LEES HIER!
onderdanen door die vermindering zou worde"
vergroot.
Duizenden van ingezetenen zijn door die belas
ting «rm gewordenduizende anne moeders en
kinderen lijden koude door die belasting. De Koning
zoude dat millioen niet begeerenals hij alle de
ellende en vcrwenschingen kende die de beding
daarvan veroorzaakt.
Het inkomen van den Prins van Oranje ad ƒ200,000
kan zeer wel met de helft worden verminderd,
en nog beter zoude het zijn het bedrag tijdelijk
tot 50,000 te beperken. Waarom zoude de toe
komstige Koning van Nederland niet willen me
dewerken tot behoud van het vaderland
Het onderhoud der koninklijke paleizen ad ƒ50,000,
kan ongetwijfeld ook met de helft van die som
worden bestreden.
De Raad van State kost ƒ88,900. Hij is bij een
homogeen en verantwoordelijk ministerie eene over
tolligheid, een hors d'oeuvrp.
De kanselarij der beide orden en de Hooge Raad
van Adel behooren te worden opgeruimd, waardoor
men ruim 4-0,000 kan bezuinigen.
De kosten van het Departement van buitenl.
zaken bedragen ƒ541,933. Gewis kan meer dan
de helft op dat cijfer worden bespaard wanneer
wij de dwaasheid laten varen eene houding aan
te nemen als of wij een groot Rijk waren.
Het Departement van justitie kost 2,WO.734
Wie wederspreekt het dat door eene herziening
van de organisatie der Regterlijke magt, eenige
tonnen gouds kunnen bezuinigd worden?
Het Departement van binnenlandsche zaken kost
ƒ4-,4-64-,458. Men behoeft den staat van berekening
voor dat Departement slechts in te zien om zich ten
vollen te overtuigen dat almede daarop vele
honderd-duizenden kunnen bespaard worden, dater
eene menigte posten voorkomerr, die men zoude
kunnen dulden wanneer de staatskas overvloeide,
maar waarvan de uitgaven misdaad worden, wan
neer de arme man die betalen moet.
De Departementen voor de zaken der Eerediensten
kosten ƒ2,212,275,11. In de behoeften dier Eere
diensten kan op eene meer eenvoudige en onein
dig minder kostbare wijze worden voorzien en
vele honderd-duizenden guldens kan men uitwinnen
door die Departementen geheel te doen wegvallen.
Het Departement van Marine kost ƒ5,545,632.
Voor hare Marine heeft onze handeldiijvep.de natie
alles over, en het cijfer zoude haar niet hinderen,
wanneer daarmede werkelijk eene goede vloot wierd
in stand gehouden: maar daarvoor wordt het geld
niet besteed, het wordt grootendeels vcradmiiii-j
streerd. De klagte is even algemeen als gegrond,
dat onze Marine verkeert in eenen slechten toe- j
stand; bij eene meer doelmatige en zuinige han
delwijze zouden wij eene voldoende vloot hebben:
en dan nog aanzienlijk minder behoeven uit le
gevende w et behoorde daarvoor te waken en de
volksvertegenwoordigers hebben zich slecht van
hunnen pligt gekweten door daarvoor niet te
hebben gezorgd.
Het Departement van Financiën kost ƒ6,313.189.
Op dit cijfer is welligt de helft te bezuinigen,
wanneer men een leger van ambtenaren afschaft,
die door de afschaffing van onderscheidene belas
tingen overtollig zullen zijn en de administratie
vereenvoudigt.
De kosten van het Departement van Oorlog be
dragen niet minder dan ƒ11,675,000. De be
grootingen van dat Departement zijn altijd goed
gestemd door de Leden der Tweede Kamer, ook
zelfs door hundie tot de zoogenaamde oppositie
behoordenonder zeer weinige uitzonderingen.
Men houdt het er voordat dit geschiedde om
den Koning te believenwijl men wist. dat Z.
M. daaraan het meeste hechtte. Men heeft den
Koning en het Vaderland daardoor eenen zeer
slechten dienst bewezen. Wij gelooven dat men
de helft op die uitgave zoo niet meer, besparen
kon. Waarom schaft men niet af de Nationale
Militie, die het volk verarmd en de jeugd de-
moraliseerd? Vele vestingen kunnen zeer goed
gemist worden, die geheel overtollig zijn in den
tegenwoordigen tijd en die volstrekt geen nut doen,
die om geene andere reden blijven bestaandan
omdat zij eenmaal aanwezig zijn.
