2
Staafd had. Wat hiervan zij, des anderendaags, na
dat men het klooster verlaten had, werd Cirila, toen
zij de deur van Maria's woning voorbijging, door
Jusla binnen geroepen, die zich in de keuken be
vond, zij kwam binnen, werd omringd door Maria,
haren schoonzoon en Justa, welke eene groote hoe
veelheid bont in den oven plaatsten, nadat zij de
deur gesloten hadden. Het tooneel, dat, nn-volgde,
tusschen deze menschcn, die door hunne br^loovig-
heid en verkeeide denkbeelden verbijsterd waren,
en het ongelukkig slaglolTer hunner dwaze vooroor-
doelen, is gemakkelijker te denken dan te beschrij
ven. Zij vielen gezamenlijk op haar aan, trachtten
Jiaar in den oven te duwen, welke nu eene gloeijen-
<le hel was geworden;* er ontstond eene hevige,
wanhopige worsteling op leven en dood. tusschen
deze monsters en de ongelukkige Cirila. Deze ein
delijk overmeesterd en uitgeput, grijpt een' laatste
i redmiddel aan: zij smeekt hare beulen haar een
(ogenblik aan te hooien; zij stemmen -er in toe.
[oen viel zij op hare knieën en riep uit: «Ik ben
r en tooveres, ik kom er voor uit, en ik zal aan
d ie zieke hare gezondheid teruggeven." Op deze be-
I tenten is en belofte laat men haar vertrekken; al-
1 een Justa stoot nog eene laatste bedreiging uit:
Indien nog dien eigen avond mijne moeder niet
genezen is, zegt zij, zal mijn mes of de weer gloeijend
j jemaakte oven regt doen."
Het jonge meisje komt half dood tehuis; zij ver-
I haalt hot gebeurde en dit komt weldra ter ooren
van den Alcadc, Dadelijk begint een geregterlijk on
derzoek; men vond den oven nog heet en overal de
sporen van de wor teling. Het was onmogelijk de
misdaad te ontkennen. De schuldigen geven voor
5»'ood te hebben gebakken, maar zij kunnen er niets
van toonen; zij stapelen leugen op leugen, maar ver
vallen in tegenstrijdigheden; zij brengen getuigen
voor, maar deze stemmen niet overeen. Nadat men
met de toedragt der zaak bekend was geworden,
gaven de ontroering, waarin men de familie Rodri-
geus had aangetroffen, hare gezindheden ten opzigte
van het meisje Cirila, en vele andere omstandighe
den genoegzame bewijzen van schuld aan de hand.
Beide mannen werden tot 3 jaren galeistraf, de
heide vrouwen tot drie jaren gevangenisstraf en de
schadevergoeding aan de gewaande tooveres veroor
zaakt. (HB.)
Men schrijft ons uit Twenthe: "Onlangs werd in
een stadje van ons vaderland een plegtig feest gevierd
van een zeer deftigen aard: gevolgd, zoo als gewoonlijk,
door een keurig feestmaal, waaraan ook de Gouver
neur der provincie met zijnen Adjudant of Kabinet-
Secretaris, deel namen. Na het vertrek dier nhooge
personaadjen" (gelijk de Provinciale Courant beide
heeren noemt,) ontstond er eene scène, die men zou
wanen, dat uitsluitend in kroegen of in een Haagsch
Hótel de VEurope (zie Asmudée No 43) te huis be
hoorde, Een freije fries, in dienst van Oom Floris,
inzamelende voor de Miris, wat de registratie af
werpt, gedroeg zich zoo wellevend, dat de Ed.Achtb.
Heer Burgemeester, met jeugdig vuur bezield, in
heftigen toorn ontstak, en hem toeduvvdc: »Gij zijt
een brutalen hlHij, dien dit gold, sprong op
als een kakkerlak en gaf den Burgervader een oor
peuter, die klonk als een klok, en liep daarop, als
een hoenderdief, ijlings weg!! De erg beleedigde
Achtbare liep hem di if tig na, maar struikelde helaas;
rollende zoo lang hij is op den grond. Snel weder
op de been zijnde, gunde hij zich geen tijd de
trappen van het Societeits-gebouw behoorlijk af te
klimmen, maar sprong naar beneddn, en had het
geluk, dadelijk den verwaiene in te halen, en hem
vrij onzacht bij de kraag te pakken. Nu was het:
»van dit hout zaagt men planken;" en hij zou zijn
prooi schier de keel toegeknepen hebben. Eenige
ieostgenooten mengden zich echter bij tijds in dit
drama, en waren gelukkig genoeg eene verzoening
te bewerken, ten gevolge waarvan het sehandaal
broederlijk met een stevig glas werd afgedronken,
waarna de feestvreugde verder ongestoord tot in den
nacht voortduurde.
