en dat noemen wij het geld naar de maan helpen, om gecne scherpere uitdrukking te bezigen, die misschien in dezen ge vaarlijken tijd voor regterlijke vervolgingen vatbaar zijn zoude, cu wij liever ecne dubbelzinnige uitdrukking bezigen, die niet in de termen van art. 193 van het wetboek vau strafregt vallen kan, dan ons bloottestellen; genoeg als de le zer ous begrijpt. Dagbladschrijvers! volgt ons voorbeeld en wcest voorzigtig! Te Middelburg is het misère inen verheugt er zich in de voorbaat met den Duitsehen spoorweg; nu als dat varken maar niet tegeuvalt wij gunnen hun echter alles goeds en mogen niet naijverig zijn op eene stad thans zoo karig door het handelsgeluk bedeeld als de hoofdstad van Zeeland. Hcere is bijna uitgestorven. De straten zijn vol gras begroeid en men ontmoet letterlijk niemand, bij onze wandeling door dat stadje was het ons als of wij ergens waren daar drie- vierde der bevolking door de Cholera Morbus was weggemaaid yooral de manspersonen daar wij (wij zijn ook eèn mans persoon) zeer door meisjes werden nagekeken die er de deur voor kwamen uitloopen. Wij voeren te Vecre over naar Noord-Beveland, dat wij ook eens wenschten te doorloopen of rijden ten einde van Colijnsplaat naar het in den laatsten tijd zoo beroemd gc- wordene Zierikzee over te steken. Zierikzee toch had onder al de Zeeuwsche steden iets voor ons dat zeer aantrekkelijk was en wat dan vragen mijne lezeressen (die dan toch altijd nieuwsgieriger zijn dan de lezers of er althans den naam van hebben}; ik zal het gulweg bekennenop mijne reis trof ik teeen allerliefst meisje aan dat in Zierikzee tehuis Behoorde ik wil dat meisje nog eens zien. en spreken het was altijd mijn zwak om de meisjes na te loopenmijne vrienden beweren dat het mijn eenigst gebrek is mijne le zeressen zullen mij, vertiouw ik, zulk een gebrek gaarne ver geven. Ik wilde dan naar het beroemde en voor mij zoo aan trek- kelijk Zierikzee, en voer daartoe van Veere naar Kamper land; de veerman hield zijn schuitje op, aan eene vlakte van louter slik, zoo groot als half Amsterdam, en zeide dat ik daarover moest, wijl hij bij laag water niet verder kon; ik zag hem zelf en zijn jongen tot over de enkels in de slik loopen, en ik had geen lust hen te volgen, ik dacht: beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaaldwat zou ik daar beslikt aankomenhet lieve meisje dat ik opzogt zou er van schrikken, als ik haar bij ongeluk tegenkwam, voordat mijn laarzen weder gepoetst en ik daardoor presentabel geworden was; vaar maar terstond terugzeide ik tot den veermanik geef den dvan al die slik. Ik kwam weder te Vecre terug, veranderde, na raadpleging met den kastelein in den toren, mijn reisplan en ging we der naar Middelburg, om met de stoomboot naar Zierikzee te vertrekken. De volgende morgen vertrokken wij uit Middelburgs be slikte haven, die voor de scheepvaart weldra geen duit meer waard zijn zal, als men er niet spoedig in voorziet; wij meenden na een paar uren varens, digt bij Zierikzee aan wal gezet te zullen worden, maar neen dit was mis, aan den zoo- genaamden zuidhoek in Duiveland die hoogstens een half uur gaans van Zierikzee verwijderd is, en waar de stoom boot meestal digt voorbij moet varen, legt men niet aan, dat zoude gemakkelijk ziju, de Zierikzeenaars honden van omwegen, zoo als het schijnt, want de steenweg die van daar gelegd is, om op het stoombootveer te corresponderen loopt naar het 3 uren ver gelegene Zijp, waar wij toen ook nog 3 uren van verwijderd waren, wij voeren dus de