ZIEItlKZEESClIE NIEUWSBODE Derde Jaargang IV ieuwstij d i n gen FRANKRIJK. NEDERLAND. Verscheidenheden. DE LEVE\D BEGMYTO. l\.° 503. 184G. boeken van I len Eerste, I ffswaardige I ttigste han-1 itoutmoedig I ;n strenge-1 Sir Miles don, Long jpstand ge- werpen; I lerontslueg. I Julin Elliot, I eept, moes- geldboeten zegevierden I in uit alle ;odgeleerde, I men be- I enwerden ooren af, I olijke geld-1 gelen dacht •engenhet eigen magtig iwoordigers) liip-money) n, een aan- cigerdo de- r uitspraak belast ge- an die som e niet. De t, en gedu- f overwogen vier uitge- ordeele der verloorzag ïeene goed- DONDERDAG 17 DECEMBER. De ZIERIKZEESCHI\ NIEUWSBÖDE vordt uitgegeven op Maandag en Donderdag bij P. de Luozeen is vcikrijgbaar bij alle Boekhandelaren eu Postdirecteuren in dit rijk. De 1 prijs is voor driemaanden voor elke EDITIE afzonderlijk biuucn deSlad, 0,50 en ƒ0,60 franco door liet gelieelc Rijk. Donderdag 17 December. Vrijdag 18 N M. Zaturdag 19 u Zondag SO Maandag 21 Dingsdag 22 Woénsdag 23 SAfcEHDER, Opgang der zon, urfj min. Ondergang, urë min De prijs der Adverlentiën is Tien Cents de regel, belialve 35 Cents zegelrcgt voor elke plaatsing; dezelve kunnen in gezonden worden lot Maand en Woensd. middag 12 ure; na welk tijdstip zij voor liet eerst uitkomend N0, niet uieer wor den aangenomen. Briepen Franco. ENGELAND. De berig'en van Ierland zijn belangrijk. Er is veel waarschijnlijkheid op eene toenadering tusschen het oude en het jonge Ierland. De pogingen der regering, om den hongersnood tegen te gaan, blijven ontoereikend, hoewel zij maandelijks 500,000 p. st. besteed en 350,000 werklieden dagelijks bezig zijn aan openbare werken. Te Saint Marcellin, in het departement de l'Isère, heeft dezer dagen een grijsaard, geboortig van 1730 en alzoo van 116 jaren oud, een zijner achter-klein dochtertjes ten doop gehouden. Hij veinst eenen grooten angst voor de conscriptie te hebben; want, zegt hij, de eeuw die ik achter den rug heb, zal men inis- "ii des Volksschien ter zijde stellen, en mij, wanneer ik nu op iic verkeerde I nieuw mijn 20ste jaar bereikt zal hebben, welligt ig van zaken onder de vanen roepen. Eene gemeente in de nabijheid van Bordeaux, heeft gen aan del in de laatste dagen een nieuw beklagenswaard ipen werden I voorbeeld geleverd van het gevaarlijke van h.'t te ïuldiging he-1 vroeg begraven van lijken. (Uit een onzer vader- genoinen cal landsche plaatsen werd dezer dagen een dergelijk ge- Parlement); I val vermeld.) Donderdag den 29sten November jl. p aandrong,! des voormiddags, scheen de vrouw van een rijken ling te wei-1 pachter in de gemeente Lansac, den laatsten adem te namen hun hebben uitgeblazen; zij was slechts door eene kort stondige ziekte aangetast geweest. Meer dan vier-en- l, terwijl del twintig uren bleef zij zonder beweging liggen. De wiiiekueigel geneesheer die haar wilde bezoeken werd onderligt, i inbreuken I jat zijne komst noodeloos was, en Vrijdag ochtend pu wiaak icI pad de ter aarde hestelling van het lijk op de ge- voniag zijnen I bruikkelijke wijze plaats. Twee of drie uren nadat üie beschu.-l de grafkuil weder was digt geworpen, meende de ïan het babi doodgraver, die over het kerkhof liep. een dofzuch- >en van <:eI ten te hoorendat van onder de aarde scheen voort lerièvens vil'I te komen. Hij haastte zicli den pastoor er van te Arthur Has-1 verwittigen, die ijlings zich naar de aangeduide plek l)e puiiluil begaf en het/elfde klagelijk gest-en vernam. Onmid- rlijk getracli. I delijk groeven beide de doodkist uit den verschelt van hetKu-l kuil op, en bragten ze in de kerk. Het ligchaam ing van zijneI der ongelukkige die er in opgesloten lag, was toen i onderdanen 1 zeer vochtig, en zij gaf