Mij n heer! Correspondentie. New-Castelsche zich met nog donkorder wolken. Alle jareo nog nieuwe tekorten, alle jaren nog hooper belastingen, allo dagen nog meerder ellende en achteruitgang. Nederlanders! is het dan nu uwe pligt nietde handen aan het werk te slaan, om het vaderland te behouden, dat de vernietiging zoo nabij is, dat zoozeer uwe belangstelling, uwe hulp en kracht behoeft? Gij kunt, gij moogt niet langer willekeur en onverstand laten heorschen Gij allen moet wet tig optredende handen ineen slaan en niet dul den dat onze geboortegrond «langer tot een verblijf van verdrukking en ellende gpinaakt wordt. Ifet is dus eindelijk hoog tijd gevoelt het allen, landgenootengeen blind vertrouwen meer te stel len in oene staatkunde, die alleen ten verderve voert. Het is hoog lijd toe te zi mi hoe en door tcien wij bestuurd worden, otn zoo mogelijk liet algemeene vaderland te doen herrijzen uit het lang gezonken standpunt, waartoe het is vervallen onder onze twee voorgaande koninklijke roszeringen. Het is hoog tijd, dat elk Nederlander zijne zoo lang verwaarloosde burgerpligten betrachtenen het is meer dan tijd, dat het volk van Nederland met eendraet de handen ineen sla. om zelf en daad werkelijk te handelen voor zijn eigen welzijn! Alleen van zichzelve heeft het nog hulp te ver wachten 1 Met moed en eendragt dus de handen aan 't werk geslagen die zichzelve helpt dien helpt God l (Hf.t Volk.) Sets over de hoofdoorzaak der ^Cholera en hare geToSgen. Tot de hoofdoorzaak der Cholera of, zoo als de Grooten der aarde zoggen, der arme lui's ziekte, behoort zonder twijfel de slechte voeding, waar mede de gewone man zich grieven moet; en wie 2Ïjn het, welke den uitgemelkten burger noodzaken, zich met onvoedzame spijzen te vergenoegen. Jn de eerste plaats de rijkenen in de tweede de regeringsmannen. Ja, gij grooten der aarde zijt er de oorzaak van, doordien gij den burger niet genoeg laat ver dienen, om zich betere spijzen aan te schaffen en gij regeringsmannenzijt er de tweede oorzaak van door de loffelijke vervulling uwer in Maart J8i8 gedane beloften namelijk de opheffing van den accijns op de mocaroui en fermiselliik verspreek mij, ik wil zeggen. op het geslagt en gemaal. Mogelijk zult gij zeggen; de aardappelen en de groenten zijn goedkoop genoeg; maar a! zijn de zelve nog zoo goedkoop (het brood en vleesch zijn het niet), er behoort immers geld toe, om ze te bekomen, en om dat geld te verkrijgen, moet men verdienen; en gij laat niet verdienen. Zoogenaamde grooten, doch inderdaad kleinen! zoo gij nu voortgaat, om niet te laten verdienen, bevordert gij het reeds veel toegenomene paupe risme nog meer; en wat de nijpende armoede, wanhoop en teleurstelling kunnen te weeg bren genis voor ieder bevattelijk, of bevat gij niet, dat de lang getergde leeuw, dour den honger ge dreven, eindelijk zal losbreken, om zich aan uw bloed te verzadigen. En gij. regeringsmannendenkt gij. dat het volk zich altijd met ijdele beloften en goed gespeelde commedies zal laten paaijendan rekent gij buiten den waard en zult gij mogelijk al te vioeg uwe dwaling bemerken. En gij, Volksvertegenwoordigers! Waren de tot nu toe door u verrigte werkzaamheden zoo ver - moeijenddat gij vacantie moet houden, en wel op eenen tijd, dat de toestand van land en volk zulks niet gedoogen. En gij, o zoon van onzen onvergetelijken Willem II! Is dit des lands zaken behartigen en de voet stappen van uwen verheerlijkten vader di ukken, om reeds zeven weken uit uwe residentie