik Uwe Majesteit
met onpartijdigheid en naar ik geloof met kennis van
zaken berigten en beschouwingen doen toekomenop
vele bestaande gebreken heb ilc dikwerf gewezen een
tal van vroeger gepleegde onregtvaardigheden zijn door
Uwe Majesteit, na liet ontvangen mijner aanwijzigingen
opgeheven; miskende medeburgers, zij mogtcn een !ioo°-
of middelbaar standpunt in de maatschappij bereikt heb
ben, heb ik Uwe Majesteit aangewezen, als Hoogstderzelver
bijzondere onderscheiding of benultiging verdienende, en
ook hier heeft Uwe Majesteit aanvankelijk grieven opge
ruimd, langdurig leed en smartgevoel geheeldmiskende
verdiensten beloond en ware bekwaamheden op prijs ge
steld zoo dat ook hier mijn hoofddoel, hetwelk ik inij
steeds in al dergelijke zaken voor oogen stelde, namelijk:
de vergrooling van Uwer Majesteils populariteit cu de
vestiging van het algemeen vertrouwen op de regtvaardig-
heid zijns Konings, glansrijk werd bereikt Maar een
ander gewiglig punt boeide meer bijzonder mijne geheele
aandacht, en was de riglsnoer mijner werkzaamheden. De
Koloniën van den Staat, die voedsters, zoo niet de bron- J
aderen van ons bestaan, waren het, die al mijue bctrach- 3
li Hg cu aandacht iu ruime mate lot zich trokken, vcoial
in dcu oogeublik, dat wanbestuur ginils en financiële ver
wikkelingen hitr [waaruit wantrouwen eu een onbestemd
gevoel van ontevredenheid geboren werd1, de natie in ge
spannen verwachting hielden nopens de maatregelen die
van den Kuning zonden uitgaan.
Ik heb mij, ten einde die gewigtige koloniale belangen
grondig te leerrii kennen, in aanraking gesteld met der
zake kundige mannen en liooge ambtenaren, ten einde
d<Mi waarborg le bezitten dat mijuc beschouwingen en
berigten over liet koloniaal beheer en het stelsel daai-
ouitrent gevolgd, den toets der wetenschap niet alleen
maar ook diender speciale kennis en ondervinding konden
doorstaan.
Mannen als Nahnys, Kruseman, de Wilde, Elias, van
Gecu en mier anderen, gaven wij meermalen de vruchten
van hunne langjarige ondervinding en overdenking iu
koloniale aangelegenheden en Uwe Majesteit ontving van
mij steed* de slotsom men van liet vereeuigd gevoelen van
deskundigen o>ci punten van het grootste belang. Meer
bijzonder stond mij daarin ten dienste de lieer Kruseman,
wiens oneemgiieid destijds nut den Miuisler van den
Bosch, gepaaid mei zij 11 helder inzigt iu al de Koloniale
zaken, mij liet gercede middel verschaften om Uwe Ma
jesteit veel aan te wijzen, dat van hel meeste gewigt kou
worden geacht, cu voor de welvaart der koloniën zelve,
én vooi het rijker vruchtgenot van hel Moederland. Ik
zal hier niet in bijzondenheden der destijds ontwikkelde
punten treden. Ik geloof, dat Uwe Majesteit zich over
tuigd houdt (en dikwerf mogt ik die overtuiging uit
7s Konings mond vernemen), dat mijne berigten, beschou
wingen en verslagen nopens de koloniale belangen de
hoogste aandacht en belangstelling des Konings gaande
maakten, aan vrieu bij de Grondwet het uilsluitend Op-
pei bestuur over de koloniën is opgedragen.
Maar. het is ook juist naar aanleiding van dat belang
rijk gedeelte van mijne taak, dat ik het voorwerp ben
geworden van gedurige tegcuwei king en miskenning van
den Minister van koloniën, gelijk mijne berigten nopens
andere onderwerpen mij dikwijls liet misnoegen van andere
Hoofden van departementen op den hals haalden. De
redenen daarvoor liggen zóó open voor elks bevatting, dat
het geheel overbodig mag geacht worden, om de bron eu
den voortgang van dien ministcriëlen afkeer omtrent een
afzonderlijk, getrouw en waarheidlievend dienaar des
Konings aan te wijzen of le omschrijven. Ik bepale mij
veeleer L>ij de hoofdzaak: de door den Minister van koloniën.
