II SÏERISSISE s® HOTT.EKDAM 9 MEÏ 1847. VAN ROTTERDAM: VAN ZIERIKZEE: S5TAD g-WIETWS. ADTBB.mBM'TIBM'. HO m nhongers in en lij den Bocmelerwaard. Uitgegeven ten lieste der Armen." Als bij de lozing van dat verslag, door den edelen menschenvriend met zooveel warmte en gevoel geschreven, de haren ten berge rijzen, zal het harte wel moeten ontgloeijen van dankbaarheid, en de hand zich uitstrekken om iets te doen ten behoeve van zoovele ongelukkigenwier nood boven alle beschrijving is gestegen. Eere zij hem voor de schoone poging om door de bekend making van de ellende, die er in zijne nabijheid heerscht, dien nood te verzachtenkon het zijn weg te nemen. Eere zij allen, die daartoe iets van het hunne afzonderen. Eere zij daarom ook den predi kant Veldwijk, die niet slechts in zijne hartelijke, ernstige biddagsrede de gemeente krachtig opwekte tot Gode gcvallige gezindheden en daden, bij het op merken van de treurige omstandigheden des Vader lands en de goedertierenheden Gods, waarin wij nog boven anderen mogen declen, maar die, op het ver zoek des uitgevers haar kosteloos te drukken deze rede nu heeft uitgegeven ten behoeve der nood lijdenden in en bij den Boemelerwaard. Een ruim debiet bekroone 's Leeraars en 's uitgevers wenschen. En ook de penning, voor de leerrede besteed, zal iets bijdragen tot verzachting eener ellende die nog geene grenzen hééft. f 1" C. W. vau der Wiel boekdrukker te Arnhem. IlTgBB03iTDB»B 3"EgggB3.T. Mijnheer de Redacteur I Een aantal heeren Landbouwers hebben een smeek schrift onderteckend en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingezondenbevattende de bede om de graanwet in volle werking te doen blijven. Onlangs sprak ik een dezer heeren Landbouwers, en vroeg hem, wat toch in dat smeekschrift zoo al geschreven was; het antwoord was: «wij zouden zoo graag de graanwet behouden, omdat wij dan bij voort during veel geld van onzen oogst krijgenen het graan niet zoo ligtelijk uit vreemde landen naar 'Holland komt." Na vee! hierover met de man ge keuveld te hebben, zeide hij eindelijk: «ja, hoor eens, weet je wat de burgemeester heeft gezegd, dat, als de graanwet afgeschaft wordt, dat wij dan ons goed goedkoop zullen moeten verkoopen; dat ons land geen waarde meer zal hebben enz. enz., maar wat of de graanwet is en wat daarmede gedaan wordt weet ik niet, evenmin als (nu noemde hij nog vele landbouwers) het weten." Ik merkte hem hierop aan, dat ik dan niet kon begrijpen, waarom hij zoodanig smeekschrift teekende, waarop het niets afdoende antwoord volgde: «ach ja, maar er'zijn er zoo veel die het deden en toen heb ik het ook maar gedaan." Uit het zoo even gezegde zal dan opgemerkt wor dendat vele heeren landbouwers niet weten wat graanwet is, en dat velen teekenen omdat andereu teekencn en de burgemeester in deze de hoofdper soon is dio tot het teekenen van een smeekschrift aanleiding heeft gegeven. Ik redeneerde als toen verder met hem op de vol gende manier: In 1835 werd de graanwet gemaakt, ging het toen den boerenstand slechter dan nu, dan toch zoude het er ongelukkig voor uwe ouders hebben uitgezienen deze hebben genoegzaam overgeboerd om u en uwe andere broers en zusters aan een goed boeren bestaan te helpen. Vroeger wist men van geen graanwet; de handel was daaromtrent vrij, was er overvloed, dan waren de prijzen laag, was er gebrek, dan wa ren ze hoog, en dit is nog zoo; op dit oogenblik heb ben do graanprijzen een zeldtn bestaande hoogte be reikt, de belasting op den invoer is uitermate gering en bedraagt gemiddeld nog geen 20 cents per mud; zoodat niet de graanwet de