2 KOOMWINDIOLEI FRAAI GOEDKOOP! Galanterijën en Kramerijcn, BÓEREN-KNECHT wendigsle behoeften des levens onthuuden. ja! liet onmisbaarste vcrkoopen of verpanden, do Eerste Kamer, zeggen wij, na deze lange uitwijding, heeft thans eens neen gezegdhoe gewoon anders ook, om alles goed te keuren en ja te knikken, Haddc het het ontwerp gegoldenom de Natie nog meer uit te zuigennog hooger te belasten of 0111 verhooging van traktement van hoog ge plaatste Ambtenaren, de Leden (die onder die hoog geplaatste Ambtenaren zonen broeders of neven tellen,) zouden ja geknikt hebben, hiertoe houden wij hen in staat, lamlendig als zij zijn. Maar nu het de afschaffing geldt van de ge vloekte, algemeen verachte mensch onleerende en godtergende geeselstraf, nu zegt de Kamer «neen." Nu zegt de Kamer er moet gegeeseld worden, en waarom niet. het raakt die Leden immers niet, want wie worden er gegeeseld immers hel gemeen, en wat beduidt dal? Wij hebben nog nimmer eenen Minister of een Lid van de Eerste Kamer zien geeseleti. Jam mer, waarachtig dat spijt ons. De geeselstraf is ecne barbaarsche straf, die niet meer tot onzen tijd behoort. Eeuwen lang heeft men gegeeselden is het menschdom er door verbeterd? Neen! duizendmaal neen', zoude het welligt daar vandaan komen, dat zij, die juist verdienden gegeeseld te worden, nimmer eene geeseling ontvingen. Ieder weldenkende, ieder, die een menschelijk hartgevoelig voor het lijden van zijnen eveu- mensch, in zijn binnenste omdraagt, verafschuwt eene pijniging, die hij zelfs niet zijnen hond zoude aandoen. Schier overal is die straf afgeschaft, maar hier in Nederland zal ze blijven bestaan, omdat niet de Natie, maar de suffers van de Eerste Kanier zulks willen. Weet gij, Edelniogende Heerenof welken fraaijen titel gij ook wilt dragen, weet gij, met uwen van Rappard aan het hoofd, de man, die het geeselcn zoo verstaatweet gij allendie het wets-ontwerp tot afschaffing van de geesel straf door de Tweede Kamer, en het zij ter harer cere gezegd aangenomen verworpen hebt. weet gij, wat gij zijt? Gij zijt mannen zonder gevoel voor mensche- lijkluid, tegenstanders van beschaving, mannen, dien wij niets liever verlangen, dan te missen; want waarachtig om aan ieder uwer /'3000 'sjaais te betalen, omdat gij de geeselstraf in stand wilt houden is te veel en daarenboven kunnen wij maar niet begrijpen, wat wij met u doen, pluk kers van de schatkistdie gij zijt, Wij spreken de waarheid en alvorens zulks te bewijzen, verplaatst u Lezers! met mij op de strafplaats, ik wil u aanschouwelijk de barbaarsch- heid voorstellen, die de Leden der Eerste Kamer wenschen in stand gehouden te zien. Kamer die afschaffing niet begeertdus zal dat schandelijke en wreode gebruik in stand blijven. Zegt, kunt gij het ontkennen, dat de voorstanders dier onmenschelijkheiddie Leden der Eerste Kamer welke het ontwerp tot afschaffing verwor pen hebben mannen zonder gevoel en tegenstan ders van beschaving zijn. Maar weet gijwaarom zij de instandhouding der geeselstraf begeerenhet is niet, omdat zij van de wettigheid van dezelve overtuigd zijn. Neen ook zij zijn van liet gevoelen doordrongen, dat men den misdadiger niet verbetert door hem den rug aan bloed te slaan dat de mensch geen kleedingstuk is, waaruit men het kwaad kan slaan, even als door slaan een kleed van stof gereinigd