No. 604.
Maandag, 5 November '1849.
6e. Jaarg".
Zevende vervolging van den
hibwwb®»®.
AMBTE\AREHVELLEVE\l)SIi:iö,
Het nieuwe Ministerie
N ieu wstij dio gen
ENGELAND.
FRANKRIJK.
DUITS GUL AND
errïaim
ure.
8
9
4
V/i 0
6*/*»
8
4
4 B
ZIEBIKZEESCHE \IEIWS
fl/ÏEN ABONNEERT ZICH
Iu Nederland, bij den Uitgever;
bij alle Boekhandelaren en Posidirecteuren.
In Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, te Albany,
en bij C. de REGT, Ie Cleveland Staat Ohio.
ABONNEMENTS-PRIJS t
voor beide uitgaven.
3 maanden. f t .30.
Franco per post in Nederland1,50.
Voor Noord-Amerika. Franco New-Yorlc. Dollais 1,10.
VERSCHIJNT
Op Maandag cn Donderdag.
ADVERTENTIEN:
10 Cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing 35 ecu la.
De inzending der Adverlenliën kan geschieden tri
Maandag en Woensdag, voormiddag 11 u»c.
BUREAU:
Zierikï.ee Hoek van dc SchuilhavenLett. B, Nu. 94.
Brieven en Ingezoudcu stukken franco.
Naauwelijks had onze geachte Hoofd-Redacteur,
in Mei dezes jaarsden kerker verlatenwaartoe
hij verwezen was ter zake hij in N.° 497 van den
Nieuwsbode de volgende zinsnede had laten plaatsen:
«Wouter Abels heeft de schandelijke laagheid
begaan, in het openbaar den onmenschelijken wensch
te uiten, dat de Stoomboot Stad Zierikzee met
man en muis mogt verzonken zijn."
of andermaalen wel voor de 7de maal sedert
zijn öjarig bestaanstond de Nieuwsbode eene ver
volging ten doeldie echter tot heden weinigen
onzer lezers bekend was. Ditmaal was het een
Middelburgsch ambtenaar, die zijne wellevende
handelwijze meende ten toon gesteld te zien
welke ons dezelve berokkende. Vrijdag jl. is door de
Regtbank alhier in die zaak vennis geslagen, en
zijn daarbij de Heeren P. de Looze, onzen Drukker
en Uitgever, en B. J. Hamelink Winkelier te
Middelburg, veroordeeld ieder tot eene gevangen
zetting van ééne maandontzetting der regten
omschreven in art. 42 Code Penaleene geldboete
van 25 Gulden en de kosten van den Processe.
Van dit vonnis za! appel voor het Hof van Zee
land worden nangeteekend.
Doch waarom zijn nu Schrijver en Drukker
veroordeeld Waarmede hebben zij tegen de wetten
gezondigd? Waarin bestaat hunne schuld?
De heeren de Looze en Hamelink zijn veroor
deeld de een wegens het schrijven de ander we
gens het drukken van het artikel, getiteld:
voorkomende in den Zierikzeeschen Nieuwsbode van
10 Mei 11.waarin gezegd wordt, dat zekére lange,
magere stumper, daar: Loo de Leugenaar genaamd,
(wat de heer Lodewijk Francois Krijger te Mid
delburg op zich gelieft toe te passen) zich zeer
onbeschoft jegens een geacht burger, die een biljet
van doorvoer op het kantoor der Stedelijke Belas
tingen kwam halen, zou gedragen hebben, en
dezen brutaal weg hebben toegevoegd »Zeg jij
is dat weer een vat, om door anderen te laten
binnensmokkelen wat doet die en die bij jou in
den winkelt Die zullen we allemaal eens in 't
spinhuis donderenI" waarbij nog gevraagd wordt,
in hoever zulk een taal te pas komt tegen een
fatsoenlijk man, door een stedelijk OPVKETFK,
die bij de dusgenaamde administratie, gezegd wordt
het vijfde wiel aan den wagen te zijn, doch
echter daarvoor duur wordt betaald.
Nu rijst hier dé vraag, behelsde dat artikel on
waarheid? bevatte het laster, om Schrijver en
Drukker daarvoor te veroordeelen? Wij gelooven
het niet! Wij kunnen of mogen het niet gelooven!
