Correspondentie.
Uit de hand te koop:
ROZEN-POMADE
om hare dwaze lust te voldoen. Omdat de mid
delen van vervoer Uissch"» de stad en de zee minder
gemakkelijk waren dan tegenwoordig, zoo hestonden
er afzonderlijke boden die af en aan gingen om
de tafel van de schoone vischliefhehstermet haren
geliefden kost te voorzien. H-t gevolg hiervan was
dat haar humeur afhing van 't aankomen of weg
blijven dezer boden, en dat hare huisgenoolen altijd
in eenc trespannen verwachting waren. Benige
dagen na Paschen treedt haar echtgenoot, 's morgens
vrolijk in hare kamer en brengt haar een over
heerlijke karper, dien de President zelve gevangen
had en nu met eenige toepasselijke versjes, aan de
vrouw van zijn' ambtgenoot, vriendelijk aanbiedt.
Mevrouw frommelt het papier, zonder het te lezen,
in haar zaken laat den karper terstond gereed
maken. Men zegt dat de visch heerlijk smaakte;
maar Mevrouw deed, uit. verlangen en ongedufd,
zulk een heviger» aanval op haar geliefkoosde»
kost, dat zij een graat inde keel kreeg en stikte.
Arme vrouw
Men kan nagaan hoe ontsteld de man was. Hij
Zond om den chirurgijnden doctor, den professor,
enz. Deze hoeren komen voelen de pols en schud
der» hun hoofd; eindelijk verklaren zij dat Mevrouw
gestikt was, en, daar de ongelukkige mat» wan
hopend was, bieden zij hem aan, tot zijn troost,
om het lijk te openen en hem de oorzaak van den
dood te laten zien. Hij heeft hier geene hooren
naar, zijne vrouw is toch overleden, en wordt
in den grafkelder van de familie bijgezet.
Het was in dien lijd de mode, dat de rijken
hunne vrouwen met hare kostbaarheden lieten he
graven. De wanhopende man, deze oude gewoonte
letterlijk volgende, liet de vrouw met al hare
juweelen en prachtig gekleed in de kist leggen.
Allen in huis jammerden en weenden, maar de
twee die den hoogsten toon aansloegen waren de
hofmeester en de kamenier. Men zoude kunnen
gelooven dat de zekerheid van in dit huis noo-
deloos te zijn geworden, hunne droefheid ver
meerderde; maar, als men naauwkeurig op hen
acht gaf, had men kunnen merken, dat hunne
smart te overdreven was, en dat er iets anders
achter stak. En waarlijk! eenige uren later, toen
de klok des nachts twaalf uren sloeg, zoude men
dezen man en vrouw hebben kunnen zien inet
een lantaarn, naar de kerk sluipende en in den
grafkelder nederdalende.
Verschrikt door het geluid van hunne schreden,
door de eenzaamheid, door de slille, door de
schaduw die achter hen scheen op te rijzen en
hen te volgen, kwamen zij hijgende in den graf
kelder. De vrouw, de lantaarn nederzettende, zegt
ontsteld tegen den man; zult gij uw woord hou
den? Ja! zegt hij, als gij rijk zijt, zal ik u
trouwen. Zweer 't mijl Hij zweert, en nu
ligten zij met vereende krachten de steenen dek
sel op. Een oogenblik wijfelen zijmaar het
verlangen naar het bezit van die schatten was
sterker dan hunne vrees. Zij ontnemen aan de
doode, kanten, goud, edele steenen, alles, en
wikkelen het in het lijkkleed van de afgestorvene.
Laat ons gaar» zegt de hofmeester, ik stik...
Nog niet, antwoordt de kamenier, ik moet
mij nog wreeken over al het onregl dat die mooije
Mevrouw mij aandeed l
Wijt gij u wreeken aan cene doode! zegt
de hofmeester n»et een ontzettend gelach. Maar
wacht 1 dan zal ik mij wreeken over al den angst
dien ik had, als ik geen visch konde bekomen.
Dit zeggende geeft hij de doode een slag op het
hoofden op hetzelfde oogenblik laat zich een
helder niezen in de grafkelder hooren l Men kan
zich den schrik van de ellendelingen verbeelden l
Zij vliegen de trap op en de kerk uit.
