EDELE TILDE»
H uwelijks-Aanvrage.
achtste ingezetenen der steden Utrecht en Leiden
eene petitie tot openbare medcdeeling van het ge
bruik der stedelijke ontvangsten ingeleverd! Aller-
wegc ontdekt men sporen van meerdere liberaliteit
in beginselen; van alle kanten ziet men de verde
digers van het stelsel van behoud en de tegenstanders
der grondwets-herziening besprongen en in het naauw
gebragt. Zij zeiven gevoelen het ook dat hunne
stelling op den duur onhoudbaar wordt. Zij nemen
reeds de houding aan van iemand die tot transactie
genegen schijnt. Het komt er nu slechts op aan
dat de welgezinde opposanten van deze weifeling al
de voordeelen trekken welke de crisis van het oo-
genblik hun aan de hand geeft. Zij moeten zich
niet te spoedig laten vinden, maar de meest pro
fijtelijke voorwaarden bedingen. Wij kennen onzen
ambtsmannen genoeg zelfzucht toe om niet van den
nood eene deugd te maken en, als hun belang het
vordert, of hun het roeijen legen den stroom op
ondoenlijk wordt, niet eijeren voor hun geld te
kiezen, riet uur nadert waarop de doodsklok voor
de autocratie zal luiden. l)an geene drukpers
processen meer; geene landverhuizing naar Noord-
Amerika; geene ƒ25,000 subsidie voor een schand-
blad, hetwelk openlijk van landverraad beschuldigd
en thans door de publieke opinie voor altijd ge
brandmerkt is. Dan geene besluiten meer, waarbij
aan een regls-collegie verboden wordt, kennis te
nemen van procedures, waarin dit of dat publiek
ligchaani betrokken is, gelijk gebeurd is met het
hoog geregtshof te Batavia en de Javasche bank. Dan
geene mishandelingen, geene willekeurige uitzet
tingen meer van burgers, die deze of genen schurk-
achtigen magistraatspersoon te lastig worden. Dan
doch waar zou men eindigen Het getal van de
bestaande grieven is zoo talrijk als het kroost van
Abraham voorspeld werd te moeten wordenmaar
zal alsdan veel geringer wezendan thans nog het
aanta^ is van hen, die ze openlijk aan den Koning
durven aanwijzen. [de Burger.)
MARIE-JEANNE, OF DE VROUW UIT DE
VOLKSKLASSE.
Murie-Jeanne, een vrolijk, jong meisje, huwde een
timmermansgezel, die veel van een glaasje en los
gezelschap hield, maar evenwel een eerlijke jongen
was. Wij zien in het voorspel het jonge paar van
de trouwplegtigheid te huis komen en hen daarna
met eenige bruiloftsgasten in eenen tuin buiten de
stad hun huwelijks-feest vieren. Marie-Jeanne
neemt het oogenblik te baat, dat het gezelschap zich
verwijderd heeft, om haren man nog eenmaal op
zijne gebreken opmerkzaam te maken, en bidt hem
zich in 't vervolg voor den omgang van zijnen vriend
Remy te willen wachten, hetwelk Bertrand volmondig
belooft. Naauwelijks is echter een kwartier verloopen
toen Bertrand, die na het gesprek met zijne vrouw
was uitgegaan, weder door Bemg overgehaald, be
schonken terug keerde, en in dien toestand, zijne
vrouw hard en bits bejegendeen haar innig be
droefd maakt; de liefde vergeeft zoo gaarne, en zoo
ook Marie-Jeanne haren jongen echtgenoot, als deze
door hare hartelijke taal overwonnen, haar weder
vriendelijk toespreekt. Tusschen dit voorspel en de
eerste acte, bestaat eene tijdruimte van l'/s jaar,
gedurende welke Marie-Jeanne moeder geworden is.
Zij, vroeger eene opgeruimde, vrolijke maagd, is nu
eene vrouw, op wier bleeke, bestorvene wangen niet
een spoor van de rozen zigtbaar is, die het frissche
gelaat van het meisje sierden, haar, die haren man
eene gedurende 10 jaren met vlijt vergaarde bezit
ting van 500 guldens had mede ten huwelijk gebragt,
vinden wij nu in eene behoeftige kleeding en een
armzalig kamertje terug, welke ons slechts al te
duidelijk zeggen, dat de arme vrouw sedert haren
kortstondigen echt, veel kommer doorleefd heeft, en
dat nood en ellende, in stede van vroegere welvaart,
in haren woning heerschen, Bertrand heeft er alles
doorgebragt, omdat hij geene kracht genoeg bezat,
den omgang met Remy te vermijden en weder is
hij in drie dagen lijds niet te huis geweest, terwijl
Marie-Jeanne zich daarover bedroeft en dag en nacht
werkt, om zooveel bijeen te krijgen, dat zij voor
haar kind eene minne kan aanschaffenwant de
moederborst, door smart en kommer doorvlijmd, heeft
geene voeding meer voor het arme wicht, dan doo-
delijk venijn. Acht gulden heeft zij reeds te zamen;
zij bewaart dezen, voor haar kostbaren schat, die
het leven van haar kind zal moeten behouden, met
zorgvuldigheid, opdat Bertrand denzelven niet vinden
zoude, en wil juist heden het kind ter minne geven.
