door allen, eenmaal, bezield door bet hooge be ginsel des Christendoms, de geheele aarde tot hun gemeenschappelijk vaderland zullen hebben. Zoo moeten de scherpe afscheidingen tusschen volken en volken meer en meer wegvallenzoo moeten de kluisters welke het vrije verkeer tusschen menschen en menschenschepselen van denzelfden God en Va der, belemmeren, meer en meer verbroken worden zoo moet eindelijk de vrije handel, die magtigste hefboom van alle menschelijke kracht, onbepeikt heerschen over de geheele aardel Laten dan de regeringen het in de eerste plaats zoo maken, dat ieder het in zijn vaderland zoo hebbe, dat hij niet wenscht te verhuizen; maar la ten zij tevens hen, die het wenschen, niet terug houdenmaar integendeel voorthelpen om zulks met goeden uitslag te kunnen doen; opdat het door over bevolking verbroken evenwigt zich herstelle, en de waterpassing der menschen-massa spoedig en gemak kelijk kunne geschieden op den aardbol 1 (T. W.) OPMERKING. Het romeinsche kruis Xals cijfer gebruikt om 't getal van 's menschen levensjaren uit te drukken, heeft eene zeer zinrijke, zinnebeeldige beduidenis, welke misschien nog door niemand werd opgemerkt. Tot in 't vijfde jaar vindt men geen spoor van kruis of leed. Naauwelijks echter wordt dit bereikt, en het kind een ABC boek in de handen gespeeldof de beide bovenste takken van 't kruis vertoonen zich in de getalletter V. Op 't negende jaarals de eerste debatten over 's knapen toekomst plaats hebben komt het volledig te voorschijn, ofschoon nog be schermd door een verzachtings-teeken (IX) 't welk waarschijnlijk de moederlijke teederheia aanduidt. Vervolgens op het tiende, wanneer de knaap Insti tuut of Gijmnasium betrekt, of een ambacht leert, is dat scherm verdwenen, het kruis X vertoont zich naakt en kaal. Met de twintig voegt zich een twee de naast het eerste, (XX); dat is de liefde met haar hartzeer; tegen het dertigste komt het derde opda gen, (XXX); het lieve huiskruis voegt zich stilletjes naast de andere, en wordt tien jaren later door het ambts- en kinderkruis opgevolgd. (XXXX) Nu schij nen de kruisen te wijken de man op zijn vijftigste jaar staat op den hoogsten trap des levens; de harts- togten zwijgen, het gerijpte verstand zwaait den staf der heerschappij, en geeft hem voor eenigen tijd de krachtom ieder kruis met den voet te treden. Nu denkt hij, heb ik 't gewonnen; maar ziet, weldra een nieuw X naast de met de zoo veel zwoegen be reikte L; hij is LX jaren geworden; vrienden en bekenden verlaten hem hij zelf gevoelt den ouder dom met eenen nasleep van gebreken naderen, ondanks is het loon zijner goede dadenberouw dat zijner overtredingen. Nu groeit het getal der X aan om laat weêr af te nemenhij wordt LXXgeest en ligchaam beginnen hem te begeven de jonge wereld laat hem alleen staan; hij is LXXX, de last der kruissen doet hem grafwaarts buigen; nog één doch neenhet negentigste levensjaar komt als een engel der vertroosting, de X verminderen tot een enkel (XC), de prikkel des tijdens verstomptde laatste strijd genaakt. Eene korte poos nog schijnen nieu we X zich te willen verheffen, (XCIX) leven en dood worstelentot dat eindelijk de koning der verschrikking, die zoo kwaad niet is als de wereld hem afschildert, den weerlooze van alle kruis ver lost en in 't gebied der ruste bir.nen leidt. (K. C.) UIT EENE GENEESKUNDIGE CATECHISMUS. Vraag. Waarom kan een arts niet voortkomen, zonder windmakerij? Antwoord. Omdat