ZIERIKZEESCHE NIEUWS No. 555. Donderdag1 Maart 1849. 5ea Jaar Iets over de oorzaken der verarming. Kieuwstij dingeo. FRANKRIJK- NEDERLAND. ER geliefd! MEN ABONNEERT ZICH In Nederland, bij den Uilgever bij alle Boekhandelaren e:i Postdirecteuren. In Noord-Amcrika, bij J. QUINTUS, ie Albany, en bij C. de REGT, »o Cleveland Staat Ohio, ABONNEMENT5-PRIJS voor beide uitgaven. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post. in Nedeiland- i.ÖO. Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 1,10. VERSCHIJNT Op Maandag en Donderdag ADVERTENTIEN: 10 Cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing 3o cents. De inzending der Advertenties kan geschieden Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure. BUREAU; ZicrikzeeDam Lett. B No. 360. Brieven ea Ingezonden stukkeu franco. Het is bekend dat de oorzaak der ver- aiming van het voormaals zoo rijke Spanje, HALEN zïll daarin gelegen was, dat slechts liet vierde Zalurda» de] gedeelte der bevolking iets nuttigs uitvoerde, ure te &l c'eu k°st met wei 'ien verdiende. Er waren 1 daar namelijk drieërlei standen; eenderde B"een ^r'i deel der bevolking behoorde tot den adel alS I of deszelfs aanhang, een derde deel tot de n KabinetI geestelijkheid (want het land was volgepropt Spiegels]met kloosters), en het overige derde deel bestond uit landbouwers, kooplieden hand werkers, en verder in het algemeen uil hen die den kost met werken verdiende. Daar uu de adel niets deeddan vette ambten bekleeden, of van# interessen en huur le ven der goederen die zij bezaten, (daar half Spanje hen toebehoorde) en de geestelijken eveneens niet werktendoch genoeg meen den te doen met voor de menschen te bid den, (daar zij eveneens genoeg hadden om ruim te leven uil de opbrengsten van de andere helft der landgoederen van Spanje, die hen weder toebehoordenzoo spreekt het van zelve, dat, (daar er zonder arbeid niets tot stand komt,) al den arbeid door het ongelukkig derde gedeelte verrigt moest worden, dat noch adelijk, noch geestelijk was, waarom dan elk huisvader door el kander gerekend den arbeid voor drie huis- gezinnen verrigten moest, voor zijn eigen huisgezin, voor dat van een adelijk persoon i civilen pr iilen voor dat van een geestelijke, welke beide laatste» vrij wat meer uoodig hadden ea verbruikten dan hij zelve. Intusschen werkten de arme stumpers maar voort; zij wisten niet heter of liet behoorde zoodat zij twee-derde deelen van dea opbrengst hunner akkers, gedeeltelijk als huur of pacht, gedeeltelijk als belasting, tienden enz. enz., aan anderen moesten afgeven; zij dachten dat het er heel erg zoude uitzien, als de geestelijken niet voor hen baden; zij dachten dat er zonder dat lesterwas gt was dikwetj volstrekt uiej middel fl. een katoen® bidden nooit regen of zonneschijn zou komen, dat er zonder dat hiddeu uiets groeijeu zoude en al hunne Spaansche zielen na den cn c™ '"'Idood regelregt ter helle zoude varen. Die te zullen «Ml „odat.l!arme stumpers!! Intusscheu is Spanje op die wijze het ladennglieids'l^gelukkigste laud der wereld geworden, pit IJ ZEN n]eu zal 'iet noS la"S bl'jveu tot na al de lievolutien, oproeren, die het sedert meer ƒ15.30/"23.50|dan 50 jaren voortdurend beroeren, aide a oa o1* 0()h j ie bekomen''ril noodelooze geslachten zijn uitgeroeid liet lekcr te c«.laantal geestelijken is er al zeer verminderd, imar's Etabhy eQ I1)et jea ac|ei js nlen 00]t ai druk bezig 1 geweest. llGCht I "j3at f'e geschiedenis van Spanje een voor- I beeld zijn voor ons, Nederlanders, hoe het goed gedral ine|. ons g.,at e[l n0g gaall /a|. Vroeger was an heden Alons vaderland een der rijkste en nijverste bij L. WESfvan Europa, ieder werkte voor den kost, ievcn fratictl'ells zij die het land hielpen regeren, in ^^özt|l,'aats van do opbrengsten der altijd zuur luP te hreugeu belastingen te bestedeu aan lliooge tractemenlengezainentlijk ten be drage van millioenen, aan eene nuttelooze koninklijke hofhouding en verkwistende ministers en andere ambtenaren, werden die millioenen besteed aan eene oorlogsvloot die zelfs het maglige Engeland durfde trot seren toen was ons Vaderland waarlijk groot, thans met al den inwendigen op schik zijn wij niets, Langzamerhand is er in ons land eenen niets nuttigs uitvoerenden adel, eene hoog moedige aristocratie ontstaandie steeds meer en meer in aantal en in trots toe neemt, en waartoe ieder, die zich sights aan de verdrukte nijvere klasse ontworstelen kan, tracht te geraken; het aantal nijvere voor den kost arbeidende