1848. No. 435. Donderdag16 MiuiH (Vierde Jaargang.) BEHOEF OP DE NJLTIE. De Regering heeft ons schan delijk bedrogen Wat moet nu de Natie doen? §j|icjjW t, dat zij hun Jdoch dei» icn brengen ij de deur- dés Rollings, aanzienlijke 3 juist f7,9$ ben bedragen, zonder dat van in zijn laan aan de liijzonder oj> ZIËRIKZËËSCHË VERSCHIJNT Op Maaudag en Donderdag, ABONNEMENTS-PRIJS VOOR ELKE EDITIE. Voor 3 maautleri, f 0,60. Franco per posl- 0,70. BUREAU; ZierikieeDam Letl. B No. 360. AB VERTENTIE-N 10 Ccut voor elk en regel. Z'-geliegl \uor iedere plaalsing 3ö cents. De inzending der Advertept»én kan geschieden lot Rliiaudag eu Woensdag voormiddag 11 ure. VERKRIJGBAAR Bij den Uilgc'oer hij alle Boekhandelaren e:i PosUlirecleurvii in dit rijk. Brieven en Ingezonden slukkeii franco. «Onze vurigste wenschen zullen vuldaande «Grondwet zal herzien worden! De Koning zelve «heeft liet gezegd 1" Zoo klonk het den 18dl!" October des voiigen jaars door geheel Nederland; en vreugde daarover vervulde veler harten. Nu toch, zoo hoopte men, zouden de vele en regtmalige grieven en bezwaren des Volks uit den weg ge ruimd: nu zouden dan eindelijk eens, na jaren wachtens, met helderen blik en vaste hand de duizend en ééue gebreken van ons Staats-verdrag nagezien en heisteld worden. IJdele hoop! Na bijna volle 6 maanden wachtens; na weder om onder den schier ondragelijke!! druk der be lastingen, onder het plengen van talluoze offers, die de nijpeudste armoede noodzakelijk maakte oenen strengen en akeligen winter doorgeworsteld te hebben, is thans het oogenblik daar, waarop de heilvolle boodschap der grondwetswijziging dc-u Volke wordt kond gedaan, waarop het de geheele uitgestrektheid der aan hetzelve geSchunkene wel daad!!! leert kennen. Ook tut ons is die lieilinare doorgedrongenook .wij hebben die nooit volprezen 27 wijzigiiig-wets-oritwerpeii gelezen; en van ver bazing sloegen wij daarbij de handen in een. Neen, zoo onbegrijpelijke verwatenheid: zoo verregaande driestheid hadden wij ons nimmer kunnen ol dur ven voorstellen. Geen enkele van al de eischen des Volks is daardoor bevredigd geen enkelen zijner wenschen ingewilligd; geene enkele schrede op den goeden weg, op het pad der verbetering, is er gedaan; en dat in eenen tijd, waarin bijna geheel het overig Europa met stoom-snelheid voorwaarts schrijdt op de baan der staalkundige hervorming! Inderdaad, wij weten niet waarover wij ons hier meerder te verwonderen hebben of over de voor beeldelooze onbeschaamdheid onzer ministers, die na zóóvele schoonklinkende beloften, zulk eene, des Volks geduld tergende wijziging aanbieden durfden of over de lankmoedigheid lafheid hoe moeten wij het noemen?— der Vertegenwoordiging, der Natie, die deze kalm en bedaard ontvangen kondie daarbij niet in woede losbarstte. Laudgeuoolenwij zijn schandelijk be drogen en ten overvloede bespot men ons! Wat ons aangaat, die weten hoe weinig men over het algemeen op koninklijke belofte vertrouwen kan, wij hebben nooit veel van die, met zooveel ophef aangekondigde grondwetsherziening verwacht; de bewoordingen, waarin.zij de Natie toegezegd werd bevielen ons niet; zij waren te onbestemd, te gezochtte flaauw en te veel uit de hoogte tevens. Het had er meer vanof men aan het Volk eene weldaad beweesdan wel of men naar duren pligt, aan zijn regtmatig en gegrond verlan gen toegafdit wilde ons maar in liet geheel niet smaken, en reeds dadelijk hebben-wij daarop opmerkzaam gemaakt. Regds toen voorspelden wij: het baren der bergen zal eene muis opleveren. Evenwel wij ontkennen niet dat de gebeurtenissen der jongste tijden die zulke ontzettende lessen voor de Vorsten en Regeringen opleverden en die zoo krachtdadig liet gevaarlijke der ministeriële hardnekkigheid hebben