het zonder wind slecht zeilen is. V. Hoe konden de menschen vóór den zondvloed zonder artsen zoo oud worden? A. Omdat zij zelve artsen waren. V. Waarom sterven wijze kinderen zoo vroegtijdig? A. Omdat zij in de wereld niet zouden kunnen voortkomen. V. Welken arts moet een zieke gelooven, wan neer zij elkander tegenspreken A. Hem, die het minste belooft. V. Waarom worden de artsen niet meer onder het getal der goden geplaatst A. Dewijl zij op aarde steeds onontbeerlijk worden. V. Waarom hebben de menschen slechts vijf zin tuigen A. Omdat de meeste naauwelijks vijf kunnen tellen. V. Gij prijst de matigheid. Waarom raadt gij ons geen middel tegen den eetlust aan? A. Omdat dit middel juist de onmatigheid is. V. Kunt gij wel maken, dat het water beter smaakt, daar wij, zoo als gij beweert, toch geen wijn moeten drinken A. Neen, maar men kan wel maken dat de wijn slechter smaakt. V. Daar de kwakzalvers veel sterker gebruikt worden dan regtmatige doctors, waarom worden er geene ernstige maatregelen tegen zoo iets genomen? A. Het geschiedt thans, dewijl men alle kwak zalvers tot doctors maakt. (W. v. d. H.) nsrqggoasrDBMB st'jzzbit. EENIGE VRAGEN EN ANTWOORDEN UIT DE CATECHISMUS DER NATUUR. Waarom zoude van Hall tot minister van finan cien benoemd zijn? Welligt omdat de eerste letters van zijnen naam in het woord HALen te pas komen. Waarom ziet het borstbeeld op het nieuwe geld links? Mogelijk omdat Willem I. regts gezien heeft, en er regts niet veel meer te HALen valt. Waarom weegt men het rundvee te Zierikzee? Zekerlijk omdat de natie het groote vee ook begint te wegen en te schatten. En dewijl zij weten dat zij tegenvallen, in deugd en waarde, willen zij zeker zorgen dat alle beesten niet boven de waarde worden geschat, en dus is het wogen als het geschik- ste middel gevonden om niet te kunnen dwalen. Welk werktuig zoude het best geschikt zijn om de ligte dieren te wegen? Zij zijn in het algemeen zoo ligt, dat er bezwaar lijk een werktuig uit te denken is, dat hunne waarde kan aanwijzen, zoodat niets beter zijn zou, dan op elk vet varken er een als doorslag toe te geven; en daar een doorslag op een Nederlandse!) pond is bepaald, zoude hunne waarde thans zoo wat '40 "cents zijn. X. *+- WETS-GAPINGEN. Het is eene bewezene waarheid, dat er tot de zamenstelling eener wet, veel kunde, gepaard met ondervinding, gevorderd wordt; en niettegenstaande die vereischten, schiet de wetgever altijd te kort; dan verbiedt hij in het eene datgene, wat hij in het andere gebiedt, en omgekeerd; of de zinspeling is vatbaar voor tegenstrijdige uitleggingen, of ook, er wordt niet gesproken van datgene, wat zoo noodig was te gebieden of te verbieden. Ten bewijze van dit laatste dient, dat er door den wetgever, te weinig acht geslagen is, op de ZEDE LIJKHEID; hierover bestaat geene bijzondere wet, dezelve hangt meer af van het gevoel, dan wel van eene orde, bij voorbeeld: voor velen is het noodig een bewijs van goed zedelijk gedrag overteleggen, ik vraag, in hoe verre mag dit gegeven of geweigerd worden? Om ons eens bij Burgemeesters te bepalen, twee derzelve zullen het denzelfden persoon de een wei geren en de andere afgeven, omdat zij beiden naar hunne eigene gevoelens te werk gaan, die meest altoos steunen op hunne eigene gedragingen. Intusschen, het levenslange geluk of ongeluk van zulk eene willekeur, kan daardoor voor iemand ge wis bepaald worden. Iets anders, de wetgever maakt in vele