In deze kommer- en toch vreugdevolle overdenkin
gen is zij verdiept, als Bertrand met woesten en
wreveligen blik te huis komt, en twist zoektdie
echter daarmede eindigt, dat hij door de beden en
tranen zijner vrouw en het levensgevaar van zijn
kind getroffen, op nieuw beloofde zich te beteren, te
werken, en de verkeering met Remy voor altijd
vaarwel te zeggen. Het hart der arme gade voedt
daardoor nieuwe hoop, en zij vliegt ijlings naar den
timmermansbaas van haren man, met verzoek hem
werk te willen geven. In dien oogenblik wil Bertrand
in allen ernst zich beteren, doch daar tréedt Remy
binnen, om hem op nieuw tot een drinkgelag over
te halen. Bertrand wijst hem de deurmaar de
Onder bovenstaanden titel is er in de voornaamste steden
van ons vaderland een spel opgevoerdbewerkt naar het fransch
van Denuery en Mallian. Overal waar dit tooneelspel werd
vertoondging die vertooning vergezeld van de levendigste
toejuiching der aanwezige toeschouwersToevallig kwam ons
voor eenige dagen een fransch tijdschrift in handenwaarin
de hoofdzakelijke inhoud van dit beroemd tooneelspel werd
medegedeeld. Wij aarzelden niet onzen lezers hiervan eene
vertaling te geven.
verleider Iaat zich niet afwijzen, hij wordt dringend
en dringender, en doet Bertrand eindelijk in zijn
besluit wankelen, door hem te herinneren, dat hij
aan de verzamelde makkers in de herberg nog eenige
fiesschen schuldig is. Deze moeten betaald worden,
en Bertrand geeft toe, om daartoe voor altijd een
scheidsmuur tusschen zich en hem op te rigten.
Maar Bertrand heeft geene enkele cent; »nu verpand
dan iets," (luistert Remy hem in het oor, en weet
hem eindelijk zoo ver te brengen, dat Bertrand een
ladetafel, het eenige meubel, hetwelk zich in liet
vertrekje bevindt, openbreekt, om ze te doorzoeken.
Arme moeder/ wanneer de dronkaard het geld het
welk gij om het leven van u en uw kind te behou
den, door uwen ijver hebt bijeengegaard, vindt, zoo
is voor uw kind geene redding meer! en hij vindt
het, en jubelt daarover, vertoornd, dat zijne vrouw
hem haren nood klaagde, terwijl zij genoeg geld in
voorraad had, alleen »met het doel, om het hem
niet behoeven te geven," gelijk Remy hem overreed
de. Nu is Bertrand weder de man, gelijk Remy
hem noodig hoeft; intusschen keert Marie-Jeanne vol
vreugdegevoel terug, want zij heeft voor haren man
bij zijnen meester vergiffenis gekregen, en hem zoude
weder werk gegeven worden. »Ga spoedig naar den
timmermans-winkel, beste Bertrand," roept zij hem
toe, maar Bertrand is niet meer zoo, gelijk zij hem
verliet, met harde, ruwe woorden weigert hij aan
haar verzoek gehoor te geven scheurt zich met
woedende hardvochtigheid van haar af, als hij met
Remy het vertrek wil verlaten, en zij weenend aan
zijnen hals hangt, en de beide vrienden ijlen voort.
Marie-J'eanne s oogen zwemmen in hare tranen,
maar zij bezint zich, nog heden moet zij haar kind
ter minne geven, wil zij het niet zien sterven
zij gaat naar de ladetafel, om er het geld uit te
nemen, zij ziet dat dezelve geopend dat het slot
verbroken is, on stom van ontzetting blijft zij staan,
den weemoedigen blik op de plaats gerigt, waar zij
haren schat verborgen hadhij is verdwenenen
met hem de hoop om haar kind behoudtn te zien,
Daar stort zij op hare knieën om te biddenen
smeekt den Hemel om redding. Bemoedigd rijst zij
op, met den uitroep: »Ik breng mijn kind naar het
vondelingshuisGod zal het voor mij bewaren
Het is laat in den avond, reeds is het duister en
ledig op de straten, daar alleen de openbare gebou
wen verlicht zijn. In de straat waar wij ons bevin
den, staat het vondelingshuis, eene inrigting van den
staat, om arme, ongelukkige kinderen op te nemen,
waarvan zich slechte moeders wenschen te ontdoen.
