ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Tweede Editie. te. Nieuwstijdingen. NEDERLAND. V erscheidenheden De vrijheid der Drukpers. ;volen ƒ6,30. - 6.10. - 8,60. 8,40. ƒ4,60. - 3,80, 17 dito. ilts, oud oud 27 Leijden. i E, van ter). Keijzer, Houten [ALEN liddags ARTS, ïrzoeke toopen: gen in erkerk. et Zui- 3 Zelke. vember en ver- enaamd imbacht (475); (aarden; RIJ met Nieu- Notaris ikzee. lag den op de zijnen ande in rreinen— Eiken geveild. aan die- ïouderde laagpijn, elijks te waarin AF, ur. afgeloo. prijzen vee van Bij hem ij te be- ïns Prijs- (479) ber 1846. rie jaren jt andere Jezen de telijksten mede- relke hij rershaven ende hen (480) looze. it. j\°. 280. Derde Jaargang. i84o. MAANDAG 28 SEPTEMBER. De ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE vordt uitgegeven op Maandag en Donderdag bij P. de Looze, en is vcikrijgbaar bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in dit rijk. De prijs is voor drie tnaauden voor elke EDITIE afzonderlijkt binnen deStad,J0,50 en ƒ0,60 franco door het geheele Rijk. De prijs der Advertentiën is Tien Cents de regel, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing; dezelve kunnen in gezonden worden tot Maand, en Woensd. middag 12 ure; ua welk tijdstip zij voor het eerst uitkomend N°, niet meer wor den aangenomen. Brieven Franco ENGELAND. Londen, 23 September. De steeds toenemende ellende in Ierland heeft het gouvernement doen be sluiten tot het nemen van onmiddelijke maatregelen, ten einde in dezelve te voorzien, onafhankelijk van de tenuitvoerlegging der wet op de openbare wer ken. Deze maatregelen zijn de volgende: Zes stoom- booten van de koninklijke marine en twee vaartui gen van de artillerie voeren thans langs de kusten van Ierland maïs en beschuit aanwelke uit de magazijnen van marine te Cork worden gehaald. Daarenboven heeft eene stoomboot van de koninklij ke marine gtlden naar Tralee Limerick Westport, Galway en Sligo overgebragt. Deze gelden zijn ter beschikking gesteld van" de plaatselijke banken, ten einde onder de meest nooddruftigen te worden uit gedeeld. Het fregat de Madagascar laadt te Plymouth maïs en andere levensmiddelen in welke het naar het eiland Foynes, 20 mijlen van Limerick gelegen, moet overbrengen, ten einde te strekken tot depót van levensmiddelen voor dat gedeelte van de Iersche kust. Twee andere zeilvaartuigen worden te Ply mouth tot eene gelijke expeditie uitgerust, namelijk de Andromèdefregat van 44 stukken en de korvet de Andromaque, De admiraliteit heeft bevelen ge— geven, om met den meesten spoed het koren te doen inladen en de beschuiten te vervaardigen. Utrecht, 25 September. Er hebben zich hier de ter dagen wederom gevallen voorgedaan van vergif tiging door garnalen; zijnde alhier in een huisgezin drie meiden ten gevolge daarvan gelijktijdig ziek ge worden, waarvan de eene hevige koliekpijnen heeft ondervonden, allen zijn gelukkig hersteld. Men her innert zich, dat ook vroeger meermalen giftige gar nalen zijn voorgekomen. Een partikulier berigt uit het vorstelijk 's Gra- venhage spreekt van een te kort in 's Rijks Schat kist van acht k vijftien miljoenen. Alzoo zou de voorspelling van den Edelen van Rechteren, dat men 1850 niet zoude halen zonder nieuwe te kortenreeds vroeg bevestigd worden, (K- C.) Een Overijsselsch Edelmogende heeft echter slechts ongeveer een miljoen genoemd. De koning der Nederlandenschrijft men uit Si- lezië, vertoeft met zijne (klein)kinderenden erf— groothertog van Weimar en diens gemalin op zijne goederen alhier en wel bij voorkeur te