Vei heer P. raadt iedi onbcgrijp del ijk, e wordend dezen IJc !)e Eei leden wei rncr heeft Eglcr lioi spreken k; een vent, uit te ru Iandsche r worden gr Van Hall gen om i hier en da den Algieiv gehouden liaansche i tocraten i voor burgi De minister van liet ka gelschen op den in gewone ver Eene Berge zijn in roo/ durven zij aangeschotei een klok zo buisje van nemenj iemand in I i lieg, dat h sloten word om het bedi KUFACTUR1KR een zoenc de verbeeldii abuis willen de justitie k waarde van man ongetri jongens! molens waar i Te Middel prinses Wilhe tig gevierd; voor dat een Nefr lands blo waarop onrnid gezet, die om zee is die ge Op een dorp in een sabelliouv geraakt, en v den der Bijen Bezuiniging tenaren leeren drukte burgers naar do nering ijdele klank, ei mot do door I penningen won luide kreet om zuiniging.' kleei mesten En wij later in he zij dit genoeg, •liging daar te juk der belastii eene grooie ven Oorlóg konde pl eene groote vcri vele artikelen v op do begroolin, IS Is het ii beki impost op impos op verwijdering braverendoor h genliever het en in het verder terug te komen zij bezoedelen en zeventien jaren g ten achterstelling Belgie met welda Willem I als Sl het u bekend, hc gekoesterde en ge en walgende van vain staken en zi onttrokken, die m Is het u bekeuc de kreet des Kon ons Vaderland klo Jijke regering verg en de wapenen gi Is het u bekenc de aan hunnen K ders hoondenbe het den Hollands den dood zijns ma wapenen gebruik b Brussel, maar ook spaard werden! de groote schaar van van Huil. Belangrijk zegt de man, zullen de vruchten zijn, welke dit scheersel in twee jaar zal afwerpen 1 Ook rooven de Kaf fers voortdurend in de nabijheid der Kaapstad en in Nederland wordt er geroofd tot in de kaapstad zelve. Een gedeelte der leapers zijn tot October naar hunne haardsteden gezonden geworden, om wat uit te rusten van eene kaperij van ongeveer 173 millioenen guldens. Floris is bijzonder in zijn schik dat er alom zoo veel welvaart heerscht, doch Anna, zijne meesteres, weet dit beter, want dit schepsel werkt zich in 't zweet om canapé-kussens te ma ken, om te laten verzwendelen voor een stuk droog brood voor het welvarende volk Te Naarden zijn er geen dragonders meer noodigom het welvarende volk in teugel te houden; zij zijn Ie Haarlem tot nader order op stal gezet. Een ontvanger te Lei den heeft eene opregte Zicrikzcesche streek begaan, namelijk, geld in verkeerde zakken gestopt.De van Ysselsteinsche belasting wordt met het zwaard in de vuist nog al ingevorderd; turfmanden vol sommaties worden, ten voordeeb van Bartje en Comp., over de onderdeuren der burgers gesmeten. Het rpoet toch oen schrikkelijk gat geweest zijntoen voor het eerst dien achterstand is ontdekt geworden, want zooveel jaren daarvoor afgeschovenen nog niet vol, daer mot je niet lugt over dienke! De Fransche regering zal aan allen, die wegens plun dering of rustverstoring in kerkers zuchten, genade schenken, en de Nederlandsche zal er eerstdaags te Middelburg een stuk of 18 laten slagten; welkeen verschil van menschelijk gevoel maarde minis ter van justitie is ook oen Zierilizeenaar en boven dien van edel geslacht! Prins Frederik is in den Haag gearriveerd en Z. M. zal den Haag verlaten, gaande naar Silezie. Van Gorinchem is eene fa milie naar Noord-Amei ika vertrokkenmet zich ne mende eenige tonnen gouds. Aldaar is een bak ker voor de tweede maal overtuigd geworden van liet te ligt bakken van zijn brood. Te Zierikzee wordende bakkers op hun bakkers cereivourd vertrouwd; het broodvvegen is geheel u:t de mode geraakt. De equipage van Z. M. Haai heeft op de kust van Floris groot gevaar geloopen, van door men- scheneters opgepeuzeld te wordenen de equi page van Z. M. lijk wordt tot op de kust van Floris door menschenvillors moorddadig gevild! V ersclieideelieden Ontwaakt! bewaart uwe nagedachtenis voor schande en smaad; vveikt, want nog is het dag werkt eer de nacht u misschien overvalt en het te laat zal zijn! Opstandeen algemeene opstand? Met geweld, met de wapenen in de hand, hen verjaagd en verdreven die ons onderdrukken, ons van den Koning vervrcem den, hen verjaagd, die Volksvertegenwoordigers, wie. namen in liet zivarle