Digt langs de huizen sluipt eene vrouw voortdie
onder haren schortdoek zigtbaar iets verbergt; het is
ook eene moeder, die haar kind in het vondelings
huis wil plaatsen, maar geene slechte, die koud en
gevoelloos zich van haar kind wil ontdoenmaar
eene brave, trouwe moeder, die, juist uit liefde voor
haar kind en om het te behouden, besluiteloos staat,
om het van het moederhart los te scheuren, en aan
de openbare verpleging over te geven, het is Marie-
Jeanne. Nog eenmaal streelt en kust zij haar kind,
en trekt daarop aan de klok, onmiddelijk wordt de
lade uitgeschoven, die bestemd is, om de ongeluk
kige wichtjes, die van hunne moeders worden ver
laten, op te nemen. Zij drukt een laatste kus op
het voorhoofd van haren lieveling, nog eenmaal be
vocht zij zijn teeder gelaat met hare tranen, legt
het daarop in de lade en snelt terug een oogen
blik en zij is van haar kind gescheiden, waarvoor zij
zoo gaarne haar eigen leven had willen geven. Daar
trilt de vreesselijke smart der scheiding door haar
gansche ziel: «mijn kind, mijn kindl" roept zij, haar
armen krampachtig naar de ingeschovene lade uit
strekkende, maar deze opent zich niet weder, en met
een hartverscheürenden kreet stort de bedroefde moe
der op den grond neder.
Vervolg en Slot in 't volgend nummer,)
lilTöSSOlTDSlTS STTTZZ21T.
Omstandigheden geheel buiten mij, hebben tot
hiertoe doen vertragen het opentlijk afleggen mijner
warme dankerkentenis aan U, voor de blijken van
belangstelling menschenmin en edelmoedigheid zoo
ruimschoots aan mij bewezen. Nooit of nimmer zal
uit mijn geheugen worden gewischt de weldaden,
waarmede uwe waarachtige Godsvrucht zonder praal
vertoon mij overlaadde/
In mijn gedachtenisoffer aan uwe liefdevolle deel
neming in mijn lot, mag en zal ik niet onaangeroerd
laten het opmerkelijke, dat ik gedurende mijne rech
terlijke omzwervingen in Noord-Braband alles aan
mijne Roomsch Catholijke mede Christenenen schier
niets aan mijne geloofsgenooten was verplicht 1 Daar
lag ik in het kerkerkot, en gij rusttet niet voor dat
ge mij liadt bezochtverwarmdgevoedverpleegd
en vertroost. Gij druktet de voetstappen van den
edelen J. Witz te Grave, van den ridderlijken van de
Wakker te 's Hertogeubosch Gij allen volgdet niet
door schoone woorden maar door schoone daden de
bevelen des grooten meesters.
Gij zult daarvoor inöogsten op den grooten dag
der vergelding: «ik heb in de gevangenis gezeten
en gij hebt mij bezocht/" Edelen te Tilburg 1 Te
's Hertogenbosch en te Grave! Bovenal gij brave ge
neesheer van Son 1 Ik bid u de pennen opgevat
mijne Heeren! om de waarheid te verdedigen. Or
ganen van hoog geplaatste laagzielige personen, die
ik te ver beneden mij acht, om ze in het openbaar
ten toon te stellen, hebben kunnen goedvinden uit
te strooijen dat ik «ietgeboeid ben geweest, en in
geene afzichtelijke boevenhokken op stroo heb verzucht
dat zulks door mij was verzonnen om schandaal t
makenIk bid u om der lieve waarheid will
maakt het op nieuw der waereld kond, hoe en f
welke kotten gij mij hebt gevonden. Voeg gij er bi
geneesheer van Son wat gij in tegenwoordigheid
bloem van Tilburg zeidet: «moet hier een menscl
logeren? Mijn God, geen hond kan het er in uit.
staan!"