Heinrichau, een voormalig Cisterciënser stift in de Munsterber- gen Kreis. De Koning schijnt het hier wel aan te staan; hij hoort genadig de klagten en bezwaren aan, welke hem in grooten getale gedaan worden, en de hoop op een regtvaardig en gunstig onderzoek zal de verzoekers zekerlijk niet bedriegen. Ook heb ben er reeds twee daden van koninklijke mildheid plaats gehad, namelijk het pensioneren der weduwe van eenen geregtelijken beambte, en de geheele vrijstelling van alle beschermingsgelden voor een jaar, alsmede de vrijstelling van een vierde der grondrenten op de geheele heerlijkheid. Den 7 Sept. had er een landelijk feest plaats, waarop aan de hooge personaadjes een korenkrans werd toegereikt. Den 17 werd de Koning van Pruisen in Silezië verwacht. Bruinisse, den 24 Sept. Gisteren is alhier eene aardappelplant (roode soort) uitgedaan geworden die in Maart in eene pot was gezet, en tot half April bij de kagchel had gestaan en vervolgens in den grond overgeplant. Het loof heeft7 ellen in omvang ge had, en 113 volwassene aardappelen zijn er af ge komen. GEMENGDE BERIGTEN. Naar men zegt, is er een wetje op stapel gezet, om eene andere WET, zegge GRONDWET, krach teloos te maken; hetwelk zoude moeten dienen, om het uitgeven van dagbladen, door middel van borg stelling, te bemoeijelijken. Als de spinne hunne netten ongeschikt vindenom vliegen te van gen, spinnen zij een geheel nieuw net.WETTEN zijn NETTEN. Salomo zegt: Gaat bij demieren en wordt wijs." Wij zouden kunnen zeggen: Gaat bij de spinnen en wordt wijs. Zwarte wolken pakken zich over Spanje te zamen en Nederland heeft het juk der Spaansche knevelarij reeds lang afgeschuden de teugels van bewind weggegeven aan vreemdelingen, die er wel mede zijn geweest. Cats zegt: «Als men den duivelin de kerk laat zit hij dadelijk op het altaar." En het is bekend, ON DANK is's werelds loon. Toen de natie door de dagbladen werd aangespoord (misleid) om 127 mil- lioen af te schuivenwas er toen wel iemand die er aan dacht, om het verspreiden van couranten te gen te gaan?.... Er zijn dus tijden dat het gou vernement er belang bij heeft dat der natie dagbladen in de handen worden gestopt. Of is dit alleen maar noo- dig als er geschagcherd moet worden Heden over drie weken wordt er weer eene Troonrede uitge sproken. En als er nu anders geene couranten waren als de Staats-Courant, Journal de la Hay een Haagsche Nieuwsbode, hoe zoude het dan mogelijk zijn dat de Natie van die blijmare iets vernemen i konde en zonder dit, is het immers eveneens als of een prediker tegen stoelen, banken en OUDE PRUI KEN predikt. Het huwelijk van de koningin van Spanje schijnt bijna zoo veel moeijelijkheden in zich te hebben als het huwelijk van DEN BLAAUWEN directeur der postwagens, met de hospesinne van Kerkwerve, want HIJ wil, dat ZIJ zich van hare zaken ontdoet, en ZIJ wil, dat HIJ zich van zijne zaken ontdoet en hospes wordt; hij vertrouwt die kraam niet, en vreest op zijn' ouden dag, dan nog aan den drank te zullen geraken, al ware het maar alleen door het natmaken van zijne lippen, als hij een glaasje jenever overbrengt, en er gezegd wordt: «wel bekommetje kastelein'." Door de slechte ver lichting in de nieuwstraatheeft gisteren eene meid, dieeenen brief op de post moest bezorgen, de brie venbus niet kunnen vinden. Wonder dat er niet gezorgd wordt, dat er bij een postkantoor toch goed licht brandt. Eenigen tijd geleden, werden er geruchten ver spreid, dat de regering voornemens zou zijn, banden te smeden, om de drukpers te kluisteren. Wij na men