VEEMARKT
KATOENENSTOFFEN,
Aan de Liberale Oppositie.
A. ROOTHAERT,
FiABIUJKAAT E FRANKLINS,
ZIJDEN-, WOLLEN t:\
^s'its&zzr.'zrw&jfe'rzrri.T'm&szztvrvr.r?:
door voor hunne] hooge betrekking gestudeerd
hebben en dus beter dan iemand anders voor die
taak zijn berekend dan al bet volkje, dat zonder
kennis van zaken alles beoordeelt en gispt, en aan
de hooge ambtenaren den weg wil wijzen; 't is
bespottelijk, en ik kan mij zeer goed voorstellen,
dat die verhevene personen, zoo als onze koning
en zijne ministers, om al dat gesnap lagchen en
er niet eens op letten, even als ik en alle ver-
standigen met mij."
Met ongeduld wachtte de aangesprokene het einde
dezer zoutelnozc en verwaande redenering af.
Hij scheen verontwaardigd, zijne oogon glueiden
en zijne lippen zag ik Dillen: een edel vuur be-
bezielde hem. Nogtans onderdrukte hij dat gevoel
van jeugdiger jaren, want hij was reeds de winter
zijns levens ingetreden; maar plegtig en fier her
nam hij; Is het een slaaf of een nakomeling der
vrije Batavieren, die zoo spreekt en zoo denkt?
Liever wenschte ik mijn vaderland door de gol
ven te zien verzwelgen, dan een Nederlander af
stand te hooren doen van zijne rogten, zijnen roem
en overgeërfde vrijheid, en gij zoudt hem zelfs het
regt van spreken benemen en ons willen doemen
tot lijfeigenen der grooten, die zich groot maken
door de ellende des volks. Weencnd wordt de
laatste penning der armen naar de alles verslindende
schatkist heen gehragt, en aan hem, die zich moet
te kort doen voor de schandelijksie afpersingen
zoudt gij, tot zelfs het regl ontnemen om te vra
gen: wat doet men met mijn geld, en hoe waakt
men over mijnen laatslen penning, die mij overbleef
onr mijn gezin te voeden? Hij die zijn bloed
moet plengen als de vijand het vaderland bedreigt,
zou die geen regt hebben om over zijn vaderland
te spreken, en liet volk dat alles, alles opbrengt,
mag dat niet vragen: hoe worden wij geregeerd?
Neen, niet langer slaven en onverschilligen, maar
burgers, die hunne pligten kennen en vervullen,
moet Nederland bevatten, en hij die twijfelt aan
de oppermagt des volks is reeds verrader der vrij
heid en levert het volk over aan de ollig.irchie of
het despotismus. God gave, dat er meer waren, die
over de zaken van het algetneene vaderland spra
ken en zich overtuigden, dat wij reeds te lang
gepluktverraden en geplunderd zijn. Waren er
meer, die spreken en handelen durfden, het bud
get van ons kleine Nederland zou het buitensporige
cijfer van 70 millioen niet langer bereiken, om aan eo-
nigeadelijke familiën te worden verkwist en aan eene
enorme massa ambtenaren te worden uitgereikt.
En is het geene hemeltergende zaak, een geheel
volk tc ruineren voor enkele begunstigdendie
het zich ten doel hebben gesteld, om naam en
fortuin te maken en te speculeren op de beurs
des volks?
Gedurende deze geheele rede, was het aan den
eersten spreker niet mogelijk geweest een enkel
woord te uiten, zoodanig was zijne tegenpartij
verontwaardigd. Het gevoel en het regt spraken
hier, en de onbeschaamde spotter, de naprater van
arristocratische stopredenen, was zoo geheel van zijn
stuk gebragt, toen hij een zoo warmen volksver
dediger had aangetroffen, dat hij zich geheel ge
slagen gevoelde, en slechts, veel minder verwaand,
hernam
Nu ja, ik stem gaarne toe, dat gij volkomen
gelijk hebt, en dat het volk, voor hetwelk gij zoo
hartstogtelijk spreekt, wel eenige reden heeft om
te kunnen klagen; rnaar welk volk wordt er dan
zoo geregeerd, dat het niels meer te wenschen over
heeft? en waarom zou hij dan, die zijn brood heeft,
zich moeite aandoen en zich driftig maken over
den voor- of tegenspoed van het volk. daar het
toch eene onmogelijkheid is iets tot deszelfs ver-
ligting daar te stellen; want wie- is er van den
koning of zijne ministers, die op al dat geschreeuw
en geschrijf de minste aandacht vestigd? en ik ver
zeker u, mijnheer, dat er in onze dagen nog al
wat geschreven wordt, maar het is schreeuwen in
de woestijn. Men laat de zaken den ouden sleur
gaan en de grooten lagchen hartelijk om al dat
gekibbel; de oude belastingen blijven bestaan
nieuwe moeten nog uitgevonden worden, terwijl
men naar middelen zoekt om de tekorten te dek
ken. En wie is er nu onder het volk of onder
al degenen, die voor het volk schrijven, die dat
alles belet, of die paal en perk kan stellen aan
de willekeur der begunstiging, in beschikking over
posten of hooge betrekkingen? immers niemand?