eenige teekenen van leven, toe te ken-1 zonder evenwel haar bewustzijn te bezitten. Vele wekte gioutel dorpelingen waren op de been gekomen en men hij zelf ui heil wilde haar naar het eene of andere huis in het velde Volks-1 dorp .vervoeren, doch wegens een barbaarsch voor doen neiMii.l oordeel, wilde niemand haar in zijn huis ontvangen hadden deiel uit vrees dat de tegenwoordigheid dier vrouw onge- iioest de Ko-I luk mogt brengen op deszelfs bewoners. Men zag niet wetendeI zjcJ, ()USi bij gebrek aan beter, genoodzaakt haar in ij zich, onderl eene loogluiip neder te leggen, i adat men haar van leupels, naai'l het lijkkleed had ontdaan. In het eerste oogenblik klagtcn ine'I na de opgr,.\ing, had men zich reeds gehaast de hulp uo liet wjs|van een geneesheer in te roepen; doch hij kwam :eiiteiaad, dattoen zij reeds in de kuip lag, en juist wilde hij be- ve teuten, ginnen de eerste hulpmiddelen der kunst op haar te beproeven, toen de ongelukkige werkelijk den geest lieden treden;!gaf, en toen was zij eerst dood. Zaturdag ochtend 1 weet dat lid!werd zij begraven. en eindelijk,! Meeleren, 10 Dec, Hadden wij tot voor korten eindigde. IW geene bijzondere reden om ons te verheugen in Pe weldaden van het productief stelsel der belas- oijet' Pingen; Ihans hebben wij sedert eenige weken van -Pe Administratie een presentje ontvangen, dat groot l':n klein, rijk en arm, de tranen uit de oogen perst van aandoening en dankbaarheid. Dit lieer- Jjk cadeau is de .onderscheerder onzer kudde. Gij kinderen f'^P'ïiuoest eens zien, hoe wonderlijk, vlug de man met Echtgenooti!k schaar omspringt; en zoo er ook nog maar een 0 eclitvereeni-»'1'nlje liefde voor onze beminde schatkist is over- Weven, zal uw hart van vreugde kloppen, en gij lult de gedane keuze bewonderen. En toch, de 1 en bchu«o*ian was vroeger slechts arbeider, even dom en on- feteiid als anderen, en daarbij een vijand van belas— ■"gen, cum mieken, enz. gelijk wij trouwens van ;05ias Snoep, liture allen zijn. Doch zie, naauwelijks is de geest P'r belaslingmannen in hem gevaren, of de man f veranderd als een blad op den boom. De wet kent Ij op zijn duim; van Directeurs, Inspecteurs, enz, een bek\vai%eokt hij als van oude kennissen, en de ontvanger Hoefsmeden hartevrjend. Of dit nu den laatstgenoemden, franco ohöT §e,neenzaam en nederig hij zij. aangenaam is, o#rVe" WI-' "iet verzelteren- Dat menden scheerder uwens en Zo ï(00 ove|. |)e|. a|gtmeen zeer genegen js> en lne- Iseen hem uit liefde wel zou willen dood drukken. Jeiaan valt niet te twijfelen. p, de looze. Eenige dagen gelede,i mogt de volijverige man een schitterend bewijs géven van zijne belangstelling in het welvaren on/.er dierbare offerkist, lu het na burig Geldermalsen had een arbeider een zwijntje dood gestoken, omdat het beeslje ziek en op sterven lag, en meende zich nu eens regt te goed te doen met vrouwen kinderen. Een afstammeling van Govert den Bultenaar, volgens eenigen, of een na-bluedver- want van den scheerder, volgens anderen, had echter de zaak aari liet licht gebragt, en versterkt door het corps ambtenaren ging de scheerder op weg, snuffelde als een speurhond op de borden, in de kasten, ja in de gehcele luit, en vond eindelijk het corpus delicti. Dat was eene vreugde voor den braven man; vol pligtgevoel gaf hij eene waarde van tien gulden aan hut zieke vleesch, welke hij echter uit gevoel van mededoogen en op aanmerkingen van derden tot op acht gulden verminderde. En kon de arme sukkel ook dit niet betalen, welnu; zijn boel was er goed voor zeide de scheerder. Onze vurige, innige dank zij hem, die aan de kudde alhier dezen scheerder gaf!! Arnhem, 12 December. Betreffende de zaak van den bediende des postkantoors alhier, Jan