Eindelijk bedraagt het cijfer der pensioenen
behalven hetgeen pro memorie is uitgetrokken
ƒ3,431,912. Het grootste gedeelte daarvan wordt
genoten door personen van hoogen standdie
gedurende vele jaren rijk bezoldigd geweest zijn.
Ten behoeve van menigen schatrijken wordt ook
in dit opzigt het penningske der armoede ten offer
gebragt. Ontzettend veel valt hier te bezuinigen.
Het is te wenschendat de wet bepaalde dat
niemand regt op pensioen zoude hebbendie niet
konde overleggen een certificaat van het gemeente
bestuur, waaruit bleek, dat hij daaraan behoefte
had en dat in geen geval eenig pensioen de som
van 1500 zoude mogen overschrijden.
Het bestek van dit artikel gedoogt niet in meer
bijzonderheden te treden, wij zullen de gelegen
heid hebben hierop terug te komen. Het wordt
bespottelijk, wanneer men anders wijze mannen,
hoort volhoudendat er van belang niet zoude
kunnen bezuinigd worden. Tien of twaalf milli-
oenen kan men besparen en dan nog vele werken
tot stand brengen ter bevordering van de welvaart
der natie.-
Gaat voortmoedige mannenLuzac Donker
Curtius en de Kempenaerl op den weg, dien
Gij hebt ingeslagen. Laat U niet ontmoedigen
door de mannen van bet behoud cn der aristocratie;
verlaat Gij de zaak des volks niet, en het volk
zal U niet verlaten (O.)
Waarlijk wij hebben geene reden lot klagen,
omdat de ex-Excellentie's tan Hall en do la Sar-
raz pensioen genieten. Beiden hebben den Staat
groote diensten bewezende een door het Vaderland
le redden, met behulp van eene vrijwillige leening;
de andere door zijne dapperheid, te Bergen aan
den dag gelegd, en door de waardige wijzeop
welke hij de eer der Nederlandsche Natie tegen
den Koning van Sardinië heeft gehandhaafden
wij verwonderen ons zeer, dat de vriendelijke
Jean Chretien Baud ook geen pensioen heefteven
min als de mensehlievende, zachtaardige de Jonge
van Campens-Nieuwlandof den nederigen van
Rappard.
Waar is het. dat die pensioenen de schat
kist wat spoediger dan gewoonlijk zouden ledigen,
en dat de raad ons door wijlen den Dichter
Barbas medegedeeld, voordeeliger voor dezelve zijn
/.oude. Die raad is te vinden in 's Dichters werk,
getiteld: Herfstvruchtenzij luidt aldus:
Financieel hulpmiddel.
Een Koning, lang al dood was eens om go ld verlegen
(Hoe menig Vorst is 't oiel, vooral in onzen tijd)!
Zijn Hofnar had nog pas hiervan de lucht gekregen
Of gaf aanstonds een blijk van zijne schranderheid
Ei, Vorst! zoog' uwe kwaal geneziug wilt bezorgen,
Doe als de Groote Turk: hij kent de medicijn,
Laat, Sire! een stuk of zes van uw Ministers worgen
Eu maak huu schalteu prijs, die toch gestolen zijn.'
BEZUINIGING.
10,009 galden pensioen.
Van de afschaffing der accijns cp het geslagt en
gemaal hoort men nog niets, maar wel hebben
wij gehoord, dat het Z. M. behaagd beeft, den
Heer Baron van Zuglcn van Nyeveltlaatst Mi
nister voor de zaken der Hervormde Eeredienst, en
den Luitenant Generaal F.C. List, laatst Minister
van Oorlog, ieder een jaarlijksch pensioen toe te
staan van 5000.
Aldus kosten beiden, met de Hteren tan Hall
en de la Sarraz de schatkist jaarlijks aan pensioen
20,000.
Gelijke monniken gelijke kappen. Krijgen al de
ex-Exellenljes pensioen, dan ook verwachten wij
eerstdaags te lezen dat er aan de ex-Exellentie's
tan Son Baud, de Jonge van Campens-Nieuwland,
van Rappard, van der Heim, Schimmelpenninck
en Nepveu pensioen is verleenden aldus zal die
gewezene Ministerdrom ons vaderland jaarlijksal
ken aan pensioen niets minder dan ƒ55,000 kosten.
Wat kunnen wij nu hopen van eene aanstaande
verbetering van onzen financiëlen toestand wat
van bezuiniging.
»Lak," zegt de man, die eenen brief moet digt
makelt en geene ouwel gebruiken wil»Lak, lak."