afwe/.ig te zijn en in die weken 11 in weelde en genot te baden, terwijl land en volk lijden? Of is het uw doel. gij allen te zamen het volk aan het muiten te brengen ten einde 11 daar door van de schande van een staatsbankroet te vrijwaren. Gaat dan slechts op den ingeslagen weg voort, en gij zult spoedig uw doel bereikt heb ben; dan zal het zoo bewonderde geduldige Ne- derlandsche volk opstaan, dan zal de kroon waar nog geene smet op kleeft, door bloed bezoedeld •worden en dan vloek over u, die er de oor zaak van zijt l (d. Middelburg, Ju lij. Eenigen tijd geleden heb ik een gevoelig verlies geleden, door het sterven vaneen bijzonder goed vriend, die Courantdrukker te Vlissingen was; deze deed mij nog al dikwijls het genoegen als ik, tot tijdverdrijf, of om mij in de schrijfkunst te oefe nen zoo wat op het papier gebrugt hadliet dan voor mij te drukken, zonder een duit van mijn kosten, louter om dat hij wist, dat ik zoo veel genoegen vond om mijne gedachten nog eens in drukletters te kunnen overlezen; maar dat plaizicr- tje is voor mij, met zoo veel anderco, vervlogen ten ware Gij, Mijnheer, zoo goed zoudt willen zijn, des overledenen* plaats bij mij te bekleedendaar ik nog al veel hoop op het), ten minsten, zoo ik mij behoorlijk bij u bekend maak. Weet danmijn vriend! dat ik Anthonie heet. en bij den Heer Braafman in dienst ben, die, buiten nog zoo veel andere ambten en betrekkingen, eigenaar is van eene vrouw en verscheidene kinderen. Dat'wat mij /elven aargaat, ik een dood goed mensch ben, middelbaar van jaren en redelijk wel gereformeerd; nu ineen ik dat gij mij genoegzaam kent, om dok iets voor mij in uw blad te plaatsen al was bet zelfs op gevaar af, dat deze of die er booé om mogt worden. Nu danMijnheerin mijne bovengenoemde be trekking van gehoorzame dienaar, was ikeenice dagen geleden, binnen in de kamer; het huis houden zat volgens gewoonte vreedzaam hij elkan der men vroeg mij naar iets dat ik toevallig bij mij had, en dus dadelijk overhandigde. Maar. o ongeluk! daar kwam, met het gevraagde, nok een Middelburgsche Courant vuur den dag; Mijn heer dit bemerkende, zeide; Wel zoo, Antlmnie, wordt gij ook een Politicus houd gij er al een Courant op na? Ik. Verschoon mij Mijnheer! het is de Middel burger, en die wordt algemeen, als een blad van den ouden stempel, geprezen. Dit Bijvoegsel op N.° 71 is mij ten minsten door een goed vriend vereerd a's behelzende vele nuttige en stichtelijke lessenhoe men zich bij het vermeerderen der armoede moet gedragen. Mijnheer. Ofschoon gijmisschien wel het minst van allen, u door de toenemende armoede behoeft te verontrusten, denk ik bovendien, dat de ware drijfveer van zulk geschrijf, uw beperkten gezigt- kring te buiten gaat; gij deed beter u die zaak niet aan te trekken. Ik wil de lust niet misprijzen of tegenwerken, die gij voor deugd en godsdienst hebt, zonder dat zou gij zoo lang niet in mijn dienst geweest zijn, maar ik wil u alleen voor houdendat, zoo vervelend het is van den kansel politieke zaken te hooren verhandelen het even ongepast is, de Nieuwsbladen te bezigen tot ver breiding van zijne godsdienstige bijzondere ziens wijs. Herinnert gij u nog Anthonie iioe moeijelijk gij waart, toen gij laatst, bij de viering van liet herdenken der Munstersche vrede uit de kerk ko mende. ons verhaalde, dat gij dominé zoo vreesselijk had hooren bulderen tegen onbetamelijke volksverlichting, en hoe, naar zijne gedachten, aHe.ongodsdienstigheid en volksrampen voortkwamen uit de meerdere