t&mmm
No. t
usroBgoarpBiTH STuggBisr.
Het Staats-Examen.
Chemische Vernis.
Ons
Goch Pniissisch stadje aan de Ncèrlandsch-Pruis&ische
grenzen, begaf, alwaar hij de nacht-diligence die vau
Kleef op Keulen gaat, wilde afwachten, teu einde daar
mede naar laatstgenoemde plaats te reizen.
Dat hij daar het in den vooravond omstreeks 6 ure
was, toen hij te Goeli arriveerde, en die diligence niet
dan te 1 uur na middernacht aankwam, zijn intrek ijam
in het posthuis aldaar, er het avondmaal nuttigde eene
kamer vroeg en zich ter ruste begaf, na alvorens te heb
ben gelast, dat men hem legen 12 ure zoude roepen.
Dat de kamer, die uien hem aanwees, zich toevallig
hoven het dagelijksehe woonvertrek van den kastelein en
diens vrouw bevond en dat hij de laatste dezer twee per-
souenjuist toen hij te bed lag, «nu den ecrslcu hoorde
vragen: »wie toch die heer f waarmede adressant bedoeld werd)
wel zoude zijn V' op welke vraag de man antwoordde
hij heeft zijn bsard niet meer, maar ik geloof stellig
dat het Meeter is;" terwijl de vrouw daarop met zekere
emphase liet volgen »dau moet gij den commissaris vau
polieie waarschuwen dan is er iets te doen."
Dat adressant eenige dagen te voren, te Nijmegeneen
annonymen brief had ontvangen waarin hem op eene wijze
die vertrouwen moest inboezementerr sterkste werd aan
geraden om op zijne hoede te zijn, verzekerd als de brief
schrijver was, dat er weder op den adressant geloerd werd.
Dat de ondergeleekeude sedert den oogenblik dat de
hoekverkooper A. J. van Tetroode te 's Hage, hem ver
raderlijk op den rug sprong eu, immers volgens des adres-
sants innige overtuiging, het voornemen had hem de oogen
uit te bijteu, sedert den oogenblik dat die hoekver
kooper voor de verwonding hem, adressant, bij die gele
genheid, in 1845 toegebragt, van de arr.-regtbank te
's Ilage, slechts ééne maand gevangenisstraf bekwam, en
hem van die straf, door wijlen Z. M. "Willem II, ge-
hcele kwijtschelding werd verleend, terwijl bovendien aan
dat wezen cenige dagen later, eene vorstelijke gratifica
tie werd toegekend, steeds van het denkbeeld heeft
zwanger gegaan dat eene poging tot sluipmoord op zijn
persoon hem nooit eene vreemde zaak moest toeschijnen,
maar dat hijintegendeel, ten .allen tijde op onverwachte
en verraderlijke aanvallen moest zijn bedacht.
Dat hetten gevolge van eeu ec ander wel niet vreemd
kan voorkomendat hij het gezegde hoorende 't welk
de vrouw uit het posthuis te Goch haren man met vuur
toevoegde, begon te veronderstellen dat ziju leven in ge
vaar was, en er misschien op zijn hoofd, even ais op dat
eens bandietseene premie was gesteld.
Dat hij in dat vermoeden nog werd versteikt, door
dien de kastelein uit gemeld posthuis, dien hij herhaalde
malen en zóó luide riep, dat deze het wel moest hooreu,
niet tot hem kwam.
Dut adressant zich daarop in allerijl heeft gekleed
cn met achterlating van zijne laarzendie beneden iu
liet posthuis stonden om te worden gereinigd de vlugt
heeft genomen, «iet langs den gewonen weg, maar dwars
door een met sneeuw bedekt 'land eu door heesters en
struiken, ten einde zijne achtervolgers, zoo die cr waren,
het spoor bijster te maken.
Dat hij spoedig bemerkte «Int hij alle reden had gehad
om zich uit dat posthuis dat misschien een moordhuis
had kunnen worden te verwijderen aangezien hij on
geveer tien minuten gegaan hebbende, zich inderdaad ach
tervolgd zag, zoo als hij later bemerkte, door den kastelein
tiit het posthuis te Goch., -vergezeld van den kommissaris
-van polieie aldaar.
