«Ik haast miju een gerucht nude te doelen, het welk, gelijk het weerlicht, door geheel het rijk L verspreid geworden en reeds veel ingang te 's tl age en Amsterdam gevonden heeft. Dit gerucht spreekt van niets minder dan van het voornemen des konings, om eene lange buitenlandsche reis te doen, en wel, naar men '/.egt, lot herstel zijner gezondheidwelke minder gevestigd moet zijn dan het uiterlijk vooiko men des 'konings schijnt aan te duiden. Gedurende deze reis zou do koning een' regent belasten met de zorg voor het gouvernement, zullende Z. M. daartoe gekozen hebben zijn' broeder plóns Frederil: ilcr Ne derlanden, die zich thans te Petersburg bevindt. Men voegt er nog hijdat er een koerier naar Petersburg vertrokken is, om aan den pi ins het regentschap aan te bieden. Ik weet nog niet, water van zijmaar het i; zoo goed als zeker, dat prins Frederili, die nuoit cenige eerzuchtigheid heelt gevoed, eerien eere- post zal weigeren, zoo dezelve hem wordt aange boden welke hem spoedig we! «at zwaar zou kun nen worden. >li ieder geval nioet.de keuze, welke de koning gedaan heeft, zeer mishagen aan den prins ran Oranje, die, naar het schijnt, regt heeft, om, boven ande ren, den koning, in diens afzijn, te vervangen. Niettemin zou 's konings keuze door de publieke opinie goedgekeurd worden, als hebbende do prins van Oranje niet het gelukzeer populair te zijn, zoowel uit hoofde van zijne houding tegenover het volk als naar aanleiding der geruchten aangaande zijn bijzonder levenwelke sedert lang in omloop zijn. Prins Frederili der Nederlandendaarentegenis nog al bemind bij zijne landgenooten. Beschouwen .wij, evenweldeze kwestie uit het oogpunt der wet, dan geloovcn wij dat de koning niet het regt heeft, om het regentschap aan zijn' broeder op te dragen, om dat art. 47 der grondwet daartoe den erfgenaam der kroon aanwijst, zoodra deze den ouderdom van 18 jaren zal bereikt hebben hetgeen hier het geval is. Wat er van zij, ik deel u dit herigt mede als een gerucht." (Arnh. C.) Belangrijl? zijn de redeneringen, die over de ver slagen der commission betrekkelijk de ontvangst en uitgaaf onzer overzeesche bezittingen, enz., voorko men in de Nieuwe Rolt. Cl. van 15 Julij en v. v. «Nooit voorzeker," zegt men daar onder anderen, »is grootspraak vollediger beschaamddan die onzer ministers van koloniën en financiën, hij de verslagen der commissie:) over genoemde stukken, üe minister van koloniën schepte er steeds behagen inhet finan cieel beheer der koloniën hij een glazenhuis te ver gelijken, waarvan iedere schuilhoek voor het oog bloot ligt, dat er slechts een blik in wil slaan. Meer dan eens werd hem tegengeworpen, dat menig deel van dat glazen huis met een mat glas voorzien was waardoor men voor het onbescheiden oog ver borgen hield wat men niet gaarne in het openbaar wenschte te vertoonen. Altijd echter kwam het beeld van het glazen huis terug, of men verhief zich op het licht, dat men zeide ontstoken to heb ben. Voor het eerst worden nu de slaten van ont vangst eri uitgaaf officisel onderzocht; en in stede 'van licht, belet eene ondoordringbare duisternis, meer te zien, dan de cijfers, die op h.t papier gedrukt staan, dat men aan de onderzoekers heeft voorge meld." Maar wij mogen niet méér overnemen. An Je: s zonden wij den lezer hier nog kunnen laten hooren wat t. a. p. onder anderen ook van onzen minister van financier! gezegd wordt. «Hoogschatting zijner eigene verdiensten bleef steeds het heerscbende denkbeeld van Z. K." fin evenwelda