715. DonderdagNovember 7e. «faarg. evail koop I ill i'S hij liem i|| en onderkom EIUiEN, !i; Nieuwstijdingen 'sHciii 3 eene 2 ces voortel IEBIKZEESCHE 0 gedeelte der] ekdrukker S, J bel'iS'. (Ion,; on Landgenib f estigd heeft i,3 33als 'Ilevens zij l. ronder zeer ij., "cimJitlcs U 'arijs), Vrics< jJK-r :e" «Peel» i aanbeveelt; den oni zicj) I I» maken, J edige als citiJ WKTi ABQNHEERT ZICH in Nederland, brj don Uitgever Bij ai Ie Boekhandelaren en Postdirecteuren, hi Nooril-Ainerika, hij .T. QTJINTUS, te Albany, «U bij 6. df. IllLGT, te Cleveland Staat Ohio. AB01VWF.MENTS-PRïJS:t voor dl'.i ok uitgaven. Voor 3 maandeti1 ,30. Franco per post. in Nederland- 1.80. Voor Noord-Amerika. Franco New-Yorlc. Dollars 1,10, VERSCHIJNT Op Maandag en Donderdag, ADVERTENTIE!* 10 Cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing 35 cents. De inzending der Advertentiën kan geschieden lot Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure. BUREAU: Zieiiktee, Hoek van de Schuithaven, L*11, B, No. 94. Brieven en Ingezonden st'ikkeu franco. hoe er wezenlijk kan bez u i n i at! worcl e n j. de WIJS, >ok gelegenlieij iiniG. aa, Maag-» in iYf| ractijl; ruimst eneesmiddelco liet eerste gek Hij bid erkend ©ene, J dige Aambeil el ter Finalt Maa;J agkramf» of ffiartmf ooae lüraklDjj ie, Ferstopi kamkorstiglit de mogelijkheid GeneesmidJ heeft hij den Dj ve dosis yodii «leMet zijn Aambeijf aag- en -and 4, met berigl voora! gelden, ondei| door tusschenkii VERVEÊ Apoth. te'iüf rdrech t, en steden wcj O'aagelj adre? aan het Comnii gcncifj lijk gestel door ii: Mate, te Gimdasl zalf en pillen vati plaats ecne gebragt hij eeiicuM 'U aan oudersckr or zijn gestel zool zeker werd gehoifl en pillen van I en dit gevall de uilgever vótl n tl ijk heelt beketj Jan ua rij 1818. taut i,e bekome»! li sz. te Z'V/ij I thouder te 'sHerli j and 244 Hollo*J beo lelijk BlIKGÏ le bevragen DANJER, Poslsk J VAN P. CE LOQ- III. Wij hebben nu gezien hoeveel er op het leger cn op de koloniën kan bezuinigd worden. Tot deze twee Hoofdstukken bepalen zich lie voornaamste bezuinigingen doch zoo als wij aantoonden, ze zijn nog al van eenig belang, cn zouden, zoo zij werden ingevoerd js 'den groolsten en weidadigslen invloed op ons budget en op den gebeden staat uitoefenen. I Nogtans zouden er nog meer bezuinigin- igen dan de door ons reeds opgenoemde le bewerkstelligen zijn. Beginnen wij nu eens van af bot Eerste Hoofdstuk der begrootingdan vinden wij jBdaarop uitgetrokken eene som van f 600,000 ■voor inkomen des konings en 50,000 voor onderhoud zijner paleizen. Wij voor ons, die, den onpartijdigen geschiedschrijver ge moedelijk raadplegende, zien, dat Nederland root en inagtig was ouder den republi- 'keieschen regenngs- vorm en dat het onder een éénhoofdig Bestuur schier altijd ten achteren ging-, wij, die ons herinneren, de Ivoor eiken waren vaderlander onvergetelijke [gruwelen, waarvan de edele burgers van Oldenbarnevell cn de gebroeders de Witt, het slagtoffer werden. Wij, die, uit principe, geen erfelijk-monarchalcn regerings-vorm zijn toegedaan, wij zouden liever wenschen, dat het niet noodig was, die posten, gezamenlijk zes en een halve ton gouds bedragende, op Nederlands staatsbegrootiug uit te trekken. Doch, nu hel eenmaal zoo is, dal de voormalige magtige republiek der Vereenigde Gewesten tot. een nietig koninkrijkje is ge zonken, dank zij de welgeslaagde pogingen van eenige vijanden huns vaderlands, thans willen wij op dat cijfer geene aanmerkingen maken. Een koning, al dient hij dan ook nergens toe, is een groot man, en een groot man moet, zoo als men dit in het dagolijksche leven gewoon is te zeggen