tegenwoordige hooge prijzen heeft gemaakt, maar wel het gebrek dat in vele deelen van Europa heerscht, zoodat de graan wet de hooge prijzen, hoe wenschelijk ook voor het algemeen, niet kan tegen gaan, evenmin als de prij zen doen stijgen bij eenen overal bestaanden overvloed. Ons koningrijk is een land dat bijna uitsluitend van den* handel bestaat en deze te beperken, kan niet anders dan nadeelig voor het algemeen zijn. Gij zegt mij, sedeit dat die wet bestaat, hebben wij toch altoos nog al goede prijzen gehad; daarmede wil ik volkomen met u instemmen, maar daarvan is niet alleen de graanwet de oorzaak, maar vooral de toenemende bevolking, terwijl de voortbrengselen tien jaren dooreen gerekend gelijk blijven. Laat dan nu al eens door de afschaffing der graan wetde prijzen der granen eens wat dalen, dan nog lijden de boeren daarvan geene schade, want dan verminderen zij de dagloonen der arbeiders, hetwelk zeer makkelijk valt, doordien er zoo vele arbeidende handen zijn; terwijl wanneer de graanprijzen hoog zijn, het dagloon voor den man slechts hoogstens 60 cents, en dat voor de vrouw 32 cents per dag bedraagten bovendien de hoogste marktprijs voor elk voortbrengsel door hen moet betaald worden. Zijn de arbeiders door het slechte weèr zonder werk, dan geeft gij hun ook wel koorn, maar dat komt weder goed teregt, want de vrouw moet daarvoor maar Meede wiedenof het wordt van het maai- of dellloon, welk loon eenigzins hooger is, van den man ingehouden. Zoodat gij heeren landbouwers zeer weinig met de afschaffing der graanwet te maken hebt. Deze tot den boer gesprokene woorden bevielen hem maar volstrekt niet, doch ik zeide hem verder; Niettegenstaande gijen alle heeren landbouwers bui tengewone hooge prijzen van het graanboter en slagtvee hebt gemaaktde prijzen der meekrap wel niet hoog zijn geweest, maar insgelijks buitengewoon veel wigt hebt gereed, en alzoo ruimschoots schade loos zijt_gesteld; zoo klaagt jij nog, dat het door 2 merg en been heen gaat, geen wonder dus dat gij en vele niet uuwe arbeiders f 3,50 per 20 kop tarwe laat betalen, en wanneer geklaagd wordt: «baas de tarwe is geweldig blaauw en met rattekeutels bezet," dan zijn er nog sommigen uwer die hunne arbeiders durven zeggen: «o! is het anders niet, dat maakt je brood malsch." En wilt gij nu weten waaraan dat alles is toe te schrijven? welnu heeren landbouwers dat zal ik u zeggen: Komt gij of anderen van u kaliber in de stad, dan ziet gij mijnheer A., eenen naar uwen zin mooijen nieuwmodische jas, rok of broek dragen, zoo een moet gij ook hebben; is uwe vrouw in de stad, o'. dan heeft ze een mooi nieuwmodisch kleed gezien van mejutvrouw B., zoo een moet ze ook hebben, al is het dan ook dat dien heer of die mejufvrouw uw geldschieter of geldschietster is; en dat alles ver oorzaakt groote uitgavenen niet zelden een nadeelig slot in de kas. Thans heb ik genoeg gezegd en met u geredeka veld in het vervolg zal ik u nog meer zeggen, o ndat ik bemerke dat de waarheid bij u, zoo als Uilenspiegel zegt: geen herberg vindt, X. Mijnheer de Redacteur Zoo raen zegt is ieder gelijk voor de wet, doch die dit zegt is een leugenaar; dagelijks, ja op een' biddag wordt het bewezen dat wet en wetgevers aan het weder gelijk zijn op ééuen dag ziet uien somwijlen dat het weder 25 maal verandert; enfin. Laatsteden zaterdag ben ik door een' dievenvanger gelast om heden mijn bedrijl' niet uit te oefenen terwijl er bij een Societeithouder als naar gewoonte een Bachusfeest is gevierd zonder dat de policie het heeft verboden of de Bachauten gearresteerd. Inlusscheu bewijst dit niet