Baud, op/igtens mij gevolgde gedragslijn, als uitvloeisel
van persoonlijken wrok over mijne, op last des konings,
gevoerde correspondentiën en gegeven berigten in koloniale
zaken.
Toen de heer Kruseman op zijn vertrek naar Java
stond geliefde Uwe Majesteit hem te ruagligen om zijne
berigten over de koloniale belangen aan mij le rigten, als
wanneer Uwe Majesteit die door mijne tusschenkomst
zoude erlangen. Van dien oogcublik dagteekencn aldeon-
heilen welke ik den heer Baud le wijlen heb. Opper-
magtig gebieder als hij meende te zijn, kon zijue gekwetste
eigenliefde niet gedoogen, dat de koning ook nog het oor
aan de beschouwing van anderen leende, maar vooral ook
was hij bezorgd voor het langzamerhand zien sloopen vaa
het ongelukkige stelsel, dat hij iu het koloniaal beheer
uiccndc le moeten volgen. Zijne beschouwing en zijne be
schouwing alléénmoest ook voor Uwe Majesteit als wet
gelden, en hoe kon dit zoo blijven voortgaan wanneer
Uwe Majesteit nog van andere kanten inzigtcn en zaak
kennis te baat nam, tot vestiging van Uwer Majesteils
eigen oveituigiug en stelsel nopens sommige der meest
gewigtige onderdeden der koloniale administratie? Het
vigieuse stelsel des Ministeis liep daarbij le veel gevaar,
en de portefeuille was te aangenaam, dan dat niet alles
moest iu het wo k gesteld worden om dien geliaten, on
geroepen of onbevoegden berigtgever te bemoeijelijkeu
terwijl in den eigen oogeublik levens de val van den heer
Kruseman voorbereid werd, om daaraan op een geschikt
tijdstip uitvoeriug te geven.
Reeds vroeger moest ik die verstoordheid, ras tot on
wil opgevoerd, oudervinden in de erlanging van het mij
door Uwe Majesteit toegezegd suiker-contract op Java.
La Ier werden bezwaien op bezwaren gehoopt om het
contract op mijn naam gesteld le krijgen. Alle mijne
breedvoerige vertoogen dienaangaande, werden met lakoui-
sche onwilligheid eerst nog verborgen onder het masker
van gebonden te zijn aan„ ik weet niet al welke, regle
mentaire voorschriften. beantwoord, zoodat ik mij ten
laatste genoodzaakt zag, wilde ik de koninklijke toezeg
ging niet ijdel voor mij maken, een vreemdeling als com
pagnon in mijne zaak te nemen, eu dien de helft van
mijn contract weg te schenken.
Na zulk eene beduidende opoffering hoopte ik alle
bezwaren te boven gekomen le zijn. Verre van daar; mijue
regtmalige vordering otu mijn wettig verkregen eigendom,
(nu maar één half aandeel geworden), ten mijnen name
geschieveu te krijgen, op dat blijken kon dal ik werkelijk
aandeelbebber was, (zonder welke erkenning ik nimmer
eenige transactie nopens het contract kou sluiten), leden
wederom schipbreuk op de kwaadwillige stemming van
den Minister. De voorwaarde moest vervolgens gestipu
leerd worden, dat ik geen beheer iu de zaak mogt heb
ben, waardoor het mijn compagnon dan ook zoo Veel le
gemakkelijker werd om een zoodanig eigendunkelijk
wanbeheer iu te stellen eu te volgen, dat spoedig na op-
rigting der fabrijk, de ondergang reeds begon te kiemen,
zooals straks nader duidelijk blijken zal.
Ik zwijg liefst van de ook persoonlijk van dien Minister
ondervonden geringschatting en onheusche bejegening
genoeg zij het, in het voorbijgaan op te merken dat ik
mij te midden van al die tegenwerking, toch nog ijverig
bezig kield, met op verschillende wijven het belang des
Lands en dat der koloniën, naar mijn beste weten te
behartigen, en dat ik als belooning daarvoor, niets dan
koele onverschilligheid, niets dan voorbedachtclijke voor-
bijzieniug en overschaduwing ondervond.
