ZIElilKZEËSGHE
NIEUWSBODE.
Derde Jaargang.
I 35
N ieu wstij d in gen
FRANKRIJK.
NEDERLAND.
V erselieitlciihedcn
(Ken Broonigezigt.)
DONDEKDAG
3 SEPTEMBEK.
De ZIERIKZEESC11E NIEUWSBODE wordt uitgegeven op i
Maandag cn Donderdag bij P. de Looze en is vei krijgbaar 1
bij alle Boekliandelaren en Postdirecteuren in dit rijk. De J
prijs is voor drie maanden voor elke EDITTE afzonderlijkI
binnen deStad,y'O.oO en ƒ0,60 franco door bet geheele Rijk. f
Donderdag 3 September. Opgang der ion Ondergang.
Vrijdag 4 ure min. ore min.
Zaturdag 5 Volle Slaan. S 13 C 45
Zondag 0
Maandag 7 o
Dingsdag S
Woensdag 9
8C2
De prijs der Advertentiën is Tien Cents de regel, bebalve
Cents zegelregt voor elke plaatsing; dezelve kunnen in
gezonden worden tot Maand, en Woensd. middag 42 ure; na welk
tijdstip zij voor bet eerst uitkomend N°. niet meer wor
den aangenomen. Brieven Eranco.
Uit Livorno schrijft men van 22 Augustus
Sedert gisteren houden de aardschokken geheel
op. De bevolking herstelt zich langzamerhand van
hare ontsteltenis. De rapporten van alle streken
waar de aardbeving ongelukken heeft teweeg ge-
bragt melden dat het aantal dooden 70 en dat
der gekwetsten 160 bedraagt. Ten gevolge der in
storting van huizen of het onbruikbaar worden der-
zelve bevinden zich ruim 4000 menschen zonder
woning.
In de voornaamste steden zijn inschrijvingen ge
opend ten behoeve der slagtolTers van den ramp.
De groothertog is van Pisa waar hij de gekwet
sten heeft bezocht, alhier aangekomen.
De te Arnhem vergaderde commissie ter afne
ming der examina van de jonge lieden die tot
hooger onderwijs wenschen toegelaten te worden
heeft jl. Zaturdag hare werkzaamheden ten einde
gebragt. Van goeder hand verneemt men omtrent
den uitslag van hare onderzoekingen het volgende.
In het geheel hadden zich 234 jonge lieden tot het
staats-examen aangemeld; van deze zijn er 12 niet
opgekomen, en van de overigen zijn 147 door de
commissie toegelaten, en 75, dus iets meer dan een
derde gedeelte, afgewezen.
Daar er tegenwoordig door vele landlieden over het
overgroote aantal muizen geklaagd wordt, welke in
de koornbergen en overal, waar zij zich ophouden,
pene aanmerkelijke schade veroorzaken, zoo zal het
geenszins ten onpas zijn om een eenvoudig, min kost
baar middel te openbarenwaaimede men deze on-
welkomene vreemde gasten volgens genomeiie proeven
kan verdrijven en dooden.
Hen landman, wiens koornbergen en zolders maar
al te dikwerf naar zijnen zin door muizen bezocht
werden, legde daar geheel toevallig Wijn-ruit [Ruta)
te droogeu; spoedig bemerkte hij, dat vele zijner
gasten of wegbleven, of dood ter nederlagen. Hier
door opmeikzaam geworden, hing of legde hij overal,
vooral op die plaatsen waar de muizen haren loop
hadden, eenig Wijnruit, en nu kreeg hij dooden
in menigte, op deze wijze werd hij zeer spoedig
van zijne lastige gasten ontslagen.
Wij deelen hier een autentiek voorbeeld me
de van eene Controleurs-circulaire aan een inferieur,
om de belasting nog meer productief te maken
No. 883, «Harderwijk, 10 Decbr. 1845.
Schattingen.
«Alhoewel ik op mijn laatste tournée
bevonden hebdat uwe schattingen van slaglvee
eenigzins verbeterd zijn zoo moet ik u toch nog
te kennen geven, dat dezelve geenszins tot die hoog
te zijn waarop ik dezelve verlang en in alle ge
val zijn uwe schattingen nog dc minste van de
geheele controle. Is het derhalven uw wensch
om deze functie op den duur te behouden, dan
zal het mij aangenaam zijn dat gij uwe taxatiën
van stonden aan verhoogd, terwijl bij bevinding dat
aan deze mijne laatste waarschuwing geen dadelijk
gevolg wordt gegeven, ik mij in de onaangename
verpligting zal gebragt zien om uw ontslag voor te-
dragen en te bevorderen.
