ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Tweede Editie. iV.° 554. Derde Jaargang. 1847. N ieu ws tij d i n gen Verscheidenheden oud 26 udt, oud 3 jareu Vrijdag reten en Reg- ter land, ■n Ellen voor- ks eerst oemden EK DE erzoeke 2 April meente- koopen E F- en ■NMA- )SE en VOON- de zeer uinisse en in middels ervoege HALEN 1JNEN, lags ten ek pre- maho- iten Ka- re Glad- Toebe- erwerk, )reelein, rder zal hierbij rerzocht pril e.k. 'erzoeke vaarden 1 1847, shaven, Lede- n, De- gewone detafel iz. s IHUDR, stand et Dorp bij den cents Capelle ize aan ne aan- Is Cor- )ns van K. van lergh en iet den betaling szoo- idoch verkorp :hrij^ andsche derzel- an allen 3 EK. jOUpODS ergetee- tenge- eervol KOEK, mt van K. en evestigd te cou- ENST- Doe- OOZE. MAAJVDAG 5 APRIL. De ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE vordt uitgegeven op j Maandag en Donderdag bij P. de Looze, en is verkrijgbaar I bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in dit rijk. De l prijs is voor driemaanden voor elke EDITIE afzonderlijk 1 binnen de Stad, 0.50 en ƒ0,60 franco door het gehcele Rijk. De prijs der Adverlentiëu is Ticu Cents deregel, behalve 33 Cents zegelregt oor elke plaatsing; dezelve kunnen in gezonden worden lol Maand, en Woensd. middag 12 ure; ua welk tijdstip zij voor het eerst uitkomend N°« niet ineer wor den aangenomen. Brieven Eranco. Dl'ITSCUL AND- Te Nauplia heeft eene verschrikkelijke gebeurtenis plaats gehad. Twee ter dood veroordeelde straatroo- vers, de gebroeders Demetrius en Theodose Tryphou- poulos, zouden hunne straf op de groote markt ondergaan. Beiden lieten zich zonder tegenstand naar de strafplaats geleiden. Op het oogenblik echter, toen de scherpregter Demetrius op de noodlottige plank zou vastbinden, verbrak deze, die een man was van een reusachtigen ligchaamsbouw en hercu- lische krachten, de touwen, waarmede hij gebonden was, en verzette zich tegen den scherpregter en zijne knechts. Er ontstond nu eene vreesselijke worsteling, i waarbij de scherpregter en zijne beide knechtsdeer lijk gehavend, groot gevaar liepen, van door den ter dood veroordeelde van het schavot geworpen te wor den. Op het punt van het onderspit te delven, trok de scherpregter van onder zijn kleed een lang mes (e voorschijn en doorboorde daarmede Demetrius, die onmiddelijk dood nederstorte. De onthoofding werd daarna aan het lijk voltrokken. Theodose daarentegen bood geen den minsten te genstand; hij beefde geweldigen bood zich als't ware aan tot de voltrekking van het vonnis. Een oogen blik later had hij opgehouden met te leven. GEMENGDE I5EHIGTEX. De Koning van Beijeren heeft in de stille week geen voeten gewasschendit werk is door den op perhofmeester aan 12 oude mannen verrigt, en de dislrict-commissaris te Zierikzee heeft in de stille weck de burgerij uitgenoodigd om ten zijnen kan tine te verschijnenom hunne beurzen schoon te luien maken ten behoeve van de Stads—Schatkist. De granen zijn ruim f 1,00 per mud gedaalddoch het brood is geen cent afgeslagendit gaat zoo spuedig niet in zijn werk dan opslaan; zoodat de burgerij met de Paaschdagen op elk brood een cent te veel zal kunnen betalen, alleen, om dat de brood letters geen prijs-courant der granen lezen. De Keizer van Rusland zal Peter den Groote navolgen, en Parijs bezoeken. Vele vorsten en vorstinnen van Europa zijn inde lapmand: onzen geëerbiedigden is blued afgetapt; die van Sardinië is bijna vergeven; te Mtincheu is er een ziek van gekke liefde; de hertogin van Orleans lijdt aan slapeloosheid; Maria Christina is verdrietig over het onvoorzigtig gedrag van hare dochter, de Koningin va.i Spanje cn Smok kel Bereniljcvan beroep bedelaaris dood op den weg gevonden. Op Java hcerscht er geldgebrek, inaar er valt veel regen waardoor