t&mmm No. t usroBgoarpBiTH STuggBisr. Het Staats-Examen. Chemische Vernis. Ons Goch Pniissisch stadje aan de Ncèrlandsch-Pruis&ische grenzen, begaf, alwaar hij de nacht-diligence die vau Kleef op Keulen gaat, wilde afwachten, teu einde daar mede naar laatstgenoemde plaats te reizen. Dat hij daar het in den vooravond omstreeks 6 ure was, toen hij te Goeli arriveerde, en die diligence niet dan te 1 uur na middernacht aankwam, zijn intrek ijam in het posthuis aldaar, er het avondmaal nuttigde eene kamer vroeg en zich ter ruste begaf, na alvorens te heb ben gelast, dat men hem legen 12 ure zoude roepen. Dat de kamer, die uien hem aanwees, zich toevallig hoven het dagelijksehe woonvertrek van den kastelein en diens vrouw bevond en dat hij de laatste dezer twee per- souenjuist toen hij te bed lag, «nu den ecrslcu hoorde vragen: »wie toch die heer f waarmede adressant bedoeld werd) wel zoude zijn V' op welke vraag de man antwoordde hij heeft zijn bsard niet meer, maar ik geloof stellig dat het Meeter is;" terwijl de vrouw daarop met zekere emphase liet volgen »dau moet gij den commissaris vau polieie waarschuwen dan is er iets te doen." Dat adressant eenige dagen te voren, te Nijmegeneen annonymen brief had ontvangen waarin hem op eene wijze die vertrouwen moest inboezementerr sterkste werd aan geraden om op zijne hoede te zijn, verzekerd als de brief schrijver was, dat er weder op den adressant geloerd werd. Dat de ondergeleekeude sedert den oogenblik dat de hoekverkooper A. J. van Tetroode te 's Hage, hem ver raderlijk op den rug sprong eu, immers volgens des adres- sants innige overtuiging, het voornemen had hem de oogen uit te bijteu, sedert den oogenblik dat die hoekver kooper voor de verwonding hem, adressant, bij die gele genheid, in 1845 toegebragt, van de arr.-regtbank te 's Ilage, slechts ééne maand gevangenisstraf bekwam, en hem van die straf, door wijlen Z. M. "Willem II, ge- hcele kwijtschelding werd verleend, terwijl bovendien aan dat wezen cenige dagen later, eene vorstelijke gratifica tie werd toegekend, steeds van het denkbeeld heeft zwanger gegaan dat eene poging tot sluipmoord op zijn persoon hem nooit eene vreemde zaak moest toeschijnen, maar dat hijintegendeel, ten .allen tijde op onverwachte en verraderlijke aanvallen moest zijn bedacht. Dat hetten gevolge van eeu ec ander wel niet vreemd kan voorkomendat hij het gezegde hoorende 't welk de vrouw uit het posthuis te Goch haren man met vuur toevoegde, begon te veronderstellen dat ziju leven in ge vaar was, en er misschien op zijn hoofd, even ais op dat eens bandietseene premie was gesteld. Dat hij in dat vermoeden nog werd versteikt, door dien de kastelein uit gemeld posthuis, dien hij herhaalde malen en zóó luide riep, dat deze het wel moest hooreu, niet tot hem kwam. Dut adressant zich daarop in allerijl heeft gekleed cn met achterlating van zijne laarzendie beneden iu liet posthuis stonden om te worden gereinigd de vlugt heeft genomen, «iet langs den gewonen weg, maar dwars door een met sneeuw bedekt 'land eu door heesters en struiken, ten einde zijne achtervolgers, zoo die cr waren, het spoor bijster te maken. Dat hij spoedig bemerkte «Int hij alle reden had gehad om zich uit dat posthuis dat misschien een moordhuis had kunnen worden te verwijderen aangezien hij on geveer tien minuten gegaan hebbende, zich inderdaad ach tervolgd zag, zoo als hij later bemerkte, door den kastelein tiit het posthuis te Goch., -vergezeld van den kommissaris -van polieie aldaar. Dat al dadelijk, toen die lieden hem op eenige schre den afstauds waren genaderd de