(Hydra.)
16. Ik geloof dat de menscheüjke maatschap
pij van nature noodzakelijk isen dat datgene
wat tnen burgerlijke of staalkundige maatschappij
noemt, niets anders is, dan het vervolgde ont
wikkeling, en de volmaking op den weg van ver
stand en ondervindingvan de vroegere natuur
lijke maatschappijen of onbeschaafde vereenigingeu.
Natuurlijke goedaardigheid.
17. Ik geloof dat de mensch, daar hij uit
zijnen aard gezellig is, juist daarom zich ook uit
/ijnen aardtot zijnen evennaasten voelt aange
trokken dat hij medelijdenddeelnemendgoed
aardig is, en genegen zijne Broeders te helpen en
te ondersteunen.
18. Ik geloof dat de broederschapliefde en
toegenegenheid natuurlijke beginselen of instincten
zijn die door het verstand en de opvoeding ont
wikkeld cn versterkt moeten worden.
19. Ik geloof dat ,de ondeugden der men-
schen in het algemeen, uitwerksels zijn der ver
keerde maatschappelijke en staatkundige organisatie
(burgerlijke en staats-inrigting) en wel vooral door
de ongelijkheiddie het egoisme (eigenbaat)
de onverschilligheidde nijd en de» haat verwekt.
20. Ik geloof eindelijk dat alle ondeugden
cn misdaden verdwijnenen door de broederlijke
liefde cn toegenegenheid zouden vervangen worden,
wanneer in de maatschappelijke en staatkun
dige organisatie meerdere gelijkheid in de
plaats der Teel te groote ongelijkheid
kwam. Vervolg hierna.)
ZlfgEZOITDSHE ST-JZZ31T.
COSMOPHILUS.
(I'oor volwassenen naar geest en ligchaam.)
(Vervolg van N.° 455).
Verstand.
11. Ik geloof dat de mensch uit zijnen aard
verstandig, vatbaar voor meer volmaking, en ge
zellig is.
12. Ik geloof dat slechts bij zeer weinig
meuschen, het verstand, dat is, wat het bad kun
nen zijnwanneer deszelfs ontwikkeling in eenen
heler ingerigten maatschappelijken toestand had
plaats gehad.
13. Maar ik geloof dat het versland of ver
nuft dat de mensch van andere levende wezens
onderscheidt, wanneer het door de ondervinding
is voorgelicht, toereikend is, om de menschheid
volkomener te maken.
Vatbaarheid voor Volmaking.
14. Ik geloof dat de mensch uit zijnen aard
vatbaar is door opvoeding en ondervinding volko
mener te worden, en dat het menscbelijk geslacht
van deszelfs ontstaan af, tot op den huidigen dag,
voortdurend meer volmaakt geworden is; dat het
tegenwoordig beter onderwezen is, dan in eenig vroeger
tijdperk, en dat het onmogelijk is de grenzen van
deszelfs verdere volmaking te bepalen.
Gezelligheid.
15. Ik geloof dat de mensch uit zijnen aard
gezellig isen bestemd om in gezelschap te
levenen dat hij overal en altijd in meer of min
der talrijke gezelschappen of maatschapjiijcn ge
leefd heeft.
Men ziet in onzen tijd veel dat ieder zich loe-
legd meerdere verdiensten builen zijn eigenlijk
bestaanmiddel te verkrijgen. Van hem die het
noodig heeftis dit niet te misprijzen hem die
het niet noodig heeft, (waarvan de Nieuwsbode
onlangs eenige staaltjes heeft in het licht gesteld)
staat het slecht, wijl hij daardoor anderen, die
het soms hoog noodig hebbenhet brood uit den
mond steelt; en hem die het niet noodig heeft, en
die bovendien het vak niet kent waarmede hij zich
a'geeft, staat het dubbel gemeen. Zoo zijn er bij
voorbeeld te Middelburg twee school- en één
Ijk-VOS, die behalve hun ruim middel van
j bestaanzich nog opwerpen als onderwijzers in de
Navigatie.
Dat zij hiertoe de noodige kundigheden missen,
blijkt uit de daadzaak dat zij er toe hebben zoeken
te gerakendoor de voorbeeldendie een oud
zeeman en onderwijzer in dat vak, bij zijne lessen
gebruikte, als het ware te stelenen hem op die
wijze zijn sober bestaan geheel te ontnemeD.