die geruchten niet in onze kolommen opom dat wij wistendoor welken mond het eerst de bedreiging was geuit, en haar daarom meer voor grootspraak, dan voor een werkelijk bestaand plan hielden. Sedert zijn ons geene meerdere redenen gegevenom het gerucht voor waarheid te houden maar wij vonden de taal van het Journal de la Haye zoo verbolgen op, zoo dreigend tegen de drukpers dat wij ons niet onthouden kunnenover het ge- wigtige onderwerp, eenige woorden ter neder te schrijven. Er is in de Tweede Kamer in het voorgaande jaar, door een paar leden, met kracht tegen de zoogenaamde losbandigheid der drukpers gesproken. Tegen losbandigheid verheft men zich teregt, en een ieder, dien het ernst met de goede zaak is, zal het betreuren, dat er van het dierbaarste regt, dat de burger bezitten kandat van zijne denkbeelden vrij en onbewimpeld openlijk mede te deelen.soms bitter misbruik wordt gemaakt. Alvorens rnen zich echter ter neder zet, om een ontwerp van wet op te stellentot beteugeling dier losbandigheid van sommige schrijvers, tot wering van het misbruik dat er van de vrijheid der drukpers gemaakt kan wordenzal men eerst de grenzen behooren te stel len tusschen vrijheid en losbandigheidgebruik en misbruik. Denkt men daarover na, dan zal men spoedig de pen wegwerpen en wanhopen, eene wet te kunnen zamenstellendie meer zoude bepalen, dan de wetten inhoudenwelke thans reeds de vrij heid van spreken en schrijven beperkenzonder haar geheel te vernietigen. Waarlijk! men behoeft ook niet meer, want met de jurisprudentie van den hoogen raad over dit onderwerp, zijn de banden al sterk genoeg gemaakt, sterker mogelijk, dan ooit het doel des wetgevers was ze te vervaardigen. En toch, werpt men ons waarschijnlijk tegen, ziet men misbruik maken van de guide vrijheid, ons bij de grondwet gewaarborgd. Wil men dat misbruik voor komen men zal het niet kunnen, zonder het ge bruik te verbieden of onmogelijk te maken. Wij betreuren even sterkneen 1 veel sterker dan de be- houdenste onder de behoudendenhet misbruik dat er nu en dan van het edelste regt dat wij bezitten wordt gemaaktomdat juist daardoor de partij van het behoud wordt geschraagtmaar om het mis bruik, hoe sterk het ook zijn moge, dat van de vrij heid ons in art. 225 der grondwet gegeveige maakt zou kunnen wordente belettenzouden wij niet het geringste deel willen missen, van hetgeen ons daar toegestaan is. En om verder te gaandan men nu reeds gegaan is, wij herhalen het, zou men de vrijheid van schrijven en spreken geheel moeten dooden. Hoe! hooien wij het Journal de la Haye met al zijne kleine napraters, de Utreclitsche Avondpost, ie Drentsclie Courant en wat al er fneer van dit soort van couranten en courantjes mogten beslaanmet luider stemme uitroepenwilt gij dandat de mi nisters zich ongestiaft van alle zijden laten aanval len, dat men opstand predike, de regering hoone en lastere, en wat al niet meer? Wij kennen slechts i een middel, om al die hatelijke schrijvers tot schan de te maken. Het is niets anders, dan goed en constitutioneel te regeren. Er is slechts eene waar heid. De logen moge met nog zoo veel talent worden vol gehouden, in het eind moet de waarheid zege- vieren. Wij vragen aan al die behoudende heeren welke de drukpers zoo gaarne gekneveld aan hunne voeten zagen liggenof zij tot al die declame welke zij dagelijks bezigen, hunnen toevlugt behoefden te nemen indien de grondslagen waarop onze regering rust, goed waren, indien de handelingen der mi nisters werkelijk eene gezonde kritiek konden door staan. Behoefde men