De schijndoode die intusschen langzamerhand
tot zichzelve kwam, zag zich midden lusschen
doodkisten hij het bleeke licht van den lantaarn,
die hare bedienden uit schrik achtergelaten had
den. Na eenige uren verzamelt zij krachten ge
noeg om zich op te rigtenden lantaarn op te
vatten en den grafkelder te verlaten. Zij vindt
de deuren van de kerk geopend en slaat den weg
in naar haar huis. De nachtwacht ontmoet haar
en valt van schrik dood neder. Zij gaat, zonder
om te zien altijd voort, bereikt haar huis en klopt
aan. De kamenier, die intusschen weder te huis
gekomen was, maar niet sliep staat op en opent
het raam; op het zien van hare Mevrouw, in
zulk een toestand, valt zij bewusteloos neder en
gilt: Mevrouw!Een knecht doet de deur open
en treedt terug, roepende*. Mevrouw!
Eindelijk komt haar gemaal, nog met rood
geschreide oogen, en wie ziet hij voor zich
Mevrouw!Men kan zich voorstellen hoe groot
de vreugde was, nadat de eerste schrik geweken
was. De echtgenoot gevoelt zich zoo gelukkig dat
l'ü de Iwee dieven, niet alleen hun misdrijf
vergaf, maar dat hij heil met weldaden overlaadde.
AVat Mevrouw betreft, men zegt dat zij nooit
weder visch, en vooral geen karper meer geproefd
heeft. Jaarlijks vierde men na Pasclien den
vrolijken treurdag, op welke de rust en kalmte
in het huisgezin teruggekeerd waren, eu op welken
er een einde gemaakt was aan alle onaangenaam
hedendie visch en geen visch hadden veroorzaakt,
Ee&3 over en voor iSankrocten.
a Do ar.rnO drommel die een paar schapen 9tal
wordt aan de kaak gesteld soms op den koop
toe nog een warme rug en een stempel gegeven
als een stuk vee, dat de slagter op de beesten
markt gekocht en van zijn merk voorzien heeft
maar hij die bankroet gaat en in accoord treedt, en
l iter met den kop steil in de lucht daarhenen gaat,
en niet zelden rijker werd dan te vorenwat
moest men hem dan doen?.., en ziet mijnheer
en mevrouw stappen daarheen, alsof hen geen
schepsel kon deren alsof ze de eerlijkste men
schel» ter wereld waren en wat zijn ze op den
keper bekeken de wereld mag er een ander
woord voor hebben uitgedacht, en de leelijke wond
zoo wat bepleisteren; maar 't woord dief, 't woord
misdadiger moet niet minder op heil worden toe
gepast die bankroet gaan, dan op den armen
drommel die mij een paar schapen of een koe
ontstal."
Zulke woorden leest men in den Tijdspiegel van
Dec. 1849, blz. 436. In trouweuit eiken regel
proeft men Do. van Schaick. Nu de belangen des
handels in zulke vertrouwde handen zijn, is er op
den duur wel beterschap te wachten.
Zoo moet de goede nederlander ook alweder
dit jaar f7500 tot onderhoud van het onvrucht
bare Instituut van Letterkunde, enz. opdokken.