duisterheid, de doorgaande wanordede onwettigheid zelfs, dié de rapporteurs bij liet onderzoeken van gemelde stukken opmerkten zijn «eene ontegensprekelijke we derlegging van iedere bewering van ongekunstelde openhartigheid en regelende ordelijkheid waarop Z. fi. zich zoo gaarne verheff." GBMEKGDE DERIGTEiY. Merkwaardige zaken, aan onzen tijd eigen, zijn de staatsschulden van sommige Europcschs rijken: zoo bedraagt de openbare schuld van Engeland thans 16,734 miliipeoen franken, die van Frankrijk 6104 miüioonen franken, en die van ons betrekkelijk klein koningrijk, volgens het ontwerp der begruoling voor 18:3, niet minder dan .1208,942,511 gulden: heerlijke erfdeelen voor de nakomelingschap I Gepasseerde vrijdag zijn weder 150 Nederlandsche Landvelbuizers naar Noord-Amerika vertrokken: da gelijks verlaten geboren Nederlanders hunnen grond, om van de. zware lasten ontheven to worden en de gevreesde inquisitie in ïijds te ontvlieden. Do arme DuiUchers stillen hunnen honger reeds met wijnbergilakkenoveral bespeurt men toch 'SueSiinjooA en inzonderheid in de paleizen van liefdadigheid. Z. M. de koning der Nederlanden geeft in Duitschland weder voor 160,000 tli. vaste hiederen aangekocht. Eb en vloed wisselen dikwijls af. Te Zutphen worden de aardappelen met 175 cents do mud betaald. Vader Mathew, de be roemde apostel der matigheidheeft van Victoria een pensioen gekregenvan 3600 gulden na veel moeite is liet hem eindelijk toch gelukt liet hoofd boven water te kunnen houden. Te Goes zijn twee broodbakkers veroordeeld den ccnen in eene geldboete van acht en den anderen in eene van twaalf guldenmitsgaders in do kosten van liet regtsgeding, wegens by hun ontdekt en ter verkoop in hunne winkels voorhanden zijnde te ligt be vonden brood; te betreuren is het, dat bij den hoogen prijs van het brood, den armen burger nog te kort wórdt gedaan in liet gewigtgeen straffen enjiier voor te zwaar zijn, daar de commissie waren Ao. 1840 9,400 bedeelden meer dan Au. 1844. De Waterloo-collecte bragt te Grafhorst f 1,57 op, te NVilsuni f i ,04, te Kamperveen f 4,10. %r ei'Biih-AC cnhoden i nemen wij er liet onder- Het Tielscii Week-blad een woord over de jongste oiksbewegitigen voerende slaande uit over: Nu die bewegingen gestild zijn, achten ook wij ons gerucpen daarover een enkel woord iu het mid den te brengen. Wij beschouwen die bewegingen toch als hoogst gewigtig; we! niet op zichzeiven, maar als ver schijnselen en gevolgen vuii oorzaken waarvan de verdere werking niet te berekenen is. De gevolgen hebben nu wel opgehoudenmaar de oorzaken bestaan nog. fir heeft bloed gestroomd, Nederlan ders zijn door Nederlanders zonder vortn van proces om liet leven gebragt: de zwakkere prikkel is dooi de sterkere overwonnen. Maar ofschoon nu de rust door geweld hersteld is, is er toch eigenlijk in de zaak zehe niets hoege naamd veranderd. Hét spreekt toch wel van zelf dat daardoor de oorzaken van die bewegingen niet zijn opgeheven, integendeel, liet is te vreezendat die, door reactie, sterker zullen worjen. Uit dat oogpunt beschouwen wij die bewegingen als zoo hoogst gewigtig. Het is toch iets ongewoons in ons land dat liet volk zich op die wijze uit. vooral juist nu, op een oogenblik dat de zomer daar is, én do voor- uitzigten van den oogst zoo gunstig zij.ii. Het is dus v'an het hoogste belang de oorzaken van zulke ongewone verschijnselen bij ons volk op te sporen, vooral do oorzaken niet te verwarren met de aan leiding. De regering, did reeds lang met