Dat al dadelijk, toen die lieden hem op eenige schre
den afstauds waren genaderd de kastelein deu adressant
toeriep: .Mester kom blijf staan; geef u over, gij zijt
toch iu onze magl;" terwijl hij al verder, ziende dat adres
sant nitt laf genoeg was aan die bedreiging gehoor te
.geven een grooleii houd, welke V1 by zich hadop hem
aanhitsten, welk dier echter, hoe* r eerst met eeu ver
vaarlijken sprong op deu ondcrgeteekeiiden toegeschoten
niets deed dan hem zijne hand te lekken eu daarna da
del ij Ir. verdween.
Dat adressant al zijne krachten inspannende, met nieuwe
snelheid begon te loopen en alzoo zijue vervolgers achter
zich liet.
Dat hij hun oog ontkomen de woning eens land-
-bouwers ontwaarde, waar hij biurtentrnd, den hoofdbewoner
bekend makende wie hij was en dat hij, zonder te welen
waarom, achtervolgd werd, waarop die landbouwer hem
door zijn zoon naar eene, bij zijn huis gelegene houten
schuur liet brengen, waar adressant iu het hooi wilde
uitrusten en tot den volgenden morgen verborgen blijven.
Dat hij doodelijk vermoeid dadelijk in slaap viel, na
zich alvorens van zijn pantalon en kousen, die van onderen
vol sneeuw waren geraakt, te hebben ontdaan.
Dat hij ecnigen tijd, ongeveer een uur misschien, daór
gelegen hebbeude ontwaakte, en r,chter zich, buiten de
schuur, de stemmen van twee mannen hoorde, welke hij
al spoedig herkende als die van zijne achtervolgers.
Dat hij afgemat daarneer gelegen hoorde hoe de
woordenwisseling tusschen den kastelein het posthuis te
Goch en den kommissaris van polieie aldaar, maar al te
zeer vau het voornemen van den eersten getuigde, om den
adressant verraderlijk te overvallen.
Dat tocb, terwijl de kommissaris van polieie, die min
of meer onder den een of anderen invloed van dien el
lendeling scheen te staan, allerlei uilvlugten maakte om
niet lot eeuigen gewelddndigen aanval over te gaan voor
gevende »dat het veelligt een meid of knecht komle zijn,
welke zij daar hoorde ademhalen." en adat die Meeter
een kwade kerel was," »dat hij, kommissaris, hem niets
mogt doen die kastelein eindelijk eensklaps op half
gesmoorde/i toon uitriep: »kom, kommissaris.. kom... uw
♦abel... hier hebben wij hem in onze raagt... kom hij moet
fermoord worden
Dat adressant daarop, juist achter zijn hoofd, met den
sabel voorzigtig in den houten muur hoorende vroeten
begreep dat het zijn tijd was, en gloeijeud geworden vau
woede door gemeld gesprekdat wel een kwartier uurs
mag hebben geduurd, middelerwijl hij zich hield alsof
\hij sliep, plotseling opsprong en boven op bet hooi vloog
met het doel om met zijne schouders een stuk van het
dak te ligten en zich daarmede op zijne vervolgers te
werpen hetwelk hein echter niet gelukte.
Dat hij, van dat hooi afspringendemet zijn hoofd op
een lange stok kwamdie tegen een wagen geplaatst
stond welke stok hem bij het natte maanlicht eene
groote hooivork bleek te zijn, die de Voorzienigheid hem
zoo dacht bij althans, op dat pa» deed vinden, om er
zijn leven mede te redden.
Dat hij met het achtereind dier vork een bons op de
«itwendig gesloten schuurdeur deed zóódat deze vaneen
scheurde; waarop adressant naar buiten snelde, en met
zijn wapen vooruit, luidkeels riep: sKomt nu hier.
Sluipmoordenaars
Dat die lafhartigen op dat alles dat het werk van een
paar seconden was, in allerijl de vlugt namen.
Dat adressant het echter raadzaam keurde niet weder in
die schuur te gaan, noch in de dadelijke nabijheid derzelve
te b'lijveu, uit vrees vau achteren te zullen worden over
vallen, eu, diensvolgens, een honderdtal schreden vau
daar in een open veld, vóór het huis «les landbouwers
gele'geupost vatte, om meergenoemde personen, zoo deze
op nieuw moed hadden gekregen om hem te achtervolgen,
iu het front af te wachten.