Voor het bewijs van miju eerste gezegde pleit, dat ik
reeds van drie differente schoolmeesters leerlingen heb ge
had, die na den tijd dat zij lessen hadden genoten
eene meer dan volledige kennis (die voor hun vak moest
dienen) hadden behooren te bezittendan, helaas.' wat
hadden zij geleerd zoo wat malletje na matletje te ma
ken zonder nog iets le kunnen oplossen of begrijpen,
veel minder dat zij immer een passer in de handen had
den gehad of het juiste beDoodigdc werk voor een koop-
vaardij-stuurman hadden gezien.
Voor mijn tweede geval pleit, dal de heer Hector
van eene mijner leerlingen, genaamd Metscher zijn bij
mij gewerkt boek met voorbeelden heeft weten magtig le
worden, ten einde ook op die wijs met eens anders
veren te pronken, (trouwens van dien heer kan men niets
anders verwachtendaar hij in dit vak nog le oDnoozel
is om het voor- van het achterschip uit elkander te
kennen, bewijze ZEd. lompe vraag, gedaan aan een eer
ste stuurman, toen ZEd. aan boord van een der Middel-
burgsciie schepen eene visite maakte waar of de plaats
was vao waar zij honuc observaties deden even als of
men aan boord ook een cadeier of lessenaar gebruikte),
doch jammer voor ZEd. dat die jongeling nog niet vol
leerd was, en heeft hij dus slechts half geprofiteerd.
Ook zoo moet ik vcrouderstelleu dat het geval zal zijo
met dien schoolmeesterszoou van Meliskerke die ik zoo
ver heb gebragt, dat hij noe eenige lessen had over le
werken. Dan die van zijne reize te huis komende, op een
heele jesuiten manier, door zijn vader besteld wierd, bij
ZEd. Confrater den heer Gou&aten «inde ZEd. des
verkiezende ook van die vruchten zou kunnen plukken.
Dat een en ander niet zonder intrigues geschiedkan
ieder ligt begrijpen; zoo kwam er het gepasseerde jaar eeo
dwergje vau een oudermeester van den lieer Auer bij mij,
om te informeren wat ik voor eene les moest hebbeu in
de veronderstelling dat dit hu, bu ba meester met een
antwoord terug zal komenbeveelt hij hem bij den ijk
meester om diens post mede te helpen verdubbelen zoo
als het helaas! algemeen hel geval is, indieu men slechts
de aristocratie weet te behagen.
De reden alzoodat ik thans weinig leerlingen
hebmoet ik niet zoeken in mijne manier van
lessen geven, immers dan zou men mijne voor
beelden niet (zoo als men dit noemt) stelen maar
wel in den haat van twee of drie personen alhier,
die zoo gaarne hadden gewensehtdat ik in 1845
hunne geloofsbelijdenis had aangenomen; ik be
doel: dat ik meer in de staatkundige brieven,
dan in de Brochure Nu of Nooit had behooren te
lezen en die had moeten omhelzendan daar
toe was ik te onnoozelen wit blijft wit en zwart
blijft zwart.
Ik vertrouw door deze weinige woordenaan
mijn eigen belang verschuldigd, te hebben voldaan,
en ben bereid om die heeren schoolmeesters te
overtuigen, dat ik in staat ben om lessen in de
werkdadige Navigatie te geven.
Av. (1. ABEEIzE.
Mijnheer de Bedacteur
Regt aangenaam was het mijtoen ik voor
eenigen tijd uw geacht blad in handen nam en
uw vriendelijk aanbod las, om uwe kolommen
open te stellen voor den soldaatten einde op
deze wijze zijne bezwaren bij onzen geëerbiedigden!
Koning in te brengen; ik neem dus de vrijhei)
van Uwe welwillendheid gebruik te maken, en).
U te verzoeken de onderstaande regelen in eeip
uw r notnmers op te nemen.
Ik behoor even als zoo velen tot de ligting van
1845. en werd dus door de onverwachte oproeping!
in Maart II.. uit mijne betrekking gerukt, om de
wapens op te vatten ter verdediging des vaderland
Hoe eervol men deze taa'k ouk moge noemen,
en hoe gaarne ik, indien de nood zulks vereischte,
aan dusdanige oproeping, zelfs zonder dienstpligtig
te wezenvrijwillig zou voldoenkati ik echter
niet nalaten thans ntijne stem te verheffen tegen
onze onwettige iudiensthouding.
