ZIERII
I1TGE201TDE1JE STTTE2EIT.
IV. 305.
Ö3RBESP0HDE1TTIE.
In den Zierikzeeschen Nieuwsbode no. 223, wordt
ons de droevige tijding medegedeeld, dat ten ge
volge van van Hali's schandelijk belastingstelsel, de
laatste zoutkeet aldaar eerlang niet mepr zijn zal
voorwaar een doorslaand bewijs, dat steller dezes in
zijn goed regt is met te beweren: «als liet gouver-
«nement onze bezittingen en onze inkomsten aan-
«randt, dan kan de middenstand (want de grootcn
geven niet te veel) ook niet de belioeftigen onder-
steunnen, trouwens liet hemd gaat immers nader
als den rok. Kerst voor zijne vrouw en kinderen
zorgen, en als er dan nog wat overschiet, kan zulks
aan de armen besteed worden, en anders moet ons
lieve gouvernement uit het fonds van B. en O., of
van de 127 millioen vrijwillige leening (nota bene/)
het onheil dor natie maar zien af te weren; durft
de regering ons uit te kleeden dan blijft ook op
haar de verpligting aankleven, dat zij voor de ge
breklijdenden zorgen moet. En wat dan gedaan
Hier is goede raad duur!!!
Laten wij intusschen niet klagen als degenen die
geene hoop hebben; vestigen wij ons vertrouwen op
onze vertegenwoordigers (als je belieft!), welke naar
eed en pügt volgaarne voor een sommetje van f 2500
onze getrouwe (hoort gij liet well!!) verdedigers zijn
willen, aan Hnn Edel Mogende, zal ik bij de eerst
volgende zitting op nieuw een verzoek doen, lui
dende als volgt;
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal geef'
met gepasten eerbied te kennen F. W. G. Linck
grondeigenaar, zonder beroep, wonende te Naarden
In het gedrukte werk: «Nu of nooit. Een ernstig
woord aan alle gezeten burgers van Nederlandwerd
de natie door de voornaamste leden barer zoogenaam
de vertegenwoordiging aangemaand, «om te werken
zoolang liet dag is,» aan welke oproeping meer dan
zeven duizend hoofden des huisgezins gereedelijk heb
ben gehoor gegeven.
Desniettemin bleef onze gemeenschappelijke aan
vraag bij het gouvernement onverhoorden mogten
wij al ons tijdelijk verheugen in uwe afgelegde ver
klaring dat eene herzienieg der grondwet gebiedend
gevorderd wordt, even snel zagen wij onze blijdschap
in rook opgaan, door de treurmare, dat, zoolang ons
gouvernement niet van plan verandert, wij ons vol
strekt met geene ware staatsverbetering vleijen kunnen.
In dato C October II. heeft de adressant aan
UEdel Mogende onbewimpeld kenbaar gemaakt, in
welken deerniswaardigen toestand uwe medeburgers
zich bevindende in aantogt zijnde winter nadert
met rassche schredende middenstand kan niet langer
zijne overdrageliike lasten met nog 50 opcenten blij
ven opdokken, hoe zal dezelve dan in zulke benarde
omstandigheden nog aan zijne verarmde natuurge-
nootenondanks zijnen besten wil, eenigen onderstand
verschaffen kunnen? Misschien zal de satraap van
Hall met brandbriefjes dreigen, of bij regterlijke exe
cutie liet laatste penningske ons komen alpersen: dit
zij zoo.
Ook heb ik U Edel Mogendcn niet onkundig ge
laten van hetgeen ik onlangs èn aan Z. M. den Koning,
èn aan mijne ingezetenen zoo al had medegedeeld
daarbij gaf ik vrijmoedig aan U Edel Mogenden
te kennen, dat ons toekomstig lot geheel en al van
den vasten wil der Tweede Kamer afhangt, ais zijnde
onze kluisters, waarmede de Nederlandsclio Potifar
of Pharao ons zoo deerlijk teistert, gemakkelijk te
slaken, onder de leus: «Geene voldoende grondwets-
«hervorming, geene toestemming meer tot eenige
«belasting op de ingezetenen.»