boek der Nalie staan opgelee- kend? Neen dat in eeuwigheid niet! Geen opstandgeen geweldbedenk, volk van Nederland, dat gij niet meer zijt, wat gij waart ten tijde van Alvatoen gij de tiende penning vveigerdet te betalen, eene belasting, minder druk kende, dan die belastingen, die thans aan uwe wel vaart knagen. Geen opstandgeen geweldDe bondgenooten die zich zco onzijdig hielden tijdens den Belgischen opstandzouden iiet land binnenrukken, gij zoudt ophouden een vrij volk te zijn, voor de overmagt bezwijken, voor de magt van zwaard en bajonet! Tot een' uwe toevlugt genomen tot den Koning. Vereenigt u en kiest uit uw middenwelbespraakte, verlichte mannen, in wier boezem liefde voor volk en Vaderland huisvest, dat deze den Koning naderen en zeggen: SireWij komen tot U, met dat ver trouwen, hetwelk de Hollandsche Natie steeds in D en Uw Doorluchtig voorgeslacht gesteld heeftaan hetwelk zij steeds met de naauwste banden vpree- nigd was! Wij verlangen, dat wij dezelfde vrijheid van denken en spreken mogen behouden, die het eigendom onzer Vaderen was, en van welke vrij heid zij nimmer misbruik hebben gemaaktdat de vrijheid der drukpers ongeschonden blijve; want steeds was de drukpers bescheiden, en, heeft zij in den laatsten tijd eene scherpe taal gevoerd, die ook misschien U onaangenaam in de ooren klonk liet is de schuld Uwer Ministers en van hunne verachte lijke Satellite)i, die haar daartoe droef, door on waardige vervolgingen en lage minachting. «Wij verlangen, Sire! herziening der Grondwet, omdat dezelve in handen uwer Ministers een werk tuig ter onzer onderdrukking is, een werktuig, door de gansche Natie vervloekt, doch tegen welker herziening zij zich zoo krachtig verzetten, omdat zij daardoor gedwongen zouden wordendat te zijn wat zij zijn moetende middelaars tusschen den Vorst en het volk, en niet dat, wat zij thans zijn, de vijanden van het volk en de slechte raadslieden van den Vorst. »Wij verlangen bezuiniging, vermindering van dat ontzettende heir van Ambtenaren dat een groot gedeelte der opbrengsten verslindt. Bezuiniging zal onze schuld verminderen, de vermindering onzer schuld vermindering aan belasting ten gevolge hebben, en al zijn wij het niet, die hiervan de gevvenschte vruchten mogen plukkendar, toch zullen onze kin deren het zijn." »Sire! wij verlangen, dat gij in waarheid en in de daad onze Vorst zijt, die ons regeert, en dat gij verre van u verwijdert die trouweiooze Raadslieden, die zonen der Jacobijnen, die de rol van Straf fort en Richelieu wenschen te spelenindien wij de nagedachtenis van deze beiden geen onregt doen door ze gelijk te stellen met eeoen van Hall, Baud yjm de Jonge. 5 Dat wij tot U mogen naderen en U onze belan gen toevertrouwenzoo als het volk gewoon was zulks Uwen Dooriuchtigen Vader te doen," En de Koning de w enschen zijns volks hoorende, zal aan dezelve gehoor geven, en allengskens zal er eene heilzon van welvaart voor Nederland opgaan, en die geest van wrevel en misnoegen worden uit- gebluschtdie thans en teregt de Natie bezielt. Mogtc het u niet gelukken, om tot den Koning door te dringen, of mogt Willem II, meer vertrou wen stellende in de Ministers, dieLhem omringen, dan in het volk, dat hem bemintdoof zijn voor uwe klagtendan, gij allen, die 5 hiertoe slechts eenigzins in staat zijt, dit land verlaten, een nieuw vaderland opgezocht, daar, waar reeds zoo vele an deren u zijn voorgegaan, daar zult gij niet het grootste gedeelte van de vrucht uws arbcids, of van uwen vlijt, eener bodemlooze schatkist offeren, daar zult gij niet gekluisterd zijn aan de ketenen die de Ministers voor u smeden, daar zult gij vrij heid van deukenspreken en schrijven genieten. En de droefheid, die u bezielen zal, wanneer gij de plek, waar wieg en bakermat stond, voor altijd vaarwel zegt, zal verligt wordenen de traan in uwe oogen wanneer dezelve voor het laatst de duinen van het goede oude Nederland zullen aan schouwen, die traan zal worden gedroogd, door, de gedachte: «ons blijft geenc andere keuze over"" [de Hydra.) iaargSSQ3.TD331TB gTTiCTlT. WAT ZEGT HET EEN VADERLAND TE BEZITTEN EN WANNEER KAN MEN GEZEGD WORDEN DIT VERLOREN TE HEBBEN! Zie hier twee zaken welke onze