Bóeren-Inspan, WÊbM ipttfc HOFSTEDE i ~str niTgBg02.T3EiT3 mNi genaamdDE KLIPPE, HET HOOIGRAS, Wordt gevraagd: Nederlandsche Voorzigtigheld. Het is van aigemeene bekendheid, (lateen Ne derlander een voorzigtig mensch is, maar het is ook van aigemeene bekendheid, dat een Nederlan der al te voorzigtig zijn kan. Men heeft zelfs den on: Nederlander wel beschuldigd dat iiij in belangrijke gei zaken veeltijds achteraan komt hinken als een Me kreupel paard en in nietsbedui'den'aè zaken het in eerst aan den dans wil. De ontdekking van het eei goudland geeft daarvan weder een sprekend bewijs; 38 het goud was niet aanlokkelijk genoeg voor groote da ondernemingen, maar het goud verwekte vrees he voor het goud. ge De Regering, noch de Handelmaatschappijnoch ge de groote Zeehandelaren hebben in navolging van Éi .andere Natiën, beproefd, voorhrengselen van Ne- gt derlandsche nijverheid naar California te verzenden zl en daarvoor goud in te ruilenwaardoor de Ne et derlandsche industrie belangrijk bevoordeeld zou m geworden zijnde voorzigtigheid heeft de ge~ varen berekend welke aan de wisselvalligheden van dien goudhandel verbonden zijn en om het zekere voor het onzekere te nemen, werd kuflij boven «I goud geprefereerd. Dat was voorzigtig. Ook voor as zigtigheidshalve verhuren de Nederlanders liever ei hunne beste schepen aan de Engelschen en Delgen w tot uien wisselvalligen handel, dan ze zelve daartoe w te bezigen. Dat is ook voorzigtig; want het is y< beter één vogel in de hand dan tien in de lucht. ïïet goud van Californie heeft derhalve in Neder- d land weinig gouddorst veroorzaakt, doch de goede g uitkomsten hebben eindelijk in Holland handels- 't ondernemingen uitgelokt op eene kleine schaal; dus n als een kreupel paard komt de Nederlander ach- c teraan hinken. g Dat nu de voorzigtige Nederlanders niets jaluersch 0 zijn op de onvoorzigtigc AmerikanenEngelschen, g Franschen, Belgen en Duitschers, is verstandig; maar dat de Nederlandsche Regering het eerst 1 aan den dans wil, o;n, voorzigtigheidshalve het gemunt goud buiten cours te brengen, uil vrees I dat het goud zoo overvloedig worden zaldat het weldra in waarde merkelijk zal verminderen is al te voorzigtig. ïn dit geval had de regering de Engel- schen, Amerikanen, Franschen enz. moeten laten vóórgaandan, die volken zien de noodzakelijkheid nog niet in, om tot dien maatregel over te gaan en zoolang de toevoer van goud niet meer invloed 1 op den prijs van het goud uitoefend, zal dit wel nimmer plaats vinden immers, zoowel te Londen-, j Amsterdam, Hamburg, Parijs en andere goudmark- I ten van Europa, ziji; de prijzen van het goud nog j dezelfde van voor driejaren, en niemand ziet in de verte nog eene merkelijke daling te gemoel. Alleen (Je voorzigtige Nederlandsche regering ver meent dal het goud weldra de waarde zal heb ben van oud ijzer, en daarom zal zij het gemunt goud welügt voor oud goud verkoopen, nu het nog <ïe gewone waarde heeft, en, zoodra liet vuur ^spotprijzen te koop is, nieuw goud koopen en dan tienguldenstukken laten maken ter grootte van ■tafelborden. De ruiling zal dan voor de potters niet slecht zijn. Wel ligt zullen ze dan, bij het 2ien van zulke groote stukken goud geld, rondom hunnen goudhoop dansenals vroeger de kinderen Israels in do Woestijn gedanst hebben rondom het gouden kalf. Groot zal toch het ongerief zijn, dat het huiten cours brengen van de gouden munt veroorzaken zal. Een koopman, een reiziger, een boer, een schipper, een voerman, en ieder die geld handelt, zal ver- pligt zijn zich een goudschaaltje en een toetssteen aan te schaffen ten einde elk stukje te wegen en de gehalte te onderzoeken terwijl hij mede ver- pligt zijn zal, altijd de jongste Prijs-Cuuranten van het goud bij zich te hebben, om onderling de waarde der goudstukken te bepalen. Een meid zal dei- halve maar moeijelijk boodschappen kunnen doen met .goud geld. Doch de zonen Abrahams zullen er weinig bij verliezen die zuilen met nieenig onnoozel meusch goede zaken maken. Hoe het zij, het