ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Derde Jaargang Voorwoord. VERSLAG Nieuwstijdingen 1847. DONDERDAG li MAART. i. 3-^7 '4% De ZIERIKZEESCUK NIEUWSBODE wordt uitgegeven op Maandag en Donderdag bij P. de Looze, en is verkrijgbaar bij alle Boekbandelaren en Postdirecteuren in dit rijk. De prijs is voor drie maanden voor elke EDITIE afzonderlijk binnen deStad, 0,50 en ƒ0,60 franco door het geheele Rijk. (Donderdag 11 Maart. Vrijdag 12 Zaturdag I3 Zondag 1* 1 Maandag 18 Dingsdag 18 1 Woensdag 17 Opgang dor zon Ondergang, ura min. ure min 8 80. K 80 De prijs der Advertentiën is Tien Cents de regel, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing; dezelve kunnen in gezonden worden tot "Maand, en Woensd. middag 42 ure; na welk tijdstip zij voor het eerst uitkomend N°« niet 0 meer wor den aangenomen. Brieven Franco. Om niet met de deur in 'thuis te vallen, «ij onzen lezers berigt, dat de uitgever van dit blad is gedagvaard geweest, om op maandag den 22 februarij te verschijnen voor den Regter-coromissaris bij de arrondissements-regtbanlc alhier, feu einde te worden gehoord betrekkelijk een artikelvoor komende in den Nieuwsbode van 10 December 4846. on der de rubriek: Ingezondeue stukkeubeginnende: Mijnheer de Redacteur! Zoo even ontvang ik, enz. Ten gevolge van dat verhoor, is later eene dagvaardiging bcteekend aan den schrijverniet slechts voor dat artikel maar ook voor twee andere, die met het reedsgenoemde, volgens het oordeel van het openbaar Ministerieéén geheel uitmaken. Het eerste van die stukken is geplaatst iu den Nieuwsbode van 5 November, des vorigen jaars, ouder het opschrift l Regtszakek; het laatste komt voor onder de ad- vertentien, in den Nieuwsbode van 31 Decemher, anno passato. Dat wij van een en auder niet reeds vroeger melding hebben gemaakt, vond zijnen grond in redenen, die wij later aan onze lezers zullen mededeelen. des verlioors van den Herbergier Morite'voor den Regter-Commissaris bij de arrondissemenls- rcglbank te Zierikzee M.' Marinus Jan Scliuurbecque Boeije, op Maandag den 8!leD Maart 184-7. Ik ga voorbij do voorloopige vragen betrekkelijk naam, ouderdom, beroep, enz., ais niets ter zake doende. Regter-Commissaris. Zijt gij schrijver van de ar tikels voorkomende in den Zierikzceschen Nieuws bode des vorigen jaars: 1.e In dien van den 5den November, onder het opschrift Regts-Zakenbeginnende niet de woorden: De herbergier Monte'en eindigende met de woorden: geef acht!? 2.® In dien van den lOden December, beginnende: Zoo even ontvang iken eindigende: in het licht gcef.1 en 3.c der advertentie voorkomendeinden Nieuws bode van 31 December, beginnende Ook voor de leden der arrondisscmcnis-reglbank en ein digende: geheime ziekten? Herbergier. Wat het eerste artikel btlreft, aan gezien ten opzigte van dat stuk ingevolge de wet van 16 Mei 1829, reeds verjaring beeft plaats gehad, zoo zoude ik mij liefst niet. uitlaten of ik daarvan al dan niet schrijver bente meer daar ik begrijp dat men niet bevoegd is, deswege thans nog een onderzoek in te stellen. Wat evenwel de beide onderen aangaat, ik erken daanasi steiler, schrijver en inzender te zijn. Regter-Commissaris, Je zult toch moeten beken nen, dat bet eerste stuk al de blijken draagt, van door u geschreven te zijn; «De herbergier Monté," tien colporteur van het Dreischors petitionement," dat zal toch wel