blindheid geslagen schijnt te zijn, schijnt ook thans geen oogen te hebben, ilet heeft ons verbaasd en bezorgd uit den mond van den minister van justitie, bij gele genheid van de beraadslagingen over het strafwet boek te vernemen dat die bewegingen alleen toe te schrijven geweest zijn aan den lioogen prijs der levensmiddelen. Daarin zien wij eene allergevaarlijk ste miskenning van oorzaken en verwarring van de zelve mot do aanleiding. Men bedriege zich toch niet: de stemming der gemoederen schijnt door het gehcsle land we! zóó te zijn, dat overal eene of andere soortgelijke aanleiding eene uitbarsting te weeg zou kunnen brengen. Ware die stemming d-,r gemoede ren anders, dan zou geen mislukte oogst of uitvoer zulke verschijnselen uitlokken. Het is voor do eerste maal niet dat do prijs der levensmiddelen hoog' geweest is en dat uitvoeren hebben plaats gehad, en nogtans heeft men toen geene volksbewegingen gezien. Maar daarom juist vervullen zij ons met do meeste bezorgdheid, omdat zij ons het bewijs zijn, dat de geest van het volk reeds van zulkeu aard ge worden is, dat hij slechts op eene aanleiding wacht om zich in oproer to uiten. Die verkeerde geest is do ware brandstof van het onheil, die brandstof is gebleken siechts een vonk te behoeven om to ont vlammen. fin do oorzaken van dien geest, van die stemming der gemoederen moet gezocht worden in de meer en meer toenemende armoede en het afne men van weivaart en rijkdom in den toénemenden druk der belastingenin het volslagen gebrek aan vertrouwen op de regering, in één woord- aan het stelsel van behoud. Daaraan schijnt de regering niet to denkeu van die oorzaken schijnt zij niets te zien. fin wat zal het gevolg zijnindien de regering bij iiaar systema volhardt? wij ijzen als wij er aan denken'. Het voorbeeld van Oproer is thans eenmaal in ons land gegeven: co n'est que le premier pas qui coute. Eene of andere meer of min gewigtigo aanleiding zal voldoende zijn om dat voorbeeld hier of daar te doen volgen, gemakkelijk zal zoo dat weder met geweld van wapenen gekeerd worden; maar het zal zich weder herhalen";' en nogmaals herhalen en het zal weder gekeerd worden, en nogmaals gekeerd worden tot zoo lang er geen kcereii meer aan is. Mogt deze voorspelling niet bewaar heid worden; do Hemel geve het! maar wij vieezen, vooral als wij bij dat alles denken aan Loyola. Men heeft gezegd, dat, volgens het thans voor gestelde Wetboek van Strafregt, het Tuchthuis 4? Hoorn liet voorland is van alle Auteurs, Redacteurs, Boekverkoopers en Boekdi ukkers. Het moet hun ze ker aangenaam zijn, dat de Minister gezorgd heeft, dat ze daar goed gezelschap krijgen, en wel dat van alle Dominés, Pastoors, Rabbis, en zoo ais de wet zegt: «allo geestelijken, al dan niet het leéraarambt uit oefenende. zonder onderscheid van rang, of benaming, of tot jvelke godsdienstige gezindheid, kerk, gemeente of gemeenschap zij behooren." Immers deze allen worden volgens eene latere wijziging in 't genoemd ontwerp, met gevangenis en boete bedreigd zoo ze mondeling of schriftelijk, of i:i weiken vorm ook zich «cenige berisping, of afkeuring hetzij in het alge meen van de Regering, hetzij in het bijzonder, van cenige daad van het openbaar gezagof van eene wet of wettelijke, verordening" veroorlooven. Het baat u niet, armo vergetene Dorpspredikant! dat gij u buiten alle beoordeeling, builen allo ge sprek buiten alle geschrijf houdtzoo gij bij de betaling van het zesde gedeelte van uw schove! tracterucnljo aan de miris slechts