|No. 510. 5e. Jaarff. Maandag, 11 Decem 1848. !V |De Bezuinigingen van liet Ministerie. Nieuwstijdingen. FRANKRIJK. DUITS CllLAND. (ga? -• .farige wilte 2, Flnckenche tnai; !C corns lager; "7.CO >ol 8,10 nls lager do on middelbare VI,iani.selie b|j mei trage 1<00. •«t J B, 3ft; 20 per mud. Flaclieeselie all mindere van 1.SO, mindere vi ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE WIHN ABONNEERT" ZICH In Nederland, bij den Uitgever bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika, bij J. QUINTUS, le Albany, en bij C. de REGT, te Cleveland Staat Ohio. ABONNEMENTS-PRIJS voor beide uitgaven. Voor 3 maanden. 1,30. Franco per post in Nederland- l,o0. Voor Noord-Amerika. Franco New-York. Dollars 1,10, VERSCHIJNT Op Maandag en Donderdag. ADVERTENTIEN: 10 Cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing 33 cents. De inzending der Adverteutien kan geschieden tot Maandag en Woensdag, voormiddag 11 ure. BUREAU; ZierikzeeDam, Lett. B, No. 380. Brieven en Ingezonden stukkeu franco. ee, ruber 1S4S. 19,00 ay 2o,| 17,(jo his) 14,00 4 - 13'J IS,00 i, - li)n 10,00 a - 1: i:t,oo is, 18,00 - lil; 10,00 i tl' 13,00 a - 13,i 1,30 a - 2,i le Som hou ts en P. Brcugeïim| 0 dochter van Eene (luchter va (Vervolg van N.° 507. Wij zijn thans met onze beschouwing der be- linigingen door de Ministers in hun Verslag van 13den November jl. aan den Koning voorge leid gekomen tot het VI Hervormde Eeredienst, ij.) en VII (Roomsch-Catholijke EeredienstHoofd- futi der staatsbegrooting, waarop wij, ten behoeve in deze departementen voor den jare 1849 vinden ingewezen de volgende sommen Iprvormde Eeredienstenz. 1.649,896,521/s. loomsch-Catholijke Eeredienst. - 562,378,181/,. Zamen. AI. G ra veltij a 2,212,274.,71. e vorderen hul den hoedel de VAM, d hebbende ej rouwerskaven i, vóór of o|J iriftelijk opgatj r. cgl r e Brouwétshl genezing tons, vroeger si ïoulhw.-trk Gril geweest v.iji rtlen veronclertll schrikkelijke liofl was overigens rttoorl overcimll 7.e arme man, 'r Pilleneen t zoo sterk beroep van seln'ej a lailiug voor ill Ie PRIJZEN 43 F13.30/231 13-13,00- '«I t te bekomen I ION te ThoM olloivay's Etai;f en II O KI Gereformeerl getuigschrift» 'edelijk getlrtl bl ieven, aan I k in Dnic ,N P. du LOOüi Op deze post der begrooting, zeggen de ministers, reinig of niets te kunnen bezuinigenen voeren at staving van dit beweren verschillende gronden Jan welker meerdere of mindere geldigheid wij lltans liefst niet willen onderzoekendaar toch het resultaat van dit onderzoek, waarbij, zou het eenigzins peteekenend en grondigzijn, zeer Iedereen ligt kwets bare punten zouden moeten behandeld worden tisschien weinig sijmpathie opwekken, en, al- khans in den jare 1849 op geene verwezenlijking pou kunnen rekenen. Een smartelijk gevoel bekruipt ons wanneer wij, iij het VIII Hoofdstuk der begrooting (Marine) ;ekomen zijnde, terugdenken wat onze Zeemagt was oen twee eeuwen geleden der vaderen spaar- laatnheid en verstandig financieel beheervloten louwen en uitrusten kon, die, met de vóórnaam- te zee-voogden van dien tijd aan het hoofdde leine Republiek eerbied en ontzag deden verwerven, ca hare regten, waar ook aangerand krachtdadig beschermden en daarbij tegelijk overwegen wet zij thans, met den weidschen titel: Konink lijke Nederlandsche Marine prijkende, geworden is, niettegenstaande de enorme sommen welke zij sedert eene reeks van jaren den lande gekost heeft, doch die voor het grootste gedeelte tot het aanleggen van vaak noodelooze établissementen gebezigdof nog erger, aan schandelijk hoog op gevoerde traktementen van begunstigde zonen, broeders of neefjes verspild werden, -j-) Bij die over weging van hetgene onze zeemagt vroeger was ert wat zij nil is, naauwelijks de schaduw meer van het voorheen zoo krachtige ligchaam zal men tevens de overtuiging bekomendat zonder eene algeheele verandering en vereenvoudiging in alle lakken en deelen van dit