Op eene aan Zijne Excellentie ingediende memorie,
nopens Egypte en onze handelsbelangen inden Levant (No
vember 1842) waarover de Nederlaiidsche Handelmaat
schappij al hare belangstelling, iu onderscheidene brieven
aan mij gerigt had uitgedrukt, bekwam ik eene bloote
accusaticder receptie, en nopens later ingediende stukken,
betrekkelijk gewigtige belangen cn op Java iu te voeren
verbeteringen in de suiker-fabrikaadje, werd zelfs deze
formaliteit niet eens meer in acht genomen.
Over de hier te lande plaats hebbende koflijveilingen
was ik in staal. Zijne Excellentie dc meest voordeelige
venken in 's lands bclaug te geven. Zijne Excellentie
I maakte er, blijkens ziiue eigen veiklaiingen, in openbare
i vergaderingen gedaan, gebiuikvan, en vei heugde zich over
den goeden uitslag; maar degeen, die ze Zijner Excellentie
aan de baud gaf, cu de bij Zijne Excellentie hekenden
j persoon, die er mij toe iu staat stelde, werden opzettelijk
1 door Zijne fxcellenlie vergelen, die liet veel gemakkelijker
vond, de overdenkingen van anderen tol dc zijne le maken
en er lof en ccie van in le oogsten.
(Vervolg hierna.)
IHÖ33S01TDE1TE STTJZZBIT.
Den volgenden brief plaatsen wij, ronder daarin
een leiier of komma zelfs te veranderen.
Ook onthouden wij ons daarbij van alle com-
menlariön.
De lezer oordcele zelf.
Mijn heer de Redacteur 1
Na liet lezen van het stuk aangaande mij en
de heer A. Ellinkhuizen voorkomende in ÜEd.
nommcr van II. Donderdag, kan ik niet nalaten
UEd. eenige berigten mede te deelen daar het schijnt,
dat men UEd. deels verkeerd heeft onderrigt want
men leest een 17jarig meisje nogtans was ik toen
het gebeurde plaats vond pas 16 jaren en 9 dagen
oud. Ook is er sprake van eene afkooping tegen
f .4,000, terwijl mijne eisch slegts f 2,000 is en dus
de helft dan is er sprake van dat sommige bi)
de begrafenis van Den Heer A van Hoboken eene
haat tegen d' Heer Ellinkhuizen hebben opgevat
omdat bij het uitspreken der lijkrede eenen spot
tende glimlach op 't gelaat van den Heer E. zich
vertoonde. Hoewel ik dit niet betwiste zoo moet
ik tevens melden dat ik door nieman# dier lleeren
word voortgeholpen of geraden. Verders word ge
zegd dat ik mij binnen het beursgebouw heb ver
toond maar dit is mede bezijden de waarheid daar
ik niet ben genaderd tot de helft der klijne draai
brug of ik wor op eene onmeedoogende wijze
soms door 2 soms wel door 8 a 10 dienders naar
de Wissel gesleurd terwijl genoemde dienders mij
de laatste arrestatie zelfs de handen wilden los
maken waarschijnlijk om door dit middel mijn
kind te laten vallen, vervolgens word gezegd dat
ik goed als eene zuigende moeder wor behandeld
wanneer ik mij onder de Wissel bevind maar dit
is juist het tegendeel daar onze menschlievende
commissaris Jansens mij gewoonlijk begroet met
de woorden: «beest carnallie en wat dies meer
zij terwijl hij mij Ihans tot des morgens 5 ure
in een hok waar zich een niet geurig riekende
geopende Beste kamer bevind en waar men ver-
steifd door de koude teven's een onafgebroken be
zoek van ongenoodigde ratten en muizen ontvangd
doet opsluiten en wanneer ik dorst heb bekom ik
eeri grooten kruik met water om mijnen dorst te
lessen terwijl hij mij de laatsle keer gebood mijn
kind af te geven en toen ik dit wijgerde riep hij
drie onzer goede dienders benevens een dienders-
vrouw waarop hij mij van achteren met de hand
tie mond toe hield en t hooft achterover drukte
en met zijn andere hand mijne armen vast hield
en twee man gebood mijne knieën vast te houden
en de derde mijne beene vast moest honden. Daar
nu mijn kind los op mijne schoot lag riep hij
gemelde vrouw en zijde neem jij dat kind eens
weg toen werd ik in dat lieve hok geworpen en
toen ik s morgens kon vertrekken had den diender
knegte mijn kind in een schreeuwende toestand
op zijne arm zonder dat ik nog weet waar mijn
kind dien nacht geweest is. daar nu UEds. ver
haal voor het overige geheel met de waarheid
overeen stemd zoo moet ik ten slotte melden dat
toen ik het slachtoffer der schandelijke huichelarij
en wellust van E. was geworden heeft hij zich
even als een misdadiger schuil gehouden en mij
alles behalve edelmoedig onderhouden. Daar dit
nu door mij zelve is ondervonden zoo is het na
tuurlijk de beste onderrigting. En wanneer UEd.