Zierikzee, 5 Maart 1847. Marquis de Thoujbs,
Door Ileercn Burgemeester en Wethouders der stad Zit,
rikzee is aan de belanghebbende ter kennis gebragt, dat h
Militie-Baad in deze Proviucie deszelfs zittingen houden uj
in de Abdij te Middelburg, voor het 4d0, 5de en 6de Kan.
ton, op de volgende dagen, te welen
De tweede zitting, op Vrijdag den 19 Maart aanstaand:
des morgens ten negen en een half ure, ter beoordeelioj
der ingediende reclames van alle in dit jaar geloot hebbend,
personen, welke vermeenen inogten regt op vrijstelling
hebbenen
De derde zitting, op Woensdag den 14 April daaraan,
volgende, mede des morgens len negen en een half ure
tot het beoordeelen en goedkeuren der Plaatsvervangers, als.
mede lot regeliug van hetgeen betrekking heeft tot denuu.
mei verwisseling en eindelijk, dat de belanghebbenden
niet moeien verlalen op het ontvangen van een oproeping!,
biljet tot verschijning voor den Militie-Raad op den bepaal,
den tijd, aangezien het vooigeven van geene oproeping
hebben ontvangen, nimmer als verschooning voor de onlg.
dige of niet veiscbijning kan worden aangevoerd.
Zierikzee, 6 Maart. De zucht tot volksverhuizing
begint, zoo hier ter stede, als ten platte lande, thans
een ernstig aanzien te verkrijgen, sommigen zijn reeds
vertrokken, en velen maken toebereidselen hunne
vooruitgegane vrienden, bloedverwanten en bekende:
te volgen. Verschillend wordt daarover geoordeeld:
deze noemt het roekeloosheid; gene te veel gewaagd,
anderen ontevredenheid met zijn bescheiden deel dal
de Voorzienigheid hem heeft toegeschikt, Dochdii
zoo redeneren hebben volle keukens, kelders en kap
ten, zoodat hunnen welgemeenden raad weinig ingang
vindt, wijl zij geene woorden hebben om te ant-
woorden als iemand hen tegenwerpt: Ais wij in Amp
rika hetzelfde werk doen als hier, dan zullen wij
toch zeker meer dan droog brood paardeboonen tf
poters met zout, kunnen eten; wij zullen door geene
deurwaarders bestormd worden met sommatie's ol
renovatie's; onze kinderen zullen niet gekerkerd won
den voor het sprokkelen van een dor boomtakje;
onze zonen zullen ons niet ontnomen worden om
voor gek te spelen in een soldatenrok, of om hunne
wapenen tegen hunne eigene landgenooten te vellen
en wij zullen niet van onze kinderen worden ge
scheurd als wij onze evenmenschen een penningsst
afvragen om onzen honger te stillen; dit alles
heeft men in Nederland te wachten; die 365 gezonde
dagen en altijd werk heeft, moet nog half honger lij
den, en moet op zijn 50ste jaar (dan is menteoui
zeggen de boeren, om alle werken te doen) afhan
gen van armverzorgers, of is in een gesticht, gevan-
genhuis of Ommerschans opgenomen, erger kan
het dus in Amerika niet uitvallen.
ADV32172177I31T.
De Notaris W. J. van VOORST CATS-
HOEK, residerende te Tholen, zal, op Vrijdag dei
12 Maart 1847, des voormiddags om 10 ureop
de Kaai te St.-Maartensdijk, veilen en verkooper:
Een aanzienlijke party AFBRAAK VAN EEN ZEE'
SCHIP, bestaande in Planken, Balken en Palen
van verschillende lengtenbenevens eenig IJzer et
Spijkers.
A. ROOTH^ERT, Oude Haven, n.° 381, heefl
ontvangen een groot Assortiment Dames Laarzen
in alle kleuren dito Strik - of Knoopschoenendik
Verlakte of Maroquin, dito Zomer-Pantoffelsfraaip
kleuren en verder alle soorten van Kinderwerk il
alle kleurenstoffen of gewaste maroquin Kinder
schoentjes en Laarsjes, groene paarsche en zwartt
Muilen. Alles beste kwaliteit en naar den laatste!
smaak bewerkt, vastgestelde Prijzen. Brieven
Pakjes franco.
Een JONG MENSCH wenschte in kennis
komen met een JONG MEISJEom daarna eea
Wettig Huwelijk aan te gaan. Men adressere zicli
met franco brieven onder de letters W. C.bij den
Uitgever dezes.
Bij J. TIMMERMAN, ten huize van
S. van de Reein het Goessche Veerhuis te
Zierikzee, zijn tot zeer civiele prijzen
bekomen; Olmen-, Esschen-, Kanadesche-enmeei
andere Plantboomen, wilge Poten, Vruchtboom®
enz.
Een WAGENMAKERS-KNECHT, die
zijn werk goed verstaa.kan dadelijk werk beko
men bij J. EVERWIJNte Zonnemaire. Brieven
franco.
te zierikzee, ter drukkerij van p. de looze.