Jansen, ver neemt men, dat dezelve, na door den heer regter- cominissaris verhoord te zijn, en te hebben beleden, dat hij den bewusten brief io het laatst van November jl. had ontvreemd met 2 bankbiljetten, een a f 300 en een a f 200, terwijl hij tien brief, waarschijnlijk niet het daar zich nog in bevindende rnuntbillet had verbrand, in verzekerde bewaring is gebragt. GEMENGDE BERIGTEN. Eenige ossen van Prins Albert zijn bekroond ge worden, alsmede eenige kaïnei leden van Willem II. Als den hongersnood in Ierland eenigzins gemin derd is, zal H. M. de nog in leven zijnde Ieren een bezoek brengen. Vele Portugesche edelen zoeken eene wijkplaats op engelsche oorlogschepen. En de Utopiaansche arristocraten verschaussen zich achter bajonetten zoolang de grenadiers gek genueg zijn hen te beschermen. De Berlijnsche bevol king is met 10 pCt. dieven bezwaard, de Neder- lamlsche is onberekenbaar, doch er zijn er, die meer alleen inpalmen dan de 35,000 te Berlijn. Een piol'essor in de wiskundeheeft te Weenen een oploop veroorzaakt. Prins Metternich maakt zich reisvaardig om af te marcheren; nam hij van Hall maar mede voor reis-kameraad. Doode wulven bijten niet meer. De pogingen der engel sche regering, om den honger der kaalgepluiinde leren te stillen, zijn onvoldoende, hoewel er we kelijks l'/s millioen guldens disponibel wordt ge steld, om aan openbaie werken te doen verwerken. De Nederlaiidscho regering bepaald zich alleen om het werkvolk, op de rijkswerven, het zomer tooi) te betalen over de rest wordt niet beter ge dacht, dan hen in naam des konings te sommeben en te benoveben tot iiet betalen van verschil lende soorten van belastingen, met bedreiging, dat er anders zul worden overgegaan, tot het in beslag nemen en vëbkuopen der goEdeben. Bij don Ar- roiidissenieuts-luspecteur te Zwolle zijn de glazen sluk geslagen. De zoerooveiijen nemen in den ln- dischen Aicliipel niet den dag toe; ook in Neder land staan de belastingen verhoogd te worden. Ter eere van 't konings geboortedag hebben eenige manschappen van het Haagsche garnizoen, in te genwoordigheid van Z. M. en een dozijn Prinsen, ver schillende kunsten en sprongen gemaakt, en alzoo de bewijzen geleverd, dat er inot hen zoowel op het slagveld als op kermissen kan gespeeld worden. De leden van de Tweede Kamer der Stuten-Geiieraal zullen eerstdaags mede proeven van hunne bekwaam heid aan den koning doen zien. In Nooid-Bra- band worden er volop brandbrieven gelegd. Ook is ton gevolge daarvan de hoeve van Prins Frederik in den brand gestoken. Nabij Praag heeft een graaf zich aan eenen boom opgehangen. D Neder- landsche graven zijn wijzer, die zien lieier han gen, brandmerken, geesulen enz. De Bussen heb ben de Haagsche wijsgeeren ook weer te gaainv geweest, met het sluiten van het handelstractaat. Wie kan ook alles zoo nauuwkeurig berekenen dat er nooit iets tegen valt'M Gearriveerd, nieuwe hoofdsieraden voor de Schutterij. De zoogenaamde sledevaart, welke II. dingsdag plaats heeft gehadis inderdaad wéér echt Zierik- zeesch geweest. Buiten en behalve er eenige stads- lantarens aan stuk zijn gereden, is er nu en dan uok schipbreuk geleden, terwijl het voertuig dat niet da mes was geladen, door drijvers uit de meestoven werd gestuurd, en het voertuig, dat met muzijkanteii was gelaten, door iivercibedienden. Overigens was de uit vaart verwarddoch de terugkomst nog verwarder. De vloot keerde weder, even als Napoléon uit Bus- land is wedergekeerd, n. I. in kleine afdeelingen en half bevroren. Onder de muzijkanten waren er die al Modi verstijfd waren voor den togt werd be ginnen, onder anderen een Wijsman in zomer-Aafitf en de hlazertjes van den tri-angel en bekkens, I (waarom zulke