Bij dit punt zag men hem merkbaar driftiger
worden, want ook hij was ambtenaar en had al
voor zoo vele arristocratische spruiten in de schaduw
moeten staan, dat die gedachte aan deze vernede
ring zijnen wrok gaande maakte; voor 't volk had
li'J gezwegen, voor zichzelven sprak hij met geest
drift en met minachting vervolgde hij: Papa is
minister, zijne zoons moeten dus minstens ambas
sadeurs worden, de neven secretarissen, presidenten;
in één woord, het is eene volmaakte regel van
drieën, er moeten diplomaten uit groeijen of het
kan of niet, en wij eenvoudige ambtenaars, blijven
wat wij zijn, en worden bij dat al dan nog ge
bezigd om hen, die ons alle uitzigt op bevordering
ontnemen, in hunne betrekkingen in te wijden, en
hij besluit zijne rede met den uitroep: 't is schande!
ja bij den hemel 1 als er iets schandelijks bestaat
is het de behandeling der mindere ambtenaren.
Dus ziit gij ook ambtenaar, hernatn de oude
heer die zich ouder liet aanhnoren dezer tegen
strijdige redenering buitengemeen verwonderd had.
Nu begrijp ik alles! Eerst spreekt gij tegen liet
volk. omdat gij ambtenaar zijt der regeling, en
ten laatstee is er zeker niemand die zich erger
beklaagt o'er de schandelijke handelingen van een
willekeurig gouvernement dan gijHei is dus
alleen voor u zeiven, dat gij leeft en gevoelen
kunt 1 alleen voor u zeiven dat gij klaagt en hen
verfoeitdie er zich op toeleggen om het volk
daar gij ook toebehoort, ten onder te brengen en
ta vernietigen en voor dat geheele volk is er nog
nooit eeuig medegevoel bij u opgegaan? Ik zeg u,
dat is onnatuurlijk ondankbaar en laag; ja laag,
en onedel is liet, alleen voor zichzelven te klagen
en het oor te sluiten voor zijnen medenatuurgeiioot,
voor zijn' landgenoot, die zucht en klaagt ouder
hetzelfde juk als gij!
Neen, niet langer moet dat lage egnïsmus tl en
alle Nederlanders bezieion! Niet alleen voor u
zeiven Voor ons allen I Voor ons allen moet
(Ie leus zijn waaronder wij spreken mueten tot
onze verdrukkers I Allen vereend zullen wij
krachtig zijn en onze ktagten en grieven zullen
niet langer zijn een ijdel gcschieeuw in de woes
tijn maar het zal de stern des volks zijndie
Gods stem is! Het zal de stem zijn, die hen zal
doen sidderen en beven, die nu nog spotten dio
nu nog de schouders ophalen over de klagten
eencr ongelukkige natie, die reeds te lang heeft
geleden.
Do ambtenaar vertrokbedankte den grijsaard,
die zoo edel was maar met geheele andere ge
voelens dan luj was binnengekomen. Door de
behandeling, die hij ondervond had hij geleerd te
denken en tevens ook begrepen, dat hij ook een
lid uitmaakte van het geheel, dat men Volk noemt
en dat diensvolgens ook op hem de zware pligten
van een waren burger rusten 1
Ook wi] verlieten in eene opgewondene stem
ming de plaats waar wij zooveel waarheid gehoord
en zooveel geleerd hadden hartelijk wenschende,
dat toch eenmaal ook alle echte vaderlanders
hun wezenlijk belang begrepen, zich onderling
verbonden en zich lieten gelden zoo als het vrije
mannen betaamd. Dan alleen zullen wij sterk en
magtig zijn, dan alleen zullen wij paal en perk
Stellen aan afpersing en dwingelandij 1 Vereend
zullen wij ons ontslaan van het dwangjuk, dat
ons allen kwelt.
U. V,
E. SIET ÏVAKE SOCIALISMUS.
ADVERTENTIE ft.
De fiere Postiljon.