Wanneer de regering waarachtig van meening was
geweest, om door vereenvoudiging tot bezuiniging
te komen, dan hadden onze nieuwbakkene ministers
niet alleen de kleine, maar voornamelijk de groote
krachtige zuigers, welke de levenssappen verslinden,
zonder genade moeten afsnijden. Die wijsheid wil
uilkramen en als hoog geleerd binnen- en buiten
lands wil schitteren, moet zulks voor eigene re
kening. niet ten koste van het arme, zuiver uït-
gernelkte volk, doen. In dat oranje Babbelhage
wordt luid en lang gekakeld; maar eijeren leggen
dat hoeft niet. Intusschen moet het verarmde
volk, ten getal Ie van slechts twee en een half
millioen zielen, jaarlijks ruim 70 millioen rijks
lasten opdokken. Op de goede ontvangst van het
bloedgeld zal de nederlandsche ourang-outang een
stevig glas Champagne drinken, terwijl het last
dier, de burger, zich kan vermaken onder het ge
schreeuw van het oude liedToch Oranje, toch
Oranje, toch Oranje boven 1 Vivat, Oranje hoezee l
Weg met dat "Weer'
De onderhandelingen met de regering van Pruis-
sen en de Nederlandsch-Ëngelsche Rijnspoorweg-
Maatschappij zijn, Gode zij gedankt 1 op nieuw
aangeknoopt. Dit hebben de goede Nederlanders,
zoo n»en zegtaan de reis van Prins Frederih
naar Berlijn te danken. Maar het is en blijft,
helaas! nog altijd onzeker, of de Rijnspoorweg met
de Duitsche linie zal tot stand komen. De vorige
Nederlandsche regering heeft zich door onverstand
onbezonnen in eiudelooze moeijelijkheden gewik
keld. Onze nieuwe regering ziet zich in eenen
disperaten toestand gebragt. Hier is geene keus:
men moet toegeven aan de overdrevene eischen
van Pruissen, of de Rijnspoorweg-Maatschappij kan
met vol regt eene kosten verlorene, verderfelijke
onderneming genoemd worden. Wat is dat goede
Nederlandsche volk oneindig veel aan het wereld
beroemde verstand van zijnen eersten Oranje-
Koning verschuldigd l
Zijn wij goed geïnformeerddan zullen er zoo
min te 's Hage als te Amsterdam metalen stand
beelden ter eere van wijlen 's Konings onverge—
telijken vader opgerigt worden. Van deze beide
dwaze plannen schijnt men zoo om de benoodigde
gelden als andere geheime redenen terug gekomen
te zijr». Hadden de ellendige vleijers er nimmer
aar» gedacht, om de nagedachtenis van den twee
den onsterfelijken Oranje-Koning, ten koste van
het ongelukkige volk door standbeelden te ver
eeuwigen en te verheerlijkenzij zouden voorzig-
tiger en wijzer gehandeld, althans geene gegronde
stof tot bittere spotternij en eindeloos geschrijf,
hetwelk doorgaans niet zeer vereérend voor den
dooder» Koning en het doorluchtige Huis van
Oranje is uitgevallen geleverd hebben.
©IPSTAWSBEBlEMPEKfi vertrouwen te veel op
hui» geluk. Liever, dan ynbeschaamd en zorgeloos
den olifant in hun doosje op te sluiten moester»
zij werk maken van de kunst om opstanden voor
te komen. Hiertoe is meer noodig dan victorie:
er is liefde tot het volk toe noodig, goede wil,
opregtheidmoeite. Het begint er hier en daar.
weder wat hommelsch uit te zien: en dit bewijst
niet voor vertrouwen var» het volk in don toeleg
der dempers. Ze dienden ook meer dan eene
letter te schelen van dompers.
Wij vernomen van goederhand dat de wed-
loopen welke zullen plaats hebben op het Loo
gedurende het aanstaande valkenjagt-saizoen zijn
bepaald op 24 26 en 28 Junij. Voor vele der-
zelve zijn belangrijke prijzen uitgeloofd, onder
anderen een van f 6000, oen van 1000 ei» meer
dere, door Z. J\J. den koning. Onder de inschrij
vers vindt men reeds de namen van Z. M. den ko
ning, Z. k. H. prins Hendrik, den hertog van Leeds.
UTOBgOlTDairai BTTTZZaXT.
Middelburg 2't Januarij 1850.
Mijnheer de Redacteur
In cli'ti Ziorikzceschen Nieuwsbode N.° G19, van
den 27 Dec. 18V9zagen wij met genoegen liet
stuk, getiteld: Begrooting ran Oorlog. Gaarne kun
nen wij ons vereenigeii met des schrijvers voor
gestelde in liet bedeelde stukedochZEd. ver—
geie ons, wanneer wij hij liet door ZEd. aange
haalde, nog onze aanmerkingen voegen; immers
wij vinden in dit stuk, regel 31. de vraag:
waartoe dan zulke kostbare vestingen en zulk
een kostbaar staande leger? edoch, dit verwon
dert ons, namelijk: dat den zoozeer zaakkun-
digen schrijver dit ook niet dadelijk beantwoord
heeft, of, en welligt waren de woorden van eene
der Heeren leden van de Tweede Kamer, en alzoo
een Volkvertegenwoordiger, nog niet uilgesproken
of gedrukt, of ZEd. dit had gelezen, dan ook
zou Z. Ed. gezien hebbendat die Beer deug
delijk aantoont, dat de staande legers hoogst nuttig
zijn geweest; immers Z. E. Mogende verklaart
daar in de Tweede Kamer openlijk dat liet de
legers zijn geweest, die het vuur van oproer en
regeringloosheid (zoo als men het heeft gelieven
te noemen) hebben gedempt.