Ende dit geschiedde in het jaar des Heeren een
duizend acht honderd zes en veertig, in de verlichte
negentiende eeuw, in het beschaafde rijk der Neder
landen, en onder zoogenaamde achtbare, erntfeste
luiden; wat is er dan van de heffe des volks te
verwachten?! (Aal.)
SPREKEN en ZWIJGEN.
Die geld en goed en vrienden heeft,
Staêg in de gunst der grooten leeft,
Al had hij duizende gebreken,
Mag spreken.
Maar hij, die magtig is noch groot.
En niets heeft dan zijn daaglijksch brood.
Wil hij geen smaad of hinder krijgen.
Moet zwijgen.
Wie vleijen^uichlen, liegen kan.
En smalen PR. pen eerlijk man,
Loszinnig trouw ,ep £ed durft breken,
jHa£^preken.
Maar de onge.veiusjjj? waarheidsvriend,
Die rust en eenlgezjjidhpjjTmint.
En niemand feilen aan wil Tügen,
Moet zwi}£edf*n ^S5?
Zie Harpagon; die man is rijk;
AI heeft hij tastbaar ongelijk.
Hij, met geveinsde en slinksche strekèn,
Mag spreken.
Maar gij, die, vriendlijk en dpregt,
Uw denkwijze onbewimpeld zegt,
En nooit de tong tot kwaad laat neigen,
Moet zwijgen.
Hij, die zich aan geen hoogmoed kreunt.
Noch op de gunst'der trotschen steunt,
En slaafsche winzucht is ontweken,
Mag spreken.
Maar hij die rustloos, on vernoegd.
Om eer, fortuin en ambten zwoegt,
Al hoogen liooger op wil stijgen,
Moet zwijgen, V.
AAN NEDERLAND.
Nog is de vrijheid niet verloren,
Hoe ook de hoop op heter liegt!
In ieder lied wordt zij geboren
Dat aan des Leeuvvriks borst ontvliegt!
Zij rui cht in 't loofverdek der duiven,
In 't rots doorklovend stroomgedraiig,
Zij gloeit in 't purperbloeu der druiven
Dat brui schend liueid, ontspat en prang!
Hem tref den vloek des dieps verachten,
Hem loon nooit liefdekus, maar schand
Die vol onheilige gedachten,
Uit zelfbelang haar ligt aan band!
Het ijzer wast in't ha: t der bergen,
Do vuurvonk sluimert inden steen;
Gij wiet nat wilskracht beide vergen;
En gij zoudt stilstaan, gij alleen?
Gij denkt misleid door 't lokwoord redding,
Den vloed ncèrdondrend in 't dal
Terug te voeren langs zijn bedding
Tot d'oorsprong van zijn waterval!
Gij wilt niet op zijn golving drijven
o Neérland, dwaze Sisyjohus!
Maar wenscht lijfeigene te blijven
Verdorstende als een TantulusH
Zou 't hart ons in de schoenen zakken
Om nog één oogwenk boeigeknel?
Zwing-Uri ligt in puin en wrakken
Op de aankomst, vuurblik van eeu Tell?...
De keten is voor slaaf geboren,
Een vrije burger voegt het zwaard!.
o Nog is Neérland niet verloren,
Zoolang één Bard de Cyther snaarl! (H. W.)
Heemse, MARQUIS deTHOUARS.
in Overijssel,
Julij 1846.
I1TGE501T33US STIUS'SBST.
Het is door alle tijden heen bewezen, dat het
volk beter een' koning missen kan dan
een koning het volk, want een koning zonder volk,
is als een wereld zonder menschen. Wel is waar
kan een koning, wanneer hij rijk genoeg geworden
is, kroon en scepter neder leggen, en loopen, zon
der zijne schatten vergeten mede te nemen, naar
een ander land, om als een burgerman het einde
zijnslevenste gemoet te gaan, terwijl hij dus niemand dan
noodig heeft; maar dan is hij geen koning meer.
Zoolang hij koning is, en buitenlandsche vijanden,
dien hij soms zelfs tot vijanden gemaakt heeft, be
dreigen zijn leven, roept hij natuurlijk het volk te
WAPEN om hem te beschermen, terwijl er alom
placaten (veel beleefder dan sommatie's en renova-
tie's) worden aangeplakt, waarin een ieder het ge
vaar kan zien waar den koning zich in bevindt.
Dus als het volk, bij het geroep van TE WA
PEN! TE WAPEN!!! roudeman weg verklaarde: wij
l'ven liever voor koningen als dat wij er voor ster-
ten, dus om niet doodgeschoten te worden blijven wij
te huis, en wie het land wint, wint ons. Gewis
liepen alle koningen als hazen, zonder om te zien,
naar het einde der aarde, wanneer zij in het naauw
werden gebragt. Zoodat een koning afhankelijk is
van zijn volk, terwijl het volk anders geene ver-
pligting aan hem heeft, dan dat ze de eer hebben
eenen koning te onderhouden.