overdenking overwaardig zijn, want immers in deze dagen is het onderwerp veler gesprekken en geschriften het Vaderland en deszelfs toestandwaarop tegelijk aller oogen gevestigd zijn. Het zal dan wel niet ongepast zijn om de eigen schappen van een vaderland op te sporen en na te gaan, ten einde te zien in hoeverre Nederland kan gezegd worden ons vaderland te zijn. Tot dat einde hebben wij eene geschiedenis voor ons liggen, welke duidelijk aantoont wat eigenlijk een vaderland is, welke regten wij in, en welke pligten wij jegens hetzelve hebben. Wij willen twee hoofdtrekken derzelve mededeelen. In een land waar de menschen zeer barbaarsche namen dragen, had het volk, dat lang verdeeld, onderdrukt en uitgeschud was, zich in bet eindt ugen deze geweldenarijen verzetdoch de overmagt der onderdrukkers deed de vertrapte beminnaars der vrijheid wijken en zagen zij zich genoodzaaktom ten minsten voor eenigen tijdzich weder onder het harde juk der overheersching en dwingelandij te krommen. Het gaat met de groote onderdrukkers zoo als met de kleine, en zoo als het met al diegenen gaat, welke van het verachtelijke hunner daden zelve overtuigd zijndehunne gruwelen en onregtvaar- dighedennadat zij hunne barbaarsche oogmerken daarmede bereikt hebben, door vernederende barm hartigheden en geveinsde goedheid trachten beter en minder hatelijk te maken, om hierdoor de wereld te bedriegen of de wroegingen van hun besmet geweten te stillen. Zoo ging het volgens onze geschiedenis ook hier, nadat men een gedeelte van het ongeluk kig volk had om hals gebragt, begon men te begrij pen dat op zoodanig eene wijs de wereld al spoedig zou ontvolkt worden, en hierom vergaf men aan het overige gedeelte de misdaad welke bestond in het strijden voor hun leven en voor hunne vrijheid. De voornamen onder het onderdrukte volk zocht men, zeker uit vrees van hun in 't vervolg noodig te hebben, aan zich te verpligten, door hun het zwaard, inet hetwelk zij te vergeefs hunne onderdrukkers bestreden haddenterug te geven doch ziet, een on der hun was, in het midden der vernederingen onder het oog van zijne tirannendapper en groot moedig genoeg om zuik eene ellendige eer van de hand te wijzen met deze merkwaardige woorden: Nu ik geen vaderland meer heb, behoef ik ooli geen zwaard meerlll Een voortreffelijk gezegde, niet waar lezers? en dat ons leert, eerst, wat men door een vaderland te verstaan hebbe, ten tweeden, waartoe ons het zwaard dienen moetwat ons dat vaderland soms geeft. Wat zegt het dus, een vaderland te heb ben In het bijzonder wat zegt dit voor den rede lijken den verstandigen, den edeldenkenden mensch? Moet het alleen beteekenen dat men op deze of gene plaats, in tegenoverstelling van eene andere, het eerste levenslicht aanschouwde. Maar dan staat het redeloos geslacht met den voortreffelijken mensch ge lijk. Of zegt het nog wel iets meer een vaderland te hebben? Ja, voorzekerOns vaderland en wat wij daarvoor houden en als zoodanig vereeren en lief hebben, is niet alleen die plaats, op dezen bol, op welke wij onze intrede in de wereld deden of op wel ke wij ons in 't vervolg uit eigene en vrijwillige verkiezing neèrzetten; maar vooral is dat oord in waarheid ons vaderland te noemen waar wij aandeel hebben in al die regten, voordeelen en zegeningen welke de Natuur in het algemeen aan het mensche lijk geslacht geschonken heeft en waar wij in het volkomen en ongestoord bezit en genot van dio burgerlijke en godsdienstige regten bewaard blijven, die ons als menschenals vrij geboren menschen, toekomen en uit kracht der eeuwig onkreukbare na tuurwet, ons onvervreemdbaar erfdeel moeien uitma ken. Wanneer uilheemsch of inlandsch geweld of opgeraapt gezag ons deze onze dierbare en wettige eigendommen ontrooft, wanneer deze eigenschappen in ons vaderland voor or.s ophouden te besta houd het ook op, ons vaderland te zijneven als geheele aardbol op zou houden eene geschikte v blijfplaats voor het levend geslacht te zijnw; neer zij ophield hare voedende voortbrengselen h zelve aan te bieden. Wanneer wij ons genoi zaakt zien om in zulk oen land ons te blijven houden, dan staat het voor ons met eene ake woestenij gelijk, in dewelke wij als