wordt. Zij weten weldat door het geeselen de misdadiger nog meer bedorven wordtdat hij ver hard wordt en verbetering schier onmogelijk voor hem wordt, daar hij, juist door die geeselslagen. die onteerende straf, datgene verloren heeft, nat alleen in staat is, om hem het verkeerde pad, dat hij bewandeld heeft, te doen verlaten het eer gevoel. Dat eergevoel is bij hem uitgedoofd. De gestrafte is zelfs in zijne eigene oogen verlaagd, onteerd. Ten aanzien van duizenden heeft hij eene vernede ring ondergaan, zoo groot als er slechts eene ver nedering bestaan kan, wat raakt het hem toch, be zoedeld vertrapt, bevlekt, onteeid, als hij is, of hij nog meer vlek op zich laadt. En dit alles weten zij, die de geeselstraf voor staan. Hun eeuig doel kan niet anders zijn dan zich door dezelve gevreesd te maken, daar zij geene verdiensten bezitten, om de achting en den eerbied te verwerven. Zij begrijpen, dat liet volk niet dwaas genoeg meer is, 0111 hen als verhevene wezens te beschou wenomdat zij rijk en aanzienlijk zijn. Om het arme Volk in bedwang te houden, gebruiken zij de geeselroede maar dat is ellendig, vloekwaardig. Zoodra het Volk luide mogt morren, al ware het dan ook, omdat het honger lijdt en gebrek ten prooi is, omdat het knellende juk der belastingen, hetzelve ;op de schouders gelegd hetzelve te druk kend valt, om Oiok die voorstanders der geeselwet vet te mesten, zpllen zy de geeselroede laten zien, even als men de zweep opheft tegen het paard, dat niet blindelings zijnen meester gehoorzaamt. Geeselroede ellendig, vloekwaardig, tot den Hemel om wraak roepend middelom het Volk in bedwang te houden. Daar staat het schavot, walgelijk, als het al tijd is, het schavot, de plaats der geregtelijke martelingen, der pijnigingen en onteeiing, volgens de wet. Op het schavot verheft zich een paal die reeds bij den eersten aanblik doet huiveren en eene koude rilling door de leden jaagt; want die paal is de geeselpaal. Duizenden omringc-n liet schavot, en aller blik is gevestigd op die vlek, op onze beschaving kle vendedat onweèrlegbare bewijs van de laagte, waarin wij nog verzonken liggen. De oogenblik is daar, waarop de mensch ont eerende, de godtergende straf zal worden ten uit voer gelegd. De veroordeelde betreedt het schavot. Hij is ten halve lijve ontkleed de schouders, de rug en de borst zijn ontbloot. Reeds dit gezigt verwekt huivering, het heeft iets onzedigs, waarover ieder bloost, die zedelijk gevoel in zijn binnenste omdraagt. De ongelukkige wordt aan den paal gebonden, de handen omhoog geheschen zoodaning dat zijne voeten naauwelijks grond raken, en hij meer hangt dan staat. Die uitrekking doet hem de leden kraken, reeds vertoont zijn gelaaide uitdrukking van de hevigste smart, en nog is het slechts een begin nog is de foltering niet daar. Daar heffen de knechts van den beul de berken geeselroeden opzij dalen hoorbaar op den rug des veroordeelden neder. Genade! om Gods wil ge nade!" gilt de ongelukkige, en wringt zich om de geeselpaal en slaat met het hoofd tegen denzelven, want de pijn is duldeloos, onuitstaanbaar de smart. j> Genade! om Gods wil genade!" Vergeefs zijn die kreten der wanhoop, met kracht vallen de slagen elke slag laat een bloedend spoor achter, de vaneengeretene huid hangt in stukken, en.... Dan neen, niet verder, wij willen het gevoel onzer