Hij, die zegtzulk eene onbeschofte behandeling
ondervonden te hebben, de heer L. Verhage,
onder Eoudckerkein het artikel teregt «een alle
szins geacht winkelier" genoemd, en een man wiens
eerlijk woord alle vertrouwen verdiendheeft, cn
met eene op zegel geschrevenedoor den Burge
meester zijner woonplaats gelegaliseerde verklaring,
cn door eenen plegtigen voor den Hemelsehen en
voor den aardschen Kegter afgelegden eed beves
tigd dat, wat er geschreven uiaswaarheid
yolkomcne waarheid bevatte.
En toch werden Schrijver en Drukker ais las
teraars veroordeeld! Ja, lezers, wat zullen wij
daarvan zeggen? dat zijn van die raadsels der Wet,
die wij U moeijelijk kunnen ontwarren. Dat zijn
zoo nog proefjes en staaltjes der gezegende Fran-
sche Overheersching van voor bijna eene halve eeuw.
Napoleons schim wil niet, dat de Waarheid naakt
door Nederland wandele men zou dan ook te
veel schandalen ziendaarom moet zij met een
wettig bewijs omkleed zijn.
Het Hofwaarvoor deze zaak in appel zal be
handeld worden zal tevens over een gewigtig en
voor de geheele Nederlandsche drukpers allerbe
langrijkst incident te oordeelen hebbenof en in
hoeverre, namelijk een Drukker, bij voldoende
aanwijzing van den Schrijvervoor den inhoud
van het door hem gedrukte aansprakelijk zij.
Wij zouden omtrent deze geheele procedure het
stilzwijgen hebben bewaard waren wij niet genood
zaakt geworden dit te verbreken door de mededee-
ling, in de Stads-Courant van heden, van het
Vonnis der Regtbank zonder eenige nadere toe
lichting voor welke vriendschappelijke en kiesche
handelwijze wij onzen bekwamen collega de
Redactenr-Telleploter, onzen warmen
dauk betuigen.
Zoo is dan loch eindelijk, na eene wor
steling van verscheidene weken, de mini
steriële Crisis geëindigd en heeft een nieuw
gevormd Ministerie de teugels des Rewinds
iu handen genomen. En waarlijk, 't werd
meer dan tijd ook. Het tooneel, waarop
men de Portefeuilletwist vertoonde, werd
walgelijk wegens zijnen langen duur, zoozeer
als door de onhandig uitgevoerde intrigues
en afzigtelijke karakters, die het deed te
voorschijn komen. Doch dat tooneel was
niet alleen walgelijk, 'twas ook bedroevend
en smartwekkend tevens. Of zou 't niet
onze smart zoozeer als onze verontwaardiging
wekken, wanneer we daar, midden in eene
woelende en onstuimige zee, onderwijl het
fluiten van verradelijke winden gehoord
werdeene zwakke en ontredderde bodem
zagen drijvenwelks roer aan wind en gol
ven prijs gegeven alle, zelfs de gevaarlijk
ste luimen der beide elementen verduren
moest, terwijl de scheepshoofden mei elkan
der worstelden, wie hunner het roer be-
magligen zalen de halfdeks-officieren met
de overige bemanning, des gevaars onbewust
en den van allo zijden dreigend opsteekenden
storm geenszins vermoedende, werkelooze
aauschouwers bicven? Zou de verblindheid
dier eerzuchtigen en de onverschilligheid dier
dwazen niet ons medelijden zoozeer als onze
hevige verontwaardiging wekkenbij het
besef van bet onheil en der ellende, welke
zij te gemoet snellen? Voorzeker ja? En
zou men juister beeld van Neèrlands toe
stand, gedurende de laatste weken, kunnen
scheppen, dan wij hier ontwierpen? Voorze
ker neen! En toch hebben wij ons gedurende
de Crisis onthouden onze slem daartegen
te verheffenAch! wij wisten dat
zij onder het geraas van zoo vele anderen
verloren gaan dat zij niet eens gehooid
worden zou.
