ZI
GEBED
X.'
onaangenaamheden. Ik ben zoo gewoon van geplaagd
en gesnaauwd en gegraauwd te worden, dat liet mij
niet mogelijk zou zijn van hen te scheiden. Ik
weet niet beter of het hoort zoo. Ik gelijk wel
eenigzins op de Utopianon, die langzamerhand aan
de onderdrukking en mishandeling hunner regering
zijn gewoon geworden, /ij krommen thans hunnen
nek zoo gedwee onder het slavenjuk even als last
dieren. Geen belasting, hoe kwellend, hoe onzede
lijk, hoe vrijheidsroovend ook, kan er worden uit
geschreven, of zij brengen als lammeren hun pennings
ken ten offer. Zij kussen de roede die hen kastijdt;
en laten lien, die hunne regtcn willen verdedigen in
den steek. Dj Utopianen zijn eene ongelukkige natie.
Brammelje.
Ha.' ha! ons gesprek neemt weder eene staalkun
dige wending. Maar luister eens vriend, doe met
uw huisgezin zoo als ik de Utopianen aan zou ra
den inet hunne regering te doen. Laat uwe huis
plaag met uwe vijf schreeuwleelijken eenvoudig in
den steek. Zorg voor u zeiven; beschouw hen als
niet bestaande; doe hen g en kwaad, behandel ze
allerbeleekt; maar laat de bron waaruit zij hun
doemwaardig aanzijn dagelijks ontleenen, ophouden
te vloeijen; keer hen den rug toe, en al mogten zij
dan niet een zoet lijnlje trachten bij te draaijen,
blijf standvastig en lever hen zonder genade over aan
de ellende en schande, welke zij door hun verfoei—
jelijk gedrag verdiend hebben, in al derzelver om
vang en hatelijkheid ruimschoots te ondervinden.
hak.
Wel, wel. mijn vriend, wat maak gij u driftig,
en wat trekt ;:e u mijne zaak aan, gij, een vreemde,
wat voor belang kuntgij er bij hebben'? ik wil mijne
eigene zaken zelf regelen zonder cenigen vreemden
invloed.
Brammelje.
Best! goed! gij hebt 11 dan slechts te verbeelden
dat gij zelf op de gedachten gekomen zijt, en een
voudig de omstandigheid weg te denken dat ik er
u op gebragt heb. Hetgeen ik u raad, ge
schiedt door mij uit bestwil. Ik heb u altijd gekend
als een kerel die een goed hart omdroeg, voor zijne
vrienden veel over had, en bekwaamheid. Het zou
mij grievend leed doen, indien gij door uw flaauw-
hartige toegevendheid geheel en al te gronde ging.
Ik heb, helaas! al genoeg bespeurd, dat gij niet meer
de vorige lzak zijt; kracht, gezondheid, geestdrift,
zelfstandigheid zijn bij u geknakt en geschokt. Maar
gij kunt nu nog terug winnen. Nu is liet oogen-
lilik daar waarop gij een fikscli besluit moet nemen.
Laat u niet meer regeren door uw huisgezin, regeer
zelf; gij zijt de baas, wat gij wilt moet geschieden.
Toon dit, laat u door uwe lafhartigheid niet lan
ger afhuoden van eene mannelijke houding aan te
nemen. Handel voor eigene rekening en laat uwe
oj eters een goed heenkomen zoeken.
hak.
Ja, ik gevoel zelf dat gij gelijk hebt, maar sta toe
dat ik daarover eerst rijpelijk berode. Tot wederziens.
Brammelje.
Ingelijks: ofschoon ik niet weet hoe hier nog rijp
beraad kan te pas komen. VB.)
ST'JZZBIT.
OP '5 K0MINS3 JAA.BFE2STDAG,
6C DECEMBER 1856.
Gu, dis np d* ongeschapen Throon,
Vol teêr, vol vaderlijk meèdoogen,
In juiste schalen licht gewogen,
Vergrijpen, misdrijf en verschoon!
Gu, regeerder van Kuroop!
ie boven bidden en verwachten,
Der vorsten, koningen gedachten,
Als heken leidt en zonneloop!
6 Gij. die dwaling, zwakhèen duldt,
Maar nimmer onrecht, heiligschennis,
Geef lleerc, wijsheid! Heerschers kennis
Van overheden gruvvbre schuld!
Tot Neèrlands koning. God! uw knecht,
Kan nimmermeer dc volksstem komen;
Had hij die maar half vernomen,
Hersteld waar orde, vrijheid, recht!
Voor U is weg noch poort verspari!
Gij kent geen scheidsmuur, kloof noch wollen.
Uw' woord is schokkend donderknallen.
Spreek Gij lot koning Willern's hart!