Zoolang een koning zorgt dat zijn volk niet uit
gemergeld wordt, wordt hij vergood, en niemand
zoude er dan aan denken, om zijn leven niet in de
waagschaal te stellen, als het dienen kon, om het
leven van zijnen vorst te redden; maar wanneer het
volk moet ontberen, omdat de grooten der aarde
zouden kunnen brassen en zwelgen, dan raakt het
volk aan het morren, en dit zijn geen gunstige
kenteekenen voor de rust des lands; en wie moet
er dan te wapen geroepen worden? De jongelingen
waar soldaatje mede gespeeld wordt, worden bijna
zoo sterk gejudast, als de burgers in de steden, dus
vol moed!
In Nederland is het al zoover gebragt, dat het
volk het op een loopen begint te zetten naar Ame
rika, en die kunnen niet alleen den Koning missen,
maar zelfs geheel Europa, waar zij nooit te wapen
geroepen zullen worden noch hun geld afgeperst
om het ter leen te geven tegen 3pCt. Derhalve
zal het de beurt worden voor het aristocratendom
om de wapens op te vatten als er geroepen wordt
te wapen! te wapen! Maar o jain 1830 hebben
er zooveel jonkheeren baronnen enz. de wapens
aangegord, toen de Nederlandsche jongelingschap te
wapen geroepen werdom onze Belgische broeders
te bestrijdenmaar toen daardoor de ratten aan
het spek waren gebragtstelden de meesten rem-
plafanten; anderen kregen epaulettenen weer an
deren bleven in dienst om posten te verkrijgen
waar ze dan ook volstrekt geene verkeerde reke
ning mede hebben gemaakt. Maar juist was het
toen zigtbaar wat er met een leger zulke helden
uitgevoerd zou kunnen worden wanneer er geen
oorlog voor de grap werd gevoerd. Één Murat,
met 1000 Kavalaristen van zijne tijdgenooten, zou
den het geheele vrijwillige leger in de pan hebben
gehakt. Doch het spel werd er door volmaakt.
Intusschen is het toenmaals gebleken dat de Bel
gen heter een' Koning konden missen dan een' Ko
ning gehoor/aam volk. X.
Bergen op-Zoem
10 Julij 1846.
Ook een vrijwilliger
van 1830.
©OEHBSPOITDBITTIB.
De brief met het postmerk Goes, getefkend
G. v. A., is bij de Redactie ontvangen, en zal met
genoegen geplaatst worden, als de inzender zijn
naam opgeeft.
HH. geabnnneerden buiten de Stad worden min
zaam verzocht, hunne verschenen abonnementsgelden
van 13 Mei tot 13 Augustus, hij den uitgever dezes
to laten bezorgen.
^^lU-lU.pijzcn ikr t^rnncn.
Rotterdam, 10 Augustus 1S46.
TAItWE. GERST.
puike '/eeuw. ƒ10,75 ƒ10,25.
minder - 10,20 h- 9,50.
zoui uanrdcugd- 9,50 a- 8,70.
puike 2 jarige - 11,00 a - 10,90.
ROGGE.
nieuwe (win.) 5,40 k 5,30.
(zotn.) - 5,00 a - 5,20.
jarige (win.) - 4.20 h -4,70.
(zom.j - 4,00 k - 4,30.
HAVER.
I)c Zl
Alnaiida'
l'ij a Il«
prijs is -
binnen -
9,20 k 8,60. korte dikke4,50 k J 4,00.
voeder - 3,90 k - 3,20
De aanvoer van Nieuwe Overmaasche-, Zeeuwschc- en
Vlaamsche TARWE was vrij ruim waarvan het gevolg
I was dat de prijs tot 75 cents per Mud terug liep. Jarige
en Oude vond daardoor ook minder koopers, ofschoon de
zelve 20 k 30 cents per Mud lager werd gelaten.
ROGGE. De aanvoer van Nieuwe Zeeuwsche en Vlaam
sche was in kwautiliet minder, in kwaliteit gelijk aan die
voor 8 dagen, doordien er voor Biiitenlandsche orders gekocht
werd, ruimde dezelve tot 20 cents per Mud hooger zeer
spoedig op.
STAD S-1TI3'JWS.
ie Q^Èjicrtyet.
geboren:
6 Augustus. E'Mie dochter vau N. S. P«>lak en J. Bloem
hof. 8 dito. Eene dochter van J. Spijkmau en H. Mi. vau
Zomen. 9 dito. Een zoon van K. Holm en A. Trijselaar.
Etne dochter van P. H. van der Weyde en J. W. Lasserce-.
