ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE
Mo. ©45.
Donderdag, 21 Maart f850.
6e. «Jfaarg1.
Een lage trek.
A,
MEN ABONNEERT ZICH
Iu Nederland, bij den Uitgever
bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren,
tn Noord-Anierika. bij J. QU1NTUS, te Albany,
en bij C. de RFGT, »e Cleveland Staat Ohio.
ABONNEMENTS-PRIJS
voor beide uitgaven.
Voor 3 maandenf 1.30.
Franco per post in Nedeiland- 1.30.
Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 1,10.
VERSCHIJNT
Op Maandag en Donderdag,
ABVERTENTIEN:
10 Cent voor elkcu regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing 33 cents,
be inzending der Advertenlièn kan geschiedeu tot
Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure.
BUREAU:
Zierik teeHoek van dc SchnithavenLetl. B, No. 94.
Brieven en Ingezonden stukkeu franco.
aam den Hoefsmidschrijver van den brief in ons
vorig N.° geplaatstwaarin over de mishandeling
aon\ eenige belasting-creaturen geklaagd wordt.
Eerzame Vriend
■Ik hebzoo als gij in den Nieuwsbode reeds
©uit gezien hebben uwen brief ontvangen en
y gevoelig voor het vertrouwen dat gij daarin toont
rin mij te stellen, en voor het vriendschapsgevoel
•dat gij zoo ongekunsteld hebt uitgedrukt, heb ik mij
Igehaast de Wet op het Patentregt na te zien
•om te weten of ik U al of niet uit de booze strik
ken, zoo als gij dat noemt, zou kunnen redden.
.Dat onderzoek is echter niet zeer gunstig uitge
vallen, en. lot mijn leedwezen kan ik U weinig troost
aanbieden. Zie hier waarom
De Wetgeving in het algemeen en de Belastings
wetten in het bijzonder, hebben dit uit den aard
gemeen dat /ij zeer onbestemd zijn daar zij
toch onmogelijk in ieder voorkomend geval kunnen
voorzien, waardoor dus altoos veelaan de conside
ratie der Ambtenaren met de uitvoering dier
wetten belastmoet worden overgelaten. Zijn nu
die Ambtenaren regtschapene en weldenkende men—
schuildan is dit gebrekkige en onvolledige in de
Wet eene weldaad voor de Burgers daar die
Ambtenaren dan als beschouwende en de omstan
digheden kennende personen zich daarnaar kun
nen regelen, terwijl de Wet altoos slechts blinde
en koude bepalingen bevatdie zijn ze er eens
ingeschreven zonder meer uitgevoerd moeten wor
den. Is echter het tegenovergestelde het geval
zijn de Ambtenaren domkoppen stugge, onwel
levende en ongevoelige bulfi-lsdie niet de be
doeling der Wet of de eischon der billijkheid in
't oog houden maar slechts hun eigen voordeel
en den roem van ijver en naauwgezelheid bij de
Administratie najagen zoouls dit, helaas 1 bij
•ons meestal het geval is, dan woidt die onvolle
digheid der Wet eene groote ramp waarvan velen
ile dupe worden, en in dit laatste geval nu
bevindt gij IJ, zooals ik U dadelijk zal doen zien.
De Wet op het Patent-regt spreekt van Grof-,
Hoef- en Scherpsmeden en verdeeld dus uw hand
werk in drie klassen die ieder op zich-zelf een
patent vereischeti om uitgeoefend te mogen wor
den zonder daarbij echter te bepalen (wat o»>k
moeijelijk zou kunnen) hoeveel Grofwoik, Hoel-
werk of Scherp werk men wel zou moeten maken,
om als Grofsmid Hoefsmid of Selierpsmid te Kun
nen worden aangemerkt; dit heeft zij geheel aan
het oordeel en de regtschapei heid der Belasting
beambten overgelaten. Nu is het echter zeer goed
te begrijpen dat de Weigever die men is het
niet bepaald uitgemaakt altoos als billijk behoort
te beschouwen slechts dezulken als Grof-, Hoef-
en Scherpsmeden wilde beschouwd hebben die,
door de uitoefening van een dier handwerken, voor
het geheel, of minstens voor een aanzienlijk ge
deelte, hun bestaan vinden. Doch dit staat in de
Wet niet geschreven en kan er ook oin vele
redenen, b. v. om het misbruik, dat ook daar
van al weder gemaakt zou kunnen worden, niet
in geschreven staan. Is dils nu de Ontvanger of
Deurwaarder ten uvvent van een ander gevoelen;
Js hij onbillijk genoeg om van U te eischen, dat
gij een patent als scherpsmid zult nemen, schoon
gij, naar uwe verzekering, die ik gaarne voor
waarheid aannemen wil, voor naauwelijks f 6 snij
werk in 't jaar maaktdan zijt gij, hoe hard U
dit vallen mag, en hoe onbillijk het wezen moge,
genoodzaakt U daaraan te onderwerpen, daar de
Wet in dit bijzonder geval niet voorzien hebbende,
ihier alles van de opvatting en het, naar 't mij
toeschijnt, niet zeer kiesche gevoel dier ambte
naren afhangt.