gepredikt, onze verwach ting iets hooger gespannen hadden; maar des te grooter was dan ook daarvoor onze teleurstellin. toen wij de volstrekte nietigheid der nu aange bodene herzienings-ontwerpen bespeurden. Neen, zoo iets hadden wij ons nimmer kunnen voor stellen I Dat gaat alle besef te bovenDie over moed die verblinding verstomde ons. Niets heefl men de Natfe toegegeven. Alles heeft men hard nekkig vastgehouden nog eens Landgeiiooten: Wij zija schandelijk verraden Wij worden grievend bespoll Medeburgers! Wat zullen wij doen-? Nederland is in gevaar en van onze tegenwoordige Regering, het is nu op de overtuigendste wijze gebleken is geen hulp of heul te verwachten. Ons Vaderland is diep ellendig! Zulten wij het zijnen verdrukkers prijs geven? liet aan zijn jammerlijk lot overlaten? werkelooze aanscliouwers daarbij blijven en alzoo onze duurste belangen: de belangen onzer'betiek- kingenonzer kinderenvan ons laatste nageslacht zelf, lafhartig verraden?.... God beware onsl Neen, dat nooit! Wij zouden dan ons zelve moeten verachten, en zij zouden onze nagedachtenis vloeken! Doch wat dan? Zullen wij liet voorbeeld onzer fransche naburen volgendenaar de wapenen grij pen, en onze lang vertrapte regten en vrijheden pogen te herwinnen, al ware het dan ook ten koste van stroomen blöeds? Neen, ook dat, ten minste NOG NIET. Maar volgen wij het edele voorbeeld, dat onze duitsclie stamgenooten ons in dezen lijd alom door geheel Duitschlanden met den besten uitslag, geven; grijpen wij naar ons grondwettig wapen, liet eenigste welkers gebruik wij U aanraden mogen, petitionneren wijen onze pogingen zullen welligt met een gewenscht gevolg bekroond worden; wij zullen er mogelijk heilrijke vruchten van plukken, Landgenooten 1 de tegenwoordige oogenblikken zijn gewigtvol, zijn beslissend; wanneer de'Regering thans, midden in de Europesche Crisisde aanvanke lijk met zoo voorbeeldelooze stoutheidbehaalde overwinning behoudtzijn wij «oor altoos verloren O, wij bidden D, bij U en uwer kinderen welzijn: denk ernstig hierover na; en dat dit U opwekke en aanvure om algemeen onverdeeld en onbevreesd deel te nemen in den strijd, die wij nogmaals tegen haar openen willen om waar 't mogelijk haar de zege le ontwringen. ledendoch waarmede wijo n de betere en ge zondere taaldie gij thans we.ler spreekt, ook reeds wederom geheel verzoend zijn indien liet U mis schien niet te gering ware ons. in onze wclmrcnchde, doch zonder uwen bijstand zeker zwakke pogingmi, te ondersteunen. Wij noodigén U allen dringend uit, ons beroep op de Natie, en de beide hetzelve vergezellende petitiën, in uwe geachte en veelgeler zene bladen te willen opnemen, ten einde ze alzoo door geheel Nederland le verspreiden. Wij noodigén U verder uit zelve afschriften daarvan le vervaardi gen en deze alom ter teekening aan te bieden, om, ze daarna, binnen den kortstmogelïjken tij!, le sluiten doet zich regtstreeks tot U. M. zelve te- wenden, aangezien zij en gewis geheel Nederland, met hen, daardoor de stellige verzekering bekomen hebben, dal, zoolang de legenwooidige Ministers, die zich niet ontzagen zelf U.r M.' plegtige gelofte nietig en krachteloos te maken, aan liet Bestuur blijven, de hoop des volks, op eene grondige en milde grondwetsherziening, ijdel en hersenschimmig vermag genoemd te wordendaar deze 9 Mannen voor geene de minste overtuiging vatbaar zijn. en, niettegenstaande alles wat men ben tot dezen dag voorgehouden heeft, halstarrig den weg blijven bewandelen waarop Nederland aanvankelijk reeds I..I. 1 I i verzenden, ter plaatse waar zulks behoort. W'j zoo diep ongelukkig werd, en die liet zonder tij vleijen ons, bij de liefde tot liet Vadeiland welke wij vooronderstellen moeten en ook gaarne willen, dat in