De Controleur
«Aan (get.) J. J. de Kanits."
den Schatter van het (of zoo iets; geleerden en hooge
slagtvee te personaadjen schrijven veelal
Heerde." hunne namen onleesbaar.)
Ziedaar een nieuw staaltje van hatelijke en wil
lekeurige opdrijving, door geen de minste grondige
reden gemotiveerd. Men lette weldat niet het
minste vermoeden schijnt te bestaan, dat de schat
tingen niet ingevolge de voorschriften van de wet
en naar eed en pligt geschiedden; maar alleen dat
ze niet tot die hoogte zijn, waarop de Controleur
ze vet langt. Zou de willekeurigste despoot zich
wel anders kunnen uitdrukken? Dat des Schatters
taxatiën de minste der geheele controle zijn, betee-
kent eigenlijk niets, daar zulks zoowel in den aard
der zaak kan liggen als daarin, dat de andere te
hoog zijn. Zoo schijnt echter het ware principe
van opdrijving te zijn: niet om het te hoog belaste
te verminderen, maar, zonder eenig redelijk onder
zoek of billijke overtuiging, het mindere tot het
te hoog belaste brengen. Het antwoord van den
Schatter is dan ook geweest, dat hij zich niet naar
den Heer Controleur kon schikken daar hij alsdan
tegen eed en pligt zou handelen en alzoo zijn
ontslag nam. Eere den braven man I
GEMENGDE BERIGTEN.
In ons Vaderland wordtberekent men, jaarlijks
tusschen de 15 en 20 millioen guldens aan ster-
kendrank verbruikt. In Bucharest betrapte een
hakker zijnen leerling op het stelen van eenige
broodjes; greep in drift hem aan, en slingerde hem
in den gloeijenden oven, alwaar hij op eene ver
schrikkelijke wijze omkwam. In den Iverkelijken
Staat worden gioote bezuinigingen ingevoerdmen
begint van boven af. In Nederland is dit omge
keerd; daar ontneemt men de biggen het noodige
om eenige zeugen vet te mesten. Een Hebreeuw-
sclie Mos, die uit Zierikz.ee naar Goes overgevlogen
is, piept voor aardigheid uit, dat hij tot de redactie
der Zierikzeesche NBade behoord heeft. Hij behoort
eigenlijk tot die vernuften, die vergeten de kwartjes
te bezorgenzoodat den uitgever er waarlijk aan
verliest. Te Neluht zijn ecu paar dametjes ver
kocht geworden, om met kermis van dienst te zijn.
In Zuid-Beveland is de ziekte onder de aardappe
len óók ontdekthet kwaad verergerd met den dag.
Terwijl de Coessche kinderen Israels het onaan
genaam achten, om zich op sabbat in hun schut-
terspak te stekenachten hunne christelijke wapen
broeders liet onaangenaam om door hen in hun
zondagspak uitgelagchen te worden. In de maand
Augustus zijn te Middelburg 94 kinderen beneden
de 10 jaren overleden. Een der schutters die bij
het treurige, verbranden van DE GOEDE MEENING,
van dorst versmachtte, is in een oven gekroopen oin
een (lesch arak te zoeken, om zijnen dorst Ie lesschen,
doch een sergeant trok hem bij zijne beentjes en
stak hem in een doofpot. Te Weeuen heeft den
19 Aug. een volksoploop plaats gehad. De graaf
van Parijs, 9 jaren oud, is reeds verin zijne stu
diën gevorderd. De Nieuwsbode wordt tegenwoor
dig in Oost-lndiën verspreidt, en met belangstelling
(volgens geloofwaardige berigten) gelezen.
Woensdag 5 Augustus 1846.
Ministers-baad. fianens groole zoon bekleedt hel voorzit
tersgestoelte. -ril de excellentiëw hebben bedrukte gezigten
en staren op het groene tafelkleedalsof daaruit de ivijs-
he id te putten nare.