veel in de melk hebben le brokken. Bui- lendien, Koning Willem lil, (cn (to althans kan lot zijn Sof worden gezegd) heeft zich vrijwillig aan eene le belangrijke verminde ring van net inkomen der kroon onderworpen, dan dat lint edelmoedig zoude kunnen worden genoemd op dat inkomen, zoo lang als er eene kroon is in Nederland, nog meer te beknibbelen. Maar op het eerste Hoofdstuk staal ook uitgetrokken eene som van een en een halve ton gouds, voor inkomen der koningin weduwe. Vóór dat wij echter hier verder gaan, en aanmerkingen maken, moeten wij verklarenzeer goed te wetendat de ge noemde sommenwelke gezamenlijk het eerste llooldsluk der begrooting completeren, tl,oor de grondwet zijn aangewezen cn vast gesteld. Het uittrekken dier sommen clan ook kan het ministerie, kan do regering niet euvel worden geduidhij die dit doet, 's even oureglvaardig als dwaas. Dat is het dan ook niet waarop wij hier willen neerkomen. Wij willen het hier alleen in gernoede hebben gevraagd Is het geene schande, dat eene vrouw, die elk jaar millioenen inkomsten alléén aan interesten heeft; eeue vrouw die telken jare over de voornaamste opbrengsten van twee Russische woiwoodschappen kan beschikken; die aan haar man, wijlen Willem IIop den laatsten verjaardag dien hij beleefde, en toen hij zich, zooals nog al meer gebeurde, in geldelijke verlegenheid bevond, van haar speldegeld en. als een bagatel, een sommetje van twee millioen guldens ten geschenke gaf; is liet geene schandewij vragen het met de hand op het hart, dat zulk eene vrouw jaarlijks een honderd vijftig duizend gulden aanneemt van eene verarmde, geplunderde en uitgemergelde natie, die op eene bevol king van 3 millioen zielen meer dan een honderd vijftig duizend armen en ondersteu ning genietende behoeftigeu telt?... üe grondwet schenkt de koningin-weduwe een inkomen van l'/s ton goudswij erken nen het nogmaals. En wij erkennen even zeer dat wij er krachtig tegen zouden protesterenindien men zulk eene dame dat inkomen wilde ontnemen, in het geval dat zij er wezenlijk behoefte aan haden zelve niet zeer rijk was. Maar nu!!.. De onmetelijke rijke zuster van den magtigen Alleenheerscher aller Russen; zij, die fiere, die op hare overige inedemenschen zoo uit de hoogte neerblik kende vrouw zijneemt van de arme Nederlanders een pensioen aan dat hel een- twintigsle gedeelte van Neêrlands zielental bedraagt, een pensioen waarvoor ze hoege naamd niets doet!... Zóó iets begrijpen wij ons niet. Ook deze som echter, wij houden er ons van verzekerd, zoude van het budget ge schrapt kunnen worden,- ook die last zoude van de schouderen der te zeer gedrukte Nederlanders'kunnen worden gewenteld. Gij vraagt hoe? Slechts eenige leden der Tweede Kamer geven bij de openbare beraadslaging over de staatsbegrootiug voor 1851 ongeveer datgene te kennen, wat wij hierboven te kennen gaven. En wij moesten ons al zeer in het karakter van de koningin-weduwe bedrie gen, indien zij dan niet dadelijk openlijk afstand van de haar door de grondwet toe gekende jaarwedde deed. Hielp zulks ech ter nog niet, die leden konden dan nog verder gaan, en Hare Majesteit, in hun pri vaat, schriftelijk verzoeken, dat inkomen, dat zij niet noodig heeft, doch dat Neêrlands contribuabelen als geene kleinigheid mogen of kunnen aanmerken, te brengen op liet altaar van het door haar aangenomen va derland. Voorzeker, dan althans was, immc-rs naar onze wijze van zien, de uitslag niet ontwij felbaar. Voorzeker, ook dan weder zoude er eene som van een en een halve ton gouds op de staatsuitgaven zijn bezuinigd! Be tegenwoordige strafwetgeving en het Cellulaire gevangenïsstelse!. Zoo