Even zoo is het ook gelegen met het patent
als winkelier. De Wet zegt: »Voor winkeliers
worden gehouden alle zoodanigen welke hunne
waren bij het stuk, de el, het pond of bij andere
kleine maten, aan bijzondere personen, uil hunne
huizen of winkels, verkoopen." En ofschoon het
nuhij eene gezonde opvatting van de bedoeling
des Wetgevers, ter dezer plaatse, zeer duidelijk
is, dat hier geen smid, die in den werkeloozen
winter, tegen het drukke voorjaar en den zomer,
het een en ander in voorraad gereed maakt, be
doeld kan wezen zoo is dergelijke verklaring,
zoo ver mij ten minste bekend is, al wederom niet
in de Wet te vinden, en hangt gij dus, ook in
dit upzigt, van de hatelijke willekeur des Ont
vangers of Deurwaarders af. Tegenstand bieden
zou dus, zoowel in het eene als in het andere
geval, nutteloos en kostbaar zijn, en moet ik U
derhalve bepaald afraden. Breng dns in Gods
naam, uw zuur gewonnen geld naar 't kantoor en
hoop op betere tijden. Het eenige wat ik U nog
zon durven aanraden is zend een request aan den
Minister van Financiën, met kennisgeving van de
onbetamelijke behandeling, die men U doet on
dervinden. Zoo gij daartoe lust gevoelt, wil ik met
liefde zulk request voor U schrijven.Gij zult
wciligt niet erg tevreden zijn, dat ik U geen
krachtdadiger hulpmiddel aan de hand kan doen;
maar gelief dan te begrijpen, Beste Vriend, dat ik
de Wet niet gemaakt heben dat ik ze ook
evenmin wijzigen kanhoe gaarne ik dit, in 't
belang van U en van nog duizende andere onge
lukkige huisvaders, welke iederen dag die Wet
vervloeken, ook zou willen doen.
Wat nu nog betreft het gedurig rondsnuffelen
van die lastige snaken in uwe smidse, dat U zoo
onaangenaam als hinderlijk moet zijn, ik geloof
niet dat gij daarover veel morgenspraak behoeft te
maken, of dat gij gehouden zijt, die ongenoode
gasten iederen ougenblik, te pas of te onpas, hij
U te laten rondsrhiiimen (ten minste, hiervan staat
evenmin iets bepaalds in de Wet!) Als zij liet dus
al te bont maken, kunt gij ze gerust de deur
uilschrobbeuedoch, wees altijd voorzigtig met
die uajoop], wantze blijven altoos min of meer
gevaarlijk en hebben wel eenige overeenkomst met
een stuk gloeijend ijzer: Als men ze verkeerd aan-
pakt. zou men zich ligt de handen hunnen branden.
U mijn leedwezen betuigende, dat uwe «hoop
op een goeden uitslag" lot zoover mislukt is, blijf
ik in ieder ander geval tot uwen dienst bereid.
GE tl KM. I>E HEKIGTEiV.
Dubbel rantsoen
Te Leiden is de twistappel die sedert lang tus-
schen de landen zit van den Stedelijken Baad en
den Kerkenraad nog niet geheel geschild; men
vreest dal al de zwartrokken op nieuw weer hand
gemeen zullen worden. De Kroonprins van Zwe
den wordt na Paschen te 's Gravenhage verwacht,
om zijne aanstaande cchtgenoote te inspecteren.
Te Amsterdam is een groot geleerdedie gere
formeerd gedoopt en opgevoed istut de onbe
snedene joden overgegaan, Ook de minister van
Binnenlaudsche Zaken is van bril veranderd hij
meent óók al dat het heter is met de groeten der
aarde bevriend te zijndan met de kleine.