kastelein deu adressant toeriep: .Mester kom blijf staan; geef u over, gij zijt toch iu onze magl;" terwijl hij al verder, ziende dat adres sant nitt laf genoeg was aan die bedreiging gehoor te .geven een grooleii houd, welke V1 by zich hadop hem aanhitsten, welk dier echter, hoe* r eerst met eeu ver vaarlijken sprong op deu ondcrgeteekeiiden toegeschoten niets deed dan hem zijne hand te lekken eu daarna da del ij Ir. verdween. Dat adressant al zijne krachten inspannende, met nieuwe snelheid begon te loopen en alzoo zijue vervolgers achter zich liet. Dat hij hun oog ontkomen de woning eens land- -bouwers ontwaarde, waar hij biurtentrnd, den hoofdbewoner bekend makende wie hij was en dat hij, zonder te welen waarom, achtervolgd werd, waarop die landbouwer hem door zijn zoon naar eene, bij zijn huis gelegene houten schuur liet brengen, waar adressant iu het hooi wilde uitrusten en tot den volgenden morgen verborgen blijven. Dat hij doodelijk vermoeid dadelijk in slaap viel, na zich alvorens van zijn pantalon en kousen, die van onderen vol sneeuw waren geraakt, te hebben ontdaan. Dat hij ecnigen tijd, ongeveer een uur misschien, daór gelegen hebbeude ontwaakte, en r,chter zich, buiten de schuur, de stemmen van twee mannen hoorde, welke hij al spoedig herkende als die van zijne achtervolgers. Dat hij afgemat daarneer gelegen hoorde hoe de woordenwisseling tusschen den kastelein het posthuis te Goch en den kommissaris van polieie aldaar, maar al te zeer vau het voornemen van den eersten getuigde, om den adressant verraderlijk te overvallen. Dat tocb, terwijl de kommissaris van polieie, die min of meer onder den een of anderen invloed van dien el lendeling scheen te staan, allerlei uilvlugten maakte om niet lot eeuigen gewelddndigen aanval over te gaan voor gevende »dat het veelligt een meid of knecht komle zijn, welke zij daar hoorde ademhalen." en adat die Meeter een kwade kerel was," »dat hij, kommissaris, hem niets mogt doen die kastelein eindelijk eensklaps op half gesmoorde/i toon uitriep: »kom, kommissaris.. kom... uw ♦abel... hier hebben wij hem in onze raagt... kom hij moet fermoord worden Dat adressant daarop, juist achter zijn hoofd, met den sabel voorzigtig in den houten muur hoorende vroeten begreep dat het zijn tijd was, en gloeijeud geworden vau woede door gemeld gesprekdat wel een kwartier uurs mag hebben geduurd, middelerwijl hij zich hield alsof \hij sliep, plotseling opsprong en boven op bet hooi vloog met het doel om met zijne schouders een stuk van het dak te ligten en zich daarmede op zijne vervolgers te werpen hetwelk hein echter niet gelukte. Dat hij, van dat hooi afspringendemet zijn hoofd op een lange stok kwamdie tegen een wagen geplaatst stond welke stok hem bij het natte maanlicht eene groote hooivork bleek te zijn, die de Voorzienigheid hem zoo dacht bij althans, op dat pa» deed vinden, om er zijn leven mede te redden. Dat hij met het achtereind dier vork een bons op de «itwendig gesloten schuurdeur deed zóódat deze vaneen scheurde; waarop adressant naar buiten snelde, en met zijn wapen vooruit, luidkeels riep: sKomt nu hier. Sluipmoordenaars Dat die lafhartigen op dat alles dat het werk van een paar seconden was, in allerijl de vlugt namen. Dat adressant het echter raadzaam keurde niet weder in die schuur te gaan, noch in de dadelijke nabijheid derzelve te b'lijveu, uit vrees vau achteren te zullen worden over vallen, eu, diensvolgens, een honderdtal schreden vau daar in een open veld, vóór het huis «les landbouwers gele'geupost vatte, om meergenoemde personen, zoo deze op nieuw moed