ware te wensehen dat de rege ring hare oude gewoonte maar gevolgd had, en als eer.kreupel paard achteraan had komen hinken 1 's, Gravenhage, Junij 1850. aanschouv\ t boe £'j 't bedrijft in 't dal, en bedenkt wat gij gedanu hebt, gij loopt alom gelijk een Knmelin in bare lullig* beid. Ln als een wild in de woestijne pleeg te doen, als 't vnii groote tochtigheid suakt, en loopt dat nir— mand 't ophouden kan wie 'l welen wil die heeft niet ver te loopen. op de vier dagen ziet men 't wel, Prophetiëu Jereoiias, cap. 2, vs. 23 en 24. te delven, waarmede ze een of andere door hen voorgestane stelling weten te verdedigen. Zoo ziet men, vreemd genoeg, elke der menig vuldige onderscheidene Christelijke gezindheden, het leerstellige van zijne belijdenis funderen op gronden, uit een en dezelfde gewijde schrift ge trokken. Met monden vol bijbelteksten, wist Cromwei het door hem en zijne independen ten over Karei 1 gevelde doodvonnis, ir» zijnen tijd goed te praten; terwijl die vorst daarentegen stierf in de volle overtuiging zijner onschuld, mede zich beroepende op dezelfde gewijde schriften. Hoe (iit zij, wij hebben dikwerf de gewoonte, om onze artikelen, in dit zoowel als in andere democratische organen, te voorzien van eene of andere tekst of spreuk, als motto uit de gewijde bladeren, en zulks hebben sommige onzer demo cratische vrienden en bekenden wel eens gelaakt en minder gepast gevonden, dewijl zij meenden, dat de bijbel in geen het minste verband met staalkundige onderwerpen gebragt kon worden, en al ware dit ook zoo, men daardoor aan velen, w elker godsdienstige denkbeelden in meer of minder troebelen staat verkeerden, niet weinig stof tot ergernis moest geven. Hoewel zulks ons leed doet, konden wij ons echter met die wijze van beschouwing niet veree nigen; immers veei geleerder schrijvers, dan wij de eer hebbeo te zijn, hebben reeds voor lang aange toond, dat het vooral geen kwaad kan, wanneer een staatkundig of over algeuieene belangen han delend schrijver of journalist, geen vreemdeling in de gewijde en kerkelijke geschiedenissen is en de politiek geenszins vreemd aan de religie geacht kan worden te zijn. En inderdaad, men moet al zeer oppervlakkige, onopgeklaarde godsdienstige .denkbeelden koesteren, wanneer men geërgerd kan wordenals een pu blicist zich beroept op de gewijde schriften, of datgene, wat hij schetst, aan dezelve toetst en daar mede vergelijkender wijze in verband brengt. Dat gansche en grootste deel der gewijde schrif ten, bekend onder den naam van Oude Testament, is zamengesteld uit zuivere godsdienstige en staat kundige bestanddeeleri, en menig zeer beroemd staatsman der jongste tijden, achtte het zeker niet beneden zich, nu en dan eens de gewijde wetge vers en staatsmannen, Mozes, David, Salomo, de Propheten enz., na te lezen. Wanneer wij nu en dan,ja wij doen zulks dikwerf de gewijde schrijvers, vooral de prophe- Iimi, nalezen, gevoelen wij ons altoos diep getrof fen bij de zoo sterk in de oogen springende op- nurking, dat, voor zoo vele eeuwen reeds geleden, de groeten en niagtige» der aarde, beuevens de geestelijke en wereldlijke bestuurders der natiën, reeds geer) haar beter waren, dan nu, en de vol koren dier lijden, even als heden ten dage, werden opgegeten en uitgezogen duor eene menigte hoogere en lagere landopvreters. Alsdan overwegende, dat reeds voor 2- a 3000 jaren, Joremia, zooals wij in zijne prophetic, cap. 5, vs. 30 en 31lezen genoodzaakt was uit te roopen Het slaat gruwelijk en ijsselijk in t land laten wij bijna den moed zinken, vreezende, dat het wei zoo lang de wereld staat, zoo blijven en niet anders worden zal, want ofschoon er eeuwen op eeuwen sedert de dagen van Jeremia zijn voor bijgesneld, moeten ook wij hierin Nederland, zoo wel als in meest alle beschaafde landen, uitroepen: Het staat gruwelijk en ijsselijk in 't landen het collc heeft 't gaarne, zoo hoe zal 'tu daarover toch ten laatste gaanen de oorzaken der kwaal zijn lieden ten dage nog steeds dezelfde, als ten iijcle