niemand anders zijn dan gij 't is immers duidelijk I Herbergier, 't Is duidelijk, ja, dat dit artikel het verhaal of verslag bevat van een voorval, dat met mij heeft plaats gehaddoch geenszins da\ ik zelve die gebeurtenis zoude beschreven hebben; of twijfelt gij aan do mogelijkheid dat een ander van oen voorval dat met mij plaats vond berigt gave Regter-Commissaris Maar dit stuk in den Nieuws bode van den lOden December, van hetwelk gij bekend schrijver te zijn, beginnende; Mijnbeer de RedacteurZoo even ontvang ik eene uitnoodiging, enz., je mot dan toch bekennendat daar de regt- bank van Zierikzee wordt bedoeld? Herbergier. In geenen deele. Ik kan u verzeke ren, dat, zoo ik die regtbank had bedoeld, ik niet zoude hebben geaarzeld haar te noemen. Regter-Commissaris. Zool Maar gij zegt toch: onze regtbankdus is bet immers duidelijk dat gij van de arrondissements-regtbank te Zierikzee spreekt Herbergier. Het is juist onduidelijk. Ik bad mij eene regtbank voorgesteld of liever ik had mij bet idéé gevormd van eene regtbank hoedanige In we zenlijkheid zoude dienen te bestaanom zulke schandelijk onregtvaardige vonnissen te wijzen, als welke ik meermalen heb hooreir verzekeren, dat door enkele regtbankerr soms worden gewezenen van zoodanig eene regtbank (het kind mijner fan tasie) tot de lezers van den Nieuwsbode sprekende, zeg ik: onze regtbank. Dat beduidt: de regtbank waarmede wij (schrijver en hoorders of lezers) ons hier bezig houden. Die hoorders of lezers zijn wat regtszaken aan gaat een zeer gemengd publieknaauwelijks een-tiende gedeelte hunner ressorteert onder de arrondisse ments-regtbank van Zierikzee, en het zoude dus zeer dwaas zijn tot ben te zeggen! onze regt bank, dat is: de regtbank onder welke wij (schrij ver en lezers) behoorenaangezienzoo als ik aan merkte, verre het meerendcel dier lezers met de Zierikzeeschc geregtigheid niet met al te maken beeft. Neen, het woord onze, is bier gebezigd in eenen overdragtelijken zin, in een' verbeven stijl, even als de romanschrijver van den hoofdpersoon in zijn werk, zegt: mijn held, zonder dat bij daarom evenwel een sikkepit eigendom aan den man beeft, noch ook eenige betrekking tot hem buiten en be halve de geestelijke relatiewelke ieder schrijver tot de personen en zaken die bij zich voorstelt nood wendig heeft. Mogt niettemin het hier gebezigde woord onzeu als ongeschikt blijven toeschijnen beschouw het dan als een gevolg van gebrek aan taalkennis of aan de omstandigheiddat ik welligt op dat pas geen beter bij de hand had. Regter-Commissaris. Als men bet verband nagaat dat in die artikels gevonden wordt, dan komt men tot de overtuiging, dat dit stuk een uitvloeisel, of gevolg is van het eerste artikel van 5 November, en dat dus hetgeen hier van eene regtbank wordt gezegdop geene andere dan op die van Zierikzee doelt. Herbergier. Ik moet u doen opmerkendat ik geenszins heb verklaardschrijver te zijn van het eerstgenoemd artikelwél is de schrijver daarvan aan mij bekend; doch ik ben niet gezind denzelven op te gevendaar ik dien persoon, als in het bezit zijnde van een ambt, (dat bet cenigst middel van zijn bestaan uitmaakt,) niet wil blootstellen aan de kans, dat men uit wraak hem daarvan ga berooven. Er kunnen alzoo uit den inhoud van dat stuk geene gevolgtrekkingen worden gemaakt om alleen moge lijke bedoelingen in de beide andere, tot een graad