departementgeene wezenlijke bezuinigingen te verwachten zijnniet alleen maar ookdat zonder eene gehcele reor ganisatie onzer marine, zij zich nimmer uit het diep verval zal kunnen opheffen waarin zij thans gezonken is. En van zulle eene reorganisatie, van dergelijke doortastende vereenvoudigingen en bezui nigingen, wordt in het Verslag niet eens gerept. Wel zegt het, »is de inrigtiug van dit hoofdstuk voor vereenvoudiging vatbaar, waaruit later (alwéér dat rampzalig lateraanmerkelijke be zuiniging zal kunnen let weizal kunnen voortvloeijen maar, dadelijk werkende bezuiniging kan er volstrekt niet gevonden worden. En de traktementen der maritime ambtenaren en zee officieren dan? en het Instituut voor de Marine te Medemblikl dateven als de Militaire Akade- mie te Breda, slechts ten behoeve der aristocratie opgerigt, aan de Natie een doorn in het oog is, daar het aan den burgerzoon, wiens ouders niet hij magte waren hem daar 4 jaren te laten slijten hoe kundig en braaf hij ook wezen moge, de hoop op bevordering geheel cn al beneemt. De eerste, lieve, kaalgeplukte medeburgersl durft men niet aanraken; daartoe hebben onze Alt zoodanig heeft men dan ook voorgesteld de algeheele opheffing van 's Rijks-Werf le Rotterdam. liberale en volksgezinde minislers geen moed genoeg; en liet laatste staat onder de hooge bescherming van Z. Ex, den Minister Rijk(den deserteur van het behouds-ministerie) die hetzelve volstrekt onmisbaar acht ter verkrijging vart kundige en bekwame zee—officieren. Wij zouden wel geneigd zijn aan Z. Ex. den Minister van Marine te vragen op welk Instituut den éénigen de Ruiter zijne opleiding ontvangen heeft, of waar de Trompen, de Evertsen, de van Galen's en zoovele andere onsterfelijke zeehelden, die Neèrlands vlag, Ihans helaas 1 een spot der Natiën, aan alle oorden der aarde wisten te doen eerbiedigen en zichzelve onverwelkelijke laauweren gevlochten hebbengevormd zijn? of in welke school het magtig Engeland nog heden ten dage zijne zee-officieren hunne opleiding erlangen doet? en wij twijfelen geenszins of Z. Ex. zou zich door die vragen niet wei nig in de engte gedreven voelen. Nu is het IX Hoofdstuk der begrooting. Fi nanciën, aan de beurt. Een kille schrik bevangt ons alleen bij 't hooren van dien naam. En niet zonder groote redenen. Dat hoofdstuk financiën heeftvooral in de laatste jarenzooveel ellende over Nederland gebragthet heeft zooveler welvaart vernietigdaan zoo veler oog een traan, aan zoo veler mond de ijsselijkste vervloe kingen ontlokt, dat men niet dan met weerzin en afkeer daarover spreken of schrijven kan. Hooren wij echter wat het ministerie daarover zeggen zal. Het eerst hebben wij van dit Hoofdstuk: A, Renten der Nationale Schuld, bedragendede énorme som van 36,271,811,33 ZeggeZes en dertig Milliocn Twee maal Honderd één en Zeventig DuizendAcht Honderd Elf Gulden, en 33 Cent. Inderdaad een ont zettende som. De ministers stappen er echter luchtig over heen, en of 't een niets beduidende bagatel ware, bepalen zij zich tot te zeggen: rVoor financiële operatiën, ten doel hebbende om door conversie van schuld den rentelast te ver minderen schijnt het tegenwoordig tijdperk minder geschikt te achten." Ongelukkig Vaderland 1 de nu reeds voorgestelde, inderdaad niets afdoende bezui nigingen zullen eerst met ter tijd zich openbaren, en voor den eenigen financiëlen maatregeldie krachtdadige hulp, misschien volkomene redding aanbrengen zou. en zonder welks spoedige toe passing gewis alles verloren moet geacht worden, de conversie onzer Nat. schuld n. I. schijnt het tegenwoordig tijdperk minder geschikt te achten." Het grootste struikelblok voor uwe verligting en welvaart, de ondragelijke rentelast van ruim 36 Millioen guldens, blijft alzoo onaangeroerd op uwen weg liggen, medeburgersl en wanneer gij u, met de wanhoop in het hart, naar het kantoor der belastingen begeeft, om daar uwen laatsten pen ning in de