Wijze: Lastz nur die Politik er sprechen
Ofschoon ook Koningstroonen beven
Voor vrijheid, oproer, slag en schok,
Durft mij toch niemand wederstreven
Op 't achtbaar kussen van mijn' hok.
Elk vliegt op zij met hangen spoed.
Zoodra 'k begin met troe, troe, toet.
Kwam Koning Willem met zijn' zonen
Ouk jagen wat men jagen kon,
Hij zou toch allen eerbied toonen
Op 't hooren van den Postiljon
Zijn prachtig span, ofschoon vol moed,
Deinsde aanstonds op mijn troe, troe, toet.
ft wam ook een drom van groote Vorsten
Zoo magtig als Napoleon
Weet, dat zij 't rijspoor nimmer dorsten
Betwisten aan den Postiljon;
Maar ijlings week hun trotsclie stoet
Op 't schel geluid van troe, troe, toet.
Ik ijver zeer voor teodre pligten:
'k Geef't reizend meisje een lekkeren slok.
Dan ga 'li haar fluks een beentje ligten
En zet haar naast mij op den hok;
Dan blaas ill met vernieuwden moed
Uit ruimer borst mijn troe, troe, toet.
Beheer ik, nevens paard en wagen,
Eens 't deerlijk lot van Bato's kroost,
Dan zal 't dien last niet langer diagen,
Waaronder 't zucht en tranen loost:
Eer blaas ik door een staatsbankroet
Ons schuldboek weg met troe, troe, toet.
Dan sla 'k alle ambtenaren gade,
Dat niets meer aan liunn' vingers kleeft;
Geen gaarder de aanvertrouwde lade
Aan roof- en hebzucht overgeeft.
Opdat voortaan ons goed en bloed
Niet weèr verdwijne als troe, troe, toet.
Dan zet'k geen'last op mondbehoefte,
Benijd geen' bloed een helder hemd
Ik voed geen zwerm van hclsch geboefte,
Dat vlijt, vertier en handel stremt.
Zóó stroomt mijn hoorn vol overvloed
Door't blazen van mijn troe, troe, toet.
Dan mag 'k de heilzon weèr begroeten,
Die Neêrland eer zoo lief bescheen
O, dan dringt de echo van mijn toeten
Door de Eerste en Tweede Kamer heen
Dan blaas ik meè: »Wien Neèrlandscli bloed,"
Doch bovenal mijn troe, troe, toet.
bis.
bis
bis.
bis.
bis.
bis.
'bis.
Pc boer Je Wille vail Cillers beeft ook eouen {(ertroa-
tel ij ken sl rijd tegen liet Social ism us ondernomen; de IN. R.
Commit van 5 Oct. 1849heeft daarover loffelijk ge
sproken. Veel van het gebeurde na de laatste omwente
ling in Frankrijk, zegt ran Cillers, heeft het nut gehad,
dat daardoor proefondervindelijk het ijdele van zoovele
socialistische droombeelden duidelijk aangetoond is. Zeer
veleu hier te lande, zegt hij verder, vroezeu dat deondei-
vindiug nog niet genoeg geleerd zal hebben en zinnen
op plannen om Jen socialistisc/ien geest tegen le gaan
(immers zoo als ran Cillers!) Maar juist zij. gaat ran
Cillers voort en bijna allen zijn eeuigzins Socialisten
in dien zindat zij in alles den staal willen inmengen.
Welk denkbeeld ran Cillersvan eeueu staat heeft merkt
menzeker een abstract wezen door Je Gratie Gods be
staande Jat zich met NIETS inmengt Maar haasten wij
om den man nader te doen kennendie ons iiel ware
Socialisrnus leert kennengaan wij voort:
St. Simon is geboren te Parijs op den 18 Oct. 1700.
Zijne afkomst kent ge reeds. Ik voeg er hij dat hij door
1 de Fransche Omwenteling een jaarlijks inkomen van
j 000,000 francs verloor. Hij had in zijne jeugd het ouder-
wijs genoten der beste meesters, onder anderen van den
grooten wiskundige tT sllembertwien lessen den geest
I van den levendigen weetgieriger» knaap, reeds vroeg met
brandende dorst naar wetenschap vervulden.