10 dito. Eene dochter van 11. van den Ende en J. Sehikker,
gehuwd:
12 Augustus. F. L. J. Godefroij met S, Bax.
overllden
4 Augustus. L. H Doelemaii, oud 2 jaren, (zoon - 5
dito, M. Zandijk, oud 50 jaren, echtgenoot van W. ten
Ilaaf. J. van tien Houten, oud 3 maanden, (dochter.) —I
6 dito A. Kansc, oud 80 jaren, echtgenoot van E. Wiltsou: -
7 dito. A. J. Mak, oud 11 weken, (dochter.) 8 dito,
M. E. Rombouts, oud 6 maanden, |doeliter.) 4G; dito,
J. W. Overbeeke, oud 10 maanden, (zoon M. Sehaleveu,
oud 6 weken, (dochter.) 11 dito J. Ilarlke, oud oö-jaren
weduwenaar van M. E. Beuman* 12 dito. C. tie Bruijii
oud 3 maanden, (zoon.)
Zierikzee, 11 Augustus. Heden voormiddag huil dat mei)
alhier eene zonderlinge verkoopiug, in naain des ko-J zoo men
nings bij eenen belastingschuldige plaats, die bij uie-f
mand verpligting schijnt te hebben willen maken,
en daardoor bijstand afweerde, daar hij verklaard:
veel liever te willen trachten zich zelf te helped
en ook meende hiertoe in staat te zijn.
Het schijnt dat hij zich voor den aanvang del met tie
verkoopiug, bij de gewone opkoopers van veiltnge:| W1
in huisraad, verzekerd had, dat deze edelmoedig
noeg zijn zouden, niet te zullen bieden op de ei
gendommen ven den ongelukkigen, waarvan hij m
ten behoeve der rijks schatkist, stond beroofd
Op i
nverled;
Nieuwsl
teekene
bij gele
kleine
door to:
licht lc
liet i
lelijk v
de leze
neemt
te besp
zich in
heeft hi
genomei
over zij
zijne d;
dubbele
heeft tl
door vc
prozaïscl
door ee
(maar ni
over de
tocspraa,
ooruil
nemen
die lege
I oog nii
nu
om als I
j/e Nieut
lonnoozeli
worden, terwijl hij voor den aanvang der verkoopiilde vijam
ten overvloede vei klaarde, den eersten der omstaMvoerd'.
dors die zou durven bieden, dat de goederen,
door hen zouden worden gekocht oogenblikkcll
te zullen verbrijzelen.
De openbare veiling begon intusschen, en uiJ
mand deed een enkel bod dan de eigenaar,
deze deed zulks zoo laag, dat hij al zijn huisrel
inkocht voor 9 gulden en ccriige centen. Hij koifl
namelijk bij gebrek aan concuirentie bespottelijk goj
koop daar er thans ook geen deurwaarders bodtl
Een ezel stoot zich geen tweemalen aan een steen, f
Men verneemt dat de belasting-pretentie ten
hoeve waarvan de verkoop geschiede, bijna 30 g
den bedroeg; zoo de onkosten van de verkoop nu il
de onzuivere opbrengst 9 gulden worden afgetrokkj
dan zal de schatkist aan dit klein gevalletje
minsten 80 of 90 procent verliezen; wie weet z|
of dit verlies geen 100 procent of meerder zal I
loopen.
Met onwillige honden, is het kwaad hazen vanjenfecluk te
Mogten de opperjagers dit in het oog houden!'0^ dooi
wat meer zorgen de honden die zij zoo hard nflaalsinrig
dig hebben, niet onwillig te maken, en dit is wJllijcl wa
lijk zoo moeijelijk niet in een land waar ze anfljk oojj.
van nature zoo tam en gedwee zijn als bij
Neen.
bode, wil
[flank baai
[Want, o
'tic, de
pon de
Ma het c
0! ik za
flet een
f" proza
l'an uit
n-ijzen,
•la dezi
de kl
noodzaa
ADTERTEHTSBST.
Uit de hand te koop, eene sedert
heugelijke jaren Welbeklante WAGENMAKERIJ, Jpnvang v
annexis, in het district Zierikzee; te bevragen! verrijze
persoon of met franco brieven, bij den uitgever <k|)gel Pboc
gfSr' De ondergeteekende maakt bekend: dat hijl'1 derdi
AZ1JNMAKERIJ, genaamd de Hoop, in "tie lfrschaft I
Molenstraat, wijk A, n.° 177, alhier geopend Ifc berispi
en beveelt zich tot de aflevering van zijn fabriln libera
in liet groot en klein, in de gunst van zijne ?fc;-c|e
de Stad- en Landgenooten aan, met belofte vanl* 1
naauwkeurige en prompte bediening, Ir-i
Zierikzee, den 11 Augustus f''jk om
P. J. VAN STA1J. Bzorgd da
TE ZIERIKZEE, TER DRUKKERIJ VAN P. DE LOOl' blad
pi'van di