Dat die lieden, om de kroou op hu tl werk te zetten
van achteren in de woning des landbouwers zijn getreden
en deze en zijn talrijk gezin allerwaarschijnlijkst hebben
aangespoord om met hen tegen den adressant zamen te
spannendaar toch allen gezamenlijk voor de deur k wamen
cn de landbouwer, die hem gastvrij had ontvangen en
onbaatzuchtig ouder dak genomen, op een zeer o^ivrien-
delijkeu toon schreeuwde: adat adressant *ijne hooivork
had gestolenen met diens achtervolgers daarover in
gesprek scheen te zijn toen zijn zoon uit de schuur
kwam cn hem iets overgaf, dat adressant veronderstelt
zijn achtergelaten pantalon teziju geweest, waar meergeld
iu was dan de waarde van de hooivork en de reparatie
aan de schuurdeureu koude bedragen, als wanneer die
man, althans zoo meende adressant op dat oogeublik te
tuoeleu gelooven, er van afzag, om den commissaris en
den kastelein iu liet opvangen v-au deu oudergeleekeuden
behulpzaam te wezen.
Dat adiessant iu tusschen reeds zoo lang in de sneeuw
had gestaan, dat er zich ijsklompen aan zijne voeten
vormden.
Dat hij toen, half verkleumd, zijnen overvallers den
rug toekeerde eu gedwongen was barrevoets en blootshoofds,
langs eeneu hobbeligen eu puntigen zandweg, waarop hij
weldra leregt kwamvoort te snellenschier bij eiken
tred eene wonde bekomende.
Dat adressant eindelijk bij eene arbeiderswoning kwam,
van welker bewouers hij eenig armzalig schoeisel en eenige
kleeding kocht, en, wijl hij daar niet konde blijven, liet
overige gedeelte vau den nacht iu de sneeuw ronddwaalde,
bijna nog eens in de handen zijner vervolgers vallende,
die toen nog eeu derden -persoon, met eene buks gewapend,
bij zich hadden.
Dat hij, voelende dat zijne voeten vervroren waren,
maar iu de nabijheid van Goch niet willende blijven, om
dat hij niet wist hoe er daar op hem geloerd werd, zich,
bij 't uchteudkrickeu, per rijtuig verder liet vervoeren
doch toen hij een uur aan gliidsche zijde van het stadje
Uilen was gekomen, cn het .in dat rijtuig, zijnde een
open wagen, 't eenigste wat hij krijgen kondeniet langer
kon uithouden, bij een grondeigenaar binnenhompelde
die edelmoedig genoeg was oin hem, na zijn lot te hebben
ervaren, drie tlagen te herbergen.
Dat adressant, daar goedschiks geene geneeskundige hulp
kunnende bekomen zich voor Is in die streken niet veilig
achtendeverder, van het eene rijtuig in het andere ge
dragen, naar Luik giug. alwaar hij oumiddellijk de ge
neeskundige bekwaamheden van eleu hoogleeraar Ansiaux
heeft ingeroepen, die hem, na ontzettend veel en schrik
kelijk lijden, in zoo verre heeft hersteld, dat hij zijne
voeten behouden -heeft en met het verlies van eeu groot
gedeelte van twee zijner voornaamste teenen is vrijgekomen.
Dat echter zijue voeten, ook nadat hij daarmede ouder
behandeling is geweest van den heere Netler, chirurgijn
te 's Hage, nog op verre na niet geheel genezen zijn, eu
hij die in allen gevalle nimmer weder zóó tot zijue be
schikking ?al krijgen als vooihern.
Dat hij nogtaus vermeend heeft niet langer te moeten
dralen, noch uie.t het inzenden van deze zijue aanklagtc,
zoo aan Uwe Excellentie als aan Haren ambtgenoot, den
heer minister vau Justitie, noch met het doen der bede,
dat het Uwe Excellentie inogc behagen, het, voor zoo
veel in Uwer Excellence's vermogen is, daarheen té willen
leiden dat al het bovenstaande ten strengste worde on
derzocht en ten strengste gestraft.
Dat adressant hierbij ten slotte nog meent te moeten
voegen, dat hij niet de allerminste gegronde aanleiding
weet lot het doen van den beschreven aanslagdat hij
die achtervolgers nooit beleeöigde en het zelfs de eerste
keer was dat hij te Goch vertoefde; dat hij aanvankelijk
vermoedde dal het raadselachtige van dien moorddadige»
aanval het hestin Nc-èrlauds residentie konde worden op
gelost, doch dat hij, daarvoor geeue bewijzen kunnende
erlangen, van dat vermoeden is teruggekomen en alsnog
onbewust is, welke de ouzigtbare baud in deze vaak was;
dat hij, overigens, bereid is het hiervoren vermeldde te
bezweren en daarbij nadere bijzonderheden op te noemen,
die de waarheid van dat alles zullen staven, bijzonder
heden welker aanhaling hier tot te veel wijdloopigheid
zouden hebben gevoerd, eu, eindelijk, dat hij vurig
hoopt, dat de aanval, waaraan adressant in Pruissen ten
doel stond, doof de regering als eene zaak worde be
schouwd, gewigtig genoeg om er de diplomatie en justitie
ernstig mede bezig te houden.