Over zulks ben ik niet nalatig geweest zoodanige
middelen aan te wijzen, waardoor U Edel Mogenden
met klem en waardigheid (niet h la Baud) de regering
als dwingen kondot om aan onze regtmatige vorde
ring onverwijld te moeten gevolg geven.
Het waardig lid, de Edel mogende Heer Storm uit
Breda, (aan wien ik niet kan afzijn bij deze uit
naam der geheele natie, voor zijn' betoonden moed
en standvastigheid, de opregte hulde mijner innerlijke
erkentelijkheid toe te brengenheeft bij de bc-
oordeeliug van het adres op do jongste troonrede
steeds er op aangedrongen, dat in hetzelve wel de
gelijk zou gewag gemaakt worden van de noodige
herziening der grondwetwaartoe van wege de rege
ring aan U Edel mogenden, ais aan ons allen, wel
is waar, de schoonste toezeggingen gedaan zijn, en
voor het overige, helaas! vermaakt liet gouvernement
zich met het heen-en wedertrekken langs onze spoor
wegen of met Yachtclubs, Admiraals-zeilen, Wed
rennen, Valkenjagt en wat al meer, om den verve
lenden lijd te korten, welke men wel nuttiger besteden
konde, a gouverno
Waarom hebben U Edel Mogenden niet aan de
nationale taal van den hooggcachten Storm ook
uwe stem gepaard?!! of was het do Ede! Mogende
Heer Duymaer van Twist, die U Edel Mogenden door
zijne vreemde en holle theorie heeft weten van het
goede af te houden, even goed als de zoogenaamde
chef der ministers (waarmede de Edel Mogende Heer
den Tex zijn' boozen zwager van Hall bedoelt) zelve
in de raadzaal het woord gevoerd had 1
Aangaande het droevig lot van den Heer K. van
Hulst, wierp de Heer L. van Vliet onlangs aan Z. M.
den Koning de vraag op «Wat licht Gij gedaan
«Sire? door welke raadslieden zijt Gij omringd gc-
«weest?!! welke duivel heeft U aangezet zoo geheel
«en al tegen de inspraak van Uw goed hart te han-
«delen
Dezelfde vraag verstout ik mij, mitsdezeook
aan U Edel Mogenden te doen: «Welke hooze geest is
«in U gevaren dat Gij uw verdienstelijk mede-lid,
«den getrouwen Storm in het veriigten van zijn goed
«werk niet durfdet bij te staan, terwijl Gij vroeger
«zeiven beleden hebt, dat Neèrlands onderdanen
«stiefmoederlijk geregeerd worden? Uw ergste vijand
»zou geen zekerder middel hebben kunnen uitdenken,
«om U ook de weinige genegenheid der bevolking
«welke U nog overgebleven 15,- te cjoen verliezen,
«door U aan te raden om de natie zoo maar aan haar
«lot over te geven?! O tijden O zeden/
Daner is nog eene ffaauwe hoop op uitredding
voor orts overgebleven laat dus mijne woorden tot
uwe ooren ingaan, en tot op den bodem van uw hart
doordringen vcreenigt U met de welgezinden des lands,
plaatst U aan het hoofd onzer constitutionele en na
tionale beweging, of stelt II aan den spits van het
te vormen Jonge Nederlandlaten wij eendragtelijk
het vast besluit opvatten; «Geen voldoende grondwets-
«hervorming tot doeltreffende bezuinigingen (zoo als
«U Edel Mog. in uwe hooge wijsheid het meest doel-
«matig zullen oordecden geen opbrengst meer van
«eenige belasting!» Zoo doende zullen wij spoedig
eenpariglijk ons ulliinatiini aan Z. M. den Koningin
<orte en tevens bondige bewoordingen voordragen kun
nen en daarbij de geacliUte namen onzer vertegen
woordiging op ons nederig smeekschrift ziende prijken,
kan het niet falen of ons is de zegen.
De h >oge regering eenmaal ons nationaal verlangen
ingewilligd hebbende, dan mag het ook van UEdelMog.
gevergd worden om het ijzer te smeden terwijl het
nog heet is!