Vervolgzucht die de rust verdringt,
Kechlkreukingcn en welverkrachten,
Beletnm'ren wrijving der gedachten,
Waaruit het licht te voorschijn springt.
Partijzucht grijpt met drakenland
Kil gierenklaau'win de ingewanden
Van 't eens zoo rijk aan eendrachtsbanclen
Ter dood gefolterd Nederland
Stel Gij een paal aan wanbeheer
En willekeur van trolsche Grooten;
Zij 's konings oog en oor ontsloten
Opdat eens de eeuw des zegens keer
Geef dut liet Hoofd des Slaals, o lieer!
Tot dc overtuiging ttioog geraken,
Dat slechts iif.hvorming heil doet smaken,
GnosuwET.siiF.aziKM.vG redt onze eer!
<j Geef den koning heldenmoed,
Keu helder in- cu doorzichtVader!
Geef dal Hij u betrouwend nader,
Boetvaardig als de vrome doel!
(leef dat bij in dit pleglig uur,
Het lol zijns Volks een traan moog schenken;
Zijn Voorzaat voor zijn geest moog wenken,
Met vruchten tan diens wanbestuur!
Spaar zijn leven, hoedt zijn lied!
Geef hem, als koning onbeperkte
la 't vuur des beds beproefde sterkte,
ln wapcmlisting van 't gebed!
Geef dat de held van Waterloo,
Vooruitgang najaag, weldaan regen,
ln daausv van uw genade en zegen;
Dat, Hemel! zij en blijve zoo!
Marquis de Thouars.
Sinjeur de Looze!
'tls mis oor sinjeur, mit do luterie men neef
zeit, dat hie nergens van weet, mar daer zal hie
toch van trompe dienk ik want ik bin een' dun-
derdag bie men vriend Knilijrf eweeaten al zegge
ze: hie is nie van de sneegslebie heit men tuch
mar goeije raed egeven; our wat bie ezeit heit:
«Uit is juist een geval, zoo als over eenige jaren
met een bakker' en een' gistboer plaats heeft gehad,
doch den bakker, die houder van het briefje was,
en dus ook het geld had ontvangen werd het vuur
wel zoo na aan de schenen gelegd, dat hij met
hangende pootjes het geld uit den piezel haalde, en
het in handen van een'regtsgeleeiden telde. Wel is
waar, er is een groot deel aan de vingers van den
zwartrok blijven hangen, maar die menschen moeten
ook leven, en de gistboer dacht: 't is beter een
half ei dan een legen dop. Denkt je er nu ook
zoo overJaap, dan moet je ook maar een regts-
geleerde raadplegen." Toe zeide ik, wat binne dat
voor menschen: «Dit zijn," antwoordde men viiend,
«dc braafste menschen uit de stad, en ze zijn er zoo
dik als haar op den hond, rijken en arme, grootc
en kleine, brave en gaauwc, gekken en wijzen; dus
jaapje heeft maar te kiezendoor welken docter
je genezen wilt worden." Toe zeide ik: ja vriend,
alle menschen kunnen zeker niet eveveel verstand
ebbe, Paulus zeit; «Het is een ieder niet gegeven
de poorten van Corinle te zien." En Kas zeit: «Je
mo<"t bij smids wezen, maar bij geen sineedjes." Dus,
vriend, den sliinsten die je kent, mot je men maar
opgeve. «Nu, Jaap," zeiden men vriend, «gaat dan
naar mijnheer N.N., dit is de slimste en braaf
ste uit de stad, maarwees voorzigtig, betaal
hem geen duit vooruit."
Om 10 ure stien ik al bie zen op de stoepe, en
toe 'k ebeld adde, kwam er eene jifvrouw voore,
die men in een kamertje brogt, waer ik wat waclite
most. En jawel oor, daer kwam 't ecrschap an
estapt, zoo regt as een kaerse, en zoo effen as een
snee brie, met een'sissen deken om ze'n lief. Nae
dat 'k en liet eene en andere verteld hadzeide hie,
net toe ik 't woord: Vuef-en-twintig duzend gulden
uitsprak«Gaat zitten mijn vrienden warm je
wat; en zegt mij, komt heden uw neef in de stad;
zoo ja, dan zal ik hem op laten zoeken, in kroe
gen, in kerken, op straten en hoeken. En hoe is
zijn naam?.... en zegt, als je kunt, waar spant hij
meestuit, bij Swartsof Vermunt, alsmede uw naam,
want 'k maak mij reeds dol." Toe zeide ik: ik liiete
Jaap Krijnse van Nolen de naem van men neef
is: Joris Geluk. «Wel foei 1" zei hie toe, «wat
schandelijk stuk; maar stel u gerust, ik zal er voor
zorgen, en komt maar terug op zaturdag morgen,
dan zal ik u zeker zoo veel kunnen zeggendat
schuift hij niet af hoe we 't aan zullen leggen.