Lezers niet te zeer schokken. Gij walgtis het zoo niet, van dit afschuwelijke tooneel, en is de flaauwe schets, dien wij u gaven reeds genoeg om uw gevoel te kwetsenhoezeer zoude het dan niet als vaneengereten worden wanneer gij de verschrikkelijke barbaarschheid door ons geschetst, werkelijk aanschouwdet. En toch hoewel en de Koning en de Natie en de Leden der Tweede Kamer getoond hebben de afschaffing der geeselstraf te begeeren, zal ze blijven bestaan omdat de meerderheid der Eerste Nederlanders 1 nimmer waart gij wreedmen- schelijkheid was steeds het kenmerk van den echten Nederlander. Laudgenootenzult gij met leede oogen aanziendat er nog langer eene straf in uw midden blijft bestaan, die u verachtelijk in de oogen van elke beschaafde Natie maakl? Zult gij een schjndaal dulden, dat iedereen ver acht, en alleen zal blijven bestaan, omdat een tiental gevoellooze, onmeedoogende mannen zulks begeeren? Nederlanders! wanneer gij de namen uitspreekt van Alva en Don Juan dc Varges vergeet dan ook niet de namen te noemen van hen, die het ontwerp tot afschaffing van de geeselstraf verworpen hebben. Die namen, wij zullen ze u noemen, zijn: Martinivan Ilugenpoth, van der IIoop, Brugmans, van Nesvan Rappard, Junius van HemertHin- ioopen van der IJouven en van Akerlaken. Onthoudt ze, leert ze aan uwe kinderen, en wij zijn er van overtuigd dat gij noch uw kroost ze zegenend zullen uitspreken. De hevigste verontwaardiging bezielde ons, toen wij dit artikel ter nederschrevenons bloed kookte, en van afschuw beefde onze hand, waarmede wij de pen voerden toen wij het bovenstaande ter nederstelden. Nog nimmer hebben wij -eene strafoefening bij gewoond maar blijft de geeselstraf bestaan, en mogte het gebeuren dat die straf aan Leden der Eerste Kamerdie zich voor de geeselstraf verklaard hebben, wordt voltrokken, dan zullen wij die straf oefening bijwonen, en 011s gevoel zal niet geschokt worden. Wreedaards zijn van God vervloekt, denkt aan Caligula, Nero Heliugabalis, ücsscls, Robespierre, en 7.00 vele anderen, wat is hun einde geweest? Zij zijn gevallen in den kuildien zij voor anderen graafden. Wreedaards zijn van God vervloekt. (Hydra.) I1TGE301TDE1TE STTTZSE1T. Aan de Redactie van tien Zicrikzceschcu Nieuwsbode. 's Gravenhage1 Aug. 1848. Het Pensioen iler Ministers. Opmerkzaam gemaakt door de aanprijzing in bet Han delsblad van 13 April 1848, n.° 5112, schaften wij ons aan de IVet op de burgerlijke pensioenenopgedragen aan Z. M. den Koning, en f 3,50 uitgegeven bij de gebr. v. Langenhuizen alhier, met weldadig oogmerkdoor een schrijver die zich niet heelt genoemd(zeker geen gunst- 'of roem-bejager.) Toen nu, dezer dagen zooveel sprake was van dc liooge pensioenen der afgelredene ministers raadpleegden wij dal werk natler ten gevolge waarvan wij vriendelijk verzoeken eene plaats voor de slotsom onzer bevinding in te rui men in uw geëerd blad. Toenemende.beschaving, lazen wij, vcrcischt bekostiging der openbare diensten. Die zich aan deze toewijden moeten zekerheid hebben daarin zoowel als in eenig ander bedrijf, levensonderhoud te vinden, in den regel, door middel van betaling. Is het loon zo.» ruin» dat alle dien sten worden vergoed dan kan greu pensioen te pas komen; niaar bijtin nergens in Europa laten de financiën zulks toe, en wordt des ambtenaars mindere wedde later