.ft Vragen. welkt» de afdoening dier zaak hoogst wenschelijk maakt. Vóór toch kieswet, provinciale- en gè- lm-enti-wet tot stand gekomen zijn, laat het zich i niet denken dat Regering of Vertegenwoordiging hare onverdeelde aandacht aan cene herziening der J -lastingwetten zullen kunnen schenken, waaraan j'oo groote behoefte bestaat, zoo in andere opzig- ten, als ten aanzien der banden, die zij handel Ou landbouw en nijverheid aanleggen, en de be- Jemmetingen, waarmede zij den nijveren burger .Kwellen. g$ Men maakt ziel) angstig over de toeneming der armoede, men zoekt naar de oorzaken men wil die vinden in de onzedelijkheid, de luiheid, het jLebruik van sterken drank der behoeftige klassen, maar eene der werkzaamste oorzaken wil men niet zien. Onvoorziene ongelukken, buitensporigheden, luiheid hebben altoos bestaan en zijn altoos oor zaken tot verlies van have en overgang tot den toestand van gebrek en armoede gesveest, die ondeugden werken thans niet sterker dan vroeger. Het is onbarmhartigheid, het is een hoon aan liet ongeluk, de ellende, die geleden wordt en steeds Terder om zich grijpt, hoofdzakelijk aan ondeugden toe te schrijven. Gebrek aan verdiensten, gebrek aan arbeid is de groote oorzaak zoowel van tie zigtbare armoede ais bijna uitsluitend van die. welke on/igtbaar wordt geleden, zoolang de bittere Kamp tusschen het eergevoel en de herinnering aan betere dagen, met de schaamte om onderstand te vragen, gestreden wordt. De mannen der Regering wisten wel, dat gebrek aan verdiensten de vruchtbaarste kwceker van het pauperisme is; doch het was bij hen niet: de kwaal gekend, is huif genezen; zij leiden de handen in den schoot, mompelden wat van overbevolking, en wilden niet zien, hoe ijverig het belasting stelsel tot vermindering van den arbeid bijdraagt, en hoeveel een beter stelsel tut vermeerdering zou kunnen doen. Met het nuchterste gezigt van de wereld zeiden zij: zooveel wordt er toch niet op- gebragt, als er van geschreeuwd wordt; wanneer wij den nationalen rijkdom nagaan, en in verhou ding daarmede de opbrengsten in andere staten vergelijken, is het verschil zoo verbazend niet Maar zij bedenken niet, welke opofferingen, kwel lingen, verloren arbeid, ongeldon aan de Commie zen, een dee! der heffingen oplegt, waar de schat kist nimmer iets van gewaar wordt, en, wat liet ergste is, hoeveel arbeid zij verhinderden. Wij hebben vroeger eens uiteengezet, hoe zeer de opheffing van de turf-accijns den arbeid zou vermeerderen: »Wilt gij eensklaps aan duizenden «werk verschaffen (zeiden wij in Mo. 20,18^8) »zonder iels te wagen, zonder leening, zonder gua- «rantie, vernietigt dan de belasting op den turf, clie zoo drukkend is voor de nijverheid en zoo «smartelijk voor de armoede, wier opheffing aan «de eerste zoo veel vertier, aan de laatste zooveel 3)verzachting zou aanbrengen. Talrijke huisgezin- «rien, die honger lijden, wonen in de hoogeveenen, «en hoe velen konden er nog meer wonen, inuieu zij ongehinderd konden turf maken. Brand had— «den zij dan van zelve, aardappelen konden zij «verbouwen op het afgeveende land, de mest hiertoe «benoodigd is zoo luttel, dat zij er van elders »geene toe zoude behoeven; eene hut bouwen zij «zich van dennetakken en plaggen, eenige stuivérs »'s weeks voor hunne overige behoeften maken zij «van hun gegraven turf, dien zij aan de bewo— «ners van het platle land, die geen beteren bekos- «tigen kunnen en thans alleen hcideschollcn