Eu spreekt gij hem soms, laat u dan niet foppen,
als hij u soms iets in de handen wil stoppenwant
2000 guldens is minstens uw part, en dit zal hij
dokken, al vloekt hij zich zwart." Nae datte we
nog een' stuitje zitte praeten adde, liet hie men de
deure uit, en ik gien naer men vriend toe, die ik
alles vertelde, en onder 't kofje drienken, zeide ik,
dat men wuef esproken adde, om wattc we over
adde, as ik den dikken Vis de duzend gulden egeve
adde, die hie op men gedoetje heit, in de spaarbank
te briengen. «HoorJaap," zeide hie toe: «in Uus-
land wordt de heer eerst geschoten voor het vel
wordt verkocht, daarom zullen wij over liet plaatsen
van het geld zoolang zwijgen tot do beer geschoten
is, doch het in de spaarbank te brengen, zal ik u
altijd afraden; Waarom zal ik u zeggenals het tijd is.'
Naer dat ik op de varre mart eens wezen borrelen
adbin ik om 1 ure bie men vriend ekomme, om
afscheid te nemen, want om meè te hlnvun eten,
wier het te laete voor. t' Huis ekomen was grootje
geheel uit er emeur, want die ad edocht terekt mar
in de schieven te rammelen.
Noe zal ik het hier bie laeten steken, sinjeur, en
dan zal ik je in 't vervolg schrieve: 1° hoe ik mit
men neef en N.Nuitevalle bin; 2° wat ik mit
Sinteren-klaas en keunings-verjaerdag ezie ebbe;
3° hoe 's keunings-verjaerdag pier 23 jaer is evierd
en 4° de raed van inen vriend'Wat er mit hat geld,
as 't bimte is mot cdae worre.
West-Ende, 4 Dec. 1840.
i
jaap krijnse van nol,
De Adelaar, die in zijne hoedanigheid van Ko
ning der Vogelen, het stilzwijgen niet mag bewaren
iiu hij bespeurd heeft, dat er weder een hinkend
langbekkig en kromrnggig dier in de residentie is
Losgebroken geeft daarvan aan de redactie van den
's Gravenhaagsclie Nieuwsbode zijne verontwaardigin»
en tevens verwondering te kennen.
O ii die redenen Mijn heer de Bedacteur van den
Zierikzecschen Nieuwsbode, verzoek ik UEd. het vol
gende in uw blad te willen opnemen.
Mijnheer de Adelaar zegt: even alsof hij in
plaats van eenen Koning der Vogelen te zijn, eent
der nietsbeduidensto wezens in de natuur is, die it
op het oogenhlik niet anders, dan bij eene vischvrout»
kan vergelijken want deze zijn meerendeels lieden
die hunne tong wat lang, soms zelfs nog langer als
den ooijevaaii laten hangen. Dat ei* weder een liin.
kend langbekkig en kromruggig dier i.i de reside»,
tie is losgebroken; zulks zoude men voorzeker kun-1
nen zeggen, wanneer dat dier, uit de gevangenis
waarin liet ruim een jaar wederregtelijk is opgeslo-l
ten geweest, was ontvlugt, of de boeijen, waaraan
hij gebonden was, had weten te verbrekendoch hel
tegendeel daarvan is voldoende bewezen; zoodat hij
niet losgebrokenmaar men hem zijne vorige vrijheid
heeft teruggegeven; doch al ware dat dier ook los
gebroken, dan nog mag de Koning der Vogelen zijns
onderdanen hunne mismaaktheid (hinkend, langbek
kig, kromruggig) niet verwijten, want ook zijne
snavel is krom en zijnen aard is bloeddorstig, ei
wat meer zij, vleeschvretend bovendien is het voor
hem te bejammeren, dat hij zulke gebrekkige dieren
II.:: ii*i i-i tiJ1
dezieb
mn.lining
bij alle E
prijs is vor
binnen tie
Londen
lende punt
rig. De d
aanranding
neiii ie uejaiiiiiieren uat hij zuuvu geureiuwge uieren,
als hij heeft aangeduidonder zijne onderdanen mooil1'!'!!,1
tellen, waarvan hij gedeeltelijk de oorzaak is. Pvan a
De zich noemende Koning der Vogelen vraagt:L
jj «wat voor soort van dier is liet toch, mijne heeren,IterS/ 0UAj''r
dat zoo vervaarlijk kleppert en zulke kromme spron'Ipachtgeld
gen maakt, alsof het door zijne natuurgenooteil gedro
van de vischmarkt gejaagd werd?" we™
Als Koning der Vogelen weet hij dus niet, overM3'. ,e
welk soort van dieren hij kan gebieden, of welI de ven
hij moet door eigen toedoen een vreemd soort vnf'cnHonln"e
dieren onder zijn gebied krijgen, welke eindelijkL
boven hem in magt zullen toenemen, en hemzw-I 'e s'
danig zullen kortwieken, dat zijne vlugtdie «T
nog de locomotieven en spoortreinenslechts alsl
kinderspel doet schijnen, aan den gang van eene sUl te l
gelijk zal doen zijn.