Het zoutsinukkelen heeft thans niet alléén plaats
met zakjes die 4'/, puurt bevatten maar met
korenzakken volen loopt hij ongeluk een smok
kelaar tegen het lijf der commieseu dan laten ze
den smokkelaar loopen en zijn tevreden met het
zout. Nu, het zout is duuren geoctroijeerde
smokkelaars en dieven mogen in liet uitoefenen
van hun bedrijf niet gestoord worden. De kleinste
van de heele boel heeft weder een burger de
zakken gerold voor een daalder: een metselaar
namelijk, die in den lusschentijd dat er om een
concent-biljet, 0111 steen te lossen, gegaan was, had
de onvoorzigligheid begaan 75 steeuen op den wal
te gooijentri werd daarom voor een smokkelaar
aangemerkt, Eene aanmaning om verdiend geld,
aan den ungevonuisden boterdiefinoet daarvan
de oorzaak zijn. Te Parijs hebben de geldwolven
hunne grootste schatten reeds geborgen uil vrees
voor een nieuw oproer, De Koning houdt zich
op het Loo weder onledig met het kammen zijner
valken en jagthonden. Te Tilburg is II. Zondag
een lijkmis gevierd voor de ziel van Willem II:
hij moet, volgens geloofwaardige berigtcn met
zijn ééne been maar in liet vagevuur meer zitten.
Ook de koningin-wed. heeft de verjaardag van
den dood baars gemaals pleglig gevierd. De
scliuldeischers van wijlen Zijne Majesteit Willem
II zullen eerstdaags gepaaid worden. Te Frank
fort pakken iu het verschiet weder onweerswolken
zich te zanien, De Koningin van Engeland
heeft met haren gemaal den minister van binnen-
landsche zaken, de zoogminne, de baker en de
vroedvrouw, eene langdurige conferentie gehouden,
over den dag en omstandigheden harer bevalling.
Een commies te 3vvegen,
ls gausch niet verlegen,
Het lastig te maken
Om nietige zaken.
Steeds vitten en plagen
Dat kan hem behagen.
Hij is J miner in 't zeel,
Sciioun provisioneel,
Geplaatst in ons midden;
Zoo hooren wij bidden:
«Neem weg toch dien boozen I
«Graag willen we hem loozen
«Ach! dat toch die vent,
«Hier nooit was gekend!"
Ook diezelfde commies heeft onlangs, gedurende
de goosdienstoefeningeene huisbezoeking gedaan
naar versch vleesch, doch is er slecht afgekomen,
Ofschoon de cominicsen te 's Heerenhook, uu en
dan kreotebrood en varkenskluifjes present krij
gen zijn en blijven ze zoo mager ais stokvisch.
Aldaar heeft onlangs een bóeren-knecht in eene
herberg bijna een pak slaag opgeloopenoindat bij
een lootje wilde nemen naar de oude ZEUG van
den hospes. De doctor van O. is II. Woensdag
met volle statie, met zijn rijtuig nabij Ellewouts-
dijk, gestrand, doch is spoedig weder vlot geko
men of hij te veel of te weinig Schiedamschen-
ballast geladen had weet men niet. Te Parijs
is een magazijn geopend van alle benoodigdlieden
voor eene Europesche revolutie. Men vindt er
zwaarden, grooter als het zwaard van Goliath,
galgen voor 12 personen van de vetste soort, guil-
iotinen, die niet stoom gedreven wordenbomvrije
barrikaden, voorzien met 100 kanonnen, met mon
den van eene Ned. el middellijn. Te Maastricht
hebben twee pleitende advocaten met elkander ge
plukhaard. Wordt gevraagd, een persoon van goed
gedrag, om eene treurende dame op te passen.
lu Turkije is het trouwen verboden aan allen, die
aan den drank verslaafd zijn. Prinses Marianne
heeft één der dertig zilverlingen van Judas ten ge
schenke gekregen. Do Keizer van Rusland gaat
nog geregeld voort mei het vermeerderen zijner
legerbenden. Van der Lee heeft een huismid
deltje uitgevonden, waarmede blinden ziende en
douven hourende kunnen gemaakt worden. Op
alle Ministeriën en iu de Eerste en Tweede
Kamer moet het voortaan voorhanden zijn.
Jutvrouw Zélchabit wonende op de groote
markt te Yzendijke, heeft, naar men zegtdezer
dagen haren vier-en-twinti/jslen aanbidder op eene
vreesselijk. onbarmhartige wijze den bons gegeven,
omdat bij volgens hare wijze van zien ten min
ste te Kikoorscliachtig (h la grenouille de la Fon
taine) is. Deze cruasseiende Kikvorsch, vermengd
met drie equivalenten nageaapte Miildelburgsche
stront, levert een amalgainma op, dat veel van
Kees den aap, bijgenaamd Sans-pratique heeft.