de inlanders groote schade lijden. Een grooten hoop engelse!) a lords zullen dit jaar zich op het Loo met de valkenjagt komen vermaken. Te Rotterdam is er behuefte aan schepen, om al de landverhuizers, welke daar arriveren behoorlijk te kunnen laden. De kwestie j over de oude kwartjes is beslist; van Hall heeft te kennen gegevendat hij in zijne resolutie var den 6 Maart jl.niet bedoeld heeft de kwartjes die reeds gesnoeid zijn, maar die nog gesnoeid moeten worden. Te Londen zijn in de vorige week uit Holland aangebragt, 109,963 stuks kazen. Met de koning van Beijeren wordt er te Munchen schrikkelijk gespot; i duizende karikaturen zijn er voor spotprijzen te koop. Het dorp Heimbressen (in Hessen) groot 80 hui- zen en 600 inwoners, is aan den staat te koop ge presenteerd wijl de geheele gemeente gepakt en ge zakt staat om naar Amerika onderzeil te gaan. Op 27, 28 en 29 Maart zijn er te Antwerpen 31 j schepen met graan gearriveerd. Te Weeneu neemt ie armoede zoo schrikbaarlijk toedat de menschen genoodzaakt zijn geweestde vleeschhallen en bak kerswinkels te plunderen, en te Zierikzee is er op Witte Donderdag voor het laatst soep en pap ge deeld niettegenstaande de menschen nog schreeuwen 1 van den honger. Wij zagen in ons vorig nomiuerdat het gedrag van ons ministerie zich kenmerkt door eenen volkomen stilstand tevens zagen wijdat die stilstand niet anders dan nood lottig kan zijn. Welligt hebben wij ons vergist toen wij den toestand daarin het ministerie ons brengt stils/and noemden. Trou wens, wanneer men hel wel nagaat, kan er in de aangele genheden, waarover wij handelen, geen slils'and denkbaar izijn en jvanneer men stil wil staan terwijl alles wat ons omgeeftvooruit gaat en vooruit wildnu staat men ein- i «lelijk niet meer stil, men gaat achteruit. Deze herstel- ling van uitdrukkingen neemt echter niets weg van de kracht onzer redeneringen wijl uit. dezelve genoegzaam blijkt, dat wij maar al te zeer gevoelden, hoe wij door de werkeloos heid der Regeiing achteruit gaan: daarom zeiden wij, dat «wanneer le drang der omstandigheden het onhoudbare van den toestand der mannen des bestuurs zal dwingen, om maatregelen tot redding te beramenhet welligt te laat zal zijn, en de geneesmiddelen op een lijk, althans op eenen stervenden toegepast zullen worden." Vragen wij ons zelve» af, van waar het komt, dat ons ministerie zoozeer den vooruitgang schuwt, en dat liet zoo vele gewigtige aangelegenheden welke naar voorziening en de regeling zoo dringend noodzakelijk is, onaangeroerd laat. dan vertonnen zich een aantal antwoorden op die vragen voor onzen geest. Dat het ministerie wezenlijk de overtuiging heeft, dat eene herziening der grondwet niet noodzakelijk is, houden wij voor eene leur. Men moet wezenlijk ziende bliud zijn, om de gebreken, het onvolmaakte en onvolledige onzer grondwet niet te erkennen. Waar zouden wij eindigenindien wij al de voorbeelden moesten aauhalcD, waaruit die noodzakelijkheid zonneklaar bewezen is geworden? De in der tijd gehoudene beraadsla gingen over het ontwerp van wet, regelende het slem- en kiesregt, en hetgeen nu onlangs in de Kamer geschied is, bij gelegenheid der benoeming van deu beer Lec'ercqdoor de Stalen van het hertogdom Limburg, lot lid van de Tweede Kamer, mogen tot genoegzame bewijzen strekken. Waarom werd het eerstgenoemde wetsontwerp verworpen Omdat het, ofschoon aangeboden als een gevolg of uitvloei sel van art. 6 der grondwet niet overeen te btengeu was met de art. 131 en volgg. dier zelfde grondwet; waaruit dus al dadelijk bleek, dat zoolang de laatstgenoemde aLi- kelen onveranderd bleven, aan art, 6 geen gevolg kon gegeven worden. Waarom werd de heer Leclcrcq niet foe- gelatei: Omdat zijn inboorlingschap hern volgens de le'ter van art. 7 der