alleen dat wij ongelijk zijn voor de wet, maar bet bewijst ook, dat dien dieibarên biddag maar louter voor de smalle gemeente is verzonnen geworden want terwijl den Dominé badt, vermaakte de Edel ^dcïil- bare zich onder een bittertje met biljard en kaartspel in eene sociëteit. Hoe godsdienstig ziju -toch de Nabobs van Zierikzee Hoe veel zegen dien 'lafr 'derhalve ook aanbrengen mag toch vrees ik dat ik er meer door benadeeld ben dan bevoor deeld; en toch moet ik binnen weinige dagen de helft van mijn patent vooruit betalen wil ik mijn bedrijf blijven uit oefenen maar dan zal ik zien, om een dag minder te be talen dan ge woo [11 ij k want wat niet geleverd is, behoeft niet betaald te worden. Nu, we zullen proberen 1 Zierikzee, Biddag 1847. Een Koffijhuishoudér. STOOMBOOT-DIENST TUSSCHEN DAGEN EN UREN VAN VERTREK IN DE MAAND Doncl, 13, 'smorg. 3 ure. Znturd. 13, Dingsd. 18, Dond. 20, Zaturd. 22, Diugsd. 23, Dond. 27, Zaturd. 29, Woensd. 12, 's morg. S'/a ure Vrijdag 14, Zondag 16, Woensd, 19, Vrijdag 21, Zondag 23, Woensd. 26, Vrijdag 28, Zondag 30, 10 11 3 >/2 4 3 8 9 10 S'/a 7 8'/s 3 3'/. VERTREK DER BEURTSCHEPEN. Woensdag 12 Mei. Naar Dordrecht, 's morgens ten 5 ure. Zierikzee, 9 Mei. Met genoegen vernemen wij, datbij gunstig weder op Donderdag den 13 dezer des avonds om 8 ureop het plein bij den heer A. Pauiusse, het in den Nieuwsbode van 5 April aangekondigd Bengaalsch Vuurwerk zal ontstoken worden. Wij vleijen ons dat de ontwerpers van het plan hunne in verwachting niet zullen teleurgesteld worden opdat na aftrek der kosten er iets voor den armen mag overschieten om hunnen nood te lenigen. Zierikzee, 10 Mei. De Minister van Financiën, gezien hebbende Zijner Majesteits besluit van den 30 April 1817 Staatsblad N.° 20), tot intrekking der muntbiljetten van twintig gulden, heeft bekend gemaakt: 1°. dat, met dun aanvang van den 17den dezer maand, bij de Nederlandsche bank zullen worden ingewisseld alle de muntbiljetten van twintig gulden waarvoor het tijdstip van intrekking op den eersten Junij 1847 bij gezegd besluit is bepaald als zullende de biljetten van die grootte met den 2den Junij 1847 ophouden wettig betalingsmiddel te zijn; 2°. dat ten gerieve van het algemeen de gezegde muntbiljetten van f 20 nog gedurende drie maanden na den dag voor de intrekking vastgesteld en dus tot den eersten September 1847, in alle betalingen aan de schatkist zullen worden aangenomen. Heden werd op het onverwachtst aan ons ouder hart ontrukt, ons geliefd kind. JAN, in den ouder dom van 5 jaren en 4 maanden. Alleen zij, die dit aanvallige kind hebben gekend, kunnen besef fen, welk verlies wij te betreuren hebben; doch de hoop, dat hij nog onschuldig, in eene betere we reld zijne wezenlijke bestemming moge vinden, zal ons in deze wijze beschikking der Voorzienigheid moeten doen berusten. OosterlandJOH.3 BIENEFELT 8 Mei 1847. en LENA van den HAMER. Algemeeno kennisgeving. De Notaris M.' C. van der LEK de CLERCQ' zal, in plaats van opj.Woensdag 12 Mei 1847 op Dingsdag den 18 Mei 1847des voormiddags ten 10 ure binnen de Gemeente Nteuwerkerkten ver zoeke van I. H. VELLEMAN, publiek presenteren te verkoopen: Eenige MEUBELAIRE GOEDERENbestaande in Kabinetten Bureau Bedden met Toebehooren Tafels, Stoelen, Spiegels, Koper, Tin, Porcelein Glas, Aardewerk en hetgeen verder zal worden geveild. De Notaris M.r C. van der LEK db CLERCQ zal, op Woensdag den 19 Mei '1847, des voormiddag» om 9 ure, ten ver zoeke van de Wed. en Voogden over de minderjarige Kinderen van Wijlen C. C. STOLS, onder de Ge meente Stavenisse, publiek presenteren te verkoopen 12 PAARDEN, 12 Koeijen, 5 Vaarzen, 7 Kalve ren, 2 Varkens, benevens eenige Bouw- en Melkge- reedschappen en HUISMEUBELEN alles bij Bil jetten breeder omschreven. 