menschen neemt dus door twee oorzaken steeds af, door de straks gemelde, dat velen zich tot den trotschen ambtenarenzwerm verheffen, en weder anderen door verdrukking en uil- zuiging tot de arme klassen vervallen zoodat het thans bij ons eene algemeen erkende waarheid is, dat de toekomst, die Nederland te gemoet gaat, deze is: Er zullenna verloop van jarenslechts twee klassen van menschen zijn: SCHATRIJKE en DOODARME. De armen zullen dan voor gering loon al den noodigen arbeid moeten doen, bij schraal voedselslechte woning en kleeding. De rijken zullenbij groote inkomsten, volstrekt niets uitvoeren, het beste voedsel tot zich nemen, fraaije woningen en kost bare kleederen bezitten. Maar! wij hebben het reeds meer dan eenmaal gezegd.' De Hemel is reglvaardig dit is onze troost, dit is onze hoop. De landverhuizing, die thans eerst begint te ontkiemen, is de regtvaardige straf des Hemels, waardoor alle rijke ledigloopers en verkwisters van het zweel en bloed des armen volks, hun loon krijgenen waardoor dat arme volk door de terugwerking van O O het verval der rijken, een heter lot wordt verzekerd. Immers zoo de nijvere klasse, die nog iets bezit, die door dat bezit uu nog werk aan de niets bezittende handwerkers verschaft, den Vaderlandschen bodem verlaat, en deszelfs bezittingen aan Nederland onttrekt, zal ten slotte de opbrengst der belastingen zoo zeer verminderen, dat geeue bezuinigin gen toereikend zullen zijn, de tekorten te dekken,- deze tekorten zullen zich opstape len, nieuwe geldleeningeu zullen worden geopend, er aanvankelijk goed slagen, maar ten slotte zal men de overtuiging erlangen, dat de interessen der schulden van het Va derland niet te betalen zijn, laat slaan dat het ooit de schuld zelve zou kuunen aflos sen. Nederland zal zijn crediet verliezen. en Nederland gaat bankroet!! Dan is de groote omwenteling der standen daar; de kapitalisten, wier bezittingen in staatspapieren bestaanzijn de armen ge worden en zullen op hunne beurt ook eens werken voor den kost, de waarde van het contante gold zal ougeloofelijk rijzen, en dus alles goedkooper worden, en zij die het arbeiden gewoon zijn, hebben dan veel vooruit, zij kunnen iu het door ons voor onderstelde geval tot eenen welstand komen, die hen op den ouden dag voor armoede bewaart, hen van de giften der diaconiën onafhankelijk maaktin één woord, eenen ouden dag erlangen, zoo als elk handwerker in een vrij land, b. v. Amerika, dien ver krijgt, iudien hij slechts zoo vlijtig is, dat hij wat overgaart, iets dat in Nederland, bij den tegenwoordigen tegen-natuurlijken toestand der Maatschappij, eeue volstrekte onmoge lijkheid is. Maar die heilrijke toekomst, dat Nederland bankroet gaat waaneer zal die aanbre ken? - de regtvaardige Hemel geve het - spoedig Cosmopliilus. Farys f 20 Febr. De gemeenten Nord-sur- Seine en Aisey-sur-Seine zijn door een ongeluk kig voorval in onsteltenis gedompeld. Op 4 February, des namiddags ten 3 ure, zag een jong meisje van 22 jaren, dat schapen hoedde, een wolf uit het bosch komen. Vreezende dat hij de kudde wilde aanvallen, ging zij hem te gemoet, om zich daartegen te verzetten. De wolf vloog op haar toereet hare kleederen aan flarden beet haar in de hand en den armkeerde haar, toea zij op den grond gevallen was, herhaaldelijk om en liet haar toen ten slotte liggen. Zij dekte zich terstond het gelaat uit vrees voor eenen nieuwen aanval, en werkelijk kwam het dier drie maal terug, waarbij hij haar nieuwe wonden toe- bragt, en zich toen op eenigen afstand verwijderde. Het meisje ontdekte zich het gelaat, en het dier in de verte ziende stond zij haastig op en liep naar een boom, om zich daarin te reddenmaar de wolf snelde oogenblikkelijk toe en beet in haar kleed, waardoor hij haar belelte naar boven te klimmendaar hij haar echter niet op den grond kon trekken liet hij zijne prooi los en liep naar het bosch terug. Het meisje maakte hiervan gebruik om zich naar het gehucht Voizin te begevendat onder Nord behoort waar zij blootvoets weeneude en bebloed aankwam. Op het verhaal wat haar wedervaren was, werden twee personen naar Nord gezonden, om er kennis van te geven. Dienzelfden avond verliet eene jonge vrouw te Nord haar huis, om haren man te gaan halen, die den avond bij eenen buurman had doorgebragt. Zij naderde dat huis en vond haren man op den drempel, gereed slaande om huiswaarts te keeren. Schier in denzelfden oogeublik riep zij hem toe: «Ziet gij daar niet een wolf!" «Gij vergist u gaf haar man haar ten