deze brief de eere wilt aandoen om hem onder
uwe correspondentie op wilt nemen zult UEd. mij
ten hoogsten verpligten daar mijne naam gerust er
onder kan worden geplaatst hiermede blijf ik
tevens
UEds Dw Dienaresse
E. LESAGE,
pr J
ik verzoek dat bovenstaande brief letterlijk in
de zirkzeeschc nieuwsbode word opgenomen
E LESAGE.
Zonder eenig bijoogmerk heb ik in den Zierik-
zeeschen Nieuwsbode van 31 Maart II. doen
plaatsen: ȣen lossen inval." Het was inder
daad een lossen inval, welke zijn oorsprong vond
in de klagten die ik Donderdag le voren bij de
wed. Swarls had gehoord over den lagen prijs
der Meekrap en de geldbehoefte onder den boeren
stand. Duch naauwelijks was dien Inval geplaatst, of
mijnheer Dixi uit Zierikzee komt met een Uitval
en scheldt mijn geschrijf uit voor nonsens, en noemt
mij iemand die geen kennis van zaken heeft. Dat
wil ik nu ook wel geloovenmaar mijn waarde
Dixiik heb dit geschreven met oogmerk om meer
zaakkundige mannen, zoo als mijnheer Dixi schijnt
te zijn, oplettend te maken op den kwijnenden
staat der Meekrap-bebouwing, ten einde er iels
tot sland zoude komen dat verbetering tai,
bréngenhetwelk zoo als Dixi zelfs eiki
hoog noodzakelijk is; doch mijnheer Dixi ,j.
de verte onmogelijkheden om groote zakt)
uitvoer te brengen, namelijkom reglstreeli
de haven van Zierikzee Meevaten te verii-
naar Engeland, Busland Duitschland en cp]
daar is Botterdam de stapelplaats voor
Dixi. Maar mijn waarde heer Dixi! eene a
plaats is overal waar men maar eene slansLj
maakt. De Heer Cauncnburg b. v., die
geleende rijksdaalders een kleinhandel be«on
die zeker zooveel tonnen gouds heeft nanet
heeft schatten verdiend met het verzenden
Meevaten naar verschillende koopsleden van Eu,
Wat dus ioor een eenvoudig man mogelijk
is onmogelijk geworden voor schatrijke genial
het midden der 19110 eeuw. Neen, mijnheer
zoo veel onnoozelheid onderstel ik niet ia
Stadgenooten. Neen, waar geld is en wil ij
onmogelijk. Het woord onmogelijkwordt#
lollig in alle woordenboeken.
l\
Yooi
Franc
Voor
Bruinissc
ADVERTENTIES.
5K5?" De Notaris D. Q. de JONGE tui
HALEN, residerende te Zierikzee, zal, tea,
zoeke van zijn principaalop Vrijdag den
April 1851, des namiddags ten 3 ure, i(
Herberg te Noordgouwe publiek présentera
verkoopen (Slijk tie m
Een Woonhuis met Schuurtje ■vulen 'iec
13 roeden 49 ellen Tuin- of Moesgros «curing af
(BUK»staande en gelegen in de Gemeentefcllnid, met
gouwe, aan de Groene Weg, zijnde de tap»
DE HALVE MAANgelegen aan de j
passage der voetgangers van Zierikzee naar
wershaven.