Intusschen, de Crisis is geëindigd, en de
uitslag daarvan oneindig gunstiger dan wij
ooit hadden durven hopen, en bij onze
ellendige flaauwheid, die ook ons werkelooze
aanschouwers deed blijven, welligt verdie
nen. Wij hebben een nieuw Ministerie,
cn wij wenschen bet Vaderland er geluk
mede welks leden grooteudeels voor vrij
zinnige en Vaderlandslievende mannon, die
ons volkomen vertrouwen verdienen cn hel
wél met de Natie mceuen, te boek staan
terwijl dit van sommige anderen later zal
moeten blijken. Wat nu de Natie en der-
zeiver Vertegenwoordigers betreft, deze zijn
gehouden, die Ministers aanvankelijk al dat
vertrouwen, al die hulp en ondersteuning
te schenken, welke zij behoeven, om onge
hinderd en ongedwongen lot heil van Land
en Volk werkzaam te kunnen zijn. Overi
gens bidde zij vuriglijk met ons, dat de
verpestende hoflucht, die reeds zoo menigeen
duizelig gemaakt en bedorven beeft, dezen
niet schaden moge, noch zij door de rui-
schende tooneu der Haagsche muzijk ver
hinderd worden den kreet der ellende op
te vangen, die door geheel Nederland op
gaat, en niet alleen om politieke hervorming,
maar voor en boven alles, om verligting
van het ondragelijk belastingjuk cn om on
belaste levensbehoeften vraagt. Zoo moge het
lang begeerde ministerie Thorbecke niet enkel
door staalkundige hervorming, maar levens
door aanwending van alle ouder zijn bereik
liggende materiële middelen, de treurige toe
stand van ons dierbaar en diep gezonken
Vaderland herstellen en het onder zijne el
lende en jammerlijken druk wegkwijnende
Volk van Nederland verademing en verlossing
uit den hoog geklommen nood schenken.
J)it geve Goden zegene Hij genadiglijk elke
poging, welke daartoe aangewend worden zal.
BHCSEEEL, de ÏEÖJÏIÏT.
CAIAFOKME.
gara-Francisco, 1 September. De berigten van
deze dagteekening zijn te Panama aangebragt door
eene 6toomboot, die aldaar met 159 passagiers en
eene waarde van 2,500,000 franken aan stofgoud
uit liet goudland aankwam.
In de baai van San -Franciscp wapperden de
vlaggen van alle natiën der wereld. De meeste
schepen waren echter door hunne manschappen en
sommige zelfs door hunne kapiteins verlaten. In
de maand Augustus waren er 3,839 landverhuizers
aangekomenonder welke 87 vrouwen.
De stad San-Francisco neemt eiken dag in grootte
en fraaiheid toe. De heerlijkste gebouwen verrij
zen er als bij tooverslag; in plaats van de vroegere
slordige hutten en tenten ziet men er alom rijke
magazijnen en bazars, op het ruimst van alle mo
gelijke artikelen van weelde voorzien.
De berigten van de mijnen zijn gunstig, de op
delving van goud belooft dit jaar nog rijker te
te zullen zijn dan het vorige. Eene in het North
Fork werkende vereeniging van twintig dclvers
verzamelt, dooreen genomen, voor 4a piasters
daags, per hoofd.
Eene andere vereenigingvan eene duikersklok
voorzien, maakt niet minder goede zaken aan de
Sacramento rivier; men hield het er voor, dat deze
vereeniging, wanneer haren arbeid eenmaal goed
georganiseerd zou wezen, ïoar 50,000 fraucs daags
zou kunnen verzamelen.
Nog eene andere vereeniging, die den loop van
de rivier op zeker punt heeft weten te verleggen,
heeft in 3 dagen tijds voor 75,000 fr. vergaard.
Maar ongelukkig is de gezondheidstoestand wei
nig voldoende; buikloop en koortsen rigten groote
verwoestingen aan.
Londen, 1 Nov. De zilting van liet hof van
assises te Belfast was maandag II. liet tooneel van
een betreurenswaardig voorval. Op het einde der
zitting rigtte de president van het hof, de heer
Gibson eene hevige berisping tot een der advokaten,
de heer John Rea, wegens het onvoegzaam gedrag,
waaraan hij zich bestendig voor de balie schuldig
maakte en verklaarde hem ten slotte, gedurende
drie jaren in zijne bediening geschorst. Onmiddelijk
stond den heer Rea op en verzocht op een hevigen
toon, te mogen antwoorden, hetgeen hem door den
president geweigerd werd, die, toen de advokaat
in weerwil van dit verbod, voort wilde gaan met
spreken, aan een' der constabels hevel gaf, hem
uit de zaal te verwijderen. Tot het uiterste gebragt,
verklaarde de heer Rea, dat hij niet zou vertrek
ken tenzij hij door overmagt daartoe gedwongen
wierdwaarop drie constabels hem met geweld
buiten de zaal wierpen, Het publiek gaf op eene
ondubbelzinnige wijze zijne verontwaardiging te
kennen, over deze gewelddadige handelwijze van
den president.