grondwet, ongeschikt maakte, om het Lid maatschap der Tweede Kamer der Staten-Gencraal te be- kleeden. Men betreurde zulks voor hem en voor allen die met hein in hetzelfde geval verkeeren doch men rohtte zich door de strenge bepalingeu der grondwet gehouden. Het ministciie trachtte, liever door eene gewrongene uit legging van dit aitikcl der grondwet de toelating van den heer Leclcrcq te verkrijgendan door dit voorval tot de overtuiging te komendat de grondwet herziening behoeft; en toen het ministerie door de afwijzing van den heer Leclcrcq, de nederlaag ontvangen had, liet het nog de zaken zoo als zij waren en wilde nog die overtuiging niet omhel zen. Wij vragen nu: is dit wezenlijk overtuiging? Maar waarom dan de grondwetsherziening niet aangevan gen, wijl de noodzakelijkheid derzelve zoo duidelijk blijkt en de overgroole meerderheid dei Natie, zoo wel als hater Verlegcnvvoonligeis dezelve verlangt? Omdat het ministerie behouden is. Dat is te zeggen: omdat het ministerie met «Ie groudwetzoo als zij nu is, kan leven zoo als het wil. Ouidat het ministerie wel weet dat bij eene herzieuing der grondwetaan hetzelve den schepter van eigendunk en wil lekeur zou outiiomcu worden, en omdat het ministeiie wel weet, dat het, met eene grondwetsherziening, niet langer staande kan blijven en de portefeuilles moet nederleggen. En in dien zin is het ministerie ook behoudende heer van Randwijck heeft daarvan dezer dagen een voorbeeld geleverd, Uit dit dubbel bcginstl van behoud kan nu wel bij de Regering de onwil bestaan om eene grondwetsherziening tot stand te brengen doch hoe uit hetzelve de overtuiging der nieluoodzakcl ijk beid dier herziening kan geboren worden, verklaren wij niet te begrijpen. Ziedaar het eerste punt van dien noodlottigcn stilstand welke wij iu de Regering betreuren, en die op hel lot der Natie eenen zoo nadeeligen invloed uitoefent. Zij die met de Regering het stelsel van behoudzoo als wij het hierbo ven hebben omschreven, toegedaan zijn, vragen ons eens, of wij dan uit eene grond wetsherziening eene verbetering zien voor de kwaal, waarover het meest algemeen geklaagd woidt: namelijk voor den ondragelijker! last van opbrengsten, welke op de Natie drukt; ja, zij verwijten ons zelfs dat wij, door zulks voor te wenden, aauhaugers eener grondwetsherziening trachten te werven en dat wij daardoor der Natie eene bittere teleurstelling bereiden. Wij voor ons hebben nimmer beweerd, dat een onmid delijk gevolg ceuer grondwetsherziening zou wezen eene merkbare vermindering van lasten, en wij weten ook niet, dat een enkel orgaan der vrijzinnige drukpers dit stelsel heeft verdedigd. Wel zonden uit eene grondwetsherziening aanzienlijke bezuinigingen kunnen voortvloeijen en zou daar door eenige verligting voor de belastingschuldigen ontstaan doch, met onzen enormen schuldenlastwaarvan eene grond wetsherziening de renten niet verminderen zou eu met de niet onaanzienlijke behoeften, welke steeds zouden overblij ven zou de daadwerkelijke vermindering van lasten te ge ring zijn, om alleen daarom eene grondwetsherziening tot stand te brengen. Wij zeggen: daadiverkelijk vermindering van lasten, omdat wij builen dezenog eene andere vermindering kennen welke wij morele verminderiug noemen willen. Inderdaad, het zou der Natie weiuig baten, of hij, die thans 100 gulden iu de belastingen moet bijdragen er dan met 80 zou afkomen eu hij die 10 gulden betaalt met 8 indien beide evenmin in staat zijn de 80 als de 100 of de 8 als de 10 te dragen. Dit zou echter eene daadwerkelijke verminderiug zijn. Maar de morele vermindering van lastenwelke wij uit eene doelmatige grondwets-herziening verwachten is van veel meer uitwerking en kan, naar ons inzienverkregen worden, zonder zelfs het cijfer der belasting le verminderenin