zaken deugdelijk onderscheid, of de hande lingen van eenen man of van eene vrouw zijn; maar de wetgever heeft ons gene uiterlijke teekenen geschonken, waardoor men weet, dat degene met wien men handelt, een man of eene vrouw is. Ik ben een man en niemand kan mij beletten, vrouwe kleederen aan te trekken, stil lacht niet! Ik herinner mij 5 a 6 jaren geleden, in de Zierikzee- sche Courant gelezen te hebben: «Te Haarlem is overleden N. N. hij wasjaren getrouw stads bode; opmerkelijk is het, dat men nu eerst bij zijnen dood bemerkt heeft, dat hij eene vrouw was; er zijn reeds processen over hem of haar ontstaan, daar hij of zij, ontelbare acten als getuige heeft onderteekend, zooals huwelijks-acten, huwelijks-con tracten, testamenten, hypothecaire en andere obliga tion, acten van koop en verkoop, enz; die als onwettig beschouwd worden, omdat dezelve door eene vrouw als getuige onderteekend zijn." Alzoo lezers! het is dringend noodzakelijk dat er fix bepaald wordt, wien een bewijs van goed zedelijk gedrag gegeven of geweigerd moet worden, en niet minder noodzakelijk is het, dat mannen en vrouwen geboden werden onder zekere straf, die teekenen van onderscheiding te dragen, die den wetgever daar voor goeddacht, om de beide geslachten te kunnen kennen, en vooral, om bedrog voor te komen, daar wettige handelingen anders gevaar loopen. als on wettig verklaard te zullen worden. Wie is zedelijk? en wie is onzedelijk? denkt daar over eens na in eenen bijbelschen, en in eenen we- reldschen zin, en dan betwijfel ik niet, of uw ge voel zal u zeggen: Dat wij Nederlanders eene. wezentlijke behoefte hebben aan eene wet op de zedelijkheid. Twee halmen van den akker. Mijnheer de Redacteur Hoezeer ik niet behoor tot (zoo men het noemt) den beschaafden stand, zoo ben ik toch vatbaar om beleediging te gevoelen; en daar de wet aan den on- beschaafden mensch verbiedt, om beschaafde beleedigers wederkeerig even onbeschoft te beleedigen, zoo is men zoolang uw blad niet bestond, genood zaakt geweest, alle beleediging als automaten te ver duren. Gelukkig is er thans, door middel van uw blad, gelegenheid, om zich over eene aangedane beleedi ging fatsoenlijk te wreken. Daar ik intusschen in uw blad gezien heb, dat, zonder aanzien van persoon, uwe kolommen voor alle regtmatige klagten openstaan, zoo neem ik de vrijheid UEd. een plaatsje te verzoeken voor de vol gende regelen: Op zondag, den 13 September, had ik het genoe gen, eene schoone Intrée-Predicatie te hooren, uit Lukas 14, v. 23, hetwelk luidt: «En de Heere zeide tot den dienstknecht: Gaat uit, in de wegen ende heggen, ende dwingt ze in te komen, opdat mijn huis vol werde." Zonder achter heggen of wegen opgezocht te zijn geworden, ben ik Het huis des Hetren vrijwillig ingegaan. Doch de beteekenis der tekst-woorden sche nen daar omgekeerd toegepast te worden, want hoe eerbiedig ik mijne aandacht ook vestigde, op de woorden van den achtenswaardigen leeraar, dwong een diaken mij het Heiligdom te verlaten; en dit alleen, omdat ik een buis met lappen aan had. Zoude men zulke handelingen van diakenen wel verwachten? En verdienen zulke beleedigingen, als strijdig met de bevelen van den Grooten Hervormer, niet openbaar gemaakt te worden? die de armen aan de zorg der diakenen zoo dringend aanbevolen heeft. Wat moeten wij het land beklagen, Waar willekeur zoo veel verwoest, Waar d'armen, met wrevel dragen De kluisters, aan hun voet geroest. Goes, 20 Sept. 1846, J. H. i><r Rotterdam21 September 1846. TARWE. i GERST. wiDter (gest.) 6,20 a ƒ6,30. i» zakk. - 6,00 a - 6.10. zom. (gest.) - 5,30 k - 5,60. in zakk. - 5,30 k - 5,40. HAVER. puike zeeuw. ƒ11,40 k f 11,80. minder - 10,80 k -11,30. zom. naardeugd- 9.50 k - 10.30. puike 1 jarige -10,60 k - 11,00. ROGGE. f 9,10 k f 9,80. korte dikke 4,00 k 4,60. ligteuaar kw.