ons b. v. toe te roepen«gij die de grondwet herzien wilt, gij verlangt eene j omwenteling in wettige vormen?" indien de grondwet goed en de veranderingen die wij vragen lakens waardig waren? Wat zal het antwoord zijnindien wij zonder ons van ons stuk te laten brengen, zeg gen: ja! wij willen eene omwenteling in wettige vormen, in die vormen, welke de grondwet zelve yoor zulk eene omwenteling, als zij noodig is, voor schrijft. Dan zal er toch voor die steunpilaren van het behoud, niets anders overschieten, dan aan te toonen, dat de grondwet nooit veranderingen in hare bepalingen had behooren toe te laten, en daardoor zullen zijzelven genoodzaakt zijn te erkennendat zij verandering behoeft en zichzelven tegenspreken, of zij zullen moeten eindigenmet hetgeen waarmede zij hadden behooren te beginnen, namelijk beslissen, dat de grondwet goed is en hare herziening, of de omwenteling zoo als zij het noemen, onnoodig is? I Is dit waarheid, dan zai men het kunnen bewijzen en dan mogen de herzienings-gezinden nog zoo sterk declameren, zij zullen eindelijk voor de kracht der waarheid moeten wijkenen blijven zij volhouden hoe sterker hunne uitdrukkingen zullen zijn, des te i belagchelijker zullen zij zich slechts zelve maken. Heeft men dus de waarheid aan zijne zijde, men behoeft geene ketenen voor zijne tegenstrevers. Is de handelsvrijheid schadelijk men zal het zonne- klaar kunnen aantoonen. Zijn de handelingen der ministers goedmen zal het kunnen bewijzen en de aanvallers met schande afslaan. Hiertoe zijn geene banden voor de drukpers noodig. Maar is de waar heid scherp als het zwaard der geregtigheidmoet men bij iederen logischen strijd steeds liet onderspit delven, ziet men zich genoodzaakt tegen gezonde kritiek, woordenpraal en declame over te stellen, dan jadan gelooven wij hetdat men andere wa pens dan de tong of het stift behoeft, om zijnen tegenstrever tot zwijgen te brengendan zijn er I sloten en grendels noodig, om de lastige bedillers het in het openbaar spreken te beletten. Maar het verspreiden van onwaarheden werpt men ons tegen, het aantijgen van daden die nooit bedreven zijn. I Bestaan daar dan geene strafwetten voor? Is het Code Pénal, zijn de wetten van 1829 en 1830 dan niet streng genoeg? Laster, beleediging, hoon, smaad in den eigelijken zin dier woorden moeten gestraft wordenwij zijn de eerstendie dit beweren. Daar voor echter zijn onze wetten krachtig genoeg. Zoo dra daarentegen werkelijk verrigte daden van open bare magten het onderwerp der discussie uitmaken, dan kan alleen redenering den bediller tot zwijgen brengenmaar dan zijn banden en kerkersvernie tiging van de edelste vrijheid den burger gegeven om onbewimpeld over het geschiede zijn oordeel te mogen vellen. Wat nu zullen wij ten laatste nog van die schrij vers zeggen, die in stede van tegen hen, wier re deneringen zij wraken, met het krachtige wapen eener gezonde kritiek te velde te trekkenhet pu bliek ministerie aanspreken en het nederig verzoeken den man die daar zoo stout sprakachter slot en grendel te doen zuchten? Toonen deze hunne eigene zwakheid nieten plegen zij geen verraad aan da partij, die zij niet met gercgtsdienaivn en kerkers, maar met hunne pen en de gezonde rede moesten dienen? De schrijver die de zaak eener partij heeft omhelsd heeft den piigt op ziel) geladen hare ver dediging zelf te voeren, met het intellectuele wapen dat hem toevertrouwd is. Zoodra hij de hulp van physieke krachten inroeptzoodra hij de pen weg-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1846 | | pagina 1