Indien gij ons in de tegenwoordige hagchelijke om
standigheden niet uwer roeping waardig, tot in den
dood toe, verdedigen wilt, dan bezweer ik liet u bij den
levenden God «ons bloed koine over U en uwe kin—
«deren tot in het late nageslacht, onder geen voor—
«wendsel, hoe ook genaamd, kunt gij u bij ons ver-
«ontschuldigenbij de Natie bestaat sedert lang de
«wetenschap dat in de Tweede Kamer bij meerder-
«hcid van stemmen is uitgemaakt: «dat onze gebrek-
««kige grondwet ten spoedigste moet herzien worden.»»
Op bladz. 17, in bovengemelde brochure, beginnende
met den tweeden rege! van onderen, staat te lezen:
«Eindelijk zijn er onder uwe vertegenwoordigers
«mannen opgestaan, die het kloeke besluit genomen
hebben uwe regten te verdedigenenz.» en op bladz.
«20, tweede volzin, luidende dus: «Wij bidden: God
«behoede het vaderland en den koning! Doch die bidt
«zonder te werken, zal geen verhooring vinden. Daarom
«schreven wij deze regelen. Daarom, medeburgers! laat
«ons allen werken. Doen wij allen wat wij vermo-
«genom in de inwendige rust en welvaart te ver-
«sterken.»
Waar zulke kernachtige taal tot ons gesproken
wordt, dahr mag men niet aan ijdele woordenpraal
gedenken, echter wat blijft aan de Natie te doen over,
indien bij eventuele teleurstelling zij in massa zich
zal vereenigen onder de banier: «Geene inwilliging
«in onze bede,geen opbrengst meer van belasting!
Wat anders dan feitelijk in hare weigering te
«volharden?;» waaruit ontegenzeggelijk opschudding
en tweedragt (dat Gode verhoede) ontstaan zalen wee!
dan gij volksvertegenwoordigers! zoo gij de Natie in
hare laatste pogingen evenmin als uw waardig medelid,
den Edelinogenden Storm in lief en leed wildet on
dersteunen dan zal gewis onzer aller banvloek over
ulieden worden uitgesproken
De algoede God stortte zijnen zegen in de ruimste
mate over UEdel mogenden uit? Hij behoede Ne
derland en den Koning!!
Naarden, 23 Nov. 1846.
•tWelk doende enz.
F. W. G. LINCK.
(de Burger.)
Sinjeur de Looze!
Hier bin 'k aweer, sinjeur, mar ik ebbe mit de
sinteren-klaes en keunings verjaerdag weinig ezie,
doch dat ik ezie ebbe, za 'k je zeije:
Bie die man mit ze'n sissen dekenmost ik dun-
derdags terug komme, en toe bin ik wat rond gae
slentere, doch ik zag zo weinig, dat ik bie men
vriend achter 't kagchel bin gae zittenen 's avens
bin ik een paer wanten gae koape, bie Johannes van
de kitting, en daer gooide de jongens mit vierkante
blokjes, dat 'k dogt dat peperbollen waere. Vroeger
dede ze dat, zeide men vriend, mit erlen en boonen,
maar nu ebben die soort van jongens op zen besten
erten om te etennu ik zag dan oak dat krooën
jongens en ineissen, verscheije op der bloote voeten,
de boeren bie der lankrokken trokken om cenzen.
Voor de rest was het mar een gewone martdag.dus
liet zal niet lang meer dure, dienk ik, of het vie
ren van sinteren-klaesdag zal, even as et vieren van
prinsjes-dag, afeschalt worro. Gebeurde dat noe
uet overtuging van gekheiddan zou ik er blie om
weze, mar noe dat et gebeurd ueterremoe, noe is
et om te treuren. Van Hall 1 van Hall 1 't is toch wat te
zeijen II
Én noe komme me van zeis bie dien gezegenden
dag, den dag dat de keuning verjaerd. Mar wat is
dat veranderd, buten over vuuf-en-twintig jaer, alle
mensen waere toe even plezierig, de groote atte en
dronke, daer an de outte brigge, van smiddags
4 ure, tot sogcheus 4 ure, net as Tempeliers; en
in de kleine errebergen wier er edanst en ezonge, dat
et een lust was, terwiel de meissens zoo netjes ekleed
waere, dat ik docht net as Kas, die zeit:
»Het was of ik dien ganschen dag,
»Gecn menschen, maar Godinnen zag."