uwe borst gloeit, en bij de hooge eer welke gij het U voorzeker rekent iets tot het geluk des Volks te mogen bijdragen evenzeer als om liet dige redding eenmaal, en' win weet het hoe spoedig tot zijnen volslagen ondergang leiden zal; Zijnde dit alles zóóvele redenen waarom: Adressanten zich tot U. M. wenden, met eerbiedig verzoekdat liet Hoogstdeuzelvcti behagen moge dio gewigtvolle van liet oogenblik, wat wij U niethoogst onbekwame eu bij liet Volk algemeen ge- öllttf- Tot dat einde zullen wij twee petitiëneen aan den Koning en eên aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gerigt, waarin onze belangen en wenschen eerbiedig doch ernstig levens uitgedrukt zijn, en waarvan hier de af. chriflen volgengereed maken en gedurende 8 dagen te rekenen van lieden (Donderdag) af, bij ons Ier teekening laten liggen; en ernslig noodigén wij U uit, Medebur gers. zonder onderscheid, die beide petitiën met uwe onderteekening kracht bij te zetten met uwe liandteekeningen te bedekkenopdat en Koning en Vertegenwoordiging, de onwedersprekendste bewij zen erlangen mogen, dat, wat wij voorstellen, uwe goedkeuring wegdraagt; dat, wat wij wenschen, den algemeenen Volkswensch is.En indien sommige ccnvoudigen onder U, Medeburgersmet vrees voor de gevolgen van dergelijk petitionnement, bezet mogten zijn, zoo weten zij dat art. 159 der Grond wet ons daartoe het volste regt geeft, en dat wij ten overvloede, alle die gevolgen hier openlijk voor onze rekening nemen. Welaan danLandgenooten I niets verhindert U dus om aan ons verzoek, en het strekt slechts tot uw eigen welzijn, te voldoen; wij bidden U dan nogmaals, laat U door geene kleingeestige en Uwer onwaardige oorzaken daarvan weèrhoudeii; laat ons thans niet alleenmaar strijdt gemeenschappelijk met ons, wetende dat Eendragt magt maakt; en bekroone de heerlijkste triumph onze zwakke po gingen. Dat zij zoo. Ambtgenooten der onafhankelijke pers! en in zonderheid gij, geachte confrères! die met ons liet Adres tegen de vrijheid-aanrandende wets-ontwerpen van den minister van Justitie geteekend licht en daardoor reeds een blijk van uwen moed en van uwen goeden wil gaafl. En ook gij Redactiën der groote bladentegen welke wij eeu oogenblik twis- liate raadslieden van den troon te verwijderen en andere der' Natie welgevalliger, en Neèrlands ware belangen kennende.eu behartigende mannen daarom heen te scharen opdat wij van deze eene herziening der Grondwet mogen erlangen overeen komstig do wenschen des Volks en in volkomene overeenstemming met de behoeften onzes tijds. 't Welk doende, onder-liet aanheffen der kreten: Leve de Koning! Leve de Hervorming! Weg met de Ministers! Uwer Majesteits getrouwe onderdanen, Volgen de handteekeningen) Aan de Tweede Kamer der Nederlandsche Staten-Generaal, te 's Gravenhage. EJel Mogende Hoeren 1 De ondergeteekenden-, alle ingezetenen van (kier vle namen van de woonplaatsen der Adressanten in te vullennemen eerbiedig de vrijheid ter kennis van U. E. M. te brengen, dat zij met opregto bi langstelling gade slaande, wat, naar hunne mea ning, op don toestand des Vaderlands eti op de algenieenc belangen des Volks betrekking heeft, reeds lang de overtuiging bezaten d. t onze tegen woordige Grondwet, c:i door de onduidelijkheid eu ongenoegzaamheid barer bepalingen -zelfs daar waar zij, de gewigtigste belangen der No.lib betreffen; Achten het als goede staatsburgers en getrouwe! en vooral .door.de- bekrompene uitoefening dei- onderdanen hunnen duren pligt zich heden tot; staats—burgerlijke rogten welke zij don Volke ver- U. M. te wenden, met eerbiedig, maar ook tevens gunter verre af is,- aan de wenschen der Natie ernstig verzoek dat het 11, D, behagen moge in juf aan de behoeften re onzen lijd te voldoen; gemeen