(ontwerp vr
van drukper
Tweede
bij
C. HOFNAES
te Zierikzee en Kerim
zal gehouden worden op Donderdag deal
April 1851 en te Sint-Maarlensdijk den
April 1851.
heeft zijn ./ra. amru
van Fransch- Wit- Venster-Jlal.
llonsscliene-, Geschilderd-, Gehonrbcerl
cn nieuw Droclglas, VERPLAATS!' m
Botersloot naar de Boerenvischmarkt.
Rotterdam
UIT DE HAND TE KOOP
Eene BROODBAKKERIJ met KRÜIDI
ATERS-W1XKEL, slaande op een der dor[«
in Zuid-Bcvelandadres bij A. de KLERS
hulp-ontvanger te Baarlandbrieven franco,
en.
Zulks gcschir
April 1851,
dc hoogst j
ize voorouder.
i|lcn eorsler:
Ja, op dien:
et Nederlands
I ïatrcr Kloekhe
pilo nakomel
jr Spanjaard*
ilienke, die n
Ërr zulks z
'&fn-
fidcr schrij v<
aadslicvcnd h
evoel van
rond slaat
der Twe
.e.'
Har, aanran
tpwekker v;
heid, of w:
AVnrit ook tl
B veroordeeld
inrls te. blijven
mig keeren
lakende voor i
In lading naar WEW-ÏORÜ e, <»H'cuo(l 1
/^^^^.onderscheidene goede Amerikaanse!» E: Bsdaact lil ed,
«^ÏKkoperde DBIËMASTSCHEPEN ins»: BOrziglig woor
voor Passagiers, op billijke conditiënnaiiHen behelsde
inlichting te bekomen te Goes, bij |cr Nederlands
W. P. de JONGE, t vce, .aren
Weder eene genezing van watcriurtfl kunnen r
door de pillen en zalf van Holloway. De lieer Duuot
een rijke pachter aan de Elms bij Boston woonaelilij
was sedert jaren in een ziekelijken toestand. Zijue»
gesteldheid veroorzaakte bij hem sterke opzwcIÜngeu i'
voeten en enkels hetwelk dau trapsgewijze zich uitslrtl'
tot dat
de over w w
terzucht leed nam hij den raad in vau de meest
kende geneeskundigen en volgde derzclver voorschrift
hetwelk henr echter niets baatte en waardoor zelfs
toestand erger werd. Eindelijk besloot hij de pillen W
Holloway le gebruiken en lot verbazing van een idc'
werd hij in eenen ongelooflijk korten tijd door dit KosU
lijk middel hersteld.
Door het vermeerderd Debiet zijn de PRIJZEN W
heden af de volgende
DoosjesPillen van ƒ0,90 ƒ2,10 ƒ3,30ƒ7,75 ƒ15.30 ƒ23,; rjarir.g van
Potjes Zalf van - 0,90 - 2,10 -3,3o" 8,'lö - lo,90 - 23,?
Zijn op franco aanvrage h Coroptant te bekomen I
de Wed. N. van RIJSSEL en ZOON, tc Thoh
J. STRAATMAN, Hoofd depothouder te 'sHcrtogf-
bosch, alsmede Le Londen, Strand 244 Hollow^1
Etablissement.
^en ongehuwde KORESUWObt]
WAARS-KNECHT die zijn
goctl verslaat, zag zich gaarne roet
Mei aanstaande geplaatst adres bij P. NU1JEN'
te Bommencde. Information van goed gedrag koJu 10 Mei
nen ingewonnen worden bij J. C. van BEE,
Rommenede. Blieven franco.
tUen vnslge
ukpers- del ie
n vagebond:
zulks door
ilasling-betal»
dal een c
tukt, zoo 't
n, dat die
Mcle monslc
gcvloekler-j
TE ZIERIKZEE, TER DRUKKERIJ VAN P de LOOS Zuidelijk'