hadden gekregen om hem te achtervolgen, iu het front af te wachten. Dat die lieden, om de kroou op hu tl werk te zetten van achteren in de woning des landbouwers zijn getreden en deze en zijn talrijk gezin allerwaarschijnlijkst hebben aangespoord om met hen tegen den adressant zamen te spannendaar toch allen gezamenlijk voor de deur k wamen cn de landbouwer, die hem gastvrij had ontvangen en onbaatzuchtig ouder dak genomen, op een zeer o^ivrien- delijkeu toon schreeuwde: adat adressant *ijne hooivork had gestolenen met diens achtervolgers daarover in gesprek scheen te zijn toen zijn zoon uit de schuur kwam cn hem iets overgaf, dat adressant veronderstelt zijn achtergelaten pantalon teziju geweest, waar meergeld iu was dan de waarde van de hooivork en de reparatie aan de schuurdeureu koude bedragen, als wanneer die man, althans zoo meende adressant op dat oogeublik te tuoeleu gelooven, er van afzag, om den commissaris en den kastelein iu liet opvangen v-au deu oudergeleekeuden behulpzaam te wezen. Dat adiessant iu tusschen reeds zoo lang in de sneeuw had gestaan, dat er zich ijsklompen aan zijne voeten vormden. Dat hij toen, half verkleumd, zijnen overvallers den rug toekeerde eu gedwongen was barrevoets en blootshoofds, langs eeneu hobbeligen eu puntigen zandweg, waarop hij weldra leregt kwamvoort te snellenschier bij eiken tred eene wonde bekomende. Dat adressant eindelijk bij eene arbeiderswoning kwam, van welker bewouers hij eenig armzalig schoeisel en eenige kleeding kocht, en, wijl hij daar niet konde blijven, liet overige gedeelte vau den nacht iu de sneeuw ronddwaalde, bijna nog eens in de handen zijner vervolgers vallende, die toen nog eeu derden -persoon, met eene buks gewapend, bij zich hadden. Dat hij, voelende dat zijne voeten vervroren waren, maar iu de nabijheid van Goch niet willende blijven, om dat hij niet wist hoe er daar op hem geloerd werd, zich, bij 't uchteudkrickeu, per rijtuig verder liet vervoeren doch toen hij een uur aan gliidsche zijde van het stadje Uilen was gekomen, cn het .in dat rijtuig, zijnde een open wagen, 't eenigste wat hij krijgen kondeniet langer kon uithouden, bij een grondeigenaar binnenhompelde die edelmoedig genoeg was oin hem, na zijn lot te hebben ervaren, drie tlagen te herbergen. Dat adressant, daar goedschiks geene geneeskundige hulp kunnende bekomen zich voor Is in die streken niet veilig achtendeverder, van het eene rijtuig in het andere ge dragen, naar Luik giug. alwaar hij oumiddellijk de ge neeskundige bekwaamheden van eleu hoogleeraar Ansiaux heeft ingeroepen, die hem, na ontzettend veel en schrik kelijk lijden, in zoo verre heeft hersteld, dat hij zijne voeten behouden -heeft en met het verlies van eeu groot gedeelte van twee zijner voornaamste teenen is vrijgekomen. Dat echter zijue voeten, ook nadat hij daarmede ouder behandeling is geweest van den heere Netler, chirurgijn te 's Hage, nog op verre na niet geheel genezen zijn, eu hij die in allen gevalle nimmer weder zóó tot zijue be schikking ?al krijgen als vooihern. Dat hij nogtaus vermeend heeft niet langer te moeten dralen, noch uie.t het inzenden van deze zijue aanklagtc, zoo aan Uwe Excellentie als aan Haren ambtgenoot, den heer minister vau Justitie, noch met het doen der bede, dat het Uwe Excellentie inogc behagen, het, voor zoo veel in Uwer Excellence's vermogen is, daarheen té willen leiden dat al het bovenstaande ten strengste worde on derzocht en ten strengste gestraft. Dat adressant hierbij ten slotte nog meent te moeten voegen, dat hij niet de allerminste gegronde aanleiding weet lot het