branden, «zouden verkoopen. Thans overstroomen zij het «platte land en maken er het wouc.n door hunne «bedelarij bijna ondragelijk, dan konden zij leven «en zouden zij op hunne wij/c landontginners zijn." Welk een rijke bron \o»r vermeerdering van arbeid kon ook de aanmoediging tot laodontginning wezen? Hoc: dikwijls is er reeds nangediongun op eene betere wetgeving op dit stuk, op de afschaf fing der tienden, de vereenvoudiging of marke- verdeelingen, en wat verder do ontginning drukt of belemmert? Vergeefs; tot hiertoe bleef alles bij het oude. Jffoe vele bedienden zouden er meer in 't werk worden gesteld, wanneer wij onze belasting op de dienstboden niet hadden? Maar wij willen thans liet overige personeel buiten onze beschouwing laten, en alleen aan do patenten en accijnswetten denken. Welk een scbromelijken invloed hebben die tergers en vérd: uk kers on/er nijverheid op de vermindering van arbeid. Bij elke verbetering, die men zou willen invoeren, bij elke uitbreiding, die men aan zijne zaak zou willen, geven, bij elke vermeerdering van zijn werkvolk, vindt men de commiezen op zijnen weg niet alleen ai wat men doen zal bel-oerende, maar meesprekende, of zij er verstand van hebben of niet, en verbiedende en bevelende; maar voor alles nota houdende van de voorgenomen verbetering of uitbreiding of vermeer dering van knechts in het belang der schatkist. Zoo heeft de nijvere man de verhooging van zijnen aanslag in zekerheid voor zich, terwijl de goede uitslag in het onzekere ligt. Wie kan er bij zulk een toestand moed houden om iets te ondernemen, om een paar man meer in dienst te nemen, om bij slappe tijden een paar man, voor wien men geen noodzakelijk werk heeft, eene wijl aan te houden? ieder wordt integendeel gedwongen om zijne zaak zoo veel mogelijk te beperken en hel met zoo weinig knechten en werkvolk te doen als maar immer mogelijk is. (IC.) nTgBSÖl¥D31T21 Oaimenschclljke Sarbaarschheid Isa die 1©|C eeuw. ïn zekere gemeente bevond zich eene arme 67jarige vrouw die door het Diaconie-Arm bestuur werd verzorgd, bij welke men sedert een geruirnen tijd sporen van Krankzinnigheid had opgemerkt die dermate toenamen dat gemeld Armbestuur zich, vuor de .veiligheid der ingezetenen, genoopt vond daarvan aan 't Gemeente-bestuur kennis te geven met verzoek om de lijderes in een doelmatig geslicht te laten bezorgen. Het Ge meente-bestuur verontschuldigde zich echter hiervan, door voor te geven dat bij hun geene middelen hiertoe voorhanden waren. Toen vervoegde zich eenen harer zonen bij het Bestuur en schetste de akelige toestand zijner moeder met levendige kleuren af, daarbij wijzende op de verregaande mishandelingen, waaraan dergelijke ongelukkiger» meestal ten duel staan, en waaraan, zoo hij ver klaarde, ook zijne moeder was blootgesteld. Ver schillende malen herhaalde hij deze door opregte kinderliefde gekenmerkte pogingen; 't mogt echter niets baten. Hij ontving telkens hetzelfde antwoord en kon ongetroost vertrekken. Ja zelfs scheen liet als of men de plaatsgrijpende mishandeling der I ongelukkige billijkte en goedkeurde daar zelfs een der Opzieners zich niet ontzag haar onbarmhartig j te slaan. Gedurende de strenge koudedie in deze maand geheerscht heeft, werd zij gedurende den nacht een ellendig schuurtje opgesloten, waar men haar, hulpeloos verlaten en aan alles gebrek lijdende, liet zitten zonder op het jammergoschrei der ongelukkige acht te geven dat heinde en verre