Doch onze omschrijvingen, tot nadere uitlegging
van de explicatie dienende, zouden haast grooter
gaan worden dan het onderwerp zeif, waarover wij
schrijven. Wij hebben echter over onze Daiueuiut
veel meer te zeggen, alleenlijk moeten wij deze
bijzonderheid niet onvermeld laten: Zij houdt veel
van Stokvisch. Uit deze daadzaak toch kunnen,
voor den kenner, belangrijke gevolgen wurrti n af
geleidwelke wij hier echter, web.taandshalve,
achterwege zullen laten. Heeren liefhebbers van
blaauwtjes-Ioopen, worden op het allervriendelijkst
uitgenoodigd, zich ten spoedigste (mits franco aan
vrage) aan haar te adresseren en, wel hem, drie
werf gelukzalig hij, die als nummero 36 op de
lijst der aspirant-verloofden komt te staan; want hem
is, gelijk wij zoo aanstonds uit hare logische re
deneertrant zullen kunnen opmaken, het onuit
sprekelijk geluk beschoren (een geluk dat zich
laat gevoelen, maar hetwelk onze pen weigert te
beschrijven.) om haar (naar het altaar, meenden wij
te vertellen, doch dit is de bedoeling niet; wij
wilden zeggen) de trapjes te geleiden, om daar dat
gewigtig oogenblik te beleven, waarin de jonge
ling in rnon, het meisje in vrouw gemetamorpho-
seerd wordt, eene kunstbewerking, die men, in
het algemeen, trouwen pleegt te noemen. Dat
gewigtig tijdstip te beleven, waarnaar zoovele waan
zinnigen vurig verlangen, en waaraan door zoo
vele anderen met innig leed wordt herdacht, is
voorzeker eene der belangrijkste gebeurtenissen uit
's menschen leven, wijl dat toch maar al te vaak
over ons tijdelijk en eeuwig geluk beslist. Geen
wonder dan, dat onze Dame, die nog al schijnt
door te denken, dat tijdstip, zoolang mogelijk,
verschuift. Doch geven wij nu hare grondstelling
op, en voegen wij daarbij hare syllogistische wijze
van beschouwen, waardoor zij tot dat zonderlinge
resultaat gekomen is, dat meenigeen als ironie,
of ten minste als hyperbole, van onzentwege, be
schouwd heeft, en stellen wij haar zoo doende,
door de euphemismes, althans door de litotes in
een gunstiger daglicht, als de heroïne der negen
tiende eeuw. Alle goede dingen bestaan uit drieën.
Wie zal er nu iets tegen hebben, (wijl het aantal
candidaten toch reeds tot 24 geklommen is) dat zij
de propositie uitbreidten in plaats van het getal
3, een veelvoud van 3, b. v, 36 neemt. Hierdoor
doet zij toch niets aan de grondstelling te kort,
zooals men duidelijk ziet door voor 36 iets te zet
ten dat daarmede synoniem is, namelijk: drie dozijn,
want in «alle goede dingen bestaan uit drieën",
laat drieën onbeslist, wat daarmede eigenlijk be
doeld wordt; het komt daar onbepaald voor. «Dat
te bewijzen was", zou Euclidcs er met heel veel
statie onder geplakt hebben; wij zijn echter van
een eenigzins nieuwere» stempel, en verbeelden
ons, dat de lezer zeer gaauw zal merken, ^van-
neer ons bewijs uit is, namelijk: als wij er niets
meer zetten willen of liever kunnen, zonder dat wij
in overtolligheid vervallen. Wij zijn geen amateurs
van pleonasmen.
Varia.
Wanneer een burgermensch(onverschillig waar
hij woont, in Nederland, Frankrijk, Duitschlae.d
of waar ter wereld ook) wanneer zoo een bur
germandie tot de Oppositie behoort, omdat hij
een verschrikkelijker! hekel aan de groote Land-
bedervers en Lindopvreters heeft, een dier groote
Hanzen een Minister of Gouverneur of Burge
meester, eens fiks den mantel uilveegd, wat zij
doorgaans goed verdiend hebben, of een portie
hunner lang verholene schandalen aan hel daglicht
brengt, zoo hoort men uen geschreeuw van de
andere wereld. Dan is het; «Dat is laag! Dat
is gemeen! Men moet ieders resten en elks par
ticulier leven on aangerand en oueomoeid laten, enz/*
Dit mag nu gedeeltelijk waarheid zijn; doch
wilt gij nu eens weten, hoe diezelfde schreeuwers,
wanneer zij hun kop niet uitvoeren kunnenen
wanneer ze daartoe de gelegenheid hebben, hunne
Medeburgers behandelen? zoo leeM dan het volgende:
Zoo als gij in de vorige Nieuwsbode gezien hebt,
hebben de Socialisten, dat /rjn die menschen,
die nog wat voor ten ander óók over hebben en
niet al de boter op hun eigen koek willen smec-
ren, bij de jongste verkiezingen in Frankrijk eenu