van Jeremia en zijn met een paar woorden te noemen. Elk ketter, zegt zeker spreekwoord, heeft zijn letter, dat wil, naar onze wijze van beschouwing, zeggen: ieder, welke niet onervaren in de gewijde schriften is, weet daaruit teksten of spreuken op De grooten en magtigen, rijken en aanzienlijken, is het nog altijd niet gmoeg, dat hunne schotels tot aan den boord gevuld zijn, neen, dezeDe moeten overloopen, zij moeten zich als zwijnen in den trog kunnen rondwentelen, zij zijn niet tevieden ver zadigd le worden, zij willen zich nog steeds vol eten, brassen en slempen, de weelde en wellust niet genieten, maar zich daarin baden, en dat alles geschiedt ten koste var. het anne volk, dat door deszelfs ellende verstompt, ontzenuwt en ver dierlijkt, zelfs geen besef meer heeft van deszelfs ellendeen naar deszelfs juichen, wanneer het slechts een gouden star of kraag, waarmede een van zijne onderdrukkers prijktin de oogen blinkt, te oordeelen schijnt het wezenlijk als of het volk, zoo als Jeremia zeide, het gaarne zoo heeft. Intusschcn is de tegenwoordige toestand der volkeren in zeker opzigt nog veel ellendiger dan ten tijde van Jeremia toen toch werden er steeds mannen als hij, erkende afgezanten van den Aller hoogste)), gevonden, wélke niet schroomden de toorn en gramschap der grooten te trotseren en die oorzaken der bestaande ellende, hoe hoog ze ook gezeten waren, in onverbloemde taal der waarheid in het aangezigt te zeggen en Gods straffen te verkondigen, Nu echter ontbreekt hen, welke daartoe van Gods- en Regtswege geroepen en verpligt zijn, den moed niet alleen, maar ook de lustom hunne roeping te vervullen. Jaarlijks enorme sommen uit 's lands schatkist. onder den naam van tractementen, trekkende be paalt zich een grootja het grootste deel der geestelijkheid, met zich het leven zoo aangenaam en gemakkelijk mogelijk te maken, lekker eten en drinken, wandelen en bij de hoogere standen visites afleggen. Ziedaar, wanneer wij een zooge naamde preek, welke 50 k GO minuten duurt, eenmaal 's weeks door hen gehouden, daarvan af zonderenhet zwaarste werk wat die Heeren in den wijnberg van hunnen Meester, althans hier te lande, vemgten. Hoewel zij het zeer goed weten, dat in de hoo gere, vooral de hoogste standen der maatschappij de grootste misdaden en zonden bedreven worden, vallen zij die met geene lastige strafpredicatiën moeijelijk, ja wachten zich daar wel zorgvuldig voor, vreezende zij derzelver gunst te verliezen en van uit hunne gezelschappen verbannen te zuilen worden. Desniettemin schuijeren zij van tijd tot tijd den eenvoudige en mingegoede exemplaarvoor de geringste zonden, en stiaffen, vooral den armen, ongenadig in de maag en bedeelingwanneer die slechts in het minst bezijden de pot p....nin één woord, bet is, zoo wij eens van zekeren, ons on bekendenschrijver, lazen De geestelijken preeken de arme boeren de Hel en Verdoemenis, wanneer zij bij ongeluk eens beschonken zijn geweest, maar voor den schout en al wie wat voor hen te likken heeftbidden zij den Hemel met alle magtal zijn het ook de grootste verworpelingenzij bid den men versta ons wel, niet voor de bekeering dier grooten, neen, maar voor hun lang leven, vooral, wanneer het goede schenkers zijn, voor wie zij bidden kunnen." En nu, ofschoon, om van ons vaderland slechts te spreken hier, zij, welke daartoe geroepen zijn en wier pligt het is zulks te doen, zoowel uit vrees, als eigenbelang, hunne stem niet durven te verheffen tegen de gruwelen en uitspattingen on derdrukkingen en afpersingen der grooten en de zelve orn genade voor het diep vertreden volk te smeeken, ontbreekt het echter aan geene stemmen, welke zich tegen die gruwelen en misdadenuit spattingen onderdrukkingen en afpersingen, luide verheffen, en voor het volk, dat niets misdreven heeft, geene genade bidden, maar met constitutiën en grondwet in de hand, regt eischen. Die stemmen zijn hier te lande, de bladen der liberale partij, doch ze worden niet gehoord; en waarom niet? omdat ze geen waarheid