als bekend is zijn ook bij ons te lande, op sommige plaatsen cellulaire gevangenissen, bestemd om de gevangenen afgezonderd en alléén opgeslo ten te houden daargesteld. Wij laten het al- of niet verwerpelijke van die nieuwigheid hier in het midden, maar st ellen op den voorgronddat eene afzonderlijke opsluiting eene veel zwaardere straf isdan de opsluiting met meerdere gevangenen. Dat zulks vooral geldt ten opzigte der personen behoorende tot die standenwelke de grootste contingenten voor de gevangen- en tuchthuizen leveren personen die doorgaans geene wetenschap pelijke vorming en dikwijls zelfs het eérste school onderwijs niet hebben genoten, lijdt wel geen twijfel. Immers, kan de geletterde man zich doorgaans nog al aan de eenzaamheid gewennen kan hij overdenken wat hij geleerd en gelezen heeft; kan hij in zich-zelf treden, bespiegelingen maken over tijd en eeuwigheid, over Voorzienig heid en volgend leven; kan hij zich eene phan- tastische wereld vormenin welke hij, ook in eene cellulaire gevangenis, zijn oogenblikkelijken toestand vergeet en niet ongelukkig is, dat alles kunnen de lieden niet van dien stempel welkehelaas! het meest de gevangenissen bevol ken. Deze dus moeten zich, eenzaam opgesloten, razend vervelen schrikkelijk ongelukkig gevoelen. Hunne straf, zóó geleden, is oneindig grooter, dan wahneer zij medgezellen hebben ia hun on geluk waarmede zij lief en leed deelen zich over hunne vroegere lotgevallen onderhouden en hunne gedachten, hoe weinig waarde deze dan ook mogen bezitten wederzijds wisselen kunnen. Op welke wijze de morele verbetering van den gevangene het best wordt bevorderd afzonderlijk opgeslo ten of in gezelschap van meer gevangenen ook dat willen wij hier niet hebben uitgemaakt. Dit alleen, wij herhalen het, dat de eenzame op sluiting eene veel zwaardere straf is. Onze tegenwoordige strafwetgeving nu is op het tot nog toe gevolgde stelsel van opsluiting gebaseerd. De duur van den straftijd is daarnaar- berekend en naar geen enkele andere methode van opsluiting meer. Eene onomstootbare waarheid is het-, dat de wetgever, had hij het cellulaire stelsel bij het vormen van het strafwetboek op het oog gehad den tijd van duur der straf, op zijn minst de heiftzoo niet meer, korter zoude hebben gesteld. En is dit eene uitgemaakte zaak zoo als nie mand met rede betwisten kan, dan volgt hieruit, dat niemand wie ook, hier te lande het cellulair gevangenisslelsel mag toepassenzoo lang niet de wetgevermet zijne magtige hand, een nieuw strafwetboek, op dat stelsel geschoeid heeft daar gesteld en vóór dat dit wetboek in werking is getreden, en dan nog alléén op die personen, welke volgens de nieuwe strafwetten veroordeeld zijn en derhalve eene veel ligtere straf, wat den tijd van duur aanbelangt, hebben verkregen, dan-onder het nu nog vigerendCode Pénal het geval zoude zijn geweest. Door dus nu reeds de gevangenen in afzonder lijke cellen op te sluiten wordt eene daad van verregaande willekeur die tevens van weinig liefde met den gevallen en ongelukkigen natuurgenoot getuigt, begaan. Maar betreft dit gevangenen die een vonnis hebben; die reeds veroordeeld zijn; over wie het woord schuldig is uitgesproken, hoeveel Le meer is dit niet van toepassing op preventieve gevangenen, op lieden waarop bloot een vermoeden kleelten die niet zelden, on schuldig bevonden, de arresthuizen verlaten, zonder dat er zelfs ééne rede gevonden werd om hen ter openbare teregtzitling te doen verschijnen. Die daad van verregaande willekeur zij *is het althans in ons oogis geschied. Eerst le Amsterdam en vervolgens te Assen te Almelo te Winschoten, te Sneek zelfs, de laatste