zuidhoek voorbij naar Zijp, daar stond eene diligence uit den ouden pruiken tijd, gereed om ons in testoppen, gelukkig duurde het vertrek niet lang, want de herberg is daar voor veel verbetering vatbaar, en allerakeligst voor iemand als wij die meer gezien heeft. Weldra hield de diligence stil aan eene herberg, die ik vernam dat halfweg lag, ik keek eens rond, er was niets bijzonders in den omtrek te zien, als een schilderachtig varkenshok; daar riep de postiljon alsjeblieft heerenen wij stegen weder op; ik stak mijn hoofd door het portier en zag op den muur der herberg, in steen gehouwen, eene wereld, en daaronder las ik: in de wereld leeft niemand (laar reed de diligence weg, of er nog meer stond weet ik niet maar het zal er wel niets toedoen, bet gelezen gaf mij stof tot overpeinzing, ik dacht aan den Engelschen wijs geer Humedie beweerde dat wij er niet ziju en ons slechts verbeelden er te zijn dat wij allen niet wezenlijk leefden slechts drootnen en ons verbeelden dat het waar is, vindt ik dan hier op een boerenherberg den geest der Humeaan- sche wijsbegeerte in <le kernachtige spreuk In de wereld leeft niemand En dat is nou de werf van Le Sageen dat is de werf van strikkaarthoorde ik een Zicrikzeenaar die in de diii- gence zat, tegen een vreemdeling die hij te Zijpe had afge haald, zeggen; waar is de werf van Strikkaartzeide ik, die naam wekte mij uit mijne mijmeringen, ik had den heer Strikkaart vroeger in Belgie als een ijverig en ondernemend man gekend en herinnerde mij thans ook hetgeen ik daar na gehoord had, over zijne scheepstimmerwerf Le Zierikzee. Koetsier laat mij er uit, riep ik en ziedaar inij op den bo dem van en bij Zierikzee; de diligence reed voort terwijl de koetsier mij toeriep dat mijn goed bij van Oppen zoude be zorgd worden; ik had inmiddels den tijd om de werven enz. eens in oogenschouw te nemen, en voor etenstijd in ecu logement te zijn. [Hervolg hierna MMERHUIM. De uitgever heeft gemeend om redenen den naam dezer plaats te moeten weglaten. In den loop dezer maand zullen al wederom een twintig tal huisgezinnendeze stad en de eilanden Schouwen en Duiveland, de plaats hunner geboorte verlaten, om in een ander oord een bestaan te vinden; wiens oogeu worden niet door tranen bevochtigd, wanneer hij er aan denkt, dat spoedig zijne mede stad- en landgenooten, naar een ver afgelegen land het brood gaan zoeken voor zich cn hunne kinderen, dat het vruchtbare Nederland niet meer kan opleveren; wat zeg ik, niet, meer kan opleveren? O Neen dat zoude leugentaal zijn, maar de drukkende zware lasten zijn bet die ons het brood ontnemen. Zoo ook zijn de redeneringen van de meeste lieden, die bet land verlaten zullen, zij zeggen; «Zouden wij de weinige gelden, dien ons door het erfdeel onzer ouderen zijn gewordenhier in armoede verteren en door de lasten zien absorberen alleenlijk om een overgroot getal hooge beambten eene dikke beurs te bezorgen, zonder dat voor onze kinderen, het vooruitzigt bestaat, om anders dan cenen armen daglooner te worden, en welligt een lijf eigenen van dezen of genen aristocraat." «Zouden wij hier in slavenboeijen geklonken zijn, en den naam van vrije Nederlanders dragen. «Zouden wij voor onze kinderen niets dan armoede en el lende te gemoet zien, zonder iets voor hun tijdelijk welzijn te kunnen doen. «Neen! dan gaan wij yeel lieyer, met resico yan ons leven te verliezenover den wijden Oceaan naar het land daar men zich wezenllijk vrij noemen kan." Anderen zeggen: «Wij zijn allen zoo uitgemergeld dat nog een of