antwoordmaar reeds had de wolf zich op de vrouw geworpen en hare kleederen vaneen gescheurddoch haar gelukkig- i lijk geenerlei Wonde toegebragt, daar zij nij tijds ontzet werd; een knecht des huizes, op het hulp geschreeuw toegeijld, verdreef den wolf met een knuppel. Een tweede knecht vervolgde het dier met een hooivork, ongeveer honderd schreden ver; toen keerde het zich om en wilde zijn vervolger te keer gaan, maar de knecht bragt hem twee welgemikte stooten toeden eenen in den bek den anderen in de lenden. Daarop vloog de wolf woedend den weg op naar Chitillou-sui-Seine, er werd alarm geluid en spoedig was een vijf tigtal mannen bezig, hem met allerlei werktuigen, die hun in handen gevallen waren, te vervolgen. Patrouilles gingen den geheelen nacht rond en wachten werden uilgezet; den volgenden morgen vernam men, dat het dier te Aisey-sur-Seine ge dood was door een koenen knaap. Deze, op zijn hoede door het overal weergalmend geschreeuw, zag den wolf komentrok zijn groot mos en wachtte hem af. Het dier snelde regtstreeks op hem toe, maar de knaap hield stand en stak het mes den wolf in het hart; ongelukkiglijk brak het lemmet bij het hecht af, en de wolf wierp zich met zijne laatste krachten op den jongeling en beet hem zoodanig in de pink dat hij daarvan waarschijnlijk een lid zal moeten verliezen; andere lieden maakten den wolf spoedig geheel af. 's ©ravenliage 23 February. Het ontwerp van wet van belasting, tot dekking van het tekort over 1848 en 184-9, bevat hoofdzakelijk de volgende bepalingen De belasting wordt geheven van alle binnen dit Rijk gelegene onroerende goederende renten der Nederlandsche staatsschuld, en alle andere geldlee ningeuvan alle ambten, bedieningen en pensioe nen, en patentpligtige beroepen of bedrijven. De belasting op de onroerende goederen bedraagt 5 ten honderd van het kadastraal belastbaar inko menna aftrek der grondbelasling en alle daarop geheven opcenten. Zij wordt over elk der jaren 1849 en 1S50 geheven. Bezittingen van kerkdijken en liefdadigen aard zijn, zulks verzoekende, vrij. De eigenaars van bezwaarde onroerende goederen zijn bevoegd om op die renten of lasten te korten 5 ten honderden zulks op do termijnen gedu rende de twee jaren na de invoering dezer wet verschijnende. De eigenaars van tiendpligtige landen kunnen gedurende de jaren 1849 en 1830 een vierde, in plaats van een vijfdevan den tiend inhouden. De belasting op de renten van de Nederlandsche staatsschuld bedraagt 5 ten honderd, te vinden door korting bij de betaling. De belasting op de renten van geldleeningen ten laste van zedelijke ligchamenop de uitdeelingen van winst van naamlooze maatschappijen en daar mede gelijkstaande zedelijke ligchamen, bedraagt mede 5 ten honderd. Uitgezonderd zijn da renten van kapitalen op hypotheek uitgezetdaar die eigenaars de bevoegd heid is verleend hierop 3 pCt. te korten, waardoor deze alzoo in plaats der geldschieters betalen. Voor de belasting op renten en inkomen van buitenlandsche effecten en goederen op de renten van beleeningen inpand-nemingen en uitgezette kapitalen, en voorts op alle andere niet in vorige of volgende rubrieken begrepen, strekt tot grond slag der berekening: a. Voor zooveel betreft bezittingen en etablisse menten buiten 's lands of in de koloniën of bezittin gen van het rijk buiten Europa gelegen, de ge middelde som der inkomstendie zij in de drie laatst bekende jaren hebben opgeleverd. b. Voor zooveel betreft kapitalen in buitenland sche effecten en actiën geplaatst, het bedrog der renten, dat daarvoor in het voorgaande jaar is betaald. c. Voor zooveel betreft lijfrenten, tontines, schuldbekentenissenkapitalen tot uitgifte in be leening of prolongatie bestemdde som der inkom sten die zij in het voorgaande jaar hebben opgele verd of, voor zooveel de vethiudtenis tot rente betaling in het vorig jaar bestond het bedongen bedrag der renten. De belastingen op inkomsten uit ambten en bedieningen en op de pensioenen wordt berekend wanneer de inkomsten bedragen: f 2,501 of meer 5 pCt. 2,001 tot f 2,500 4 1.501 2,000 3 701 1,500 2 700 en daar beneden 1 pCt. De belastingen op de inkomsten uit beroepen of bedrijven wordt gelieven door middel van bui tengewone opcenten op bet regt van patent, over de dienstjaren 1849/50 en 1839/51 als volgt: Van 80 wanneer het art. op het kohier in hoofd som bedr. f 150 of meer; van 00 f 100 tot beo. f 130 van 50 ƒ75 tot ben. f 100 van 40 59

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1849 | | pagina 1