aangevuld door pensioen, waarop ook zijne weduwe cu hulpbehoe vende kinderen aanspraak hebben, omdat dc ambt.r door de staatsdienst berooid werd van gelegenheid om als in ander bedrijf, iets over te sparen; en opdut pensioen of uitgesteld deel der bezoldiging, waarvan de minsten genot hebben, woidt nog meer bezuinigd door geilwon- gene bijdrage, dus ecu gekocht regt. Dat alles is zoo eenvoudig en vooral als mea dc xvii hl. voorrede gelezen heeft, zoo onbetwistbaar, dat men vei baasd slaat hoe er, blijkens het boek, zooveel wartaal over pensioen is kunnen uitgekraamd worden en hoe zelfs lie hr. Sterling (bl. 22) het kon vergelijken met het wel doen aan armen. De hr. Rochussen bestreed die aalmoe zen naar Kemper niet: de pensioen lijst is de prijs waarvoor wij onze rust gekocht hebben. Bij de b.-.sluiten waarbij aan de Excellente ex-ministers hunne schrikwekkende pensioenen werden verleend, was ver- j wezen naar art. 47, 43 cu 11 der wet. Bij art. 47 is vermeld) J dat dc berekening iu dit art. (voorbeslaande ambtenaren, niet betrof ministers, op welke, krachteus art. 43, het art. 11 (over toekomstige ambteuareu!) moest worden toe- gepast. I In de aaiiteekeniiigeii bij art. 11 wordt, uit de officiële j stukken aangetoond, wat MEN de goede Staten-Geueraal I waarvan velen zulke heldere denkbeelden over pensioen i hadden, zooal heeft verteld over hoog standpuntjvrWt'/- vallige loopbaanonafhankelijkheid ea dergelijke fraaije woorden meer, als reilen om een minimum van ƒ3000 en een maximum van 5000 te bedingen en toen de j Edelmogendeu verlangden de 5000 op 4000 te brengen! inet weglating van uiiuimum voldeed MEN alleen aan dit laatste latende daarna aan de Edelmogendeu de vreugde der opmerking, dat een minister ten minste één jaar moest hebben geëxelleerd om aauspraak op pensioen te hebben, zonder antwoord of, welligt voor behoudens explicatie naar en bij occasie! (bl. 114.J Men herkent hierin weder geheel den trausactiegeest van den verdediger der versletene grondwet en bedorvene aardappelen met de sjaggelarij van eerst zeer hoog te eischen. Zoomin als Noordstar of O/ivarius aan den eigenaar, be twisten wij den hr. van Hall eene zekere male van dur ven i hoezeer durven en durven twee iszooals bleek in zake den hr. van Dammaar wel om ons het geloof op te dringen dat hij, na doode van schoonpapa Boudt eenig financieel plan zelf hebbe uitgedacht, of dat, dan nogdie plannen niet eigenlijk herkomstig waren van den hr. RochussenZoo is het ook met deze wet; iaatslgeu. verlangde in 1842 6000 max. (bl. 115,) maar sprak daarentegen van de oualhankelijkheid welke een minister behoort te keumerkeu, zooals hij dit terstond bewees, bij bet vallen van zijn eerste groote welwaarover zekere licerendie er legen waren en later den hr. van Hall wel moesten helpen nog treuren. De hr. van Halldie het geheel zoo goed overzag en met tranen iu de oogen afscheid nam van zijne ambtena ren en van een aantal dagbladen liet ook een (dubieus) legaat na aan de tegenwoordige tijdelijke ministersdoor de verklaring zoo het schijnt, van hem, (bl. 114) dat art. 11 alleen slaat op ministers met vaste aanstelliug, en niet op die ad interim. Pensioen nu toetsende aan bovengemeld beginsel van aanvulling van weddevalt eerst te onderzoeken of het niiuisters-tiaelemeut *zoo ruim is dat het strekt tot ge- s