hoogtens twee jaren voldoende zijn om ons van alles te berooven wat wij bezitten, zoodat de bedelstaf reeds achter de deur staat, en niemand is meer in staat ous te helpen, want alle burgers gaan te groude moeten wij dan van honger sleiven, welaan dat wij dan sterven in een vreemd land, dan is er niet een van onze ouderdrukkers, die zich daarover verheugen kan." Weder anderen zeggen: «Wij gaan de grond verlaten, waar onze wieg en bakermat stond want wij hebben onze ouderen veel geld gekost, om al (lalgene aan te leereu, wat ons tot nuttige burgers kan vormenmaar helaas! deze of gene vleijer gaat ons voor omdat zij door vleijen en andere laagheden meer weten te believen aan dezen of genen aristocraat of hoogen beambte, en wij zulleu nu trachten in een meer vrij land met han den-arbeid ons brood te verdienen, waarvoor wij ons hier schamen moeten." De hoofden der te vertrekken huisgezinnen, zijn op wei nige na gezonde en krachtvolle bouwlieden die hunne hoeve en goed hebben verkocht, om de kosten der te doene reis te bestrijden, zoodat zij wel niets tot den bemiddelden stand beliooren, maar ook niet zoo behoeftig zijn, dat zij die reis niet kunnen bekostigen, waarom dan ook reeds eenige voor name bouwlieden niet onbewimpeld hebben te kennen gegeven, dat hunne beste werklieden gaan vertrekken, niets anders achter latende dan doodarme en gebrekkige werklieden. Hoezeer is het dus niet te betreuren, dat een monster groot en zwaar belastingstelsel, de kern der natie van zijne geboortegrond doet verwijderen, en een stelsel van behoud, voor eiken burger een gewissen afgrond is. O! hoe krimpt het hart niet in een, wanneer wij in het duistere der toekomst zien en schier roepen wij hoopenloos uit, wee u, O Nederlanders, want uwe kinderen is niets dan slavernij te wachten. Wee U want inwendige twist en twee- dragt staan het ligchaam van den lieren leeuw te verteeren, door het verkorten der regten van ieder Neêrlandsch burger. Maar dan Ja! dan zal de wraak geweldig zijn van het anders lijdzaam en geduldig Neêrlandsch harten de straf zal zwaar zijn voor hen die als de oorzaak kunnen aangemerkt wordenvan de vernietiging der eendragt des volks. VERTREK DER BEURTSCHEPEN. Zondag 22 Maart, Naar Rotterdam, 's morgens ten 4 ure. Dingsdag 24 Maart, Naar Dordtrecht's morgens ten 5 ure. HANDELS BERIGTEN. érSS' intjjjjcn. TEELT 1845. 2/4 ordin. i/j lsle 1/1 ordin. onb, lst0 onb. ordin. onb. inferieure» Muilen f 32 k 32'/ - 27 k 28. k 321/ - 26 k 27. - 29 a 30. - 24 k 26. k 21. k 00 ï»ct* Rotterdam16 Maart 1846. GERST, zeeuwsche (win.) ƒ4,60 ^4,70. (zooi.] -4,20 a-4,30. HAVER, inlandsch voeder ƒ2,50 a ƒ2,70. dito korte -0,00k-0,00. TARWE, oude zeeuwsche/" 9,00 hf 9,40. nieuwe dito - 8,25 d- 9,00. ROGGE, jar. zeeuwsche 0,00 d ƒ0,00. nieuwe dito - 7,50 h - 8,00. Er heerste wederom eene zeer lustcloozc stemming aan de markt. Tarw al leen tot eene verlaging van 30 Cts. te plaatsen. Rogge 20 Cts lager met wei nig koopers. Gerst tot 40 Cts. lager alleen de Jaesto soorten te verkoopen. Daver met kleinen aanvoer in een doen. STAD- 31f IsANDHIEUWS. Zoo op het oogenblik vernemen wij, dat er eene actie is ingesteld legen C. T. Herbergier te Dreischor, ter za ke bet weguemen van een horologie. De bekende eerlijkheid der familie T. echtersnijdt op eenmaal de mo gelijkheid van het aanwezig zijn van de dolus (boos op zet) gaaf af. Ziet hier het geval: De heer T. begeelt zich naar de woning van den com mies van der Velden vindt niemand te huis en de woning ougesloten treedt binnen, neemt een