verlichting, die de zoogenaamde ge in eene man thans meer ontving dan voorheen. Vooiheen! in dien welaangenamer» lijd, toen de meeste Ambachtslieden niet in staat waren des Zaturdags hunne schoofbriefjes te schrijven, en zoo meenig catechisant én later ijverig en volgeloovig lidmaat, zijn Kortbegrip of ander klein vragen— boekje, uit gebrek van te kunnen lezenzich door zijn catechiseermeester van buiten moest doen leeren. Indien het op dat oogenblik in zijn Eerwaardens magt gestaan had dan had hij de geheele Maat schappijTot Nut van 't Algemeen, of zeker, de School-corn missie uit dezelve, in den clirislelïj ken ban gedaan. Nu, diezelfde geest, die toen dien' spreker be stuurde, behetrschte nu dezen schrijver; Beide grepen zij gretig de gelegenheid aan oin van hunne regtzinnigheid te doen blijkenmaar ook even beide ter ongeschikte plaats. Is de laatste schrij ver een Godsdienst-Leeraar? Wel nu, wat heeft die stand niet boven alle andere standen vooruit. De maatschappij verzekert hun bestaan. De opvoeding kweekt eerbied voor hunnen stand niet zelden boven de individuele verdiensten van som mige barer leden. Uit fondsenaan wier stijving zij zelve metstal vreemd blijven, worden hun ge- hoorplaatsen bezorgd waarin zij ongestoord hunne meenir.gen kunnen uiten en hunne talenten laten schitteren en dat alles schijnt hun nog niet genoeg; Ook dagbladen moeten dienen om, ondyr een laagje geestelijke vernis, bijzondere denkbeel den te doen triomplieronen zoodoende, altijd en overal te heersche». Is de schrijver geen Gods- dienstleeraar Hij heeft er toch den schijn van aangenomen, bewandelt dus eenen weg, vreemd aan zijne roeping, en bloost, onder dat alles, niet, wanneer hij, door zijn schrijven, de Commissie van Landbouw zijdelings beschuldigtharen werk kring te buiten te gaan, wonneer zij een onder zoek instelt naar den steeds toenemende» achter- uitgaiig der arbeidende klasse. Anthonie. Ik geloof, Mijnheer heeft waarlijk gelijk; maar ik had de zaak zoo goed niet beke ken. ik zal de Courant maar in de keuken geven, daar heeft men altijd scheurpapier noodig. De Jonge Heer. Ja, Anthonie, doet dat maar; daar is die misselijke Courant net te huis bij is zoo flaauw van inhoud als van druk, den inkt kost zeker een Willempje het pond. Jufvrouw Sophie. Maar, Papa, ik heb dat ar tikel ook gelezen. De schrijver is er immers niet tegen, dat er door de commissie een onderzoek ingesteld wordt naar de oorzaak van de steeds vermeerderende armoede, en de middelen tot stui ting idaarvan; hij wil slechts dat die middelen van eenen Godsdienstïgea aard zullen zijn, daar hij j anders vreest, dat alle aardschc middelen daartoe ontoereikend zullen bevonden worden. Mijnheer. Ja, mijn kind, met de /aak opper vlakkig te beschouwen hebt gij gelijk. Maar denkt niet dat iemand niet gezond verstandeen ougen- j blik twijfelt aan de uitspraak van het Evangelie: »l)e godzaligheid is tot alle dingen nuttig," gelijk de schrijver, zoo liefdeloos over het grootste gros der menschen ten. minsten der armen, gelieft te denken. Maa'* in dat zelfde Evangelie staat ook; »Bid en werkt" en »l).