overleg mc-t hunne Vertegenwoordigers,weshalve zijmet veie wolgeziiiden in den lande, in de Grondwet van den Staat die wijzigingen te 1 sinds lang den opreglen wensch deelden dat daarin brengen, welke zij 'op heden aan H. E. M Ier aan- door de Ié -geri.i- met g .nee. overleg Uwer Hooge bieding aan U. 51. Regering opgedragen hebben en Vergaderingeene hervorming tot stand gebragt die het U. M. niet onbekend kan zijn dat doori mogt worden, waardoor onduidelijkheid door liel- belneveii te doen opmerkendaar gij hel roikomeii beseft, dat gij U aan ons verzoek niet onttrekken, maar met welwillendheid daaraan voldoende, ons krachtdadig ondersteuneii en alzoo moedig ter zijde slaan zult. En hiermede zij deze onze poging tot redding van ons diep ongelukkig Vaderland U en der Natie aanbevolenterwijl wij Gode bidden, dat het Va derland eerlang zegepralend uit den strijd weder- keeren moge Zierikzee, 14- Maart 1848. Aan Z. M. der. Koning der Nederlanden' Sire De ondergeteekendens!Je Nederlandsche bur gers. ingezelenen van (hier cs namen van de w i- plaatsen der Adressanten n te vullen.) eu U.r «r." getrouwe onderdanenge-, vl? r door den diep ei lendigen en beklagenswaardige!' toestand, waarin het dierbare Vaderland in het algemeen, en- dui zenden hunner medeburgers in het bijzonder zich bevinden; eenen toestand die zij innig overtuigd zijn dat grootendeels, zoo niet geheel, te wijten is aan de gebrekkelijklieil onzer staatsinstellingen de verkeerde regerings-wijze van ons Bestuur en de daarmede sedert jaren gepaard gaande, ondra gelijk hoog opgevoerde belastingenwaaronder ooi zij zelve gebukt gaan. de algemeene Volksstem in Nederland reeds lang en luid verlangd weiden zonder dat evenwel tot lieden aan dat verlangen voldaan worden mogt: wijzigingen die eenerzijds de Regering voor dwaling en misstappen behoedende, ze meerdere vastheid en luister bijzetten; eii anderzijds de Natie voor miskenning en bedrog vrijwarende krachtdadig tot de herstelling rail Neèrlandt nationale eer en van des Volks welvaart bijdrag ui zouden. 'oov Adiessanten hadden Uwer Majesteits belofte, verleden jare ten aa.nhoore van geheel Europa derheid vervangen werd; waardoor vooral Inkrom- pen.heid voor vrijzinnigheid plaats maken mogt. Eene flaauwe hoop dat hunne vurige en billijke wenschen verhoord worden en weldra hunne ver vulling erlangen zouden bemoedigde-de onderge teekenden toon zij den 18 October des verledenen i ars, bij de opening van de tegenwoordige zitting Uwer Vergadering uil den mond van Z. M. onzen ge- eerbiedigden Koning de verzekering, hoóren mogten, dat H. I). de overtuiging van liet noodzakelijke cc er Herziening der Grondwet lnet hen deelde, en zij daarbij tegelijk do belofte ontvingen dat, nog der Nederlandsche Natie gedaan, ten volle ver- in den loop derzelfde zitting,-voorstellen aan U„ E. trouwende, zich gevleid dergelijke wijzigingen reeds vroeger te zullen verkrijgen wat evenwel tot he den niet alzoo gebeuren mogt. Evenwel is liet juist die geheelc onthouding vin dat geene wat door U. M. zelve den Volke werd toegezegd en de vervanging daarvan door iets, anders dat geene wijziging verdiend genoemd te worden maar voor eene hespotling dor Natie gelden kanweike de ondergeteekenden be- 41. gedaan zouden, wordenom die wijzigingen tot stand te brengen welke de Natie verlangde en die de droevigste ondervinding geteerd had dat onver mijdelijk en voor tiet algemeen welzijn des Neder- laiidschen Volks dringend noodzakelijk waren. Het was vertrouwen op die Koninklijke belofte, E. 5!. Hoeren! welke- de ondergeteekenden moed gaf om onder al den druk der tijdengerust de toekomst tegen te treden en zonder morren die

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1848 | | pagina 1