nog altijd bodemlooze schatkist te werpen, troost U dan met de bemoedigende ver zekering onzer ijverig reddende ministers: «Voor financiële operatiënten doel hebbende om door conversie van schuld den (ondragelijken) rentelast te verminderen, schijnt het tegenwoordig tijdperk minder geschikt to achten." Ach had men toch voorheen het tijdperk ook wat minder geschikt geacht om lasten op lasten en schulden op schulden te stapelen. Op het 2d8 gedeelte van dit Hoofdstuk, B, Fi nanciën, de eigenlijke uitgaven van het departe ment zelveen de onkosten voor het personeel der ambtenaren tot inning der belastingen be- noodigd aanwijzendeen voor 1849op 6,276,909,07'/, geraamd verklaart het Verslag eenige bezuinigingen mogelijk die deze uitgaven met ongeveer 120,000 zouden verminderen, waarbij nog de verklaring gedaan word, dat, mogt later (wanneer?) een gewijzigd belastingstelsel ingevoerd worden dan nog meerdere bezuinigingen zouden kun nen gevonden worden. Wanneer men nu die voorgestelde bezuiniging van ƒ120,000 met de op de begrooting geplaatste som van ƒ6,276.909,071/, vergelijkt, en daarbij slechts ter loops het overtalrijk en doorgaans veel 'e hoog bezoldigde ambtenaren-personeel bij dit "eparteinent en bij de belastingen werkzaam, gade slaat, zal men duidelijk zien kunnen, dat het den tegenwoordigen minister van financiën, evenmin als zijn groeten meester cn voorganger Floris van Rail, ernst is met zijne bezuinigingen, en dat de man zich, eigenlijk gezegd, fiezig houdt met de natie zand in de oogen te strooijen. Micliiel de Rondt. (Vervolg en Slot hierna.) •f) Ten einde onze lezers alwederom te bewijzen, dat wij met volle regt van schandelijk hoog op gevoerde traktementen spreken, laten wij hier volgen eene Opgave van de ZAHEIVSTEEEIIVG DER ZEEMAGT aan eene juiste bron ontleenten waarin men eene aanwijzing der sterkte van ons korps zee-officieren, en van hunne traktementen en kommandants-gelden vinden zal. GRADEN. 1 Luit.1 Admiraal 4 Vice-Admiraals 6 Schouten-bij-nacht 24 Zee-kapiteins 31 Kapitein-luitenants 78 Luitenants l'18 klasse 154 idem 2d0 klasse Komm.1 v. d. breede wimpel Oudste Kapitein Kapt.-Luiten. 107 Adelborsten 1"" kl. De Kommand, van een schip van 80 stukk. id. id. 70 id. id, 44-64» Kapitein-luitenant id. 18-32» Luit.Mwmmand. van een Brik of Korvet, id. als l"to Officier op een Linieschip, id, id. op een Fregat. Traktemen ten. f 6,000 4,000 3,000 1,800 1,200 800 600 2,500 2,000 1,400 150 Komm.nid, Gelden. 24,000 18,000 15,000 10,000 5,000 3,000 12,000 450 10,000 9,000 8,000 5,000 3,000 1,500 1,250 Parijs, 7 December. Freslonde minister van onderwtjs en eeredienst, die door Cavaignac naar Marseille gezonden is, om den paus te ontvangen, is iemand, die zeer weinig opheeft met godsdien stige denkbeelden en gebruiken. Hij was het, die, ongeveer 8 it 10 jaren geleden toenmaals een jong advocaat te Angers zijnde, eenige reliquiën in het water liet werpen en zich daarover tegen de ver baasde menigte op eene vrij ruwe wijze uitliet. Niemand zou meer aan deze gebeurtenis gedacht hebbenwanneer niet de vrijdenker van Angers thans minister van onderwijs ,en ceremoniemeester van den paus geworden ware. Uit Italië is heden slechts weinig te melden. Bologna verzet zich tegen Rome; alle gedeputeerden van deze plaats hebben hun ontslag genomen. Kar dinaal Orioli is door den Paus zeiven tot zijn plaats vervanger benoemd. Het gerucht, dat te Rome de republiek uitgeroepen was, heeft zich niet beves tigd doch wel dat van de vergiftiging des konings van Sardinië; gelukkig echter is laatstgenoemde tot dusverre aan den dood ontsnapt. Zijne genees- heeren ten minste staan voor zijn leven inonge lukkig is het te voorziendat de gezondheid des konings verwoest zal zijn. De paus is volgens de laatste berigten nog altijd te Gaëta. Sommige bladen beweren intusschen, dat hij inderdaad de wijk zou genomen hebben naar het klooster van den Monte