van waarschijnlijkheid op te voeren. Regter-Commissaris. De advertentie in den Nieuws bode van 31 December, betrekkelijk die Cigarcn is door u geschreven en ingezonden? Herbergier. Dat ligt wel in den aard der zake, daar niemand zich de vrijheid zoude veroorloven op mijnen naam zoo iets te adverteren. Regter-Commissaris. Je zult toch moeten bekennen dat met de uitdrukking die daarin voorkomt: voor de leden der arrondissementsregtbank in het algemeen; doch voor den regter-commissarisen voor den jiolicie- eommissaris in het bijzonder" niet wel anders kunnen bedoeld zijn dan respeclivelijk die ambtenaren van de regterlijke magt, te dezer stede en dat gij uwe waar uitsluitend ten hunnen behoeve aanbeveelt? Herbergier. Vooreerst, verzoek ik u niet over 't hoofd te zien het nederige woordje ookwaarmede die advertentie aanvangt. Er staat^oo/c voor de leden der arrondissementsregtbank dat beteekent: voor elk en een iegelijk, voor jan en alleman; maar voor die lui ook. En ten anderenmoet ik u doen opmer ken dat: wanneer die advertentie slechts eene be paalde strekking haden alleen en uitsluitend diende voor destad Zierikzee, ik u volgaarne zoude toegeven dat met dien Regter-Commissaris en met dien Politie Commissaris zeer wel bedoeld hadden kunnen zijn de personen tot welke ik thans spreek; doch uwe gansche stelling vervalt, daar deze advertentie eene algemeene strekking heeft, immers minstens voor de geheele provincie Zeeland dienen moest. Regter-Commissaris. Zijt gij meer in handen der justitie geweest? Herbergier. Men heeft mij wil nimmer bij den lijve gevat, maar toch een paar kceren in de beurs getast; wanneer UEd. nu daardoor verstaat in handen der justitie geweestdan moet ik uwe vraag bevesti gend beantwoorden. Regter-Commissaris, Hebt gij nog iets ter uwer verdediging in te brengen Herbergier. Dit gansche verhoor komt mij voor te zijn: eene variatie op het thema BEDOELINGEN doch daar die slechts vooronderstelde bedoelingen door geene enkele geldige daadzaak worden geconstateerd, zoo vertrouw ik, dat, wanneer deze kwestie door onpartijdige regters moest worden beslist, men be vinden zoude, dat hier noch van een bepaald lig- chaamnoch van bepaalde personen, noch van be paalde feiten[fails précis.) nog van eenige bepaal delijk aangeduide ondeugd vice déterminé,) de vraag kan zijn, en alzoo noch eenig ligchaamnoch ook eenig persoon is gehoondgesmaad, gelasterd of be- leedigd om de eenvoudige maar alles afdoende reden dat bier geene ligchamen of personen zijn aangewezen. Regter-Commissaris. Gij kunt vertrekken. Herbergier. Ik bob u nog eene vraag te doen. Kan er van eene instructieeven als van regter lijke vonnissen copie worden geligt.J li Do vraag was spiksplinter nieuwzij vercischte dus eenig nadenken; en na een korte deliberatie volgde een ontkennend antwoord. Aan deze omstandigheid zal men het hebben toe te schrijven wanneer dit verslag bier en daar ee- nigzins van bet origineel afwijkt; welk origineel evenwel ook alles is, behalve eene naauwkeurige op- teekening van het in die bijeenkomst gesprokene. BELG! 1!. Brussel, 6 Maart- De berigten uit Brugge, Gcnd en Luik zijn opgevuld met bijzonderheden, betreffende de ongeregeldheden, waartoe de duurte der granen op die plaatsen onder de arbeidende klassen aanleiding gegeven beeft. Overigens blijkt daaruit, dat men de rust als hersteld mag beschouwen. De