- 3,20 k - 3,80. VERTREK DER BEURTSCHEPE. Dingsdag29 September. Naar Dordtrecht 's morgens ten 5 ure. STADS-HIBTTTTS. iM overleden 16 Sept. J. van Sas, oud 8 maanden, (zoon). 17 dito. J. C. Gardenier, oud 4 weken, (zoon). J. Schults, oud 16 maanden, (dochter). G. J. van den Thoorn, oud 27 jaren, echtgenoote van G. L. Voerman, wonende te Leijden. 19 dito. H. Reedijk, oud 77 jaren, weduwenaar van E. van der Schoor. K. Coertens, oud 8 maanden, (dochter). J. van Setten, oud 4 maanden, (zoon).' - A. de Keijzer, oud 16 maanden, (dochter). 22 dito, A. van den Houten oud 18 maandeD. (dochter). ADTBRTBUTIEST. De Notaris D. Q. de JONGE van der HALEN zal, op Vrijdag den 9 October 1846, des namiddags ten 3 ure, ten huize van den heer J. SWARTS, in het Nieuwe Logement van Zeeland, ten verzoeke van zijn principaat, publiek presenteren te verkoopen: 3 bund, 48 roed. 87 ell. Koornland, gelegen in den polder het Gouwe Veer, onder Nieuwerkerk. 50 roed. 02 ellen dito Land, gelegen in het Zui- der-Nieuwland der stad Zierikzee, nabij de Zelke. Beide in pacht bij F. van Neuren, tot 11 November 1850. '/le AANDEEL in de Meestoof, Stamphuis en ver dere gevolgen en aankleven van dien, genaamd de Zon, staande en gelegen in het Poortambacht der Stad Zierikzee. (475) Uit de hand te koopom dadelijk te aanvaarden: Een zeer gunstig gesitueerde BROODBAKKERIJ met bijbehoorende Schuur staande en gelegen te Nieu werkerk in Duivelandte bevragen bij den Notaris D. Q. de JONGE van der HALEN, te Zierikzee. De griffier G, van WAGE zalop Vrijdag den 2 October 1846, des voormiddags 10 ure, op de haven te Brouwershaventen verzoeke van zijnen principaalpubliek veilen en verkoopen Eene aanzienlijke partij Houtwarenbestaande in Vlot- en Slijpdeelen, Dennen-, Vuren- en Greinen- Vloer- en Zolderdeelen RibbenLattenEiken Planken Palen en hetgeen verder zal worden geveild. JJS?* De ondergeteekende maakt bekend aan die gene die lijdende zijn aan Vallende Ziektevërhouderde Zenuwziekte, Lamheid, Rhumatismus, Maagpijn, Doofheid of andere Kwalendat hij dagelijks te spreken of te ontbieden is, in de kwaliteit waarin hij werkzaam is. Goes, Langevosstraat, N.° 130. (478) B. de GRAAF, Magnetiseur. Bij M. SLAGER, te Zierikzeezijn in de afgeloo. pen 199ste K. N. Loterijde onderstaande prijzen getrokken alseen prijs van f 2500twee van f 1000, een van f 400, vier van f 200. Bij hem zijn voor de aanstaande 200s" K. N. Loterij te be komen heele en gedeelten van Loten, volgens Prijs courant. (479) De trekking begint op Maandag den 12 October 1846. P. C. HENDRIKSEN, sedert circa drie jaren Boekhandelaar te Brouwershaven, thans tot andere betrekkingen geroepen zijnde, heeft mits dezen de eer zijne geëerde Begunstigers den hartelijksten dank toe te brengenvoor de hem bewezene mede werking, en tevens voor de vriendschap welke hij bij onderscheidene familien zoo te Brouwershaven als elders heeft mogen genietenwenschende hen allen des Hemels beste zegeningen. (480) te zierikzee, ter drukkerij van p. de looze.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1846 | | pagina 2