horologie, dat aan den schoorsteen hangt er af, neemt het mede naar zijue woning, en verbergt het aldaar in eene bureau. Al spoedig maakt de zaak een groot gerucht, dat tot in de herberg doordringt, en vindt de heer T. zich daardoor genoopt, het horologie in queestie, aan den eigenaar terug te brengendie intusscheii reeds, in gezelschap van den veldwachtereenen andéren persoon van diefstal is gaan beschuldigen. Eene rooeijelijke zaak voorwaar 1 Het feit is onloochen baar. Wie evenwel zal beweren dat hier boos opzet aan wezig was Wie echter kan bij mogelijkheid het tegendeel bewijzen Ziedaar weder eene regtszaakin welke de regter zal gehouden zijn met voorbijzien der daadzaken zijne uitspraak te gronden op meeningeu vooronderstellingenge voelens, geloof Wij geloovcn hopen, vertrouwen, vooronderstellen, zijn van gevoelen, van meening, dat de dolus wiet aanwezig was, en dat de heer T., ook zelfs wanneer er geen zoo groot gerucht ontstaan ware het horologie aan den eigenaar zoude hebben terug gebragtMAAR! .dit te bewij* zen, zie dat is iets anders; daartoe zouden wij ook vielfs met den besten wil van de wereld, geen kans zien. Wij wenscben van harte, dat de Regter indien de zaak zoo ver loopen mogtde gansche geschichte zal beschouwen, als een (lommen streek. Op 11. Zaturdag14- dezer, zijn in het huis van arrest ingebragt, de personen van 13. Key en J. Eb- bense, uit de gemeente Tholen, die zich hebben schuldig gemaakt, aan bedelarij bij de wet verboden. Men verneemt dat gisteren morgen in het Huis van arrest zijn ingebragt J. Engels en J. Janse, die zoo men zegt zich in dien nacht hebben schuldig gemaakt aan ontvreemding van ecne hoeveelheid garst uit de schuur van C. Sep ter; ARRONDISSEMENTS-REGTBANK TE ZIERIKZï Correctionele teregtzitting van Vrijdag 13 Maart 1846. M. B. II. D. cn M. D,, veroordeeld ter zake van o vrcemding van dijksmalerialen le Poortvliet, ieder in t ~««- gevangenis van 14 dagen en in de kosten. J.v.d.W, te Brouwershaven, ter zake vau houtdieverij eene gevangenis van 14 dagen, en N, K. te Brouwersha vrijgesproken van medcpligtigheid. GEBOREN 11 Maart. Eene dochter van D. Verloo en J. J. Legemi,^ Een zoon van H. van der Moer en M. Kinnie.12 dij Eene dochter van J. Hak en J. van Poelje. 13 dito. zoon van H. Hardeman en C. de Vos.Een zoon va_ J. Trijselaar en J. Lagcher. 14 dito. Eene dochter H. Blok en J. Pieterse. 15 dito. Eene dochter van Haringx en J. Letser. 16 dito. Een zoon ran P. Jans-j en H E. Hartiieck.Een zoon van P. van de Velde H. Wagemaker. Een zoon van A. Verlinde en M. Noë. Een zoon van A. Hogerheijde en L. Kas. OVERLEDEN 11 Maart. W. Toleoud 75 jaren, weduwenaar til E. Formenoij. J. Appel, oud 19 jaren (zoon).12 dijt E. van Etteoud 4 maanden (dochter]. 13 dito. D. J Z wijn voerenoud 40 jaren, echtgenoot van M. P. Ber houdt. —15 dito. E. de Vos, oud 92 jaren, weduwe v A. de Bruin. 16 dito. M. Werner oud 11 jaren (dochlei J. Bogaert, oud 72 jaren, weduwenaar van J, J, de Meij; C. Klinkoud 13 maanden, (zoon.] ADT3B.T31TTI31T. N.c De ZIEI1 dag morg< bij alle I prijs is vo( franco doe Te Birn ■overleden is zoo aan; De Notaris J. M. BOUVIN zalop Vrijdag dlv°or sf' 3"'° April 1846. 