over het veld gehoord werd, en het hart van den ruwslen en versloktslen zou hebben moeten treffen eo vermurwen. Dit alles geschiede zonder dat iemand van het Gemeente- of Armbestuur daarna omzag, tot men op eenen avond, ver nam dat deze vrouw allerwaarschijnlijkst uit vrees voor don aanstaanden nachtde handen harer bewakers was ontloopen en hoewel men w ist welken weg zij had ingeslagen en levens zeer goed kon begrijpen dat dit voor haar, in zulk eenen jammerlijken toestand half naakt en zonder sciioe.nen aan de voeten de noodlot- tigste gevolgen moest hebben, deed men evenwel weinig of geene moeite om haar op te sporen en eerst den volgenden dag, toen een harer betrek kingen die buiten de gemeente woonthiervan ken nis krijgende, zich tot de Veldwachter begafen mei hem baar ging zoeken werd zij, op een half uur afstand van het dorp, in het schorre, in den deerniswaardigste!] toestand stijf, dood gevroren gevonden. Toen van dit treurig feit aan den 1'ungereriden Burgemeester kennis werd gegeven zeide hij koel wegals of het de natuurlijkste zaak der wereld was: »Ja, dat heb ik altoos wel gevreesd dat zij op dergelijke wijs aan haar einde komen zou." Maar ware bet dan niet de taak van het Bestuur geweest, in tijds doel matige middelen, ter voorkoming van zulk eene ijsselijkheid, aan te wenden? of was bet voldoende te zeggen, dat die middelen buiten hun bereik lagen. Wij gelooven het niet. Was het ook niet in 't belang der Gemeente geweest hiervoor te zor gen en hadden er door die zorgeloosheid niet nog grooler onheilen kunnen ontstaan Wij meunen ja. Duch wij vragen nog verder: is dat de laak der Opzieners en Armverzorgersdie getuigenis affeg- ges)dat zij door God tot Opzieners over de Gemeente, hare armen en derzelver nooden ge roepen zijn? of is het een doorslaand bewijs der onchristelijke en hefdelooze gezindheid, die in onze dagen, helaas! maar al te veel de harten beheerscht en ze sluit voor het medelijden met de diepste ellende onzer natuurgenooten? Wat zou toch van die betreurenswaardige gesteldheid do oorzaak zijn? is die hardvochtigheid eene vrucht van de beschaving onzer eeuw? 9. in hoe ver zouden Schippers en Commission- nairs in hun regt zijn wanneer het ongeluk moest dienen dat de schepen of stoomboot, met Meekrappen, beladen een ongeluk overkwamen wanneer ze de respective koopers niet hadden opgegeven 10. Of zoude (TTen vermecnen te kunnen volstaan met de verklaring, de Meekrappen als naar ge woonte te hebben verkocht? 11. Is men ook verantwoord wanneer men de Meekrappen eigendunkelijk verzendt 12. Wat zal de nieuwe Herbergier-Gommission- nair-Makelaarhoepal hoepal sjapoèl voor de schippers ten nutte der boeren bijdragen? Steller dezes behoudt zich voor nog meerder vragen ten nutte der Landbouwers te doen doch heeft goedgevonden dezelve als onnoodig zijnde, niet te beantwoorden; eerstens, omdat hij de acht eerste vragen zoude moeten herhalen: en tweedens, omdat, het in de rede ligt dat belanghebbenden zich de vragen zullen weten te benuttigen. N. N. Mijnheer de Redacteur 1 Het adres van mijne Petemoei verloren heb bende, verzoek ik UËd. dezen oriderstaanden brief in den Nieuwsbode te plaatsen. De oude vrouw leest vele almanakken en couranten, zij zal dus dezen pok wtl lezen. Breda, den 25 Januarij 1830. Waarde Petemoei 1 Daar ik weet dat gij gaarne masquerade ziet, /oo dient deze on» u uit te noodigen vooral dit jaar naar Breda te komen ten einde het Came ra