(Post alia
Ja, waarde Collega's! zóó is liet. Nog 76 dagen, nog
1824 uren, en dan staan, helaas! de Sta ten-Generaal weer
voor onze oogeu. Wij gaan eene hoogst moeijelijke zitting
te gemoet. In de eerste plaats moet het tweejarig budget
weder worden ingediend. Dat is liet lastigste werk van al
len. Ik kau volstrekt maar niet begrijpen boe de ont
werpers van de Grondwet op de dwaze gedachten zijn ge
komen, om in dat 421° artikel ter neder te schrijven,
„dat de inwilliging der Slatcu-Generaal wordt vereischt op
de begrooting van de uitgave van bet rijk Hoe zalig zou
niet het lot drs Ministers zijn indien zij met al dat ge
maal en getob niets te maken hadden. Er moest geschreven
slaan: ade Ministers zullen jaarlijks aan de Stateu Generaal
te kennen geven, hoeveil zij zullen uitgeveu in het loopende
jaar. De Kamers zullen het regt hebben om de middelen
goed te keuren, die noodig zullen zijn, om die uitgave te
dekken." Indien die negen warhoofden, die eene Grond-
wets-herziening hebben voorgedragen zoo'n artikeltje hadden
voorgestelddan had men nog eens over eene herziening
kunnen denken. Nu was het ai te dwaas. Maar waartoe
mij verdiept in nutlelooze bespiegelingen de Groudwet wil
het, de Staleu-Generaal zijn er aan gewend, en wij zullen
dus moeten maken dat wij met ons werk in gereedheid
zijn. Ik noodig dus mijne Amhlgeuooteu uit, om te zor
gen dat ik tijdig genoeg hun werk ontvang, om er een
geheel van te kunnen maken. Maar vooral bezuiniging,
Ilceren Er zijn Leden van de Staten-Generaaldie, geloof
ik, liever sterven zouden, dan niet, in een ellen lang dis
cours, over bezuiniging te declameren. Eu waarlijk bij den
tegenwoordigen stand van zakenvalt er niet veel meer te
bezuinigen of het moest op Marine of op Oorlog zijn.
een minister.
Wat, Mijnheer! bezuiniging op marine, heb ik niet reeds
voor twee jaren te veel toegegeven is mij het verwijt niet
gedaan dat ik ben afgeweken èn van den uitgedrukten wil
des Konings, ón van het verlangen der Staten-Generaal,
door het budget van marine te verminderen. De eer van
's lands vlag, liet behoud van onze scheepvaart, die rijke
bron van 's lands aloude grootheid, dulden niet; dat ik
een enkele cent op mijn departement verminderc.
een paar ministers {binnen ys monds).
Bravo! bravo! als bij maar, volhoudt.
hij.
Ik bid u, Collega maak u niet driftigwij zullen bij
de latere discussiën zien, hoe het met de zaak gehgen zal
zijn. In tusschen...,
een ander minister
Bezuinigen op oorlog! is mijne taak nog niet hard genoeg
geweest? Heb ik niet, met een bloedend hart, door de
treurige noodzakelijkheid gedwongen reeds genoeg ongeluk-
kigen gemaakt? Ileb ik niet ondanks mij zeiven, eene me
nigte ofliciercn in de kracht van hun leven op pensioen
moeten stellen en hen gedeeltelijk prijs moeleu geven aan
broodgebrek? Uwe audiëutie-dagen zijn dagen van weelde.
Omringd van eene menigte van beleefde sollicitanten die
azen op al de veile posten, de vetsteu uit het land, die
ter uwer beschikking staan, wordt gij gevleid en geprezen.
Mijne audiëutie-dagen zijn dagen van smart. Ik moet de
dikwerf maar al te gegroudc klagten aanliooren der onge-
lukl eigen, en door het onverbiddelijke cijfer van het bud
get gebonden moet ik hen ongetroost weder laten vertrekken.
Builen mijne schuld heb ik ecu aantal vijanden, evenzeer
onder hen, die nog in het leger dienen, als onder degenen,
die niet meer tot de kaders bchooren. Én andermaal zoudt
gij willen, dat er op ooilog bezuiniging werd; onmogelijk,
Mijnbeer
HIJ.
Ik spreek in den geest van vele Leden van de Tweede
Kamer.
een minister.