En zoo nemen wij met bescheiden de vrijheid,
oiri den Edelen Schrijver van bovengenoemd stuk
te vragen, of ZEd. dit niet had gelezen, dan wel,
of de aanmerking op dit, voor een volgend stuk
wierd bewaard want wij kunnen ons niet voor
stellen dat den Edelen Schrijver niet even zoo
goed en beter zoude bekend zijn met de waarde
van een soldaat die men als een levendig ma
chine gebruikt, en om te leeren op liet commando:
vuur, te schieten; onverschillig of liet vriend of
vijand, vader, moeder of andere bloedverwanten
moet treffen. Genoeg, men heeft een staande leger
noodig, en wel om een Volk of Natie, die uitge
put en verhongerd is, en om regt en geregtig-
lieid vragen, en geen gehoor vindende, gram-
stoiig wordt, om zulke (bij hun genoemde) oproer
makers dood te schieten; ja, daarvoor alleen
behoeven de grooten der aarde tegenwoordig
staande legers, en dat den mensch, als redelijk
wezen, niet begrijpt, dat deze werktuigen door
zijn eigen zweet en bloed nog zelfs moeten onder
houden wordendit is waarlijk te bejammeren.
Dan, wij steunen op Gods wijzen raaddie aan
alles paal en perk kan stellen, en hopen dat het
Zijne goedheid zal behagen oin nu met het jaar 1850
(dat immers het reddings-jaar van van Ball ge
noemd werd) voor Nederland cene gunstige uit
komst te schenken; immers hoe donker ook de
toekomst moge schijnen, zoo hebben wij toch eene
lichtstraal ontvangen in de mannendie thans
met den Ed. Heer Thoubecke en Z. M. onzen
Koning regeren.
ZEd. aanmerking in bovenbedoeld stuk, regel
6 if li, betrekkelijk de conscriptie bij ons genaamd:
de loting voor de nationale militie (men kon het
nationaal bederf noemen). Dit tafercel is niet half
zwart genoeg geteekend, als wij maar slechts de
jongelingen uit den boerenstand in aanmerking
nemen, die verre de meeste op zijn tijd moeten
uittrekken, en in die drie maanden afwezendlieid,
bij hunne terugkomst, meest alle naar ligchaam,
maar vooral naar de ziel bedorven zijn; zij die
altijd bescheiden in hunne woorden en daden wa
ren hoort men er nu eene eer in stellen
Godsnaam te misbruiken, en hij, die geen kaart
kan spelen, noemt men een ellendig soldaat; en
bestond dit kaartspelen uit tijdkorting? Neen,
men heeft een verleidelijk spel uitgedacht, waar
vele hunne nachtrust en tevens hun gansche ver
diend loon en meer mede verspelen; dit spel,
even verleidelijk als het Faro-spel der grooten
noemt men drie kaarten en om dit kwaad uit te
roeijen, zou er geen geschikter middel zijn, als
dat ieder landman geen knecht in zijn dienst nam,
nf daarin behield, die dit Spel mede speelden;
dan, wij gevoelen dat onze vertogen daartoe te
zwak zijn en hopen alzoo dat bevoegde magten
daartoe de behulpzame hand zullen bieden, zoo als
wij tevens hopen, dat de schrijver van het voor
noemde stuk ons onze aanmerking niet ten kwade
zal duiden, maar ons nog dikwijls op eenige van
zijne schoone stukken zal vergasten.
V. M.
Een ingezeten van L'ruinisse verlangt hartelijk
naar liet herstel van den Toren aldaar. Hij meent,
dat het meer dan tijd is, dat zulks geschiedde,
opdat onberekenbare ongelukkeu nog in tijds worden
voorgekomen.
n
t^^ur jcrltjfo
geboren:
31 Jan. Eene dochter van Maria Cornelia Levens.
1 Febr. Eene dochter van Iluberdina Brandenburg. 2
dito. Een zoon van Alex. A. Crafford en J. C. van Elzakker.
Eeue dochter van Johanna Jacob» Klink. 3 dito.