En nu docht ik
n't Is of ik nu toch niksen zien,
«Dan liedelaers en erme lièn."
Zeis de schutters waere maeger, want de meeste
adde rokken anzoo ruem, dat er wel twee schutters
in eene rok konne. De kornel was den vetstenmar
die andere officieren waere toch oak mooi ekleed; en
verduld, Nathandie wel is mit agoosje hie me komt
was er mit ze'n broer, mit dat steekje op, er oak
bieen de muzekanten speelde binae zoo mooias
de muzekanten uit een Janklaesse-spilen het meeste
dat ik de klokke oore spelen ebbe, was: Ik heb een
hekel, ik heb een hekel, ik heb een hekel aan jou!
En noe sinjeur, za 'k er mar meè uetscheije, er
is al genoeg van ezeidmar noe over de loteric.
Toe ik donderdags bie zen kwam, jawel oor, toe
ad bie de duiten beet, mar o, lieven tied, wat een
van Hall's rekeniene ad hie emaaktmeer as 500
gulden stak hie in ze'n bosze; kiek docht ik, as dat
geen broer van van Hall is, dan zal et er zeker
wel een neef van weze; mar wat most ik doe, ik
was al blie dat ik de 1500 gulden kon opstrieke,
en men vriend zeide, dat ik er goet afekomme bin,
want dat bie edocht ad, dat ik den kleinsten helt
zou ekregen ebbe.
Verder vroeg ik, of ik de 1500 gulden, die ik
dienke over te ebbe, nie in de spaerbank zou brie-
ne; «Neen Jaap," zei bie toe, »de tijden zijn zon
derling er kan verandering komen.
«Veranderen nu der tijden, met gemeen overleg der
regering en de natie, en er wordt eene verminde
ring van interessen vastgestelddan is het verlies
geëvenredigdnaar mate de interessen verminderd
wordenmaar.... komt er een tweeden Napoleondie
mogelijk al geboren is, die de Nederlanden tot een
wingewest maakt, of de eene Lord of de andere
pakt onze koloniën in waar met arends-oogen op
geloerd wordt dan zal de interest-betaling van 35millioe-
nen guldens, jaarlijks in een oogenblik afgeschaft zijn,
en dan is de spaarpot leeg, en Jaap is zijn duiten
kwijt.
«Doch evenwel Jaap, ben ik er tegen, om in een
spaarbank geld te brengen, want voor eenige jaren
is er te Babeldoor den chef de Bureau, van den
oversten van Babelwelke tevens secretaris was van
een spaarpot, en den hemel weet wat nog meer,
zoo wonderlijk gespaard, dat ik er een schrik van
heb gekregen om iemand ooit meer één cent toe te
vertrouwen." En noe sinjeur, za'k et zeis mar in micn
spaerpot don we.
Mit de Nieuwejaer, sinjeur, kom ik misschien in
stad, en dan za'k een koppel knienen voor je meè
briene.
West-Ende, 18 Dec. 1846. jaap krijnse van nol.
HH. geabonneerdendie nog verzuimd hebben
hunne verschenen abonnements-gelden te voldoen
worden minzaam verzocht dezelve aan den Uitgever
dezes toe te zenden.
STAD S-1TIEU WS».
Zierikzee19 December. Met zekerheid
kunnen wij melden, dat er bereids concessie
is gevraagd tot het in de vaart brengen van
eene Stoomboot van hier op Rotterdam. Met
April e. k. zal, bij gunstige beschikking, de
vaart vice versa een aanvang nemen Het is
intusschen te wenschen, dat niemand zijne
medewerking zal onthouden, om deze onder
neming te ondersteunen, opdat het resultaat
niet zijn zal, zoo als de gewone uitkomsten
zijn vau alle Zierikzeesche ondernemingen.
ADVERTEHTIEH.