doen van den beschreven aanslagdat hij die achtervolgers nooit beleeöigde en het zelfs de eerste keer was dat hij te Goch vertoefde; dat hij aanvankelijk vermoedde dal het raadselachtige van dien moorddadige» aanval het hestin Nc-èrlauds residentie konde worden op gelost, doch dat hij, daarvoor geeue bewijzen kunnende erlangen, van dat vermoeden is teruggekomen en alsnog onbewust is, welke de ouzigtbare baud in deze vaak was; dat hij, overigens, bereid is het hiervoren vermeldde te bezweren en daarbij nadere bijzonderheden op te noemen, die de waarheid van dat alles zullen staven, bijzonder heden welker aanhaling hier tot te veel wijdloopigheid zouden hebben gevoerd, eu, eindelijk, dat hij vurig hoopt, dat de aanval, waaraan adressant in Pruissen ten doel stond, doof de regering als eene zaak worde be schouwd, gewigtig genoeg om er de diplomatie en justitie ernstig mede bezig te houden. Rotterdamden 30 Julij 1850. E. MEETER. Indien er ooit—eenige wet is uitgevaardigddie verschillend beoordeeld wordt, dan voorzeker is het het Koninklijk Besluit van den eersten dezer maand, houdende wijzigingen van de verordening omtrent de toelating van studenten tot dc Hooge Scholen of Athenea. Wie er echter zich vóór moge verklarenik heb alle reden, om omtrent dat Besluit mijne onweer- houdene afkeuring te openbaren en ik verzoek al- zoo de Redactie van dit blad het volgende in ééne van deszelf3 kolommen op te nemen: Ik had, toen de eerste wet op het Staats-Examen ten jare 1815 in werking trad. twee zoons, die door bijzondere vlijt en zucht tot de studiën zich on derscheidden en door hunne Docenten allezins be kwaam geacht werden, de lessen der Hooge School jurgerttjfie frtnti t( gigicrtltjfe. 24 Julij. Eene dochter van R. Orneo en A. J. van Hekke. 28 dito. Ecu zoon van J. Kodde en M. Tuijteï. 31 dito. Eene dochter van J. van der Stolpe en B. Timmerman. GEHUWD. 31 Julij. J. C. Limlon en C. F. Simons. N. A, Gillissc en M. C. Levens. ADVEUTENTIEiV. NIEUW UITGEVONDEN. tiet is de lieer VKSLIMAN, Chiiaist te Londen, na 10 jaren arbeids getukt, vette beslanddcclcn met andere sloften op te (ossen, en daaruit een sehuou VERNIS te bereiden, die liet leder zacht en zundcr vlekken houdt, luzolideiheld is deze VERNIS aan te bevelen tot liet verlakken van Schoenen, Laarzen en Paardentuigen. Deze VERNIS is in Frankrijk eu Engeland bekend ais bet voortreffelijkste wat men tot beden heeft uitgevonden. Men giet e.n druppel vau dit vocht op een Laars met vrucht te kunnen waarnemen, zoo als ik dan j ook voornemens was, lien in den daarop volgenden I cursus derwaarts te zenden, doch het hooge ge- wigt inziende der proef, ont hen als één der eer sten aan het nieuwe Staats-Examen te onderwerpen I gevoegd bij de algemeen opgewekte vrees door de veelzijdige vereischlenwelke er in jonge meu- i scheri gevorderd werden, deed mij besluiten, hen nog één jaar in privaat onderwijs onder mijn opzigt te doen deelen; waarna ik hen aan de proef van het tweede jaar overgaf. Gelukkig voor hen, dat zij, eenen niet ligt geschokten geest be zittende en vlijtig gebruik gemaakt hebbende van het ouderwijs hunner bekwame leermeesters, werden gerangschikt onder de aangenomenen en de vuur proef met succes hadden doorgestaan. Intusschen had mij die meerdere bekwaammaking niet weinig opofferingen gekostwaarover ik mij daarom beklaag, omdat ik overtuigd beo, dat zij zonder dezelve evenzeer met nut de academische lessen zouden hebben kunnen bijwonen, en zij aizoo j meer, dan eeu jaar schier nutteloos voor hunne bestemming verloren hadden. Onwillekeurig moest by elk die er belang