I Zijn verder leven was wel is waar allerzonderlingst
j maar tocli belangwekkend. Zeventien jaren oud trad hij
in Amerikaansclrc krijgdienst, en werd onder IVassing-
ton 23 jaren oud, Kolonel. Doch het krijgshandwcik
bekoorde hem niet lang. Krijgsman te zijn was mijne
roeping niet," zegt hij. Den gang ran den mensc heli j ken
geest te bestuderenten einde later aan den voortgang der
beschaving ie arbeidendal was het doeldat ik mij voor
stelde." In 1779 verliet hij het leger, en keerde na eene
vergeefsche pogingom den Onder-Koning van Mexico tot
het aanleggen van een kanaal tusschen de Atlantische- en
de Zuid-zee te bewegen, in 1783 naar Frankrijk terug.
Zijn ondernemende geest liet hem geen rust. In 1783
reisde hij naar Holland, om eene Fransch-Hollandsche
Expeditie legen de Engelsehe koloniën in Indie tc beramen.
Zijn voorstel vond bijval, doch verviel door de on
handigheid van den franschen gezant te 's Hage. Saint
Simon moest een ander veld voor zijne werkzaamheid
kiezen. Hij ging naar Spanje en legde aan het Spaansche
Gouvernement een plan voor, om Madrid door een kanaal
met de zee te verbinden. liet plan werd aangenomen en
zou worden begonnentoen de Fransche revolutie alle
plannen van dien aard deed vergeteu.
Saint Simon was onder diegenen, welke door de om
wenteling in hunnen maatschappelijke»! rang het grievendst
werden gelrofFen. Hij verloor zijne titels en zijn geheel
zoo aanmerkelijk vermogen.
Doch hij morde en smaalde nietdewjl hij het onver
mijdelijke der revolutie doorzien had.
Zoo onvermijdelijk als zij toen was voor Frankrijk is
zij thans sedert Februari] in geheel Europa doch op eene
meer vredelievende wijze, volgens den geest van Saint Simon,
Hadden toen allen gedacht zoo als hij geene guillotine
had Frankrijks grond met menschenbloed besmet geene
gruwelen, als wij nu beleefd hebben, zouden weder door
den hevigen schok en de schrik daardoor veroorzaakt
meer dan ooit noodzakelijk geivordene Hervormingen ver
traagd hebben; genoeg, Saint Simou had toen voorzien,
waarvan wij thans de regtstreeksche gevolgen aanschou
wen. Hij was zonder rooroordeelenzoo iemand moest iu
het oog van het behoudzooals nog thans in het begrip
van kortzigtige dagbladschrijver, als diveeper voorkomen
en aï de contrasten van den waren Socialist verloonen.
»De Revolutie was begonnen," zegt hij «toen ik naar
Frankrijk terugkeerde; ik wilde geen deel aan haar ne
men dewijl ik wel de onhoudbaarheid van het ancien
régime gevoeldemaar aan den anderen kant de vernie
lende strekking der omwenteling mij tegen de horst was."
Het schijnt dat zijne overtuiging al meer en meer veld
wint, ondanks de razernij van sommige liberalen, die
wanen met omverwerping iets te winnen. Genoodzaakt
voor zijn bestaan te zorgen begon hij financiële speeula-
tien en associeerde zich met den graaf von Rederntot
den verkoop van natiouale goederen, iets wal te dier tijde
met vele moeijelijkheden gepaard giug.
Deze verecuiging duurde zeven jaren langer lieteu hem
zijne meer en meer iu ornvang en diepte toenemende
wetenschappelijke studiën niet toe, zich aan den Handel
te wijden. Bij de scheiding der Associatie ontving hij
als zijn aandeel 144,000 francs.
Nu begon hij een nieuw lerenhij legde zich alleen
op de wetenschap toe. Om zich hare beginselen eigen te
maken studeerde hij als een groot lieerde professoren
bij. zich ontvangende, iu slede van bij ben te gaan. I-lij
huurde eene woning over de Polilechnische school en
ontving aan zijne tafel de natuurkundigen om van hen
natuurkunde de sterrekundigen om sterrekunde te leererr;
hij gaf het geld met volle handen nan zijne, leermeesters
weg. 5> Eene goede tafel," zegt hij, goede wijneene
opene beurs ten dienste der professoren deed mij alle mo
gelijke tegemoetkoming in mijne studiën onder vind en." Op
dezelfde wijze bestudeerde hij, niet zonder kosten, de
natuurkunde van den mensch, en alles, wat hij tot zijne
oogmerken uoodig oordeelde.