De Griffier G. van WAGE zal, ten verzoeke van
den Heer JOH.' HOCKE, üz. op Woensdag den
30 December 1846, des morgens ten 10 ure, op
deszelfs Hofstede onder Bommenede, veilen en ver-
koopen
Eene aanzienlijke partij DROOG HOUT, be
staande in: KNODSEN, BLOKKEEL, MUTS
AARDS en 3 a 4000 KNUPPELS.
StS3, De ondergeteekende neemt deze te baat,
om zijne begunstigers en vrienden te bedanken,
voor de vele gunsten en ongeveinsde vriendschaps
bewijzen welke hij van hun heeft mogen ontvangen,
zich bij voortduring in hunne gunst en vriendschap
aanbevelende.
Hij berigt voorts aan een ieder, dat hij zich belast
met het waarnemen van Zakenhet opmaken van
RekwestenMemoriën van Aangifte voor het regt
van Successiën onderhandsche Akten en Contracten,
enz.; belovende eene exacte en prompte behandeling.
Zij die verlangen mogten, hem te sprekenof met
een of ander te belastengelieve daarvan berigt tc
geven, ten huize van H. de WINTER, Yleesch-
houuier te Zierikzee; zullende hij van tijd tot tijd,
wanneer zijn dienstwerk zulks permitteerdaldaar
komen, om daarvan te kunnen voldoen.
Burgh, 16 December 1846.
L. de WINTER, PCz.
Bij B. W. VERMUNTis getrokkenop
N.° 10353 een PRIJS van f 1000.
te zierikzee, ter drukkerij van p. de looze.
DO.Y
lieZIERIKZEESCHK NIF
Maandag en Donderdag bij
bij_ al'e BoeUliaqdttaren er
prijs is voor drie maanden
binnen de,Stad, ƒ0,50 en
ding
[ene
Mini
fker
Kiemvsti
ENGE
Londen, 16 December,
legering voornemens is in
et parlement het voorstel
enstergeld af te schaffui,
igendom van 5 pCt. te v
3 inkomsten zou niet ve
Van lijd tot tijd hoort
leroorzaakt lijn, door onv.
«hietkatoen. Eenige dage
ig van zeker scheikun
ijzeren plaat voor hel
j ontplofte die zelfst
juist in dien oogenblil
ilde omkeeren, ontving ec
aardoor hij buiten kennis
ortte. Met moeite brugt
r is het, dat hij, iudii
gedurende zijn geheele
FRANK
De dagbladen van Marse
Jen mede van een zonde
recht, hetwelk aldaar 11
onden.
[Vee Genueesche arbeiders
in warendaags in tv
ten zich 's avonds naar
«laaiden dat zij met stee
Hen vechten. De nadere
onbekendzooveel is e
lijdende partijen zijn tege
I" arm brak met een an.
het heen. De ongein
tonde neder. Zijn niakk
pdheid aangespoord, sne
|i een iries in den huik. I
ra de aandacht van een v
1 gekerm van het slagtofft
leen hopeloozen toestand i
[rd. De dader had zich c
[even.
BELG
russcl, 18 December. H
ir dagen een vonnis gevi
and, voornemens in het
onderzoek naar den voor
genoote te ver kan drijv
2 huwde een officier, di
aren in garnizoen lag, ee
ji'i bezat. Maar kort
in 1818 veroordeeld was
Daar de wet, onder d
ook stelt de veroordee
'toe. tot eene onteereni
r vrouw eene actie aan,
'lijk. Maar het hef
pn van den advokaat—gen
onteorende straf, voor I
e reden tot echtscheiding
Je eischer niet bewijst,
'ane veroordeeling niet gt
jen weten. b
NEDERLJ
temse, 17 December,
acht ure, is den H
[bis DE -flIOUARS, bij i
'genneming, uitgevaar
oniinissai is in de ai
'e Zierikzee, geariVs
'e justitie -dienaren j
overgebragtom
«ce le worden getram
r door genoemde reg
T?aanwegens een ge
j 'i den Ziei'ikzeesch
«ober II.
barre jaargetijde, f
gezondheid van
pijnlijk de reden
0' niet aan bet beve!
1 Minnen voldoen. In
a'geniecn geachten en
bekende kaaowgeze