drie I plaatsen, zoo als men weet, slechts arrondisse- menls-gevangenissenwaar geen andere personen don preventieve gevangenen en tot ligte correctionele straffen veroordeeldenworden opgesloten is het cellulaire systeem toegepast" geworden. Des regters vonnissen zijn in die gevangenissen verzwaard veelligt verdubbeld gewordendoor liedendie daarvoor niet de allerminste bevoegdheid bezaten, door hecren regenten voornamelijk waarvan men verwachten konde, dat zij die gerekend worden tot de fatsoenlijkste en deugdzaamste ingezetenen eener stad te behooren te veel deernis, te veel medelijden met ongelukkige, verdwaalde of wan bedrijf gepleegd hebbende mcdemenschen (zij blijven dit immers, volgens de Christelijke leer?) zouden bezitten dan dat het ooit in hunne gedachten moest komen tot een dergel ijken maatregel over te gaan. De heer minister van justitie heeft aan die schreeuwende onbillijkheid, aan die hoogst laak bare onregtvaardigheid een einde gemaakt. De edeldenkende Nedermeijer van Rosenthal heeft de administrative Besturen der laatstgenoemde vier huizen van arrest en strafgevangenissen aange schreven dat die cellulaire opsluiting onder de tegenwoordige strafwetgeving niet geschieden mag en dat dus de gevangenen die reeds zoodanig opgesloten warenweder als vroeger moesten worden geplaatst. Of dat bevel van den minister ook naar Amsterdam is gezonden is ons onbe kend mogt het niet gebeurd zijn wij hopen dan dat zulks alsnog plaats vinde. Bleef dit of blijft dit achterwege, dan zoude dit eene rede te meer opleveren om het ministerie Thorbecke van on zelfstandigheid en zwakheid te beschuldigen eene zwakheid, die, tegenover sommige personen waar genomen zijn Bestuur doet ophouden Bestuur te zijn. Naar onze wijze van beschouwing echter had de heer Nedermeijer v. Rosenthal het hierbij niet mogen laten berusten. Inzonderheid die admini strative autoriteiten welke zich vergrepen aan het eenzaam opsluiten en buiten toegang stellen van preventieve gevangeuen waartoe, zoo als men weetalléén de regter bevoegd is, vooral zij had den deswegeus, op zijn last, door de daarvoor gestelde beambten der justitie moeten worden ver volgd. Wij behoeven Z'yne Exc. niet aan te toonen dat er terpen tot die vervolging bestaan. In andere landen, b. v. in de Vereenigde Staten, in Engeland in Frankrijk en in Belgie zouden zij die zulk eene willekeur op rampzalige en in elk geval beklagenswaardige personen durfden uit oefeneb niet ongemoeid worden gelaten. Hier in het goedhartige, of, liever armhartige en diep gezonken Nederland kunnen wij alleen ons anathema over zulke miniatuur-tirannen uitspreken en ein digen wij voor dezen keer met den volgenden wensch Ah que jc voudrais pour le bonhcur du monde Qu' on enfermdt pendant cinq ou six mo is, Sous les triples ver roux dune voute profonde Avant de les nommerces foufaiseurs des lois frater, Amsterdam, 19 Nov. Zaiurdag jl- is alhier in lu?t wapen van Amsterdam eene vergadering gehouden, waarbij de moeste zeepzieders uit ons Vaderland vertegenwoordigd waren, ten einde, in gemeenschappelijk overleg de middelen te beramen ter opbeuring hunner industrie, die door de be staande accijnswet zoozeer gedrukt wordt. Er is in die vergadering eene commissie benoemd, belast met het opmaken van een rekwest, waarvan de h'oofdpunten door de vergadering zijn vastgesteld strekkende om de algeheele afschaffing%der accijns op de zeep te verzoeken. Dit rekwest zal door de gezamenlijke zeepzieders in ons land geteekend, en daarna door de commissie aan den minister van financiën worden aangeboden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1850 | | pagina 1