Ik ben het met den milicien uit 's Hertogen-"'
bosch volkomen eenswaarom de ligting van 1847
niet opgeroepen, deze toch is er op voorbereid,
zij weet dat zij, na een jaar in reserve gestaan te)
hebben, gedurende 3 maanden in den wapenhan-9
de! inoet geoefend worden; waarom dus ons, thans'
nu het gevaar geweken is, niet naar huis gezon
den? Ln de memorie van toelichting bij de wets-
voordragt tot onze indiensthouding wordt gespro
ken van noodelooze vermoeienissen die wij bij
eene eventuële oproeping zouden ondergaandit f'
is echter eene nietige reden, want deze vermoei-
jenis is niets in tegenstelling van de schade en het
nadeel dat allen ondervinden in hun tijdelijk, en
velen ook in hun zedelijk bestaan; en wat de
ongeoefendheid der ligtingen van 1846 en 1847
aangaatdie van 1846 zijn even geoefend als wij,
terwijl die van 1847 het weldra zoude zijn. Ik
vermeen dat bezuiniging hier weder de grootstoi-
diijfveer is, het zou natuurlijk eenige onkosten
veroorzakenmaar waarom dan zulke sommen
besteed aan pensioenen voor personecdie een I
pensioen niet noodig hebben. Waarom de 5000
van den ex-minister List niet liever gebruikt tot
bestrijding der kostendie door het naar huis
zenden der ligting van 1845 en het oproepen van
die van 1847 zouden gemaakt worden.
Ik vereenig mij dus met het voorstel van den
milicien uit 's Hertogenboschlaat ons den weg
van petitiën inslaan; maar niet enkelen, allen te
gelijk, de miliciens van 1845 van iedere garni
zoensplaats moeten zich vereenigeneen uit hun
midden zal wel een eenvoudig rekwestje kunnen
opmakenhetwelk de overigen onderteekenen en
dan deze rekwesten ter zelfder tijd aan Zijne Ma-
jesteit ingediendmisschien dat zulks tot een' ge-
wenschten uitslag leidt; een verzoek van 10,000
man wordt, vooral in deze tijden, zou ligt niet
aigeslagen helpt dit nietwelnu, dan zal de toe
komst beslissen.
Dus Broeders de handen aan het werk geslagen,
gedachlig aan de spreuk onzer voorvaderen:
EENBBAGT MAAKT MAGT.
Breseens
3 Junij 1848.
Een Nederlander.
ADVERTEHTIEÏT.
Heden overleed, na een langdurig en smarte
lijk lijden, onze waarde Vader, JAN BERMAN,
in den ouderdom van ruim 61 jaren.
Nieuwerkerk, G. BERMAN.
8 Junij 1848. K. BERMAN.
C\ BERMAN.
8S" De Notaris J. de KATER, N*.,
zalten verzoeke van den Heer J. de BKUIJN,
op Vrijdag den 23 Junij 1848, des voormiddags
ten 10 ure, in de Herberg aan het Pikgat, ver-
koopen
30 kavelen goed staand IIOOIGRASalsook
het EEN MAT, staande in deszelfs weide nabij het
Pikgat en de Houten Poppen, onder Kerkuierve,
waarvan de aanwijzing drie dagen voor de ver-
kooping zal geschieden.
Een JONG MENSCHin een der Zeeuwsche
Stedenwelke in eene fatsoenlijke betrekking
geplaatst is, doch in dezelve eenigen vacanten tijd
hebbende, wenschte die te besteden om als
AGENT in deze of gene zaak werkzaam te zijn,
(liefst den handel betrekkelijk). Inclinerende ver
voegen zich met franco brieven onder de letters
A. W., hij den Uilgever dezes.
Eier.
('ouran
Wij
gelijkiiu
zinnige
onder
Wij
liet let
sc/iu wi
of min
ile Kö
I»
die in
hestaa
tli-ci.lts
kaste
dat d>
houd.
liieeni
liet d
dat di
volks
hoogs
schil
land
idgro:
bij i:
sioeu
luoiii:
algei
guns
pens
gort-
digi
is;
aant
gaat
een
vort
groi
cn
van
Ned
die
in
kon
xoll
1»
vei
lev
ook
raars
digei
sla
W
k
v\
BS- D. GORDONRz, KUIPER te
Ooltgensplaalvraagt tegen 1 July aanstaande,
een bekwame KNECHT,
inzonderheid in staat tot het maken van Mee»
vaten en zijnde van de Hervormde Godsdieost.
Adres met franco brieven, doch liefst in persoon.
TE ZIERIKZEE, TER DRUKKERIJ VAN P. de LOOZE