23?'IN PLAATS VAN OP WOENSDAG DEN 12 MEI 1847, zal den Notaris J. M. BOUV'IN op VRIJDAG den 14 MEI 1847, 's morgens ten 10 ure, -op de markt te Oosterland, publiek presenteren lé 'verkoopen: PAARDEN, KOEIJEN en ander RUNDVEEalsmede eenige Kippen, Kalkoenen en andere GOEDEREN meer. De Notaris J. M. BOUV1N zal, op Dingsdag den 18 Mei 1847 des namiddags ten 3 ure, ten verzoeke van zijnen prin cipaal en ingevolge bekomen Regterlijke auhui- satie, in het Dorpshuis te Oosterlandpubliek pre senteren te verkoopen de navolgende ONROEREN DE GOEDERENallen gelegen in de gemeente Oosterland 1." Perceel. Een WOONHUIS, Schuurtje, Erve en gevolgen, staande en gelegen aan Sint-Joostdijk, gemerkt n.°08, kadas traal bekend sectie F, n.° 350. 2.° Een WOONHUIS, Erve en gevolgen, staande en gelegen als voren, gemerkt n.° 49, kadastraal bekend sectie F, n.° 373 en 374 genaamd de Scliuls- kooi. 3.® Een TUIN, gelegen als vorenkadas traal bekend sectie F, n." 371, ter grootte van 3 roeden 20 ellen. 4.' Een TUIN, gelegen aan iie Lange Dreef, kadastraal bekend secte F, n.° 30, ter grootte van 9 roeden 20 ellen. 5." Bunder 43 roeden 80 ellen B niw- land gelegen aan de Oude Heilige Weg, kadastraal hekend sectie F, n." 229. Nadere informatiën te bekomen ten kantore van gezegden Notaris. De ondergeteekende zal weder, als vroeger, haar vak als WASCHTER van fijn goed, als: Overhemd- tjes. Japons enz., gaan uitoefenen. Verzoekt een ieders gunst en belooft, als vroegereene prompte en goede bediening. C. M. van BERGEN, geb. koevoets. Op de Schuilhaven. om dadelijk te aanvaarden: Eene welingerigte en goed beklante BBOOD- en KOEKBAKKERIJwaarin sedert jaren dat beroep met het beste succes is uitgeoefend. Iemand hierop reflecterende, vervoege zich in persoon, of met gefrankeerde brieven, aan M. J. G. KRUISSENM.r Brood- en Koekbakker te Poortvliet. bij L. van de ZANDEte Nteuwerkerk (in Duive- land), Nieuwe Arabische of Taaije en Zocters KIEMEN, voor een civiele prijs. hij W. N. FREDERICHS, bij Tholen, twee- en driejarige ZOETERS KIEMEN, voor een civiele prijs. SS3 Beste groene twee- en driejarige KIEMEN te Koopbij A. FRANKENte Noordwelle. og) Benoodigd',. ëenfatsoenlijk KINDERMEISJE: Wf bewijzen van goed gedrag kunnende vertoonen SSfeen boven de 12 jaren oud; adres bij den Uitgever dezes. te zierikzee, ter drukkerij van 1». de loozk. IV De ZIERIl Maandag en bij alle Boe prijs is voor binnen deSt Wie schri eerscht? J Jat er in N wanneer al het getal longerdood Van daar ieid iu van enige eenva legeven ten joemelerwaa Te gunstij •kend, om i linnen onze loopendat mllen willen leven te hel Tot dat ei id om in t 19, vers 9a f. IF. van hem eei ïliteld re waai VPE HOR DEN WEL 1 Opdat eer inde kunne iij, uit gen »Wat sind oorspeld is elenoogst vi in Europa. Dit geldt moe en van Boemelen ion rekenen oor den aa e minste d elenen vi en prijs, ragt hem z bewerkte en grond it zijn hui; ergens loon »Maar dal oor het v< oen zich ph it gold slci ijl de vroe lage land inde gepool »Nu werd' estormd, m die mond en van beh (Ie mannen en, maar v inden brooi «En hierb liddelenzc ershem t lalde, nog etgeen hij ehoefde. O der ziendi ['kwamen 01 'fs daags a vim voor en arbeid lenden. Er ets, al was ion nog en idere moes 'in het vel lekookt, en iaarmede vi tn, maar toch daarbij latste kracli inn stroo, j elke elleni aar waggel en dijk en lecke kakei

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1847 | | pagina 2