J nacht de si
Jtin zegt verder: «het beest raast van oppositie,® lj- -
van onregt, van verlossing, van vrijheid, en "ül0|ieide he
van een aantal andere dingen, waarvan het (dd'lvrouvv^ on
verzekert hij) in het geheel geen begrip heeft." |af„e|P„'
Ook gij Adelaar, Kuning der Vogelen, hoewel uwl j
arendsblik niets ontgaat, hebt in het geheel Sra|bewoond v
begrip van oppositie; want ware dat zoo, dan <wu-|vrouw een
det gij op eene meer vrijzinnige wijze uw i(|
verstand gebruiken, en uwe Adelaars klaauwen tlna.lr (je
pennewerk wat heter geschikt maken, en ^1 Bij hot
zoo grove opposiet der oppositie zijndie men cl f
alle deelen van uw geschrijf voelen kan. I t
Ook gij Adelaar, koning der vogelen, hebt in lij|lilinentr(,(jE
geheel geen begrip van onregt; want dan zoudetm,
hebben medegewerkt, om uwe hinkende, langbekl^
kige en kromruggige onderdanen hunne vrijheid da
te gevenwaarvan zij zoo Godvergeten onregtvaardiljj^
hebben verstoken geweest; dan eerst zoudet gij osltom zj(
weten, wat verlossing was. fvoordighei'
Ook gij Adelaar, koning der vogelen, hebt inv°|.
geheel geen begrip van vrijheid, en nog van «l|,aren s|
aantal andere dingenwant dan zoudet gij
Adelaars klaauwen niet gebruiken, om uwe "jitsolnar ei
derdanen de vrijheid te benemenen van het lfiv(ïor„en'
te berooven, om aan uwen bloeddorst en vraatzuc'il n
te voldoen, en gij zoudt dan in uwe beestig-mcsl
schelijke oogenblikken dat ten doel heeft—jij Berlijn,
vraag het eens aan uw eigen hartuwe beurs tfl]n ecne |j(
vullen, of (hetgeen op hetzelfde neèrkomt) zoo Aan ee[)
het niet reeds zijt, eens bij die viervoetige dierjjjk een pi
ingelijft te wordendie ten doel hebbenom hmriden spoor
raede-natuurgenooteii zoodanig uit te zuigen, 'jialsche bai
het geheelo ligchaam daardoor verzwakt, en eind'weboden,
geen genoegzaam voedsel aan de zuigers meer "I'l'Ive,vaardige
verende, met minachting worden behandeld en "leerling w;
eénen smartvollen dood worden overgeleverd. ligt in he
Uwe ovDrdrevene partijzucht, Adelaar, koning 'liegen soor
vogelen, kan ik dus evenmin als het oyerdrevtBmip varj
geklepper van den Ooijevaar goedkeuren, maar «Bet Onmog<
gij tot het goede medewerken, wel aan! laat cfc bediend
steeds regtmalige oppositie uwe drijfveren ZIJ" Wetachtige
uwe Adelaars klaauiccn bestieren. K- Iteft zoo n
I" tegen wo
STAD S-1TIE"JWS.
ADVSHTEITT-EIT.
June noot
l'e. Men
Zierikzce (i December. Heden werd alhier §"!en, die
54"° verjaardag van onzen geëerbiedigde!) koning'*.™- De r
het uitsteken van elf vlaggen, het spelen der lil®" ln her
ken en het execeren der schutters, plegtig gevicnlï131' hadde
-^notcn.
De Zeit.
"tvochtigl
'e schaars
■r grenzen
Mulders, i
IJonen, vi
Pgen zondi
lJ' stroo,
P, "nodige
«loeften t
p'igt, ze
bondag
'oarnihart
f1'"" kamc
""lot (|UZ{
f". terwijl
We tot
[e« schan
Uit de hand te koop: Een HUIS
.ERVE. staande en gelegen hij het KrJ
boompje, onder het Poort-ambacht dezer stad.
bevragen hij JACOBUS SINKE, te Schuddebcvrs
R3r* Een geschikt Persoon wordt er gevff
als LOOP ER en STAMPER bij den Ondergeli
keilden. Salaris zal naar aanzien des persoons gee'|
redigd worden; vooral komt een eerlijk gedra"
aanmerking. M. J. de LOOZE, Apoll»
te zierikzee ter drukkerij van p. de 1.1