noegzame vergelding voor gewone en buitengewone d'ten- sten en hem ten volle schadeloos stelt voor het verslijten van ligcliaam en ziel voor zijn geheele levert' (bl. m voorrede); zoo neen, of de vereischte aanvulling dan 5000 moet bedragen. De oplossing is kort, door eenvoudig te doen opmerken, dat de ministers genieten het bagatel van 12,000's jaars, of f 1000 'smaauds, of,/ 33,34 per dag, off 1,39 per uur, ook voor die slapende, in de club, besoignckamer soiiées. comedie of elders doorgebragt. "Wij vragen het in gemoedeof, wanneer zulk een verbazend tractement, door een uitgemergeld volk op te brengen, nog aanvulling vordert, alsdan een pensioen niet, nog eenmaal de reeds vergolden diensten kwijt en -eene gunst is, niet overeenlrengbaar met eene doelmatige aanwending der algemeene geldmiddelen (bl. nr id.J De hr. van Hall aftredeude, dong niettot Joon van vele diensten waarvoor wij hem gaarne verdiende hulde toekennen bij het bezit van vele decoralierinaar adeldom maar a u-desses du van (vent), vroeg hij slechts pensioen, en gaf toen doorslaand bewijs, hoe hij door schouwde, dat de vent-hale toch wat erg over het geu.d van Haal's artikel had gewaaid, door afstand van,/2000 pensioen ten behoeve der berooide landskaseene daad die, (de wetwet zijnde,) hem zeker niet tot oneer strekt; maar waarvoor hem welligt meer den dank der ambtena ren toekomt, want een art, vcor toekomstige ambtenaren toegepast zijnde, en voor dezen bij att. 33 ecu fonds op- gerigt zijnde zouden wij van oordeel zijn dat hel fonds der ambtenaren de overige ƒ3000 moet kwijten doch de natie toch moetende betalen wanneer het fonds door zulke hoogc pensioenen is uitgeput, zoo komt het neer op uitstel van executie. Maar wil hij wezenlijken dank der natie inoogsten, zoo bewege hij tot het volgen van zijn voorbeeld, de ministers van malaise 5000, van grand utilité a 5000, van toeval lige kinderen a 5000, van talenten des hemels k 4500, die étranger aux affaires a 5000 van gedwongene leening of burgerbloed en list k 5000, en van de beide eeredien sten k ƒ10,000, en lichte hen in, hoe dat gekke art. 11 in de wereld kwam. Wat den hr. van Rappard aanbelangtmen lette, dat het besluit ook is gegrond op art. 8 en 13 zoodat vroe gere aauspraak alleen is aangevuld met 2 maanden dienst op hooger wedde. Aangezien ZEd, vreest voor het ver breiden van ontevredenheid in sociëteiten door gepensio neerden (bl. 12) en afkeer van bovenmatig hooge pensioe nen hi tijden van zware belasting heeft (bl. 11dat getal 11 is ioch een dwaas cijfer)zoo trooste hij zich door de herlezing van zijne eigene rede, dat zijn pensioen inaar f 1722 bedraagt, buiten het heemraadschap. (Is dat com patibel volgens art. 30 En wat blijft der natie over Als de hr. de Kempe naar hoezeer hijals regeldwaalde, zich gelijk blijft (bl. 54), dal er geene verpligting bestaat lol het verleenen van pensioen dan bcvordere Z E. terstondwanneer voorbeeld van den heer van Hall niet wordt gevolgd eene wet die ongehoorde som van circa eene halve gouds, en ook de^/5000 voor de toekomst, vermitul In allen gevalle zijn wij overtuigd dit als dc mal tanssen der provinciale stalen die wet verwierpcu, t' dan later de vertegenwoordigers der natie zoodanige znlleu voordragen begaan met het arme volk, dat jj zwaar moet hoeten, voor helle lang bezit van zuil Exellente heeren. ADYEHTEUTIEÏT. ^otar's DE KATERNz., zal ïilÉllieïllen verzoe'ie van J- PAASSEop Z> lurtliig den 26 Augustus 1848, di middags ten 12 ure, ten Huize van den Het A. Paulussen, binnen de stad Zierikzee, veilt en verkoopen EENE WELBEKLANTE met aanzienlijken IWEIVTARISmitsgaders, Woonhuis, Schuur, Erf, Tuinen Gevel, gen staande en gelegen in de gemeente va:1 Rvrgh sectie B, n.