Eene dochter van J. Loenjers en J. van den Berge,
Eene dochter va.i j. J. Trouw eu N. van den Ende.
4 dito. Eeue dochter van M. Kuipers en J. Deurloo,
7 dito. Een zoon van J. van tier Werf en N. Ornee.
10 dito. Eene dochter van L. Morijn eu A. F.
Wagcmakers. 12 dito. Een zoon van J, Boks tal eu H,
P. van den Hamer.
gehuwd:
6 Febr. A. Berkhout eu A. Reijnhoudt.
overleden
29 Jan. J. de Keijzeroud 3 jaren Idocliter»] 31
dito. B. M. Roinhouts, oud 20 jaren (ongehuwde zoon.)
1 Febr. M. Wiitson, oud 9 maanden (zoon,) J. de
Later, oud 6 maanden (dochter. o dito. J. Schenke,
oud 30 jaren, echtgenoot van J. M. Staalman. J, L.
van der Velde, oud 6 maanden (zoon.)
ADVERTENTIE!*.
Heden beviel voorspoedig van een' ZOON,
S. A. van der VLIET, geliefde echtgenoot van
Tl el, H. C. WESSEL1NG,
9 Feb. 1850. predikant.
Een Kapitaal MUSS en E3S.VE
benevens eene SCMUUK. en EKVF,
op de Lammermarkt te Zierikz.ee te
bevragen bij den eigenaar IMAM van SAS.
Aan liet Postkantoor te Oud-Beijerland
worden bij voortduring Advertentiën geplaatst, eu
allo Couranten en Drukwerken geleverd.
De Directeur van het Posthantoor
C. van STEEWBSEKGEN.
In de Apotheek van de Wed. BEUT-
STE1N wordt bereid en onder den naam van
afgeleverd eene Pomadesoortdie, bij cene aan
gename rozengeur, de eigenschap paart, den groei
van het haar te bevorderen en hetzelve voor
uitvallen te behoeden, het potje 25 Cts. Onder
vele anderen zijn JITJSIBES en WIlT-DffiLOP
aldaar hijzonder gezocht.
Een achtenswaardig lid der vriendcnsoci.'tcil,
van hoest en aamborstigheid, genezen door de zalf en
pillen van Holloway. Uittreksel uit eeneu brief van den
heer Benjamin Maekie, aan den profetsur Holloway, ge-
dagtcekcnd uit Creenagh bij Loughall den 11 Septem
ber 1848. Geachte vriend. Ik beschouw het als een daad
van regtvaardigheid, aan u bekend te maken dat ik
persoonlijk de weldadige uitwerking van uwe uitmun
tende zalf en pillen heb mogen ondervinden in een zwa-
ren hoest en aamborstigheid, waaraan ik sedert driejaren,
iu een zoo hoogeu graad was lijdende, dat ik gedurende
den nacht dikwijls iu mijne kamer rondwandelde, uit
vrees iu het bed te stikken. Toen maakte ik gebruik
van uw voortreffelijk geneesmiddel, cn heb het genoegen
u te zeggen, dat ik geheel herstelt, beu.
(Was gel.) Beu ja uiiu Macki.
Door het vermeerderd Debiet zijn de BRIJZEN van
heden af de volgende
DoosjesPillcn van ƒ0,90 /"2,10 ƒ3,30 ƒ7,75 f 13.30 ƒ23.30
Potjes Zalf van - 0,90 - 2,10 -3,30 - 8,13 - 13,90 - 23,90.
Zijn op franco aanvragen h Comptant te bekomen hij
de Wed. N. van RIJSSEL en ZOON te Tholen
alsmede te Londen, Strand 244 Holloway'Etablis
se ment.
ECs?" Tegen Mei een tweede HOEFISMIBS-
KNECHT benoodigd die tevens een Paard kali
beslaan; adres in persoon, of met franco brieven
aan J.' MOE11MOND, te IVissenherhe in Noord-
Beveland.
5j£3r» Terstond een bekwame WEKH.MEUD
benoodigd. Adres bij den Uitgever dezes.
Terstond een BÏJKCEEtl-BIElVST'
MEID benoodigd, van de Gereformeerde Guds-|
dienstte bevragen bij den Uitgever dezes.
tli ZIER1KZEE, TER DRUKKERIJ VAN P. bb loozï