zuur zietof over de ongenoegzaamheid der armen-wetten de schou ders optrekt.naar Hoorn I Wat is die Minister toch goeddat hij zoo door den een voor den anderen zorgdMoge hij zoo weldra van geheel Nederland één Botanij baai ma- I keil, en wij zoo geheel naar waarheid zingen SiTggSOiTPSiTB STOB3EB3T. VOOR BE VUIST. Hij, die zich eens bezeerde. De nooit door 't Volk begeerde Die Vorst en Volk verncèrde Duor dut hij slecht regeerde, Door dat hij vol verkeerde Beginsien, schats beheerde; Hu, zwcerder met den zweerde, Dis wat hij zwoer verleerde. Toen hij de schapen scheerde. Zoo Gods almachtig deerde, Dat naaktheid zich vermeerde; De man die 't rechtdoen weerde, E:i op-'s Volks beurzen teerde, Speelt (hands zijn rol op Eeude!- Maar in de dienst van Cupido! Nu, soo'n galant is niet van strooi Wat nieuws voor P. de Loozes Bó I... h Afrikaner, scipio Bravo! Bravo!. Bravissimo!! gedoken l i Julij. Ken 20on van H. van der Moer en M. Kinine, - 18 dito. Ken 'zoon van P. van de Yelde en H. Wngcmaker. overleden 17 Julij. J. Parel, oud 5 maanden J. Nolel j oud 9 weken, (dochter,} (zoouj 20 dito. Zierikzee, 20 Julij. Ónder het afdrukken van ons vorig K°. werd den Uitgever dezes gedagvaard, om héden morgen voer den Kcgter van instructie te ver schijnen, om nader over het overgenomen stuk uit Asmodée gehoord te worden. A 3A7 ÏIÏSITo PUBLIEKE VERKOOP ING op Dings- dag den 27 Julij 1847, 's namiddags ten '2 ure, te beginnen aan de Hofstede van wijlen J. JANSE GOUDZWAARD, van de navol gende VRUCHTEN TE VELDE, te'weten: 5 Bunders 43 roeden TARWF, en 4 bunders 18 roeden 14 ellen ROGGE, alsmede 02 roeden 30 el len driejarige MEEDÉ en 1 bunder 23 roeden tweejarige MEEDE, alles gelegen ouder de Gemeen ten Bruinisse en Ooslerland. OPENS A HE VERKOOP ING op Woei:-- V>.r: dog den 23 Julij 1847, 's namiddags ten :Üï2 ure, in het Gemeentehuis te Eominc- r.cdcvan een WOONHUIS en ERVE, staande en gelegen aan de Noordzijde van den Dijk van Bomine- nedcsectie Bn.°s iii en 142en daarna aan het gemelde Woonhuis, van eene partij II UIS- MEUBELEN, benevens eenig Brandhout, al les toebehoorendo aan GORSTIAAN KRIJGER. tegen primo Augustus aanstaande: Een WOONHUIS en ERVE staande en ge legen op den hoek van de Krépel- en Zevenhuis- straatlinnen deze s!ad te bevragen bij den heer F. A. va-, ZANDIJK. gtS? De ondergeteekende op 15 dezer van Administratie over—-en alle andere betrekkingen bijl de Zierikzee:clic Stoomboot-Onderneming op Rotter dam, afgezien en daarvan aan de Ondernemers ken nis gegeven hebbende, brengt zulks langs de weg mede ter kennis van het publiekopdat dii gerien Welke over zaken of iets deze dienst betref-! lende, te. spreken hebben, zich niet meer tot heni.1 maar aan het kantoor op de Nieuwe Haven Wij1' D, n.° 207, zouden vervoegen. Zierikzee, C. M. le SAGE ten Iiil O Ei KJ den 17 Julij 1847. IS3=- De ondergetoekende maakt zijne Siad- Landgeijoolén hekend:, dat hij van heden af voor-j zien is va» nuF-, imm- sosooiaS&soHPBBxr; alsmede van de nieuwst uitgekomene BOEKWËR KEN en TIJDSCHRIFTENzoodat hij in staat Leesgezelschappen met liet beste succes te bed Hij belast zich ook met het plaatsen van A VERTENTIEN in Couranten c-n leveren van all DRUKWERK tegen de minst mogelijke prijzen Verzoekt UEds. gunst en recommandatie, en be looft eene prompte en civile bediening. Bromccrslmvcn G. B U IJ S. den 20 Julij 1847. Terstond eene M E I D benooüigd bij -1.KRIJGER Herbergier te Bommenede.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1847 | | pagina 2