°' 168, 169 en 170, ter «1 houdsgrootte van 8 Roeden 12 Ellen. Grondlm ten f 32,90. Nadere information zijn te bekomen bij Mil J. F. Schuuriseque Boeije, te Zierikzee, alsmei ten kantore van voornoemden Notaris. LIT DE DAAD TE KOOP) een beste greene SCHEEPS-MASTlang f Ellen 5 Palm en middellijn boven del gemeten, 3 Palm 9 Duim. Te bevragen bi; K. HAMELUVK, te Neuzen. K3? Bij den ondergeteekenden zijn voortdu rend te verkrijgen, diverse soorten van KEIJEN, in verschillende grootten; ook worden dezelve door hem franco ter plaatse geleverdin zooverii daarloe geregelde gelegenheid bestaat. Cf. KLOOS, Hoofdsteeg te Rotterdam, Een BOE1JERSC1IUIT te koop groot 22 Ton, adres met franco brieven on der lel ter Z. bij den Boekhandelaar Si, 1ILART van «Ier 1IALEA, te Rrouwersham, Zoo is eenen aai de verse onzer gr werpen de !wee( aangenoi heid van Wij zi ligcliaam het slecl en wij einde aa nog lan Vervol nanvanlu J '.vrede schijnt, instandb veel vai offer bre Den c gebragt. Acht 1 zigt, zij (Ierland de grool slemden niet le zi ncn zin ning de liggen ontslag Een groot assortiment FRAA'SCHEEAGELSCRE DUITSCHEl zullen voor rekening van eenige fabrijkanten, ten gevolge van de plaats gehad hebbende gebeurtenissen opgeruimd worden. Onder de vele artikelenwelke bij Billcllen na der omschreven zijn, bevelen zich voornamelijk aan Moderateur-, Tafel- en Kantoor- Lampen Porceleinen Étagère Ornamentjes van 15 Ct. en hooger, Cartonnages en Pa- peterlés, Porceleinen Pijpenkoppen en Ei.i pcnrocren, MozaïkPalissander, Ebben en andere Fijnhouten Werk- en Ruadrillerloozcn, Kamer- en Kantoorklokken, diverse artike len van Paarlemoer, Ivoor en Been Speel goed enz. Het geacht publiek dezer stad en omstreken, wordt een en ander minzaam aanbevolenen ten vriendelijkste verzocht, deze goederen te komcii: bezigtigen en van de Gocdkoope prijzen ge-! bruik te maken. Gedurende ACnT DAGEN uitgepakt in het Nieuwe Logement van Zeelandbij Mejufvrouw de Wed. J. SWARTS, alhier ]VB. De zaal is aan liet einde der gang en geopend van 's morgens 9 tot 's avonds 8 ure. EEIV KAPITAAL WOONHUIS, met daar achter gelegenen TUIN, staande en gelegen op de Oude Haven over do Stecnen brugte bevragen bij den eigenaar L. van der PLOEG, te Zierikzee. De ondergeteekende brengt door deze Ier kennisdat er zich in de Stads- schutskooi bevinden een zwart bonte OS en eene grijs bonte VAARSbeide onge veer drie jaren oud. Iemand dezelve vermissende, vervoege zich bij den Stads-Veeschutter P. MAANT» S3» TERSTOM» een BEKWAME bcnoodigd. bij CORNELIS BEVELANDER, Jz., te Ouwerkerle in Duiveland. TE ZltKLKZEE, TKIi DK UK KEK IJ VAN P. ms LOOZK i uc behoud natuurlij I)ie m vooruitg; minister verschijr zij houd boel le o zij zeer Ondei bewoner diger! geen be te maki volgendi te zame Deze (wij me jaren bi ring be draagt inzigten Met eei wij onz< ons de eenig a wij zuil den ho legist re MM

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1848 | | pagina 2