minister van oorlog beeft aan de hoofd-officicren strenge bevelen gegeven om door kracht van wapenen alle ontstaande onlusten, te onderdrukken. De minister van justitie heeft aan de procureurs des konings en procureurs-gentraal eene circulaire gezonden, waarbij zij aangemaand worden, om kracht dadige maatregelen te nemen, ten einde de onlusten te voorkomen, die uit de duurte der levensmiddelen zouden kunnen ontstaan. Gisteren werd tusschen Callo en Doel een koopman in vee door twee personen aangevallen, welke hem de beurs of het leven vroege. Noch bet oen, noch bet ander, hernam de koopman, en sloeg met zijnen "stok een der boosdoeners ter aarde. Ook de andere lag spoedig op den grond. De bevoegde overheid is dadelijk van den aanval verwittigd geworden. GEMENGDE, BERIGTEN. De morgen van den G Maart zal lang inhet geheugen geprent blijven van alle orthodoxe Zie- rikzeenaars. Naauwlijks schoot dc zon baar stralen, Op de vruchtbre Zceüwsche dalen. Of 't gebulder van 't kanon, Liet zich booren als te voren, Toen men tot den roem geboren, Niets dan lauwren oogsten kon. Wat al wimpels, vlaggen, snaren, In beweging/... vijftig jarbn Heeft een kostbrc krant bestaan; 't Nonplus ultra aller bladen, Die maar geestkrachtgloed verraden Op vooruitgangs- kenbre baan! Dan alle badinage k part eene achtingswaardige Ma trone de vermaarde Zierikzeesche Stads-Courant vierde op den heugelijken morgen die wij zoo even noemden haar 50ste verjaardag. Daar wij nu gaarne schreijen met de weenenden, en jubelen mek de blijden, zeggen wij van gantscher harte met onzen volksdichter Spandavv: Triomf, de vreugde stijgt in topl Hijsch, Hollands vlag cn wimpel op En doe den jubeltoon nu daavren langs uw strand! 't Was feest in Nederland! 'tWas feest, een eigen Hollandsch feestl 't Was heilig, 't bragt ons voor den geest, Den tijd van onzen roem, den tijd van onze schand! Hierbij kan men tevens meidendat men onder de geabonneerden in I7D3 teldede nog levende burgemeester J. de Kater te Burgh doch thans geen geabonneerde meer, eene uitstekende eer! De feestrede ter plegtige gelegenheid uitgesproken, vindt men in 't Zierikzeesche Orakel van Dingsdag 9 Maart. De koningin van Engeland wil, dat er een algemeene vastendag over geheel baar koningrijk zal worden uitgeschreven. Van Hall schrijft maar be lastingen uit, cn daardoor loeren Z. M. beminde on derdanen van zelve vasten, doch boe streng er o k gevast mag worden, toch neemt II. M. zoo min al; de Lords en Pluimrtddcrs eenig deel aan zulke boetedoening, al stierven alle leren en Nederlanders van honger en gebrek. Te Rotterdam wordt er- zoo ernstig gebedeld voor de arme Ieren, als of er te Rotterdam geene arme waren. De Koninklijke yacht-CLUB heelt, als zoovele andere K. Clubsen, weèr eenige duizende guldens te veel; onder de kunsten die er gemaakt moeten worden, behoort bet mastklimmen en boegspriet loepen. Cats zegt: Als apen hooge klimmen willen, dan ziet men eerst baar gekke grillen. Te Liverpool woedt do rotkoorts zoo ver schrikkelijk in de wijken door ar.ne koren bewoond, dat verscheidene geëmploijeordep va i da bureaux van onderstand, welke met hen in mrakiug zijn geweest, onder dezen gresel zijn bc- a. -Hot H. B. vraagt, of van Hall van zijn versta:-! beroofd is; wel neen, zoo min als do achtkantige boer iu

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1847 | | pagina 1