Parijs30 Oef. In de omstreken van Philippeville
(Algeiie) heelt een groot onheil plaats gehad. Een brief'
meldt daaromtrent dc volgende bijzonderheden
Nadat het hier gedurende zes maanden zeer heet ge
weest was, zonder dat er een enkele droppel regen viel,
begon plotseling de Sirocco tc waaijeu, ract een tot dus
verre onbekend geweld. De stad en hare omstreken waren
weldra met dikke stofwolken overdekt, die de wind van
uit de woestijn aanbragt. Al degenen die gedurende gc-
ruimen tijd in Algiers wonen, welen het bij oudervinding,
dat de Arabieren nimmer eene gunstige gelegenheid laten
voorbijgaan, om hunne vlakten cn gebergten op eene bar-
baarsche wijze te ontginnen. Ieder vreesde dus voor een
boschbrand. Weldra bleek het dat die vrees niet ongegrond
was. Een roodachtige gloed ovcitoog de toppen van liet
gebergte, waarin de vallei van Oacd-Zeramma gelegen is.
De wind, alsof hij iu het vuur een nieuw voedsel vond,
begon met een nog ouwederstaanbaarder geweld te blazen
en joeg de vlammen, vouken en reusachtige rookwolken
voor zich uit. Heuvelen, vlakten cn valeijeii waren weldra
iu een zee van vuur en vlamuieu herschapen. Hel ge
heele land, van af de Oaed-Zeratnma tol aan de bij de
stad gelegen boomkweekerij eu dus een ouilrek van drie
mijlen, stond in den braad, terwijl de door niets te koeren
vlammen al meer de om de stad aangelegde tuinen en
schuren naderden.
In de stad zelve was alles op de been, om al datgene
nan te wenden, wat slechts met eenige mogelijkheid nut
tig of doelmatig koude geacht worden. De inocdigsteu
snelden naar buiten, niets hielp. De vlamuieu bereikten
spoedig de muren der stad en bijna iu hetzelfde oogen-
blik stoudeu de binnenwaarts gelegen tuinen in lichte
laaije vlam. Op twintig plaatsen te gelijk brak de brand
uit. De heer Arlhus, luitenant der artillejie deed met
een aantal kanonniers wanhopige pogingenom iels lol
blusschen aau te wenden, doch al wat zij,zelfs mei le
vensgevaar, ondernamen, mislukte. Men begon reeds naar
de hooger gelegen tuinen de wijk te nemen meu zag
vrouwen met hare kinderen aau de hand of in tien arm,
naar het strand vlugteu, daar de zee (iet eenige loevlugts-
oord scheen te zijn. De stad scheeu mei eene algeheek
vernieling bedreigd loeu de wind op hel onvej waclils
eene andere rigling nam en de zee van vlammen met ge
weld van de stad verwijderde eu naar tie z'yde joeg,
waar zich de vootraads-magazijnon der troepen bevonden.
Hel was toen 5 ure in den avond. De gebouwen des
heeren Legay, de valeijen bij het dorp Valcé, de gou-
veruements-lauderijeu, die van den heer Bar rotde nieuw
aangelegde goederen van den heer Marqué met al wal er
op en om was, over eene ontzaggelijke uitgestrektheid
gronds, waieu ten 8 ure door het vuur verteerd. Toen
begon de wind te verflaauwen en de vlammen minder
vernielend te woeden. Te middernacht zag men in de
vlakten en valeyen nog slechts enkele gloeijende hoopen,
treurige overblijfselen van fraaije gebouwen en voorraad
schuren. Het liout op liet gebergte echter brandde nog
immer voort. Den volgenden morgen was de brand, geen
nieuw voedsel meer vindende en door geen storm meer
aangewakkerd, van zelf uitgegaan. Maar zoo ver het oog
reiken kon, was alles dan ook tot op den zwart gebrau-
deu grond toe, door het woedende element vernield.
Frankfort, 1 Nov. Het bevestigt zich, dat
de Badeosche regering dour eene kwasi vrijwillige
verbanning of landverhuizing, zich ontdoen wil
van een aantal minder gecompromitteerde staats
gevangenen. Dit plan der regering is reeds ter
hunner kennis gebragt; de onbemiddelden ontvan
gen f 100 reisgeld per persoon, om zich naar Noord-
Amerika in te schepen, en allen die hiertoe be-