kinders ook mede genomen?) Eene I melkboerin heeft de dienst als hofmeester in het mu- zijkanten-vaartuig verrigt. Door Hemzelven beschreven.) Ik had langen lijd aan eene afmattende koorts geleden, mijne krachten namen af, maar do bewust heid van mijn aanwezen, scheen slechts des te le vendiger te worden, hoe meer mijne ligcliaamskrachten verdwenen. Ik zag aan de blikken van mijnen Arts, dat hij aan mijne herstelling twijfelde, en de stille smart mijner vrienden overtuigde mij, dat er voor mij geene li jop overbleef. Eens op eenen avond kwam de krisis, ik voelde een buitengewoon en onbe schrijfelijk sidderen, liet ruisclite als water in mijne ooren, ontelbare vreemde gezigtenzweefden om mijn leger, zij waren schitterend en ligt, e;i hadden geene ligcliamen. Het was helder en plegtig rondom mij, ik poogde mij te bewegen, maar was daartoe buiten staat. Eene korte poos, voelde ik mij in de schrikkelijkstc verwarring, maar zoodra deze voorbij was, keerde mijne Herinneringen in de grootste duidelijkheid terug, maar liet vermogen om mij te bewegenontbrak. Ik hoorde naast mij weenenen de stem der op passers, die zeiden: dat ik dood was. Wat ik Pij deze woorden ontwaarde, is niet te beschrijven. Ik spande al mijn vermogen in, om mij te Verroeren, maar ik kou niet eens een lid van hel oog bewegen. Na eene korte poos, kwam mijn vriend nader, eu streek snikkend met zijne hand over mijn gezigt, en sloot mijne oogen. Thans was mij het zien der voor werpen belet, maar het gehoor en gevoel bleven over. Toen mijne oogen gesloten waren, hoorde ik dat mijn vriend de kamer verliet, en de afleggers begonnen mij te ontkleeden, en mij het doodhemd aan te trekken. Hunne onverschilligheid was mij nog ijsselijker, dan de smart mijner vrienden. Zij lachtentoen zij mij van den eenen kant naar den anderen schovenen behandelden dat geenwat zij als een lijk beschouwden, met eene afschuwelijke scherts. Toen zij mij gekleed haddengingen deze ellen dige/1 heen. Drie dagen bezochten mij mijne vrien denik hoorde hen duisterenen sommigen raakten mij met hunne vingers aan. Op den derden dag zeide een hunner, dat hij reeds de lucht der ver rotting rook. Men bragt de doodkist, ik werd opgetilden in de kist gelegd. Mijn vriend leide mijn hoofd op het kussen, dat men als mijne laatste rustplaats beschouwde, en ik voelde zijne tranen op mijn gezigt vallen. Toen allen die eenige betrekkin gen tot mij hadden, nog eenige oogeublikken hij mijne kist vertoefd hadden, gingen zij heen, en do timmerlieden begonnen het deksel toe te schroeven zij bestonden uit twee personen, een hunner echter ging heen, eer het werk volbragt was. Ik hoorde hoe de overgeblevene floot, toon hij do schroeven toedraaide. Thans bleef ik alleen, ieder mijdde het vertrek, lntusschen wist ik, dat ik nog niet begraven was, en hoewel in het duisteie, en onoewegelijkhad ik echter nog steeds hoop; dit duurde evenwel niet lang. De dag der begrafenis kwam, ik voelde dat men de kist optilde en wegdroegik hoorde en voelde die in de lijkkoets zetten en dat er een aantal mensehen stonden, waar van sommigen met deelne ming van mij spraken. De koets raakte in bewe ging, ik wist dat zij mij naar het graf bragt, Zij stond stil, en de kist werd er uit gehaald, ik voelde aan de waggelende beweging, dat men mij op de schouderen droeg. Er volgde eene pauze, ik hoorde het gekletter der touwen om de kist, voelde dat ik nedergélateuen op den bodem van het graf ge; et werd, de touwen vielen op het deksel, ik hoorde die vallen. Ik deed al wat mogelijk wasom eenige beweging te maken, maar te vergeefsmijne krach ten waren gebonden. Kort daarna wierp men een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1846 | | pagina 1