Rotterdamden 30 Julij 1850.
E. MEETER.
Indien er ooit—eenige wet is uitgevaardigddie
verschillend beoordeeld wordt, dan voorzeker is het
het Koninklijk Besluit van den eersten dezer maand,
houdende wijzigingen van de verordening omtrent
de toelating van studenten tot dc Hooge Scholen
of Athenea.
Wie er echter zich vóór moge verklarenik heb
alle reden, om omtrent dat Besluit mijne onweer-
houdene afkeuring te openbaren en ik verzoek al-
zoo de Redactie van dit blad het volgende in ééne
van deszelf3 kolommen op te nemen:
Ik had, toen de eerste wet op het Staats-Examen
ten jare 1815 in werking trad. twee zoons, die
door bijzondere vlijt en zucht tot de studiën zich on
derscheidden en door hunne Docenten allezins be
kwaam geacht werden, de lessen der Hooge School
jurgerttjfie
frtnti t( gigicrtltjfe.
24 Julij. Eene dochter van R. Orneo en A. J. van
Hekke. 28 dito. Ecu zoon van J. Kodde en M. Tuijteï.
31 dito. Eene dochter van J. van der Stolpe en B.
Timmerman.
GEHUWD.
31 Julij. J. C. Limlon en C. F. Simons. N. A,
Gillissc en M. C. Levens.
ADVEUTENTIEiV.
NIEUW UITGEVONDEN.
tiet is de lieer VKSLIMAN, Chiiaist te Londen, na
10 jaren arbeids getukt, vette beslanddcclcn met andere
sloften op te (ossen, en daaruit een sehuou VERNIS te
bereiden, die liet leder zacht en zundcr vlekken houdt,
luzolideiheld is deze VERNIS aan te bevelen tot liet
verlakken van Schoenen, Laarzen en Paardentuigen.
Deze VERNIS is in Frankrijk eu Engeland bekend ais
bet voortreffelijkste wat men tot beden heeft uitgevonden.
Men giet e.n druppel vau dit vocht op een Laars
met vrucht te kunnen waarnemen, zoo als ik dan
j ook voornemens was, lien in den daarop volgenden
I cursus derwaarts te zenden, doch het hooge ge-
wigt inziende der proef, ont hen als één der eer
sten aan het nieuwe Staats-Examen te onderwerpen
I gevoegd bij de algemeen opgewekte vrees door de
veelzijdige vereischlenwelke er in jonge meu-
i scheri gevorderd werden, deed mij besluiten, hen
nog één jaar in privaat onderwijs onder mijn
opzigt te doen deelen; waarna ik hen aan de
proef van het tweede jaar overgaf. Gelukkig voor
hen, dat zij, eenen niet ligt geschokten geest be
zittende en vlijtig gebruik gemaakt hebbende van
het ouderwijs hunner bekwame leermeesters, werden
gerangschikt onder de aangenomenen en de vuur
proef met succes hadden doorgestaan. Intusschen
had mij die meerdere bekwaammaking niet weinig
opofferingen gekostwaarover ik mij daarom
beklaag, omdat ik overtuigd beo, dat zij zonder
dezelve evenzeer met nut de academische lessen
zouden hebben kunnen bijwonen, en zij aizoo j
meer, dan eeu jaar schier nutteloos voor hunne
bestemming verloren hadden.
Onwillekeurig moest by elk die er belang bij
bad, de vraag rijzen: waartoe dat Staats-exainen?
Welk nut Kan het te weeg brengen? In welk
opzigt kan het der studerende jeugdkan het voor
het hooger ouderwijs nuttig zijn; en welke zijn
de beweegredenendie het Gouvernement geleid
hebben, hetzelve daar te stellen?
Er is door daartoe bevoegde mannen genoeg
zaam voldingend aangetoond, dat zij alles behalve
instemden met de inzigten van het Gouvernement
op dat onderwerp en mannen van erkende be
kwaamheid hebben er zich heftig tegen verklaard.