-n ai beider is zijn loon waardig." Gij ziet dus dat het niet beneden den mensch is, zich met stoffelijke dingen te bemoei- jen, maar dat, wanneer edeldenkende mannon zien, dat de rijken der aarde, door duizend on behoorlijke, en vodralonchristelijke middelen al het vermogen der minderen hebben na zicli ge trokken, het eindelijk tijd wordt het evenwigt daarin zoovee! doenlijkte herstellen door tu trachten den Arbeid te vermeerderen en het Loon te verbeteren, opdat zij, die door de Voorzienig heid geroepen zijn tot werken, in staat zijn dit te doen met blijdschap, en niet al zuchtende hun tranenbrood alzoo te duen verwisselen in spijzen, den Arbeider waardig. Doch zulk eenzijdige wijze van voorstel, tot verbetering der zaak, gelijk dat bijblad inhoudt, dient nergens toe, als alleen tot femelarijen is een geschikt middel om alle zaken op de lange baan te kunnen houden en bij alle voor te stel len middelen, gelijk men zegt. een spaak in het wiel te kunnen steken; en dan hij dit alles nog j niet wéinig te kunnen schitteren als vroom en i gemoedelijk man. Lees het nog eens met gezet- beid over, mijn kind, en gij zult zien, dat men den lezer, niet anders in handen gespeeld heeft, dan een hoop zinledige uitdrukkingen en de me nigte naar hunnen smaak, niet weinig heeft vergast op woorden zonder zin en klanken zonder heteekenis. Zij, de stellers van zulk geschrijf, weten zelve zeer goed, dat met vasten en bidden geen akker zal bearbeid worden maar wat den eenen vermagerden en uitgeschuddcn weikman of landbouwer niet meer kan, dat zal dan. naar hunne meening den anderen nog wel doen ge noeg, zoo zij voor hun zeiven het streelend ge noegen maar hebben aan het dierbaar stelsel van onderworpenheid eu behoud het hare te hebben bijgedragen. Anthonie. Wat is een mensch toch gelukkig, die zoo goed kan denkei» en sprekengelijk Mijn heer! Ik dacht ook zoo wel onder het lezen zou men dai» aan het belastingkantoor ook even goed teregt kunnen komen, met vroomheid als met geld? En zoo het waar is. ciat er werkelijk zedelijken achteruitgang der Natie bestaat, met andere woorden, dat de menschen nu slechter zijn dan voorheenen er moet daarvoor naar eene straf uitgezien worden, waarom die dan juist in de armoede en het pauperismus gezocht? Een ge deelte van het volk draagt dan die straf voor het geheel; of men zou moeten denken dat de rijken heiligtjes waren. Het kwam mij ook wat raar voor dat de schrijver, eindigende met Psalm 37, alleen het 25° vers aanhaalde, en het 26ü vers, dat toch een onmiddelijk vervolg van diezelfde rede is, achterweeg liet. Mogelijk wist hij niet de woorden: Den nanschcn dag ontfermt hij zich en leenten zijn kroost heeft overvloed zoo goed geen wegom die op de armen toe te passen uaar die niets te leenen hebben, en hun kroost, in plaats van overvloed, veelal van gebrek verkwijnt. Ik heb altijd gemeend dat de Psalmdichter hier woorden van levenswijsheid voor de gegoeden ge schreven had, en de schrijver van het bijblad ge bruikt die om de armen en ondergeschikten de les te lezen dat zal clan zeker tot de studie va» de Geestelijke staatkunde of politiek behooren daar ik «als een gering knecht geen kennis van heb. Mijn Heer brak het gesprek af, door mij iets te belasten, en 's avonds schreef ik op mijn kamertje al!es op. Wilt gij, Mijnheer, dit nu niet eens drukken, dan kan ik het deze en die eens laten lezen; gij zult daarmede vcrpligten u vriend Anthonie. Stoomboot-Dienst. TCSSCHEN DAGEN EN Uit EN VAN VERTREK IN DE MAAND Augustus JL8&9. Wij hebben een paar artikelen uit Breikeni ontvangen van iemand die zich J A. Auk.