Casino, anderendat hij het aanbod des konings van Napels aangenomen en het paleis van Gaserta betrokken heeft. Dit laatste is wel het minst waarschijnlijk. AVccnen3 Dec. In de vierde zitting des oostenrijkschen landdags te Kremsier, gaf de minis ter-president von Schwarzenberg te kennen, dat li ij der vergadering eene allerbelangrijkste niededee— ling te doen had. Hierop las hij het protocol voor, waarbij Z. M. keizer Ferdinand 1, in de kroonings- zaal van het aartsbisschoppelijk paleis te Olmutz, in tegenwoordigheid van de aanwezig zijnde leden van het keizerlijk huis, van prins Wiitdisehgralz en den Bati van Croatieden ministerraad hijeen- geroepen en aan denzelven medegedeeld haddat hij door gewigtige gronden bewogen werd de kroon ten gunste van zijn neef Frans Joseph ne der te leggen, nadat hij dezen voor mondig verklaard en nadat Z. Keiz. Hoogh., de aartshertog Fran» Karei ten gunste van zijn zoonafstand van dn kroon gedaan had. Na deze kennisgeving las de president het afscheids- manifest van den keizer aan het oostenrijksche volk voor. In dit manifest zegt de keizer hoofd zakelijk, dat de drang der gebeurtenissen, de on miskenbare en onvermijdelijke behoefte aan eeno groote en veelomvattende staatkundige hervorming, waaraan Z. Al. in de maand Alaart dezes jaars trachtte te gemoet te komende overtuiging bij hem gevestigd had, dat er jeugdiger krachten ge vorderd werden, om dit groote werk tot stand te brengen. Bij dit manifest was gevoegd een ander, waarbij de nieuwe keizer, Frans Joseph 1, aan zijn volk kennis geeft van zijne troonsbeklimming. Overtuigd van de behoefte aan de hooge waarde van vrije, aan den geest des tijds beantwoordende instellin gen, verklaart de nieuwe keizer, dat hij met ver trouwen de baan zal bewandelen, welke tot eene heilrijke hervorming en verjonging der monarchie leiden moet. De tegenwoordige keizer Frans Joseph is de oudste zoon uit het huwelijk van den eenigen broeder des keizers Frans Karei Joseph en de aartshertogin Sophie. Hij werd geboren in het jaar 1830 en is alzoo 18 jaar oud. Keizer Fer dinand 1 heeft van 2 Alaart 1835 tot 2 December 1848 geregeerd. Indien men geloof mag slaan aan sommige dagbladen dan zou er sprake zijn van eene rus- sische interventie ten behoeve van Pruisse». Alen voegt er bij, dat Keizer Nicolaas zou gezegd heb benniet te zullen dulden, dat een oproerig volk zijn schoonbroeder van zijne magt of regten be roofde, cn dat hij, om hem te ondersteunenop het eerste teeken, 600,000 man tot zijne beschik king zou stellen. Herlijn, 5 December, Het d tgblad der regering behelst een koninklijk besluit, waarbij de pruissi- sclte nationale vergadering ontbonden wordt ver klaard. In een rapport van het staatsministcrie aan den koningworden de gronden uiteengezetwaarom de ministers het raadzaam hebben geoordeeld, Z. Al. dezen maatregel aan te raden. De houding, welke de partij die zich tot nu toe tegen de ver plaatsing der vergadering naar Brandenburg verzette, den lsten dezer in de vergadering te Brandenburg aannam, had ten duidelijkste het bewijs geleverd, dat van die fractie der afgevaardigden, welke na den Oden der vorige maand hare beraadslagingen te Berlijn voortzette, een groot en nog altijd de meerderheid uitmakend gedeelte, op een standpunt blijft staan waarop de vereenigiog met de kroon onmogelijk is. 15ij de numerieke sterkte dezer partij zou het steeds van haar goedvinden afhangen de vergadering gelijk op den lsten dezer geschied is onbevoegd te maken, om te besluiten, zonder dat tegen eene zondanige handelwijze, door de bijcenroeping van de plaatsvervangers zou kunnen worden gewaakt. De vergadering bevindt zich dus naar het gevoelen van het ministerie ineen zoo verwarden staatdat met haar de beraadsla gingen over liet werk der constitutie, zonder de eer j der kroon in de waagschaal te stellenniet langer

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1848 | | pagina 1