Het is ook in den geest van vele Leden der Kamer,
dat er op uw departement worde bezuinigd; dat dat lieir-
leger van ambtenaren, bijkans zoo groot als het leger van
den slaat, worde verminderd. En daartoe bestond de mo
gelijk, indien men een verstandig systema van financiën
wist in te voeren waarbij men niet zoo vele millioeneu
opbrengst van de accijnsen vorderde. Al die commiesen,
die gemaal, geslacht, zeep, zout, gedisteleeid en wat al
niet moeten bewaken verslinden de schatten van den staat,
terwijl zij de industrie van de burgers drukken.
drie ministers {iets harder
Bravobravo
hij.
Ik heb reden, om raij^over uw antwoord, en over de
goedkeuring, die sommige ambtgenooten daaraan schijnen te
geven, te verwonderen. De Heeren schijnen het vergeten
te hebben, dal ik. het Vaderland heb gered ik mogt alzoo
niet verwachtendat ik hier de redeneringen zou hooreu
die ik telkens, tot mijn groot verdrietvan die Leden van
de Kamer moet vernemen, die zich nieL ontzien de waarheid
maar rond en plomp mij voor de voelen te werpen. Bij de
nadere discussiën, als de begrootiug zal zijn on l worpen ko
men wij ook op de bezuinigingen bij oorlog terug.
Wees intusschen gerust, mijne Heeren! ik vlei mij,wan
neer ik van het verheven standpunt, waarop ik geplaatst
ben, de zaak wel overzie, dat de begrooting wel zal wor
den aangenomen, hoe dan ook. Ik wordt door dc Staten-
Generaal als op de handen gedragen. Laat ons dus overgaan
tot een ander hoogst belangrijk onderwerp de troonrede.
een minister.
Ik stel voor om die zaak te laten rusten die is toch zoo
goed als beslist. Enkele leden van de Stalen-Geueraal blij
ven nog wel hechten aan het denkbeeld, dat die troonrede
ons werk is; maar de meerderheid houdt zich mnoozel, of
althans neutraal, en als wij maar volhouden van nooit te
compareren bij de discussiën van het adres van antwoord
en wij laten de opposanten maar praten, dan zijn vyij geheel
door den koninklijkeu mantel gedekt. Aan het Sirenengezang
der dagbladen ligt ons weinig gelegen. De troonrede is dus
posierieris curae
al de ministers.
u4.pprouvc
hij.
De Heeren weten dat het eene van de regels is van de
wijsbegeerte van het regt, dat de grootste bezwaren altoos
het laatste komen. Ik moet alzoo de aandacht van Uwe
Excellentien vestigen, op de verklaring, die onze Ambtge
noot van Justitie, namens ons allen, gegeven heeft, dat de
herziening van de Grondwet niet noodzakelijk is.
Zeggen is niets, dat heb ik zoo dikwerf in mijn leven
gedaan, maar volhouden, wat men gezegd heeft daar zit de
knoop.
Hadden wij nu dat verbruidelde artikel 6 maar niet in
onze maag, dan was er vooreerst niet de rest zoo'n haast
niet Maar die woorden: {hij leest.) „De oefening van het
slemregt in de sleden en ten platteu lande, zoowel als de
bevoegdheidom deel te nemen aan de provinciale en plaat
selijke besturen wordt bij de wet geregeld." Die verma
ledijde woorden zijn zoo duidelijk, dal er geen ontduiken op
uit te vinden is. Die woorden daarenboven zijn al van
30 Junij 4840 en dus seeds-meer dan zes jaren oud. cn
nog is er geen wet in de wereld.
Er moet dus absoluut een wets-ontwerp worden ver
vaardigd. Maar boe zullen wij dat doen zonder herziening
van de Grondwet? Onze beste vriendjes laien ons in de
steek cn vonden in de twee vorige wetsontwerpen of tc wei
nig of te veel. Wie van Uwe Excellentien weet hier goeden
raad te geven
Stl dc Ministers staroogen op het groene tafelkleedmaar
het groene tafelkleed bleef stom. Eindelijk zegt
een minister.
Ja, voorwaar! het is bedroevend, dat wij zoo voorbarig
gesproken hebben. Ik beken, dat wij ecu bijster mal fi
guur zullen maken, als wij nu komen zeggen: „Edelmogen
de Heeren! wij hebben ons vergist, toen wij zeiden, dat dc
Grondwets-hcrzicning niet noodzakelijk was; want wij zitten
Van latere *org.