Maar wat heeft het Gouvernement daartegen
in de schaal gelegd? Men leze de Considerantia
van het besluit van 23 Mei 1815, en men zal
bevindendat het Gouvernement de ondervinding
had, dat vele studenten te weinig voorbereid op
de Hooge scholen kwamen, en dat die ondervinding
meer en meer de noodzakelijkheid had doen zien
om de toelating tot de academiën alleen afhankelijk
te stellen van het duidelijk gebleken bezit na»
zoodanige kundigheden, welke noodig kunnen worden
geacht, om het ouderwijs aldaar met vrucht te
volgen.
En, nu nog zijn geene vyf jaren verloopen. Menig
veel belovend braaf jongelingdie afgewezen werd
is, zijn eergevoel voor altijd gekwetst en uit zijne
loopbaan gestooten; menig afgewezene heeft zich
den moed zien uitblusschencm zich andermaal
aan den examen-kuur te onderwerpen, heeft een'
anderen stand gekozen, ziet zijne uitziglen voor
altijd verloren en is welligt grootendcels voor de
maatschappij onbruikbaar gewordenof is door
waanzin het voorwerp van diep medelijden. En
nu, zeg ik, nog zijn geen vijf jaren verloopen,
en het Gouvernement schijnt nu eene ondervinding
opgedaan te hebben, lijnregt strijdende met die
van 1815. Nu moet het besluit van dat iaar ge
wijzigd; nu moeten de belemmeringen, daarbij der
studerende jeugd in den weg gelegd weggenomen
wordenen het is genoegindien zij nu een
examen, hóédanig dan ook, aflegt, om academie-bur
ger te kunnen worden.
Op welke ondervinding moet men nu vertrouwen
op die van vóór 1815, of op die van toen tot op
1850? Ik weet het niet; alleen dit erkent ieder
onbevooroordeelde, dat die Besluiten allesbehalve
eene consequente handelwijze neen dat zij zelfs
uitersten daarstellen I Eerstnamelijk, was schier
Professorale kunde naauwelijks genoeg om student
te kunnen worden; nu kan men veelligt niet in
staat zijn, do gemakkelijkste lalijnsche auteuren
niet of gebrekkig te vertalen weinig of niets van
alle de vereischte bijvakken te kennen cn toch
moeten toegelaten worden tot de academische lessen.
Zal men zóó knappe toekomstige burgers vormen
aan wie kansel regt- en pleitzaal later worden
toevertrouwd? Ik geloof het niet.
Middelburg, 13 Julij 1850.
Schoen of Paardentuig, en meu wrijft met een spons et
langzaam over, en fret Ieder wordt koolzwart, glimmend
en glad. Met een paar maten in de maand dit to doen
blijven Schoenen en Laarzen tegen het doorslaan van
vocht bewaard.
De prijzen tijnr f 1, SO. en 23 cellis het fleschje.
De depóts zijn: te Londen, Oxford-street; tc Parijs,
Galerie van Orleans, en te Zierikzee, hij den heer M,
J. de LOOZE, Apothecar op den dam, Wijk B, N.o 90.
ty -aP» De Notaris D. Q. diï JONGE var deu
HALEN zalten verzoeke van LAMBUECH'f
KOOIJMAN, Jz., Landbouwer onder Nieuwer kerk,
ten dage, ure en plaatse onder genoemd, publiek
presenteren te verkoopen:
Op Maandag den 5 Augustus 1850,
des namiddags ten 3 ure, In de Her-
iSsSySS berg te Ouxrerherh:
2 Bund, 17 Roed. 22 Ell. Tarwe.
Rogge.
Zomergerst.
Paardenboonen
Erwten.
Haver.
Klavers, 2de Snede.
2jarlge Meede.
Jonge Meede.
Alles liggende te Velde nabij Capclle onder
Nieuiverkerk.
Op Vrijdag den 9 Augustus 1850, des voor-
middags ten 10 ureop de HOFSTEDE
|T1
I
1
01
O
90
1
17
9
99
0
87
59
0
52
61
85
9
38
0
72
99
1
31
59
1
OG
27
nabij Capclle onder Nieuwcrkerk:
1 grijze Merrie oud
ry 4 jaren, 1 bruin Ruin,
1 oud li jaren, 5 baat-
gevende Melkkoeijcn1 Kalidragende
Vaars, 1 tweejarige Vaars, 1 Karnhond
en Mok, 2 Roerenwagens, 1 Landploeg,
1 Dekploeg8 Eggen in soort, 1 Hol
blok, 1 Windmole1 Sleper, '/- ineen
Molbord, 1 Rakslede Zceften, Vorken,
Rieken en verder klein BOU1VGEREED-
SCHAP.