Iu 1802 werd de vrede van Amiens gesloten. Saint
Simou maakte zich dien ten nutte, om, toen hij meende
door studie genoegzame kunde te hebben verworven,
zijne ondervinding door reizen te verrijken. Achtereen
volgend bezocht hij Engeland en Duitschland. Over Enge
land is zijn oordeel zeer ongunstig wat betreft den staat
der wetenschap in dat land. »Ik bragt uit Engeland de
overtuiging mede,'* zegt hij, »dat aldaar geen nieuw
denkbeeld op stapel is. ïn Duitschland vond hij dc alge-
meene wetenschap nog in den staat van kindschheid
doch voorspeldedal dit volk met haristogt dien weg
zoude inslaan. Van zijne reizen bragt Saint Simon de
overtuiging merle, dat de staat der Wetenschap, zoo als
hij die zich voorstelde, in Europa verward en verach-
terd was.
Cosinophllus II.
te St. MaartensdijkWoensdag den 7dcn No
vember en te TholcnDonderdag den Sslen
November 18 'i-O.
te
ZIERIBISEE,
maakt zijne geëerde Stad- en Landge-
nooten bekend, dat bij wederom voorzien
IBB is van nieuwe Mudellen van Parijssche
FRANKLINS of zoogenaamde CIIEMINÉES
AU SOIR, die een vierde meer warmte geven
en een vierde minder Brandstoffen noodig hebben dan
de gewone Franklins, alsmede KAGCHELS,
of zoogenaamde PEDESTALLEN voor Kantoren,
Slaapkamers en Kinderkamers; zelfs zijn dezelve
zoo ingerigt, dat al is de Kagcliel of Pedestal
gloeijend en de Kinderen zonder opzigtzij
zich niet kunnen branden. Alsmede KEUKEN.
FORNUIZENIJzeren gegoten TUINBAN
KEN, PAKAPLUIE- STAANBEKS, VOET
SCHRABBERS Engelsehe HAARDSTEL
LEN enz. enz.
Iïeeft ook FRANKLINS, die met goed gevolg
gebruikt kunnen worden, als men door het rooken
in den Schoorsteen niet kan stoken.
NB. Staat voor al deze Goederen voor solidi
teit en rooken in, vermits alles bij hem
vervaardigd wordt.
ES?" De ondergeteekende maakt door-deze
aan zijne geëerde Stad- en Landgenooten bekend,
dat hij zich alhier, op de Nieuwe HavenWijk
D, N.° 13. als 'NSrZBELBHa.'NS.'W.HEGieEK- in
In onderscheidene kleuren heeft gevestigd;
hij beveelt zich in een ieders gunst, belovende
eene allezins prompte en civile bediening.
ZiEUiKZREE. BOIrliEMA^'.
20 October 1849.
Eene sedert drie jaren aanhoudende
ongesteldheid door gal veroorzaakt cn vergezeld gaande
van ruoeijelijke spijsvertering door de pillen van Holloway
genezen. De heer C. Williams uit Dungannou was sedert
drie jaren lijdende aan eene ernstige gal-ongestcldheid, ver
gezeld van nioeijelijke spijsvertering en aanhoudend uit
werpen van slijm. Zijne smarten waren 7.00 groot dat
het hem geheele nachten door onmogelijk was op zijn
bed le liggen alle mogelijke medicijnen die hij genomen
had waren nutteloos geweest. Hij beproefde dan eindelijk
de Pillen van Holloway, cn werd spoedig met een goeden
uitslag verheugd want dit kostelijk geneesmiddel veroor
zaakte weldra eene betere spijsvertering, nam de over
vloedige gal weg, en herstelde den zieke volkomen.
Door het vermeerderd Debiet zijn de PRIJZEN van
heden af de volgende
DoosjesPillen van ƒ0,90 2,10 ƒ3,30/7,75 ƒ13.30 ƒ23,50,
Potjes Zalf van - 0,90 - 2,10 -3,30 - 8,13 - 13,90 - 23,90,
Zijn op franco aanvragen a Comptant te bekomen bij
den heer J. P. "VERLINDE te Bergcn-op-Zoorn,
alsmede te Londen, Strand 244 Holloway's Etablis
sement.
CgSsr2' Met November aanstaande een
KNECHT benoodigd te Jlruinisse, bij J. KEK-
PESTE1N. Brieven franco.
Een BROO»- cn BESCIIUITBAK-
KERS-KNECHT die zijn werk goed verstaat
en van de Hervormde Godsdienst, kan dadelijk
voor een jaar vast werk bekomenbij L. van
SPLUNTEK, te St. Maartensdijk. Brieven franco.
TE ZIEKIKZEE, TER DRUKKERIJ VAN P. üe LOOZE
Brussel,
spoorweg te I
wachtkamers
■verwijld aan
wiens bemoeij
dcrzelve kwan
van eerlijkbei
komeneen v
vond eeno son
Hie in een rij
onderzoek naa
£om on verwijk