de vooronderstelling dat hiertoe geeue mogelijkheid ware, zelfs niet eene grondwets-herziening. Met weinige woorden is dit beweren verklaard. Indien wij eene grondwets-herziening in constitulionelen en op rede en maatschappelijk welzijn gegronden progres sieven iDOgten zien lot stand kotneukan zulks niet anders, dan de veerkracht der natie may tig opwekken onder vrij- zinuige eu vrijheidgun wende instelliugeuzal zij eene nieuwe vlugt nemen het besef van eigenwaarde en het zien dat die eigenwaarde in haar gehuldigd wordt, zal den bezweken moed weder opbeuren; onder de bescherming eener ruilde en vrijzinnige staatkunde en der wetten, welke door dezelve ingegeven zijn, zullen nijver beid, handel landbouwscheep vaart binnenlandschc en internationale betrekkingen herle- j ven; eu dit alles, wat uu kwijnt eu achteruit gaat, zal I bloeiweivaart en voorspoed over bet land verspreideneu al ruogt dan de Natie nog zware offeis moeten brengen om voor de misslagen barer voorgangers te boelen zal zij I dezelve gemakkelijk dragen en blijmoedig op het altaar des Vaderlands nederleggen omdat zij de noodige bronnen eu j hulpmiddelen bezitom dezelve te dekken. Welvaart maakt i edelmoedig. Zij zal niet klagen over zware lasten, wanneer zij om dezelve te dragenniet langer den hartader van haar beslaan moet aantasten; wanneer de burger zich niet meer wreede ontberingen moet getroosten om zijne schuld aan de schatkist te voldoen; wanneer de middelstand zijn aandeel zal kunnen dekken uit de vruchten welke toenemende brounen van welvaart hem schenken, tot loon van zijn zorgen eu zwoegen. Ziedaar wat wij door zedelijke vermindering van lasten verstaan cn wie zal daaraau niet dc voorkeur geven, boven eene daadwerkelijke vermindering welke eigenlijk gcene ver mindering is, oiudat dc Natie even onbekwaam blijft dezelve te torsc hen (Wordt vervolgd.) DAAROM NIET GETREURD Moog 't Behoud behouden blijven En de dagbladschrijvers-schaar Jaren lang nog vrucht'loos schrijven En bij 't spotziek handen wrijven Der behoudslulvrucht'loos kijven Op 'tMinisterdom'tis.... r.aar! Maar, wij laten ons niet mallen, Eenmaal komt aan ons de beurt, Het Behoud zal eenmaal vallen, Lezers 1 daarom niet getreurd! Troone een monsterkwast der kwasten Tot den allerlaatsten cent Ons uit kabinet en kasten Moeten zesmaal 's weeks we ook vasten Wijl we in leège beurzen tasten, Zuchtend: »we zijn insolvent l" Ach! die lasten blij gedragen, 't Hoofd blijgeestig opgebeurd Ééns zal ons de heilzon dagen, Vrienden daarom niet getreurd Zien we ook duizenden verhuizen Naar het verre Amerika, Ach! 'tis daar almeè niet pluis en Blijven wij maar zoetjes 't huis en Geven wij hun maar een kruis en.... Onze beste wenschen na. Mogt hier vrijheid slavernij zijn!?.. Ach, daar wordt zooveel gezeurd!.. Maar wij zullen eenmaal vrij zijn Waarlijk, daarom niet getreurd! Word' de pers al met gedingen, Als het ware, ook overstelpt, Om haar 't zwijgen op te dringen Of, nog erger, haar te dringen Om 't Behouds-vivat 1 te zingen, Bah! gelooft niet, dat het helpt. Zingt van al 't Behoud nvivatjesl" Ééns, wie weet hoe dra 't gebeurt, Brengen wij het... »pereatjesl" Daaromdaarom niet getreurd En moge al het consistorie ('tMinisterie) van 'tBehoud, In den roes van klaterglorie, Gillend schateren: vjandorie!" Onsjaons is de victorie F' Eenmaal raakt het er om koud! Maar volhardend onverdroten Al wat slecht isafgekeurd Dus, ten slotte, landgenooten Nogmaalsdaarom niet getreurd (T. N.) IITG-E203.TDE2.TS STUSSBIT. Bij de Redactie zijn sedert lang berustende ge weest, de stukken betrekkelijk eendoor het kanton- geregt te Zierikzee geslagen vonnis; verschillende j redenen hebben de plaatsing daarvan tot op heden

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1847 | | pagina 1