la-feest bij te wonen. Nu zoudt gij kunnen vragen of het Edel Achtbaar Bestuur het mas- queren heeft geoorloofd? Hierop kan ik wel geen ja antwoorden; maar wij zijn daar allen zoo gerust op, alsof het nooit verboden was geweest; want dewijl verleden jaar, in weerwil van het verbod liet masqueren toch heeft plaats gehad, en het Edel Achtbaar Bestuur dit niet heeft belet, zoo i> het van zelfs toegestaan. Wel is waar. de Bredascbe kinderen hebben toen zeer ongehoorzaam geweest, maar dit was dan ook hunne eenigste fout; dewijl men moet bekennen, dat er «ooit minder ongeregeldheden hebben plaats gehad, dan bij die verboden mas querade. Zelfs heeft men, hetgeen anders altoos gebeurd de vasten-avond niet eens begraven om reden men de toegevendheid der Regering niet wilde misbruiken. Gij kunt dus zelf wel hegrijpen, waarde Pete moei dat de Raad het masqueren niet meer zal verbieden; integendeel verwachten wij, dat hij de verordeningen ten opzigte der goede orde dier da gen al vroegtijdig zal bekend maken, opdat de twijfelende liefhebbers uit de omliggende plaatsen hier van in tijds verzekerd, er ook gebruik van zouden kunnen «naken, en zoodoende den inge zetenen, behalve liet genoegen, ook eenig voordeel te verschaffen. Onze Edel Achtbare Regering nuzal ons deze vreugde nu niet .meer ontzeggen, gelijk wij dan ook van onzen kantbeloven, ons altijd als ver standige en gehoorzame jongens te gedragen, als wij slechts alle jaren eens twee dagen gek mo gen zijn. Nu, Petemoei! verzuim dus niet over te komen, want liet zal dit jaar zeer prettig zijn. Er zijn mij reeds vijf troepen bekend die te zsmen wel tachtig personen sterk zijn en zich allen zullen masqueren ondqr dezen behoort ook Uw liefhebbende Neef, JODOCUS PS. Vindt gij niet dat ik goed begin op te stellen? Dit komt, omdat er iiier zoo veel gele genheid is om geleerd te worden. Er is weer een genootschap opgerigt; daar wordt geleerd dat men water door vuur kan heet maken, en dat, als men weegt, het zwaarste der balans omlaag gaatdoor de aantrekkingskracht van de toonbank. Ook leert men er, dat in een ledige kamer niets is dan ruimteZiet gij! dit zijn alle nuttige wetenschappen; mijn baas wil er ook Lid van worden: mogelijk leert hij dan een kunstje, om langzame betalers vlug te maken, want in zijn zak is thans veel te veel ruimte. Nogmaals gegroet. Amice v. d. L. betuigen wij onzen vriendelij ke» dank, voor lie toezending der beide Brochures, liet aanbod van den lieer P. H. R. nemen wij gaarne aan. ZËd. zal voortaan de Nieuwsbode ontvangen en ga voort de A. N. Courant van af No. o aan het vorig adres te zenden. he <C f C%": cebohex: 15 Jan, Eeue dochter van Mr. "W. C. do Crane on Jonkvr. M. S. van Vrijbcrglie, 18 dilo. Eene dochter van P. van de Velde en II. Walmaker. 19 dito. Een zoon- van M. Cal.nul en A. C. J. van lt nij ven. 21 dilo. Eene dochter van .1. 13. Drcrijck er» J. Kaale. 23 dilo. Eerie dochler van Cornelia van der Stel. Een zoon van C. Peute cn P. van der Ploeg.25 dito. Eene dochler van M. Landman cu J. de Rijke. 26 dito. Tweeling zoon en dochter van P. Mes cn A. Trijselaar. Eene dochler van 1). G. Bibbe en T. Ornee. 27 dito. Eene dochter van L. Veldhuis en A. C. ICariie, Eene dochler van J. van den Hamer eu J, van Akkeren. Een zoon van J. Verseput cn J. de Kok. gehuwd: 30 Jan. F. II. Hollander cu A. van Stappen. overleden: 13 Jan. J, van D.jk, oud 20 jaren, (dochter.) 