bij bad, de vraag rijzen: waartoe dat Staats-exainen? Welk nut Kan het te weeg brengen? In welk opzigt kan het der studerende jeugdkan het voor het hooger ouderwijs nuttig zijn; en welke zijn de beweegredenendie het Gouvernement geleid hebben, hetzelve daar te stellen? Er is door daartoe bevoegde mannen genoeg zaam voldingend aangetoond, dat zij alles behalve instemden met de inzigten van het Gouvernement op dat onderwerp en mannen van erkende be kwaamheid hebben er zich heftig tegen verklaard. Maar wat heeft het Gouvernement daartegen in de schaal gelegd? Men leze de Considerantia van het besluit van 23 Mei 1815, en men zal bevindendat het Gouvernement de ondervinding had, dat vele studenten te weinig voorbereid op de Hooge scholen kwamen, en dat die ondervinding meer en meer de noodzakelijkheid had doen zien om de toelating tot de academiën alleen afhankelijk te stellen van het duidelijk gebleken bezit na» zoodanige kundigheden, welke noodig kunnen worden geacht, om het ouderwijs aldaar met vrucht te volgen. En, nu nog zijn geene vyf jaren verloopen. Menig veel belovend braaf jongelingdie afgewezen werd is, zijn eergevoel voor altijd gekwetst en uit zijne loopbaan gestooten; menig afgewezene heeft zich den moed zien uitblusschencm zich andermaal aan den examen-kuur te onderwerpen, heeft een' anderen stand gekozen, ziet zijne uitziglen voor altijd verloren en is welligt grootendcels voor de maatschappij onbruikbaar gewordenof is door waanzin het voorwerp van diep medelijden. En nu, zeg ik, nog zijn geen vijf jaren verloopen, en het Gouvernement schijnt nu eene ondervinding opgedaan te hebben, lijnregt strijdende met die van 1815. Nu moet het besluit van dat iaar ge wijzigd; nu moeten de belemmeringen, daarbij der studerende jeugd in den weg gelegd weggenomen wordenen het is genoegindien zij nu een examen, hóédanig dan ook, aflegt, om academie-bur ger te kunnen worden. Op welke ondervinding moet men nu vertrouwen op die van vóór 1815, of op die van toen tot op 1850? Ik weet het niet; alleen dit erkent ieder onbevooroordeelde, dat die Besluiten allesbehalve eene consequente handelwijze neen dat zij zelfs uitersten daarstellen I Eerstnamelijk, was schier Professorale kunde naauwelijks genoeg om student te kunnen worden; nu kan men veelligt niet in staat zijn, do gemakkelijkste lalijnsche auteuren niet of gebrekkig te vertalen weinig of niets van alle de vereischte bijvakken te kennen cn toch moeten toegelaten worden tot de academische lessen. Zal men zóó knappe toekomstige burgers vormen aan wie kansel regt- en pleitzaal later worden toevertrouwd? Ik geloof het niet. Middelburg, 13 Julij 1850. Schoen of Paardentuig, en meu wrijft met een spons et langzaam over, en fret Ieder wordt koolzwart, glimmend en glad. Met een paar maten in de maand dit to doen blijven Schoenen en Laarzen tegen het doorslaan van vocht bewaard. De prijzen tijnr f 1, SO. en 23 cellis het fleschje. De depóts zijn: te Londen, Oxford-street; tc Parijs, Galerie van Orleans, en te Zierikzee, hij den heer M, J. de LOOZE, Apothecar op den dam, Wijk B, N.o 90. ty -aP» De Notaris D. Q. diï JONGE var deu HALEN zalten verzoeke van LAMBUECH'f KOOIJMAN, Jz., Landbouwer onder Nieuwer kerk, ten dage, ure en plaatse onder genoemd, publiek presenteren te verkoopen: Op Maandag den 5 Augustus 1850, des namiddags ten 3 ure, In de Her- iSsSySS berg te Ouxrerherh: 2 Bund, 17 Roed. 22 Ell. Tarwe. Rogge. Zomergerst. Paardenboonen Erwten. Haver. Klavers, 2de Snede. 