in het mid van verscheurende dieren die ons stoffelijk en zei lijk bestaan trachten te verwoesten angtva omzwerven, en dus had de held onzer geschiedi dubbele reden om te zeggen dat hij geen vad land meer had, nadat hij in hetzelve alle zijne vo regten en vrijheden en die zijner landgenooten zien ontroovenen nadat hij vruchteloos gepo had hun tegen dit schandelijk geweld te bescherm' Zie hier dus de eigenschappen .welke in een 1 moeten gevonden worden, wil het in de echte b> e kenis des woords, ONS vaderland zijn. In hoevi - deze eigenschappen in Nederland gevonden won laten wij aan het oordeel van ieder weldenL mensch over, doch dit althans is zeker, wam wij deze eigenschappen in Nederland zoekende er niet vinden, houdt het voor ons op ons Vaderl te zijnen worden wij genoodzaakt om een anc een beter, op te zoeken, gelijk door vele reeds daan is, en door duizenden nog gedaan zal word' welke hunnenweleer vaderlandschen bodem v lietenom voor hun en hun nageslacht een lan zoeken waar zij inen aan de zegeningen, vo deelen en regten der natuur aandeel hebben, waar zij in het bezit hunner burgerlijke en go dienstige regten gehandhaafd worden. Nu staat nog eene kleine doch gewigtige zaak te behai len, n. 1. waartoe het zwaard, dat het vaderland zij zonen soms geeft, dezen dienen moet. Gij alle het zwaard aan uwe heupe draagt, leert uit voorbeeld van dezen held, door ons hierbij gebragt, wr toe hel uw geschonken werd. Wierd het u gege om tegen de geheiligde regten des volks te striji Om aan edele en voortreffelijke wezens hun vai land welks bezit en behoud zelf den bewoner Afrikaansche woestenij dierbaar is i te ontroov en hun in het midden van het land hunner boorte, van hun voorouderlijk erf tot balling tot zulke die geen vaderland hebben te mak O! welk een ellendige vertooning maakt het zwaï aan uwe zijde, wanneer gij dit gelooft, wanneer daar naar handelten zoo ten steunpilaren van schandelijkst geweld u zelve stelt, gij laadt het genoegen des volks, de vloek - der natie op i schuldige hoofden. Zie hierwaartoe het u dienenwaarvoor gij s den moet: voor het waar belang van volk en vad land, voor het verkrijgen of behouden van desi regten en vrijheden, en doet gij dit; dan zeker e maal, zult gij de overwinning behalen. A Gij allen i die als met eenen geest des diepen slaaps overgi zijt, wij roepen u toe ONTWAAKT! en wam gij ziet dat bovengenoemde eigenschappen in vaderland niet meer gevondenwanneer uwe reg verkort en uwe vrijheden onderdrukt worden, sluimert niet langer voort, want het is tijd om strijdenwanneer gij ten minsten eenig belang i in uw Vaderland, en wanneer het u waarac dierbaar is! opdat gij alzoc openbaar wordt te ware vrienden des vaderlands. Tribunu G—Augustus 1847. Heeren geabonneerdeu buiten de stad, worden min? verzocht hunne, met 15 Augustus verschenen abonnemt gelden bij den uitgever dezes te bezorgen. Het stukje geteekend geen B maar Mkan niet geplaatst v den. ADT3RT3ITTÏË1T. Heden overleedtot mijne en mijner kinderen tere droefheid, mijne veelgeliefde Echtgenoote AI1 MARIA TRENNHUIZEN, in den ouderdom van jaren, eene maand en eenige dagen. Elk, die de o ledene in hare betrekking gekend hebbenzu beseffen wai ik, als Echtgenoot, en mijne vijf nog s jonge kinderen aan haar verliezen. Goes, A. BOECKLING. 11 Augustus 1847 Dienende deze tot algemeene kennisgeving aan vrienden en bekendenzoo binnen als buiten deze stad. De Notaris C. J. van der HALEN zal, ten zoeke van de Heeren Jonkheer W. D. de JON en M. PLATSCHORREals gevolmagtigden hur principalenop Vrijdag den 20 Augustus 1847 namiddags ten 3 ure, in de Herberg te Nieuw kerk in Schouwen, publiek veilen en verkoopen: 2 Bund. 40 roed. 88 ellen tweejarige MEEDE, 1 28 37 jonge MEEDEgo gen iu de Hofstede, vroeger behoord hebbende Hendrik Boogerd. Bij biljetten breeder omschreven. Terstond en met Maart, een WAGENMAKE KNECHT benoodigd, bij L. M. van NOPPEN Kruiningen. fgSg3 Terstond een bekwame TIMMERMA. KNECHT benoodigd, bij J. PATMOS, te Dreiscl SgSsr* Terstond een SMIDS-KNECHT benood bij ENGELGEBRAAD, te St. Maartensdijk. TE ZIERIKZEE. TER DRUKKERIJ VAN P. ca LOC

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1847 | | pagina 5