verkondigen? Verre yan daar, hoe men de liberale pers ook tracht te belasteren en in verachting te brengen, kwade bedoelingen en eigenbelangzuchtige bijoog merken toedicht. Met geen schijn van gegrond be wijs is men ooit voor den dag gekomen, om ons van leugen en laster te overtuigen tenzij men met sommige rcgterlijke uitspraken wilde instemmen, welke niet zelden de haridtastelijkste waarheden als leugens veroordeelden; doch dat is de schuld niet van ons, maar van de ellendige wetten-fabrijkan- ten, welke daardoor gezorgd hebben dat een pu bliek beambte veel kan bedrijvenzonder dat men hem durft ten toon te stellen naar verdiensten. Maar het volk hoort die stem niet, het is daartoe te ontzenuwd en geestkrachteloos geworden: het geeft de voorkeur om in den dra! te blijven liggen, boven de moeite en inspanning welke het zoude kosten, om zich uit het slijk le verheffen. IJsselijk voorwaar! vooral wanneer men bedenkt hoe weinig moeite en opoffering het een volk be hoeft te kosten zich van welk juk hun ook drukt, te ontslaan. Een iegelijk volk deszelfs meerderheid in aantal en stoffelijke kracht beseffende, moest zich schamen onderdrukt, uitgezogen en opgegeten te worden, door een handvol verwijfde en door wellust en weelde ontzenuwde grooten cn aristocraten. (Vervolg hierna.) ADVERTENTIES. De Notarissen C. J. van df.r HALEN en J. de KATER, Nz. zullen ten verzoeke van hunne principalen op Woensdag den 3 Julij 1850, des namiddags ten twee ure, in de Herberg te Scharen- dijkegemeente Elkersce, publiek veilen en verkoopen met 37 Bunders. 14 Hoeden, Cl Ellen KWOBX- en WEES, AS®, onder Knpelle, gemeente Duivendijke, en Elkerzce. Alles Lij biljetten breeder omschreven. veis, welke van af den l"c" Julij aan dëTI langhebbenden zullen worden aangewezen. De Notaris C. J. van der jHALEN, residerende te /Iron- IË2 wersliaven zalten verzoeke!^ van den Hong Wei-Geboren Heer Jonkheer \v*j be JONGE, als last en procuratie hebbende den Heer DANIEL VIEKGEVER Gz., 0p Woel* dag den 10 Julij 1850, des morgens ten 9 op de Hofstede van gemelden Heer DijA i Viergever onder Noordgouwein het openba verkoopen: Een zeer aanzienlijken als: acht Werkpaarden, waaronder een me Veulen, drie jonge Paarden, acht baatgevendi Melkkoetje» twee driejarige vette Vaarzen drie tweejarige dito, een tweejarige Os, J eenjarige Vaars eene partij Hoenders, ve|, Bouwgereedschappen, twee mestputten eene groote partij Hooi, Stroo enz., Klaver! en Hooigras te Velde. Alles bij biljetten breeder omschreven. van eene met 19 Bunders ÏO Bocden, 20 Ellen ERp TUINT, BOSCH, BOUW- en WEIEAXb', staande en gelegen onder de Gemeente Ellemeet, zal op den 26 Junij 18Ö0 geen voortgang hekken, en is deze uitgesteld tot een nader te bepalen dag in de maand Julij e. k. fv-f HL DIRECTIE der Zicrikzcc- r scke Stoomboot - Onderneming I berigt bij deze, dat de GOEDE-1 REN, PAKJES, GELDEN enz., niet later dan een HALF uur vóór het vertrek der li Stoomboot worden aangenomen, om met diet reis te worden verzonden. De later komend» f blijven tot de eerstvolgende reis liggen. I S V <S> "3 C o o o Cz -C -C i- O «J O 5 O co n» c S A X O GS o - r 'Z 9 k! n O 3 - .c (X) i êj t2 - fi r C/5 g* 8 i 2 s -a f 2 -- Js =5 ra •- sÜ i-> to 'dS O S. 1 =5 Dc Notaris m\ c. van der LEK de CLEKCQ zalop Woensdag den 3 Julij I860 des voonniddags ten 10 ure. ten huize van S. FONDSE, aan het Pikgat onder Kerkwerveten verzoeke van den Heer J. de BRUIJN, publiek I presenteren te verkoopen: staande in eene Weide onder Kerkwerve, nabij hei Pikgat en Jloutc Pnppe, in onderscheidene Ka> Terstond een HORLOGIEHAKERS- If LV] LEEREIAe benoodigd, bij M." van den BI jjgySii BERGE Mr. Horl ogiemaker aan de Fon- lijn te ierikzee. I! 5 Een LOOFJOXGEjSniet beneden fde 16- jaren oud, bij J. H. OCHTMAN, JOH.'z.", Apo theker op den Dam. Eene burger DIENSTMEID benoodigd op eene der dorpen in Duiveland. Adres bij den Uitgever dezes. te ziërikzëe, ter dltukke.nij van p. de locw.e.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1850 | | pagina 2