19 dito. C. Konwen, oud 54 jaren, huisvr. van J. J. Con- mats. 24 dilo. C. van der Steloud céu dag (dochter.) dito. J. Wisse, oud 6 maanden (zoon.) 25 dito. W. E. Theele, oud 5 maandeu, (dochler.] m. Nieukerk, oud 82 jaren, weduwenaar van J. Stoutjcsdijk.26 dilo. A. l. Bartels oud 2 jaren (dochter.) A. Reedijk, oud 6 weker:, (zoon.) VI. van der "Werve, oud 56 jareu echtgenoot van A. C. Geijlen, p. Galand, oud 7 dagen zoon. 27 dito. M. van de Swaluw oud 49 jaren, huisvrouw van J. F. van Acker. A 3) V E ItTENTI fi i\ De Notaris J. de Kates:, ftfz., zal, ten verzoeke van den heer L. VIS, op Dingsdag den 5ilen Februari] 1850, des morgens» ten 9 ure, veilen en verkoopen Eene groote partij JEiLHIEi&r HAKHOUTbij de Haag, en den opstal van eene SCIIUUK. voor afbraakalles staande te Haamstede. De Notaris M.' C. van der LEK de GLERCQ te Zierikzeezal, ten verzoeke der Erven van wijlen J. WARN1ÈR, op den 16den February aanstaande, des namiddags ten 2 ure, in de Herberg te Zonnemairepubliek presente ren te verkoopen 2 bunders 15 roeden en 80 ellen ESOUW- ÜLATSH®, gelegen in den polder van Zonne maire kadaster sectie B, n.° 30. Verpacht aan J. Tuynman, tot 11 November 1853, voor f 82 den hoop 's jaars. Op Woensdag den 18 February 1850 des morgens ten 11 ure precies, zullen de Erf genamen van wijlen D. LAKOOI, in do Herberg bij M. van Maïs, te Kapelleeiland Zuid-Be veland. ten overstaan van den Notaris A SMAL- LLGANGE, residerende te Goes, publiek en aan de meestbiedende presenteren te verkoopen Fen zcpr rijk beplanten IS M- AAM, groot i bunders, gelegen «aJ&as.in de Gemeente en bij het Dorp van Kapelleaan het begin van den Postweg naar Yerseke bekend op de legger van 't kadaster sectie C, Nos. 79 en 80. Een ÏSJUJTUTCr zeer geschikt voor fipggg.één èi twee Paarden; te bevragen bij Uitgever dezes. Eemt oud lid der Ëngelsche lijfgarde 9 (eeu der helden van Waterloo) van zware zinkingen ge nezen door de zalf en pillen van Holloway. De heer Thomas Brunlon, eigenaar van het Walcrloo-Koflijhuis te Coatbam, in het graafschap York. leed sedert maanden aan zinkingen en jicht. Zijne boenen welke het meest daarvan waren aangedaanvertoonden allerlei kleuren en hadden een afzigtelijk aanzien. Sedert tien weken was hij geheel en al buiten staat le kunnen gaan. De behan deling door onderscheidene geneeskundigen, gaf hem niet alleen geene beterschap maar liet hem in één nog meer bedeukehjken toestand dan hij le voren geweest was. Ten laatste besloot hij tot de Zalf en Pillen van Holloway en werd door middel van dezelve volmaakt hersteld. Door het vermeerderd Debiet zijn de PRIJZEN van heden af de volgende DoosjesPillen van ƒ0,90 ƒ2,10 ƒ3,30/7,75 ƒ15.30 ƒ23.50 Putjes Zalf van - 0,90- 2,10-3,30-8,15- 15,90 - 23,90. Zijn op franco aanvragen a Cocnptant te bekomen bij 13. van ASPEREN YERVENNK, Apotheker Ie Goes, alsmede te Londen, Strand 244 Holloway' s Etablis sement. «L Z. van der LEE Onderwijzer te Brouwersharen vraagt oenen KWHEKKLIffC* of TWEEffiEM ONDEKHKSESTER, niet be neden de 16 jaren oud tOgen genot van kost en inwoning. Brieven franco. Een ILIEIS2$.lLin^3w 9 (geen Couranten- jongen), uit den fatsoenlijken burgerstand niet beneden de 12 jaren kan dadelijk geplaatst wor den bij C. CHIVAT Bockverkooper en Boek binder te Zierikzee Tegen Mei benoodigd een BlfSRTSTMHIB 9 die haar werk goed verstaat. Adres bij den Uitgever dezes. TE ZIERIKZEE, TER DRUKKERIJ VAN P. DE LOOZE

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1850 | | pagina 2