2jarlge Meede. Jonge Meede. Alles liggende te Velde nabij Capclle onder Nieuiverkerk. Op Vrijdag den 9 Augustus 1850, des voor- middags ten 10 ureop de HOFSTEDE |T1 I 1 01 O 90 1 17 9 99 0 87 59 0 52 61 85 9 38 0 72 99 1 31 59 1 OG 27 nabij Capclle onder Nieuwcrkerk: 1 grijze Merrie oud ry 4 jaren, 1 bruin Ruin, 1 oud li jaren, 5 baat- gevende Melkkoeijcn1 Kalidragende Vaars, 1 tweejarige Vaars, 1 Karnhond en Mok, 2 Roerenwagens, 1 Landploeg, 1 Dekploeg8 Eggen in soort, 1 Hol blok, 1 Windmole1 Sleper, '/- ineen Molbord, 1 Rakslede Zceften, Vorken, Rieken en verder klein BOU1VGEREED- SCHAP. Eene groote partij NIEUW WEIHOOI een Stoep KLAVERHOOl en KARTHOOI, een MESTPUT van circa ISO Voeren een hoop STOOF AARDE en hetgeen ver der zal worden geveild- Eene vrouw van ÏS jaren oud, genezen van een ziele been door de zalf eu pillen van Hollow-ay. Mejuf'vrouw Larenden, tc Londen, in de Goswellstraal. n.o 2 woonachtig, leed sedert 34 jaren aan zware open wonden in een der bcencn, welke onderscheidene deskun digen in Frankrijk en Engeland builen slaat waren ge weest te genezen. Zij had verschrikkelijke pijnen en was somtijds genoodzaakt, geruimen tijd te bed <c liggen. Ten laatste op aanraden van hare vrienden, beproefde zij de zalf en pillen van Hclloway, en thans zijn hare woinlfti geheel genezen, zoo dat zij met het grootste gemak kou uitgaan. Door het vermeerderd Debiet zijn dc PRIJZEN vau heden af de volgende DoosjesPillcn van ƒ0,1)0 2,10 3,30/7,75 ƒ15.30 ƒ23,50 Potjes Zalf van -0,90- 2,10-3,30-8,15 - 15,90-23,00 Zijn op franco aanvragen h Comptant te bekomen bij B. van ASPEREN YERVENNIi Apotheker te Goes J. STRAATMAN Hoofd-depólhouder te 's Hertogen- boscb, alsmede le Londen, Slrand 244 Holloivay's E tahlissement. Met Permissie van het Eilel Achtbaar Bestuur, In het rxpressclijk daartoe ingeriet Locaal van H. van VEEN, to SCIIUDIJÉBEUBSouder directie van L. HARTLOOPER) Op ZATURDAG den 3 AUGUSTUS 1850. Tot opening van het l'oonecl. (Tooneelspel.) Daarna DE BLOEDZUIGERS. (Vaudeville.) Tot slot: DE TOOVERKOFFER. Kluchtig Ballet Pantomime. De voorstelling zal afgewis seld worden door het Coulhachsche Coor-Mu>ijk uit Beijeren. Aanvang ten 7'/, ure. Eerste Rang 19 ets. Tweede Rang 30 ets. Verder zal de Directeur niets onbeproefd laten om de Voorstellingen allen luister bij te zetten. V'oc F ra Vor. TE ZIERIKZEE. TER DRUKKERIJ VAN F. oc LOOZI Sii.ts ettelijke |er liet knel le iilerbnders gel Irgerij ten ach igt. Doch d of eigentlijk in afschaffing der i vfeeschhoe belang van de: den arbeider en hou ook beloofd t hebben wij also ■Niettemin ziji oordeelaars het lijd, dat het m ■sleem in te jSSrcnogen treft, e ijlljj uitsluiting |et ophouden millioen gul is, als het wa 5St tiende gedei iïs de brave ij ÏÏMe werklieden Dc ook zwoegen of tweeduizend ra Het legen woor [liplelijk omdat hoog zijn; ma; liet, omdat die ■heven. En v als ons Land is bVagt wordende I en binnen weinig mogelijk nogtan Inuiredigheid vs «brengenop Higezetcnen unit 1 Bij hel bcslaa j|c Ncderlandsclu planrtoe bevoegd hoe het mei nt, op middeli ii doelmatigste 'laslingsijsteem Pinnen stellen, jjiii gebreken, als Van dat denk anscher harte i nderscheidene V nderling verbon mkt Magt, itgeschrev en. Die prjjsvraag »Men stelt z neene regtstreek Men vooren rijheid voor li besparing van kc ingbedrag en crdeeling van "Men mag als meest billijl Tot nog toe is warigheid om net genoegzame letgeen echter t "eer billijken e te maken, dan i woordige of and "Men vraagt "Hoe is het n ™t hijzonder •'lts inkomsten rr bepalen dat minder wille 'hnandere, voor wordendezondi beginsel van ""ter, dan door ie

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1850 | | pagina 2