's namiddags om 4 ure, ten verz» aJ ke van C. GOUDSWAARD, te Bruinisse, in "derteBulr, Herberg bewoond bij de wed. Jan van den Ber; v0'! ,Wer publiek presenteren te verkoopen: gedood. Een HOOGAARTS, groot 12 ton, met staar ^e" en loopend want, en verder toebehooren. |,°™.,1S Nadere informatiën te bekomen bij den eigenae ')0 en bij genoemden Notaris. (206) De Notaris J. DE KATER Nz., zal ten verzoet; „eu Van ^li van JOB JANSE BEIJE, op Dingsdag den 31 Maai. jaar op dit 1846, des morgens ten 9 ure onder Burgh aan Dit nomenme genus weg, veilen en verkoopenilea vaderla 2000 Esschen en Elzen groene MUTSAARDEN, 50 Voer dito KNOTSEN en 5000 BLOKHEELEN. (207) Uit de hand te koop, eene kapitale HOUT LOODS, zeer geschikt om dezelve te verplaatsen tot Wagenhuis en Schuur; te bevragen bij V. Ho gerzeil op de Nieuwe Haven te Zierikzee, en bij P Labrijn, te Nituwerkerk in Duiveland. (208) KSsr* J. ARENDS, Smid, Koperslager en Looi gieter te Zierikzee, maakt aan zijne Stad- en Land genooten bekenddat hij de affaire van J. va Splundcrvroeger W. Paar lingin de korte Sint jansstraat gekocht hebbende, aldaar al die be drijven zal blijven uitoefenen belooft eene prompti en civile bediening. (209) Zierikzee, den 17 Maart 1846. SS3 J. SEIJLDERS verwittigt zijne geëerdt Stad- en Landgenootendat hij de SMIDS- en K0- PERSLAGERS-AFFAIRE en in GEWEREN van heden af zal uitoefenen in de door hem overgenomen! Smederij van J. Arends, in de Sint-Domusstraat, alhier; hij verzoekt ieders gunst en belooft ecne prompte en civile bediening. Zierikzee, den 17 Maart 1846. (210) LEES HIER! De ondergeteekende berigt bel anghebbenden dat LEDEN die uit een BEGRAFENIS-FONDS dat ont bonden of gedissolveerd is, zich bij hem, als over komende en in het dadelijk genot deelende LEDEN kunnen doen inschrijven; mits dat zulks geschiede binnen veertien dagen na den datum der ontbindinj Tholen 14 Maart, 1846. F, J. MAAS. Agent der Nederlandsche Algeineene Onderlinge Waarborgmaatschappij. (211) SS?* Bij N. MOLEGRAAFin het Veerhuis van Goes, op den hoek van de Nieuwe Haven te Zierikzee, is tot eene zeer civilen prijs te bekomen: opregt nieuw WIT en GEEL PAARDEN-PEëNZAAD. 1 (212) Bij den Uitgever dezes zijn van de pers geko men en a 10 cents verkrijgbaar gesteld: Gedrukte copiën van een' brief, gezonden ui! Noord-Amerika door J. van Dongen, en bevattende het verhaal van zijn wedervaren, benevens eenige belangrijke bijzonderheden voor landverhuizers naai genoemd land. Alzoo er reeds bedenkingen zijn geopperd en verspreid, of de berigtcn. in .dezen brief vervat, wel zijn overeenkomstig met origineel, ja zelfs of die brief niet zoude kunnen zijn: een louter verzinsel, uit speculatie zucht van den drukker of ook: een opgemaakte zaak van per sonen, die er belang bij, of lust in hebben, om de menschen tot het verhuizen naar Noord—Amerika aantesporen en GELOOF slechts vereischt en j",s daarom gevorderd wordt opzigtelijk ongerijmdheden cn suspecte berigtcn oi overleveringen van gewijden aardbcrigten wij hierbij, ten dienste e' angstvallige lieden dat zij deze gedrukte copiën, met het orginccl kunnen vergelijken, ten huize van Jan Gerrïtse, wonende to Zierikzee, op dc Nieuwe Haven, welken Gerritse in het bezit is, van het origineel. (213) In Augi airiëre v. belasting; c. S. heir, des konin uitkomt;" handen a< verbluften de manhal wezen tot Harderv in de laa schrik ver iicie dat i spreid was baard zoui vernomen werk gest personen genieester tevens am .Kantonreg ide wonim te graven in de ge is M. E stiefmoede L. H hielp de i liggen, za geitenstal mede, scl en stopte trapte hel verrigt ha en zij zei Later spr; geregtelijli en frisch Beide commissai te Arnher dra de kr hem verv derwaarts TE ZIERIKZEETER DRUKKERU VAN P. DE LOOZE J De lnïulv< Amerika w Bctigleu vai Bad de dili i&et Qraaf.Si

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1846 | | pagina 2