\9I!s teekent. Daar ons nu die naam ten eenenmilu onbekend was. en de geheele zaak ons eeuigd,,, apucrijf toescheen, hebben wij, alvorens die artikc. Ion op te nemen, een onderzoek naar den vermot, 1 lijken schrijver in 't werk gesteld, waaruit eis gebleken is, dat in de cnoirons van üreskens hij zou, even als Oom Joostboven in de wullu-, of beneden in den afgrond moeten resideren) spoor van eenen Mijnheer Aiir.vsr.v te ontdekken is, waaruit wij het besluit trekken, dat er iu 't »c. heel geen Mijnheer J. A. Akense.v bestaat, \nV halve zijne stukjes pleglig ten vuro gedoemd zijn Mijnheer Arensk.y zal hieruit kunnen opmaken, datzoo hij ons bij den neus wil vattenhij vroeger zal dienen op te staan. Van JHerlkzcet Woensdag 8, 'smorg. 3 Vrijdag 10, 4 Zondag 12, 3'/»» Woensdag 13, 9 Vrijdag 17, 11 s Zondag 19, 'soii'ld. 12 Woensdag 22, 'smorg. Vrijdag 25, b Zondag 26, Woensdag 29, Vrijdag 31, 3 37, 4 i 9 1 10 Van Rotterdam: Donderd. 9, 7 Zaturdag 11, 8 a Dingsd. 15,'smid. 12 Donderd. 16,'srnorg. 3 i Zaturdag 18, a 4 s Dingsd. 21, C Donderd. 2.3, 7 a Zaluidag 26, 8 x Diii8vi1. 28, 11"/. i Donderd. 30, 3 t X. Y. zegt. op het Gemengd B.-rigt van Donderd. 23 Julij, dat men het met de zindelijkheid der j kerk Ie Zonncmairc zoo uaauvv niet nemen mag 1 aangezien de Edel Achtbare kerkstoker van 2'v gul- den tevens Burgemeester der Gemeente is. Teveiu tracht hij de aloudestelling, dat alle officies smerij I (excuus voor dit onzindelijke woord) zijnop nieuw j te staven, door, in eenen adem, het feit aan te voeren, dat de overgeschoten brokken des Avoru). inaals, die overal elders den armen toegekend wur- den te Zonncmairc tot eene maagversterking van den Edel Achtbaren Heer Burgemeester Keikslulftr gebruikt worden, er den vroomen wensch bijvoe gende dat Zijn Edel Achtbare iu de heilige brok ken stikken mogt. Wel bekome het hem', Hoeren geabonneerden, die hunne met 1 Julij verschenen abnnuemeuU-geldeu nog niet lielitieii voldaan, worden verzocht dit onmiddelijk te dueu. ADVEUTENTIEX. KSr» Aan de belanghebbenden wordt bij dew bekend gemaakt, dat de KERMIS in de Ge meente Bruinisseinvallende op don 23 Au gustus e. k.dit jaar KEESi plaats zal hebben De ondergoteekonde beveelt zich in gunst van hare Stad— en Landgenooten, tot het maken van Dames Hoeden en Mutsen, en wat verder tot het Modevak behoort, naar den lautsten smaak, met belofte van eene nette en civile bediening. Ten huize van ba Vader A. PHAFF, lett. C, n.°7ö, in de Poslstrwt, A. A. Phaff. llrlli Uil 1! Tot Woensdag aanstaande legt in lossing, lie Engelsch Brikschip EIVART, Kapt. R. Cogle voor rekening van J C. BAL A- C.' Hoe men door de pillen van Hollowaj ccn zieketijken toestand der ingewanden Acrstclt. Duizeude meüschcu zullen hun leven behouden, op volgende wijze: Men zij matig iu het gebruiken van vru( lei], groenten, gebak, cijereii, vet van vleesch, sausen wijn, bier, sterke dranken, en over het algemeen vi mijtte elke buitensporigheid. Men zuivere wel de maag ingewanden, en zuivere het bloed, hetwelk men zal l'e werkstellige», door des morgens en 'snvouds, geduiend veertien dagen vijf of zes Ilolloway's pillen te nemen vervolgens elke week twee a drie dosis. Op deze wijze men de volmaaktste gezondheid behoudeneu zelfs cholera verhoeden. Dczcitde voorzorgen behoorden in genomen te worden, bij elke gewoue ongesteldheid «1 iugewandeu. Door het vermeerderd Debiet zijn de PRIJZEN heden af de volgende DoosjcsPillcn vau /"0,'JO ƒ2,10 f3,30/7,75 ƒ1 S.30 ƒ23,1 Putjes Zalf vau - 0,90 - 2,10 -3,30 - 8,13 - 18,!)0 - 23,1 Zijn op franco aanvragen h Comptant tc bekomen J. II. O G I1TM AN, J O Il'tte Zieriht alsmede te Londen, ütraud 244 Ilolknvay's iiW' sement. I TE ZIE1UK2.KE, TEK UlvUKKEKlJ VAN P. s» LOOZ

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1849 | | pagina 2