Eene groote partij NIEUW WEIHOOI
een Stoep KLAVERHOOl en KARTHOOI,
een MESTPUT van circa ISO Voeren
een hoop STOOF AARDE en hetgeen ver
der zal worden geveild-
Eene vrouw van ÏS jaren oud, genezen
van een ziele been door de zalf eu pillen van Hollow-ay.
Mejuf'vrouw Larenden, tc Londen, in de Goswellstraal.
n.o 2 woonachtig, leed sedert 34 jaren aan zware open
wonden in een der bcencn, welke onderscheidene deskun
digen in Frankrijk en Engeland builen slaat waren ge
weest te genezen. Zij had verschrikkelijke pijnen en was
somtijds genoodzaakt, geruimen tijd te bed <c liggen.
Ten laatste op aanraden van hare vrienden, beproefde zij
de zalf en pillen van Hclloway, en thans zijn hare woinlfti
geheel genezen, zoo dat zij met het grootste gemak kou
uitgaan.
Door het vermeerderd Debiet zijn dc PRIJZEN vau
heden af de volgende
DoosjesPillcn van ƒ0,1)0 2,10 3,30/7,75 ƒ15.30 ƒ23,50
Potjes Zalf van -0,90- 2,10-3,30-8,15 - 15,90-23,00
Zijn op franco aanvragen h Comptant te bekomen bij
B. van ASPEREN YERVENNIi Apotheker te Goes
J. STRAATMAN Hoofd-depólhouder te 's Hertogen-
boscb, alsmede le Londen, Slrand 244 Holloivay's
E tahlissement.
Met Permissie van het Eilel Achtbaar Bestuur,
In het rxpressclijk daartoe ingeriet Locaal van
H. van VEEN, to SCIIUDIJÉBEUBSouder
directie van L. HARTLOOPER)
Op ZATURDAG den 3 AUGUSTUS 1850.
Tot opening van het l'oonecl.
(Tooneelspel.) Daarna
DE BLOEDZUIGERS. (Vaudeville.)
Tot slot: DE TOOVERKOFFER. Kluchtig
Ballet Pantomime. De voorstelling zal afgewis
seld worden door het Coulhachsche Coor-Mu>ijk
uit Beijeren. Aanvang ten 7'/, ure.
Eerste Rang 19 ets. Tweede Rang 30 ets.
Verder zal de Directeur niets onbeproefd laten
om de Voorstellingen allen luister bij te zetten.
V'oc
F ra
Vor.
TE ZIERIKZEE. TER DRUKKERIJ VAN F. oc LOOZI
Sii.ts ettelijke
|er liet knel le
iilerbnders gel
Irgerij ten ach
igt. Doch d
of eigentlijk in
afschaffing der i
vfeeschhoe
belang van de:
den arbeider en
hou ook beloofd t
hebben wij also
■Niettemin ziji
oordeelaars het
lijd, dat het m
■sleem in te
jSSrcnogen treft, e
ijlljj uitsluiting
|et ophouden
millioen gul
is, als het wa
5St tiende gedei
iïs de brave ij
ÏÏMe werklieden
Dc ook zwoegen
of tweeduizend
ra Het legen woor
[liplelijk omdat
hoog zijn; ma;
liet, omdat die
■heven. En v
als ons Land is
bVagt wordende I
en binnen weinig
mogelijk nogtan
Inuiredigheid vs
«brengenop
Higezetcnen unit
1 Bij hel bcslaa
j|c Ncderlandsclu
planrtoe bevoegd
hoe het mei
nt, op middeli
ii doelmatigste
'laslingsijsteem
Pinnen stellen,
jjiii gebreken, als
Van dat denk
anscher harte i
nderscheidene V
nderling verbon
mkt Magt,
itgeschrev en.
Die prjjsvraag
»Men stelt z
neene regtstreek
Men vooren
rijheid voor li
besparing van kc
ingbedrag en
crdeeling van
"Men mag als
meest billijl
Tot nog toe is
warigheid om
net genoegzame
letgeen echter t
"eer billijken e
te maken, dan i
woordige of and
"Men vraagt
"Hoe is het n
™t hijzonder
•'lts inkomsten rr
bepalen dat
minder wille
'hnandere, voor
wordendezondi
beginsel van
""ter, dan door
ie